Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de instellingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Onder werknemers wordt verstaan, het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werkgevers die reeds gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst inzake halftijds conventioneel brugpensioen die tenminste dezelfde voordelen voorziet als deze bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
30 JUNI 1995. - Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1995. - Halftijds conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 31 oktober 1995 onder het nummer 39500/CO/305.02).
Titre
30 JUIN 1995. - Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de santé - Convention collective de travail du 30 juin 1995 Prépension conventionnelle à mi-temps (Convention enregistrée le 31 octobre 1995 sous le numéro 39500/CO/305.02).
Informations sur le document
Info du document
Tekst (14)
Texte (14)
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux travailleurs des établissements ressortissant à la Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de santé.
Par travailleurs, on entend le personnel ouvrier et employé, masculin et féminin.
La présente convention collective de travail n'est toutefois pas d'application pour les employeurs qui sont déjà liés par une convention collective de travail relative à la prépension conventionnelle à mi-temps octroyant des droits au moins équivalents à ceux prévus dans la présente convention collective de travail.
Par travailleurs, on entend le personnel ouvrier et employé, masculin et féminin.
La présente convention collective de travail n'est toutefois pas d'application pour les employeurs qui sont déjà liés par une convention collective de travail relative à la prépension conventionnelle à mi-temps octroyant des droits au moins équivalents à ceux prévus dans la présente convention collective de travail.
Art.2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 13 juli 1993, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties en in het kader van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling.
Art.2. La présente convention collective de travail est conclue dans le cadre de la convention collective de travail n° 55, conclue au sein du Conseil national du travail le 13 juillet 1993, instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de réduction des prestations de travail à mi-temps et dans le cadre de la loi du 3 avril 1995 portant sur des mesures visant à promouvoir l'emploi.
Art.3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werknemers in dienst bij de werkgever en die hun activiteiten voltijds uitvoeren in het kader van een arbeidsovereenkomst en voor zover ze aan de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden voldoen zoals voorzien in het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen.
Deze werknemers moeten eveneens de toelaatbaarheidsvoorwaarden vervullen voor de voltijdse werknemers, zoals voorzien in de werkloosheidsreglementering.
Deze werknemers moeten eveneens de toelaatbaarheidsvoorwaarden vervullen voor de voltijdse werknemers, zoals voorzien in de werkloosheidsreglementering.
Art.3. La présente convention collective de travail s'applique à tous les travailleurs en service chez l'employeur et exerçant leur activité à temps plein dans le cadre d'un contrat de travail et pour autant qu'ils répondent aux conditions d'âge et d'ancienneté prévues à l'arrêté royal du 30 juillet 1994 relatif à la prépension à mi-temps.
Ces travailleurs doivent également répondre aux conditions d'octroi pour les travailleurs à temps plein telles qu'elles sont prévues par la réglementation sur le chômage.
Ces travailleurs doivent également répondre aux conditions d'octroi pour les travailleurs à temps plein telles qu'elles sont prévues par la réglementation sur le chômage.
Art.4. De halvering van de prestaties maakt het voorwerp uit van een akkoord tussen werkgever en werknemer. Dit akkoord dient vastgesteld in een geschreven overeenkomst, conform de beschikkingen van artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten.
Bij de aanvang van de halvering van zijn arbeidsprestaties moet de betrokken werknemer ten minste 12 maanden voltijds in dienst zijn van de werkgever en ten minste 56 jaar oud zijn.
Het aantal arbeidsuren die de werknemer vanaf de vermindering moet presteren is gelijk aan de helft van het aantal arbeidsuren van een voltijdse werknemer van de onderneming.
Bij de aanvang van de halvering van zijn arbeidsprestaties moet de betrokken werknemer ten minste 12 maanden voltijds in dienst zijn van de werkgever en ten minste 56 jaar oud zijn.
Het aantal arbeidsuren die de werknemer vanaf de vermindering moet presteren is gelijk aan de helft van het aantal arbeidsuren van een voltijdse werknemer van de onderneming.
Art.4. La réduction des prestations fait l'objet d'un accord entre le travailleur et l'employeur. Cet accord doit être concrétisé dans une convention écrite conformément aux dispositions de l'article 11bis de la loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de travail.
Le travailleur concerné doit, au moment de la réduction à mi-temps de ses prestations de travail, être au service de l'employeur depuis 12 mois au moins à temps plein et être âgé de 56 ans au moins.
Le nombre d'heures de travail à prester par le travailleur à dater de la réduction de ses prestations est égal à la moitié du nombre d'heures de travail d'un travailleur de l'entreprise à temps plein.
Le travailleur concerné doit, au moment de la réduction à mi-temps de ses prestations de travail, être au service de l'employeur depuis 12 mois au moins à temps plein et être âgé de 56 ans au moins.
