Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
18 SEPTEMBER 1995. - Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1995. - Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, gesloten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 van de Nationale Arbeidsraad (Overeenkomst geregistreerd op 11 december 1995 onder het nummer 39916/CO/201).
Titre
18 SEPTEMBRE 1995. - Convention collective de travail du 18 septembre 1995 de la Commission paritaire du commerce de détail indépendant. - Mesures visant à promouvoir l'emploi, conclue en exécution de la convention collective de travail n° 60 du Conseil national du Travail (Convention enregistrée le 11 décembre 1995, sous le numéro 39916/CO/201).
Informations sur le document
Numac: 1995091852
Datum: 1995-09-18
Info du document
Numac: 1995091852
Date: 1995-09-18
Table des matières
Tekst (10)
Texte (10)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en doel.
CHAPITRE I. - Champ d'application et but.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die vallen onder groep I van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, zoals vastgesteld in artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 1991 gesloten in hetzelfde paritair comité, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 oktober 1993.
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux employés des entreprises appartenant au groupe I de la Commission paritaire du commerce de détail indépendant, défini à l'article 9 de la convention collective de travail du 30 mai 1991 conclue au sein de la même commission paritaire, fixant les conditions de travail et de rémunération, rendue obligatoire par arrêté royal du 12 octobre 1993.
Art.2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 gesloten op 20 december 1994 in de Nationale Arbeidsraad, tot bepaling van de doelstellingen en de procedure voor het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, ter uitvoering van het centraal akkoord van 7 december 1994, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 januari 1995.
Ze moet aan de werkgevers die ervoor kiezen deze overeenkomst toe te passen, toegelaten te genieten van de bijdrageverminderingen die worden vastgesteld door titel I van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling.
Ze moet aan de werkgevers die ervoor kiezen deze overeenkomst toe te passen, toegelaten te genieten van de bijdrageverminderingen die worden vastgesteld door titel I van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling.
Art.2. La présente convention collective de travail est conclue en exécution de la convention collective de travail n° 60, conclue le 20 décembre 1994 au sein du Conseil national du Travail, déterminant les objectifs et la procédure de conclusion de conventions collectives de travail portant sur la promotion de l'emploi, en exécution de l'accord interprofessionnel du 7 décembre 1994, rendue obligatoire par arrêté royal du 27 janvier 1995.
Elle vise à permettre aux employeurs qui optent pour son application, de bénéficier des réductions de cotisations établies par le Titre Ier de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi.
Elle vise à permettre aux employeurs qui optent pour son application, de bénéficier des réductions de cotisations établies par le Titre Ier de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi.
HOOFDSTUK II. - Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling.
CHAPITRE II. - Mesures visant à promouvoir l'emploi.
Art.3. De ondernemingen kunnen er zich op vrijwillige basis toe verbinden één of meerdere van de hierna opgesomde formules toe te passen voor hun bedienden, en aldus genieten van de bijdrageverminderingen vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst :
1. de instelling van een recht op beroepsloopbaanonderbreking zoals bepaald in de wet van 22 januari 1985 en zijn uitvoeringsbesluiten, van minstens zes maanden, ter gelegenheid van bijzondere familiale omstandigheden zoals de geboorte, de adoptie of de opvoeding van een kind van minder dan drie jaar en de verstrekking van palliatieve zorgen aan een familielid. De personen die een directiepost of een vertrouwenspost bekleden zoals bepaald in het koninklijk besluit van 10 februari 1965, worden uit deze toepassing uitgesloten.
2. de omvorming van één (of meerdere) arbeidsovereenkomst(en) met een hogere arbeidsduur dan een halftijdse in meerdere minstens halftijdse arbeidsovereenkomsten, en dit in akkoord met de betrokken bediende;
3. de verhoging van de minimale wekelijkse arbeidsduur voorzien in artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten tot een minstens halftijdse arbeidsduur, echter met behoud van de afwijkingen toegestaan op basis van de reglementering inzake deeltijds werk en meer bepaald op basis van het koninklijk besluit van 21 december 1992;
4. de toepassing van het conventioneel brugpensioen zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, voor de werknemers van 55 jaar en ouder, die minstens 33 jaar loondienst totaliseren.
1. de instelling van een recht op beroepsloopbaanonderbreking zoals bepaald in de wet van 22 januari 1985 en zijn uitvoeringsbesluiten, van minstens zes maanden, ter gelegenheid van bijzondere familiale omstandigheden zoals de geboorte, de adoptie of de opvoeding van een kind van minder dan drie jaar en de verstrekking van palliatieve zorgen aan een familielid. De personen die een directiepost of een vertrouwenspost bekleden zoals bepaald in het koninklijk besluit van 10 februari 1965, worden uit deze toepassing uitgesloten.
