Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
14 JUNI 1995. Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en voor de kwartsietgroeven van Waals-Brabant. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1995. - Conventioneel brugpensioen op 55 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 25 juli 1995 onder het nummer 38594/CO/102.03).
Titre
14 JUIN 1995. - Sous-commission paritaire des carrières de porphyre de la province de Hainaut et des carrières de quartzite du Brabant wallon. - Convention collective de travail du 14 juin 1995. - Prépension conventionnelle à 55 ans (Convention enregistrée le 25 juillet 1995 sous le numéro 38594/CO/102.03).
Informations sur le document
Tekst (9)
Texte (9)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Champ d'application.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en voor de kwartsietgroeven van Waals-Brabant.
  Met "werknemers" worden de werklieden en werksters bedoeld.
Article 1. La présente convention collective de travail est applicable aux employeurs et aux travailleurs des entreprises ressortissant à la Sous-commission paritaire des carrières de porphyre de la province de Hainaut et des carrières de quartzite du Brabant wallon.
  Par "travailleurs" on entend les ouvriers et les ouvrières.
HOOFDSTUK II. - Bepalingen.
CHAPITRE II. - Dispositions.
Art.2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 7 december 1994, van Titel II van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 van 20 december 1994 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot bepaling van de doelstellingen en de procedure voor het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, en heeft directe uitwerking.
Art.2. La présente convention collective de travail est conclue en application de l'accord interprofessionnel du 7 décembre 1994, du Titre II de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi, de la convention collective de travail n° 60 du 20 décembre 1994 conclue au sein du Conseil national du travail, déterminant les objectifs et la procédure de conclusion de conventions collectives de travail portant sur la promotion de l'emploi, et a un effet direct.
Art.3. Overeenkomstig Titel II van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, en onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, wordt het principe van de toepassing van een regeling van conventioneel brugpensioen in deze sector aanvaard voor het werkend personeel (met uitsluiting van de werknemers die langdurig ziek zijn) dat voor deze formule opteert en tussen 1 januari 1995 en 31 december 1996 de leeftijd van 55 jaar bereikt.
Art.3. Conformément au Titre II de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi et sans préjudice des dispositions de l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle, le principe de l'application d'un régime de prépension conventionnelle est admis dans le présent secteur pour le personnel actif (à l'exclusion des grands malades), qui opte pour cette formule et qui atteint l'âge de 55 ans entre le 1er janvier 1995 et le 31 décembre 1996.
Art.4. a) De leeftijd van het brugpensioen van de werknemers die 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen berekend overeenkomstig artikel 114, § 4, tweede lid van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsuitkeringen, wordt op 55 jaar gebracht vanaf 1 januari 1995.
  b) Voor de toepassingsmodaliteiten van het beroepsverleden, wordt de gelijkstelling voor de dagen van volledige werkloosheid met een maximum van vijf jaar gedurende de loopbaan beperkt.
Art.4. a) L'âge de la prépension des travailleurs qui peuvent se prévaloir de 33 ans de passé professionnel en tant que salarié, calculés conformément à l'article 114, § 4, alinéa 2 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 relatif aux allocations de chômage, est porté à 55 ans à partir du 1er janvier 1995.
  b) Pour les modalités d'application de cette carrière professionnelle, l'assimilation des périodes de chômage complet est limité à maximum cinq ans.
Art.5. De toepassing van de verschillende bepalingen voorzien in de voormelde artikelen 3 en 4 gelden evenwel volgende regelingen:
  a) Het brugpensioen op 55 jaar zal toegestaan worden voor zover de werknemer die een beroepsverleden van 33 jaar, gelijkstellingsperiodes inbegrepen kan getuigen.
  b) voor de werknemer die met brugpensioen wenst te gaan op 55 jaar onder de voorwaarden bepaald onder a) wordt een aanvullende vergoeding toegekend tot de leeftijd van 65 jaar;
  c) de aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de bruggepensioneerde werknemer van 55 jaar is gelijk aan 6 300 F/maand.
  Dit bedrag is, individueel, ten minste gelijk aan de vergoeding voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Het is een bruto bedrag, voor sociale en/of fiscale afhoudingen.
  Een jaarlijkse vergoeding van 2 000 F netto is ook toegekend.
  Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de toepassingsmodaliteiten inzake de werkloosheidsuitkeringen, zoals is bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
  Het bedrag van 6 300 F stemt overeen met het indexcijfer dat van kracht is op 1 januari 1995.
  d) zowel voor de bruggepensioneerden als voor de bejaarde werknemers is er verplichting tot vervanging in de zin van het interprofessioneel akkoord van 7 december 1994.
  De controle zal worden uitgevoerd door de instanties van het paritair subcomité eind december 1995 en eind december 1996.
Art.5. L'application des diverses dispositions prévues aux articles 3 et 4 précités est cependant soumis aux conditions suivantes :
  a) la prépension à 55 ans sera accordée pour autant que le travailleur puisse justifier d'un passé professionnel de 33 ans, périodes d'assimilation comprises;
  b) pour le travailleur désirant prendre sa prépension à 55 ans dans les conditions reprises sous a), il sera octroyé une indemnité complémentaire jusqu'à l'âge de 65 ans;
  c) l'indemnité complémentaire accordée au travailleur prépensionné à 55 ans est égale à 6 300 F/mois.
  Ce montant est, individuellement, au moins égal à l'indemnité prévue par la convention collective de travail n° 17 conclue au sein du Conseil national du travail. Il s'entend brut, avant toute déduction sociale et/ou fiscale légale.
  Une indemnité annuelle de 2 000 F net est également octroyée.
  Le montant de l'indemnité complémentaire est lié à l'évolution de l'indice des prix à la consommation suivant les modalités d'application en matière d'allocations de chômage, tel que prévu par la convention collective de travail n° 17 conclue au sein du Conseil national du travail.
  Le montant de 6 300 F correspond à l'indice en vigueur au 1er janvier 1995.
  d) tant pour les prépensionnés que pour les chômeurs âgés, il y a obligation de remplacement au sens de l'accord interprofessionnel du 7 décembre 1994.
  Le contrôle sera effectué par les instances de la sous-commission paritaire à fin décembre 1995 et à fin décembre 1996.
HOOFDSTUK III. - Geldigheid.
CHAPITRE III. - Validité.
Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 december 1995.
  (Voor het KB, zie %%1995-12-06/42%%).
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET
Art. 6. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1995 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 1996.
  Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 8 décembre 1995.
  (Pour l'AR, voir %%1995-12-08/42%%).
  La Ministre de l'Emploi et du Travail,
  Mme M. SMET