Le nombre d'heures de travail à prester par le travailleur à dater de la réduction de ses prestations est égal à la moitié du nombre d'heures de travail d'un travailleur de l'entreprise à temps plein.
Art.5. Vooraleer een overeenkomst tot halftijds brugpensioen af te sluiten zal de werkgever de betrokken werknemer uitnodigen tot een gesprek waarbij de halftijdse brugpensioenregeling wordt voorgesteld en de financiële gevolgen ervan schriftelijk worden toegelicht. De werknemer heeft het recht het bijzonder statuut van halftijds bruggepensioneerde te aanvaarden of af te wijzen.
Desgewenst kan de werknemer zich laten bijstaan door een afgevaardigde van de syndicale organisatie.
Desgewenst kan de werknemer zich laten bijstaan door een afgevaardigde van de syndicale organisatie.
Art.5. Avant de conclure une convention de prépension à mi-temps, l'employeur invitera le travailleur concerné à un entretien au cours duquel il proposera le régime de prépension à mi-temps et exposera par écrit les conséquences financières qui en résultent. Le travailleur a le droit d'accepter ou de refuser le statut particulier de prépensionné à mi-temps.
Le cas échéant, le travailleur peut se faire assister par un délégué de l'organisation syndicale.
Le cas échéant, le travailleur peut se faire assister par un délégué de l'organisation syndicale.
Art.6. Na de halvering van de arbeidsprestaties, behoudt de werknemer zijn recht op de aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever voor zover hij de werkloosheidsuitkeringen blijft genieten.
In geen geval zal de werkgever de verandering of de afschaffing van de werkloosheidsuitkeringen compenseren met een hogere vergoeding.
In geen geval zal de werkgever de verandering of de afschaffing van de werkloosheidsuitkeringen compenseren met een hogere vergoeding.
Art.6. Le travailleur maintient son droit à une indemnité complémentaire à charge de l'employeur après réduction de ses prestations de travail pour autant qu'il continue à bénéficier d'allocations de chômage.
En aucun cas l'employeur ne compensera la modification ou la suppression des allocations de chômage par une indemnité plus élevée.
En aucun cas l'employeur ne compensera la modification ou la suppression des allocations de chômage par une indemnité plus élevée.
Art.7. De aanvullende vergoeding wordt berekend volgens de regels vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad van 13 juli 1993.
Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan het te waarborgen inkomen verminderd met de volgende twee elementen namelijk de helft van het netto-referteloon en de werkloosheidsuitkeringen.
Het te waarborgen inkomen is gelijk aan het inkomen dat ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974, tot invoering van een regeling voor aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, wordt verkregen, vermeerderd met de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en het inkomen verkregen ter uitvoering van diezelfde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974.
Als refertemaand voor de berekening van het bruto-maandloon wordt de kalendermaand genomen die voorafgaat aan de maand waarin de vermindering van de arbeidsprestaties ingaat.
Deze aanvullende vergoeding is in elk geval de maximale tussenkomst ten laste van de werkgever voor wat deze overeenkomst betreft.
Op deze bijkomende vergoeding worden voor wat deze overeenkomst betreft, desgevallend de wettelijke afhoudingen verricht. Deze zijn steeds ten laste van de werknemer.
Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan het te waarborgen inkomen verminderd met de volgende twee elementen namelijk de helft van het netto-referteloon en de werkloosheidsuitkeringen.
Het te waarborgen inkomen is gelijk aan het inkomen dat ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974, tot invoering van een regeling voor aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, wordt verkregen, vermeerderd met de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en het inkomen verkregen ter uitvoering van diezelfde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974.
Als refertemaand voor de berekening van het bruto-maandloon wordt de kalendermaand genomen die voorafgaat aan de maand waarin de vermindering van de arbeidsprestaties ingaat.
Deze aanvullende vergoeding is in elk geval de maximale tussenkomst ten laste van de werkgever voor wat deze overeenkomst betreft.
Op deze bijkomende vergoeding worden voor wat deze overeenkomst betreft, desgevallend de wettelijke afhoudingen verricht. Deze zijn steeds ten laste van de werknemer.
Art.7. L'indemnité complémentaire est calculée d'après les règles prévues par la convention collective de travail n° 55 du Conseil national du travail du 13 juillet 1993.
Le montant de l'indemnité complémentaire est égal au revenu à garantir diminué des deux éléments suivants, à savoir la moitié de la rémunération nette de référence et les allocations de chômage.
Le revenu à garantir est égal au revenu obtenu en exécution de la convention collective de travail n° 17 du Conseil national du travail du 19 décembre 1974 instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, augmenté de la moitié de la différence entre la rémunération nette de référence et le revenu obtenu en exécution de cette même convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974.
Le mois de référence servant à la détermination du salaire mensuel brut est le mois calendrier qui précède le mois où débute la diminution des prestations de travail.