2. de omvorming van één (of meerdere) arbeidsovereenkomst(en) met een hogere arbeidsduur dan een halftijdse in meerdere minstens halftijdse arbeidsovereenkomsten, en dit in akkoord met de betrokken bediende;
3. de verhoging van de minimale wekelijkse arbeidsduur voorzien in artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten tot een minstens halftijdse arbeidsduur, echter met behoud van de afwijkingen toegestaan op basis van de reglementering inzake deeltijds werk en meer bepaald op basis van het koninklijk besluit van 21 december 1992;
4. de toepassing van het conventioneel brugpensioen zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, voor de werknemers van 55 jaar en ouder, die minstens 33 jaar loondienst totaliseren.
Art.3. Les entreprises peuvent s'engager volontairement à appliquer à leurs employés une ou plusieurs des formules énumérées ci-après, et bénéficier ainsi des réductions de cotisations mentionnées à l'article 2 de la présente convention collective de travail :
1. l'instauration d'un droit à l'interruption de la carrière professionnelle, tel que prévu dans la loi du 22 janvier 1985 et ses arrêtés d'exécution, d'une durée de six mois au moins, à l'occasion de circonstances familiales particulières telles que la naissance, l'adoption ou l'éducation d'un enfant de moins de trois ans, ou la prestation de soins palliatifs à un membre de la famille. Les membres du personnel de direction et ceux qui occupent un poste de confiance, tel que défini à l'arrêté royal du 10 février 1965, sont exclus de l'application de cette formule;
2. la transformation d'un (ou plusieurs) contrat(s) de travail d'une durée supérieure au mi-temps, en plusieurs contrats de travail à temps partiel d'une durée minimale égale au mi-temps, en accord avec l'employé concerné;
3. l'allongement de la durée hebdomadaire de travail minimale prévue à l'article 11bis de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, jusqu'au niveau d'un mi-temps au moins, avec toutefois maintien des dérogations accordées sur la base de la réglementation en matière de travail à temps partiel, et plus particulièrement sur la base de l'arrêté royal du 21 décembre 1992;
4. l'application de la prépension conventionnelle, telle que prévue dans la convention collective de travail n° 17, conclue le 19 décembre 1974 au sein du Conseil national du Travail, pour les travailleurs âgés de 55 ans ou plus, totalisant au moins 33 ans de service salarié.
1. l'instauration d'un droit à l'interruption de la carrière professionnelle, tel que prévu dans la loi du 22 janvier 1985 et ses arrêtés d'exécution, d'une durée de six mois au moins, à l'occasion de circonstances familiales particulières telles que la naissance, l'adoption ou l'éducation d'un enfant de moins de trois ans, ou la prestation de soins palliatifs à un membre de la famille. Les membres du personnel de direction et ceux qui occupent un poste de confiance, tel que défini à l'arrêté royal du 10 février 1965, sont exclus de l'application de cette formule;
2. la transformation d'un (ou plusieurs) contrat(s) de travail d'une durée supérieure au mi-temps, en plusieurs contrats de travail à temps partiel d'une durée minimale égale au mi-temps, en accord avec l'employé concerné;
3. l'allongement de la durée hebdomadaire de travail minimale prévue à l'article 11bis de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, jusqu'au niveau d'un mi-temps au moins, avec toutefois maintien des dérogations accordées sur la base de la réglementation en matière de travail à temps partiel, et plus particulièrement sur la base de l'arrêté royal du 21 décembre 1992;
4. l'application de la prépension conventionnelle, telle que prévue dans la convention collective de travail n° 17, conclue le 19 décembre 1974 au sein du Conseil national du Travail, pour les travailleurs âgés de 55 ans ou plus, totalisant au moins 33 ans de service salarié.
Art.4. a) De ondernemingen kunnen enkel gebonden zijn door de bepalingen van het voorgaand artikel indien zij daartoe gebruik maken van de toetredingsakte opgesteld zoals vastgesteld door het model in bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst. Deze toetredingsakte bevat de naam en het adres van de werkgever, zijn inschrijvingsnummer bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid, de vermelding van het bevoegde paritair comité, het al dan niet bestaan van een vakbondsafvaardiging in het bedrijf en de verbintenis van de werkgever om één of meerdere van de tewerkstellingsinitiatieven voorzien in voorgaand artikel toe te passen.
b) Deze toetredingsakte wordt door de werkgever in twee exemplaren aan de Griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid gestuurd.
c) De Griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen maakt het dossier vervolgens over aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel dat beschikt over een termijn van drie maanden om deze toetreding goed te keuren.
d) De voorzitter van het paritair comité betekent de beslissing van de werkgever en aan de Griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen teneinde deze toe te laten de procedure voorzien in het koninklijk besluit van 7 april 1995 tot uitvoering van artikel 2, § 1, derde lid van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling verder te zetten, teneinde bij realisatie van een nettoaanwerving bij gelijk arbeidsvolume ambtshalve door de Rijksdienst voor sociale zekerheid een vermindering van de werkgeversbijdrage te laten verrekenen.
b) Deze toetredingsakte wordt door de werkgever in twee exemplaren aan de Griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid gestuurd.
c) De Griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen maakt het dossier vervolgens over aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel dat beschikt over een termijn van drie maanden om deze toetreding goed te keuren.
d) De voorzitter van het paritair comité betekent de beslissing van de werkgever en aan de Griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen teneinde deze toe te laten de procedure voorzien in het koninklijk besluit van 7 april 1995 tot uitvoering van artikel 2, § 1, derde lid van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling verder te zetten, teneinde bij realisatie van een nettoaanwerving bij gelijk arbeidsvolume ambtshalve door de Rijksdienst voor sociale zekerheid een vermindering van de werkgeversbijdrage te laten verrekenen.
Art.4. a) Les entreprises ne peuvent être liées par les dispositions de l'article précédent qu'en utilisant pour s'engager l'acte d'adhésion établi selon le modèle annexé à la présente convention collective de travail. Cet acte d'adhésion mentionne le nom et l'adresse de l'employeur, son numéro d'immatriculation à l'Office national de Sécurité sociale, la commission paritaire compétente, l'existence ou non d'une délégation syndicale dans l'entreprise et l'engagement de l'employeur à appliquer une ou plusieurs des initiatives en matière d'emploi prévues à l'article précédent.
b) L'employeur adresse cet acte d'adhésion en deux exemplaires au Greffe du Service des Relations collectives de travail du Ministère de l'Emploi et du Travail.
c) Le Greffe du Service des Relations collectives de travail transmet ensuite le dossier au président de la Commission paritaire du commerce de détail indépendant, laquelle dispose d'un délai de trois mois pour approuver l'adhésion.
d) Le président de la commission paritaire signifie la décision à l'employeur et au Greffe du Service des Relations collectives de travail, afin de leur permettre de poursuivre la procédure prévue à l'arrêté royal du 7 avril 1995 portant exécution de l'article 2, § 1er, alinéa 3, de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi, en vue de faire appliquer d'office, par l'Office national de Sécurité sociale, une réduction de la cotisation patronale, en cas de réalisation d'un engagement net à volume de travail égal.
b) L'employeur adresse cet acte d'adhésion en deux exemplaires au Greffe du Service des Relations collectives de travail du Ministère de l'Emploi et du Travail.
c) Le Greffe du Service des Relations collectives de travail transmet ensuite le dossier au président de la Commission paritaire du commerce de détail indépendant, laquelle dispose d'un délai de trois mois pour approuver l'adhésion.
d) Le président de la commission paritaire signifie la décision à l'employeur et au Greffe du Service des Relations collectives de travail, afin de leur permettre de poursuivre la procédure prévue à l'arrêté royal du 7 avril 1995 portant exécution de l'article 2, § 1er, alinéa 3, de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi, en vue de faire appliquer d'office, par l'Office national de Sécurité sociale, une réduction de la cotisation patronale, en cas de réalisation d'un engagement net à volume de travail égal.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
CHAPITRE III. - Dispositions finales.
Art.5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 1997.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1997.
(Voor het KB, zie %%1997-06-10/69%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1997.
(Voor het KB, zie %%1997-06-10/69%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Art.5. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1995 et cesse de produire ses effets le 1er janvier 1997.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 10 juin 1997.
(Pour l'AR, voir %%1997-06-10/69%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 10 juin 1997.
(Pour l'AR, voir %%1997-06-10/69%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1995 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling gesloten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 van de Nationale Arbeidsraad. - Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel. - Toetredingsakte tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1995 ter herverdeling van de tewerkstelling.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B. St. 18-10-1997, p. 27798).
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B. St. 18-10-1997, p. 27798).
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Art. N. Acte d'adhésion à la convention collective de travail du 18 septembre 1995 visant la redistribution du travail.
(Annexe non reprise pour des raisons techniques, voir MB 18-10-1997, p. 27798).
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 10 juin 1997.
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
(Annexe non reprise pour des raisons techniques, voir MB 18-10-1997, p. 27798).
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 10 juin 1997.
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET