Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
21 DECEMBER 1995. - Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995. - Conventioneel brugpensioen vanaf 55 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 5 maart 1996 onder het nummer 40961/CO/202).
Titre
21 DECEMBRE 1995. - Commission paritaire pour les employés du commerce de détail alimentaire. - Convention collective de travail du 21 décembre 1995. - Prépension conventionnelle à partir de 55 ans (Convention enregistrée le 5 mars 1996 sous le numéro 40961/CO/202).
Informations sur le document
Tekst (8)
Texte (8)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Champ d'application.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de groepen A en B zoals gedefinieerd in de collectieve arbeidsovereenkomsten van 17 juni 1994 en 5 september 1994, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot regeling van de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten in de ondernemingen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 november 1994, en op de bedienden die zij tewerkstellen.
  Zij is niet van toepassing wanneer het ontslag het gevolg is van definitieve stopzetting van de activiteit van de onderneming of van de uitvoering van een herstructureringsovereenkomst op ondernemingsvlak die erkend is door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid.
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs des groupes A et B tels que définis par la convention collective de travail du 17 juin 1994 et du 5 septembre 1994, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés du commerce de détail alimentaire, réglant l'application des conventions collectives de travail dans les entreprises ressortissant à la Commission paritaire pour les employés du commerce de détail alimentaire, rendue obligatoire par arrêté royal du 18 novembre 1994, ainsi qu'aux employés qu'ils occupent.
  Elle ne s'applique pas lorsque le licenciement est la suite de la cessation définitive des activités de l'entreprise ou de l'exécution d'une convention de restructuration d'entreprise reconnue par la Ministre de l'Emploi et du Travail.
HOOFDSTUK II. - Brugpensioenregime voor bedienden met 33 jaar loondienst.
CHAPITRE II. - Régime de prépension applicable aux employés justifiant de 33 ans de prestations salariées.
Art.2. Met ingang van 1 april 1995 wordt de minimumleeftijd voor het conventioneel brugpensioen zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen van de bedienden, vastgesteld op 55 jaar op voorwaarde dat zij deze leeftijd bereiken tijdens de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst en dat zij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen, berekend overeenkomstig artikelen 114, § 4, tweede lid en 117, eerste lid, 3° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsuitkeringen, en artikel 10 van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling.
Art.2. A partir du 1er avril 1995 l'âge minimum d'accès à la prépension conventionnelle, telle que visée par l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'indemnités de chômage en cas de prépension conventionnelle, est fixé pour les employés à 55 ans à la condition qu'ils atteignent cet âge pendant la durée de la présente convention collective de travail et qu'ils puissent justifier au moment de leur départ de 33 années de carrière professionnelle en qualité de salariés, calculées conformément aux articles 114, § 4, alinéa 2 et 117, alinéa 1er, 3° de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 relatif aux allocations de chômage, et à l'article 10 de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi.
Art.3. Alle andere bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, behalve deze betreffende de leeftijdsvoorwaarden blijven van kracht.
Art.3. Toutes les autres dispositions de la convention collective de travail n° 17, conclue le 19 décembre 1974 au sein du Conseil national du travail, instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, rendue obligatoire par arrêté royal du 16 janvier 1975, restent d'application, à l'exception de celles relatives aux conditions d'âge.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
CHAPITRE III. - Dispositions finales.
Art.4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst bevat bepalingen gesloten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 van 20 december 1994, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot bepaling van de doelstellingen en de procedure voor het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, ter uitvoering van het centraal akkoord van 7 december 1994, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 januari 1995 en in uitvoering van de voormelde wet van 3 april 1995.
  Door toedoen van de directe werking van deze bepalingen voldoen alle ondernemingen automatisch aan de eerste voorwaarde gesteld door artikel 2, § 1 van de voormelde wet van 3 april 1995. Zo zullen zij aanspraak kunnen maken op een vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid met 37.500 F per kwartaal wanneer zij een netto-aangroei van het aantal werknemers en ten minste een gelijkwaardig arbeidsvolume aantonen, dit in vergelijking met het overeenstemmende kwartaal van 1994.
Art.4. La présente convention collective de travail comprend des dispositions conclues en exécution de la convention collective de travail n° 60 du 20 décembre 1994, conclue au sein du Conseil national du travail, déterminant les objectifs et la procédure de conclusion de conventions collectives de travail portant sur la promotion de l'emploi, en exécution de l'accord interprofessionnel du 7 décembre 1994, rendue obligatoire par arrêté royal du 27 janvier 1995 et de la loi du 3 avril 1995 précitée.
  Par la prise d'effet immédiate de ces dispositions, toutes les entreprises remplissent automatiquement la première condition inscrite à l'article 2, § 1er de la loi du 3 avril 1995 précitée. Elles bénéficieront dès lors d'une réduction des cotisations patronales à la sécurité sociale de 37.500 F par trimestre si elles peuvent faire état d'une augmentation nette du nombre de travailleurs et d'un volume de travail au moins équivalent, par rapport au trimestre correspondant de 1994.
Art. 5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1996.
  (Voor het KB, zie %%1996-08-04/15%%).
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET
Art. 5. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er avril 1995 et prend fin le 31 décembre 1996.
  Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 4 août 1996.
  (Pour l'AR, voir %%1996-08-04/15%%).
  La Ministre de l'Emploi et du Travail,
  Mme M. SMET