En tout état de cause, cette indemnité complémentaire constitue l'intervention maximale à charge de l'employeur pour ce qui concerne la présente convention.
Les retenues légales sont, le cas échéant, pour ce qui concerne la présente convention, prélevées sur cette indemnité complémentaire et sont toujours à charge du travailleur.
Le montant de l'indemnité complémentaire est égal au revenu à garantir diminué des deux éléments suivants, à savoir la moitié de la rémunération nette de référence et les allocations de chômage.
Le revenu à garantir est égal au revenu obtenu en exécution de la convention collective de travail n° 17 du Conseil national du travail du 19 décembre 1974 instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, augmenté de la moitié de la différence entre la rémunération nette de référence et le revenu obtenu en exécution de cette même convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974.
Le mois de référence servant à la détermination du salaire mensuel brut est le mois calendrier qui précède le mois où débute la diminution des prestations de travail.
En tout état de cause, cette indemnité complémentaire constitue l'intervention maximale à charge de l'employeur pour ce qui concerne la présente convention.
Les retenues légales sont, le cas échéant, pour ce qui concerne la présente convention, prélevées sur cette indemnité complémentaire et sont toujours à charge du travailleur.
Art.8. Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt gebonden aan het indexcijfer der consumptieprijzen en wordt jaarlijks herzien door de Nationale Arbeidsraad, in het licht van de ontwikkeling van de regelingslonen, volgens de modaliteiten opgenomen in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974.
Art.8. Le montant de l'indemnité complémentaire est lié à l'indice des prix à la consommation et est revu annuellement par le Conseil national du travail, à la lumière de l'évaluation des barèmes, suivant les modalités reprises à l'article 8 de la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974.
Art.9. De werknemers die een aanvullende vergoeding genieten in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden hun recht op deze aanvullende vergoeding tot de datum waarop zij de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt (tenzij de werknemer voor die tijd zou overlijden) of tot de datum van einde van de arbeidsovereenkomst en in ieder geval tot ten laatste het einde van de maand tijdens dewelke de betrokkene, hetzij haar 60e verjaardag heeft bereikt indien het om een werkneemster gaat, hetzij zijn 65e verjaardag heeft bereikt indien het om een werknemer gaat.
Art.9. Les travailleurs qui bénéficient d'une indemnité complémentaire en application de la présente convention collective de travail maintiennent le droit à cette indemnité complémentaire jusqu'à la date à laquelle prend cours la pension légale (sauf si le travailleur décède entre-temps) ou jusqu'à la date à laquelle prend fin leur contrat de travail, et en tout état de cause au plus tard jusqu'à la fin du mois au cours duquel le bénéficiaire atteint son 60e anniversaire s'il s'agit d'une travailleuse et son 65e anniversaire s'il s'agit d'un travailleur masculin.
Art.10. De bruggepensioneerde van minder dan zestig jaar, wordt overeenkomstig de artikelen 3 tot 6 van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen, vervangen door een uitkeringsgerechtigde werkloze.
Nochtans kan in uitvoering van § 8 van artikel 3 van het voormeld koninklijk besluit van 30 juli 1994 vrijstelling van de vervangingsplicht toegestaan worden door de bevoegde directeur van het werkloosheidsbureau.
Deze vervanging dient niet noodzakelijk te gebeuren in dezelfde dienst of functie als die van de bruggepensioneerde.
Nochtans kan in uitvoering van § 8 van artikel 3 van het voormeld koninklijk besluit van 30 juli 1994 vrijstelling van de vervangingsplicht toegestaan worden door de bevoegde directeur van het werkloosheidsbureau.
Deze vervanging dient niet noodzakelijk te gebeuren in dezelfde dienst of functie als die van de bruggepensioneerde.
Art.10. Le prépensionné, âgé de moins de soixante ans, est remplacé par un chômeur indemnisé conformément aux articles 3 à 6 de l'arrêté royal du 30 juillet 1994 relatif à la prépension à mi-temps.
Toutefois, une dispense à cette obligation de remplacement peut être accordée par le directeur du bureau de chômage compétent en vertu du § 8 de l'article 3 de l'arrêté royal du 30 juillet 1994 précité.
Ce remplacement ne doit pas nécessairement intervenir dans la même fonction ou dans le même service que ceux du travailleur prépensionné.
Toutefois, une dispense à cette obligation de remplacement peut être accordée par le directeur du bureau de chômage compétent en vertu du § 8 de l'article 3 de l'arrêté royal du 30 juillet 1994 précité.
Ce remplacement ne doit pas nécessairement intervenir dans la même fonction ou dans le même service que ceux du travailleur prépensionné.
Art.11. De halftijds bruggepensioneerde is verplicht de werkgever op de hoogte te brengen van elke wijziging van zijn familiale toestand, burgerlijke staat, adres, post- of bankrekening en van alle gegevens die zijn statuut van bruggepensioneerde zouden kunnen beïnvloeden, met name :
- de gegevens in verband met zijn hoedanigheid van vergoede werkloze;
- de gegevens in verband met voortzetting, hervatting of stopzetting van om het even welke beroepsactiviteit;
- bij ziekte of invaliditeit, elke aanvraag tot het bekomen van ziektevergoedingen of invaliditeitsuitkeringen in de plaats van de werkloosheidsuitkeringen.
- de gegevens in verband met zijn hoedanigheid van vergoede werkloze;
- de gegevens in verband met voortzetting, hervatting of stopzetting van om het even welke beroepsactiviteit;
- bij ziekte of invaliditeit, elke aanvraag tot het bekomen van ziektevergoedingen of invaliditeitsuitkeringen in de plaats van de werkloosheidsuitkeringen.
Art.11. Le prépensionné à mi-temps est tenu d'informer l'employeur de toute modification de sa situation familiale, de son état civil, de son adresse, de son compte bancaire ou compte chèque postal et de toute donnée susceptible d'influencer son statut de prépensionné, à savoir :
- les données ayant trait à sa qualité de chômeur indemnisé;
- les données relatives à la poursuite, la reprise ou la cessation de toute activité professionnelle;
- en cas de maladie ou d'invalidité, toute demande d'octroi d'indemnités de maladie ou d'invalidité en remplacement des allocations de chômage.
- les données ayant trait à sa qualité de chômeur indemnisé;
- les données relatives à la poursuite, la reprise ou la cessation de toute activité professionnelle;
- en cas de maladie ou d'invalidité, toute demande d'octroi d'indemnités de maladie ou d'invalidité en remplacement des allocations de chômage.
Art.12. Voor alles wat niet uitdrukkelijk in deze collectieve arbeidsovereenkomst is voorzien, gelden de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad van 13 juli 1993, evenals alle wettelijke en reglementaire bepalingen die hierop van toepassing zijn, zoals onder meer de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974.
Art.12. Pour tout ce qui n'est pas expressément prévu par la présente convention collective de travail, on appliquera les dispositions de la convention collective de travail n° 55 du Conseil national du travail du 13 juillet 1993, de même que toutes les dispositions légales ou réglementaires applicables en la matière, à savoir notamment les dispositions de l'arrêté royal du 30 juillet 1994 et de la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974.
Art.13. Voor de sectoren die subsidies genieten om hun loonlasten te dekken, is de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst ten minste gekoppeld aan het behoud van de gesubsidieerde arbeidsprestaties, met inbegrip van de gesubsidieerde tenlasteneming van de aanvullende vergoeding waarin is voorzien krachtens deze collectieve arbeidsovereenkomst.
De toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst mag bovendien niet tot gevolg hebben dat de toestand van de inrichtingen, die tot een belangrijke herstructurering gedwongen zijn welke minstens beantwoordt aan de voorwaarden van de wetgeving betreffende de reglementering inzake het collectief ontslag, in het gedrang worden gebracht.
De toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst mag bovendien niet tot gevolg hebben dat de toestand van de inrichtingen, die tot een belangrijke herstructurering gedwongen zijn welke minstens beantwoordt aan de voorwaarden van de wetgeving betreffende de reglementering inzake het collectief ontslag, in het gedrang worden gebracht.
Art.13. Pour les secteur qui bénéficient de subsides pour la couverture de leurs charges salariales, l'application de la présente convention collective de travail se voit au minimum liée au maintien des prestations de travail subsidiées en ce compris la prise en charge subsidiée de l'indemnité complémentaire prévue aux termes de la présente convention collective de travail.
L'application de la présente convention collective de travail ne peut en outre avoir pour effet de mettre en péril la situation des institutions contraintes à une restructuration importante qui répond au moins aux conditions de la législation relative à la réglementation relative au licenciement collectif.
L'application de la présente convention collective de travail ne peut en outre avoir pour effet de mettre en péril la situation des institutions contraintes à une restructuration importante qui répond au moins aux conditions de la législation relative à la réglementation relative au licenciement collectif.
Art. 14. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur.
Zij treedt in werking op 1 juli 1995 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1996.
(Voor het KB, zie %%1996-08-04/51%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Zij treedt in werking op 1 juli 1995 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1996.
(Voor het KB, zie %%1996-08-04/51%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Art. 14. La présente convention collective de travail est conclue pour une durée déterminée.
Elle entre en vigueur le 1 juillet 1995 et cesse d'être en vigueur le 30 juin 1998.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 4 août 1996.
(Pour l'AR, voir %%1996-08-04/51%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
Elle entre en vigueur le 1 juillet 1995 et cesse d'être en vigueur le 30 juin 1998.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 4 août 1996.
(Pour l'AR, voir %%1996-08-04/51%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET