Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de (mannelijke of vrouwelijke) werknemers van de ondernemingen welke tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren.
Zij heeft tot doel de toegang tot het conventioneel brugpensioen mogelijk te maken voor de personeelsleden van de ondernemingen die beantwoorden aan de reglementering betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, alsook aan de bijzondere bepalingen genoemd in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
19 MEI 1995. - Paritair Comité voor de banken. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1995. Conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 1995 onder het nummer 38315/CO/310).
Titre
19 MAI 1995. - Commission paritaire pour les banques. - Convention collective de travail du 19 mai 1995. Prépension conventionnelle (Convention enregistrée le 10 juillet 1995 sous le numéro 38315/CO/310).
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Tekst (11)
Texte (11)
HOOFDSTUK I Toepassingsgebied en draagwijdte van de overeenkomst.
CHAPITRE I. Champ d'application et portée de la convention.
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux travailleurs (masculins ou féminins) des entreprises relevant de la compétence de la Commission paritaire pour les banques.
Elle a pour objet de permettre l'accès à la prépension conventionnelle aux membres du personnel de ces entreprises qui répondent à la réglementation en vigueur relative à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle, ainsi qu'aux dispositions particulières énumérées à l'article 2 de la présente convention collective de travail.
Elle a pour objet de permettre l'accès à la prépension conventionnelle aux membres du personnel de ces entreprises qui répondent à la réglementation en vigueur relative à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle, ainsi qu'aux dispositions particulières énumérées à l'article 2 de la présente convention collective de travail.
HOOFDSTUK II. - Principe en leeftijdsvoorwaarden.
CHAPITRE II. - Principe et condition d'âge.
Art.2. Het conventioneel brugpensioen wordt in alle gevallen van ontslag, behalve het ontslag om ernstige reden, toegestaan aan de mannelijke werknemers die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt.
Tot 31 december 1996 wordt het conventioneel brugpensioen in alle gevallen van ontslag, behalve het ontslag om ernstige reden, toegestaan aan de vrouwelijke personeelsleden die de leeftijd van 57 jaar hebben bereikt.
De leeftijd van 57 jaar bepaald in het vorige lid wordt met ingang van 1 januari 1997 op 58 jaar gebracht.
In afwijking van het tweede en derde lid, zal het conventioneel brugpensioen worden toegekend aan de vrouwelijke personeelsleden die de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt en die 38 jaar loondienst of gelijkgestelde dagen kunnen rechtvaardigen.
Tot 31 december 1996 wordt het conventioneel brugpensioen in alle gevallen van ontslag, behalve het ontslag om ernstige reden, toegestaan aan de vrouwelijke personeelsleden die de leeftijd van 57 jaar hebben bereikt.
De leeftijd van 57 jaar bepaald in het vorige lid wordt met ingang van 1 januari 1997 op 58 jaar gebracht.
In afwijking van het tweede en derde lid, zal het conventioneel brugpensioen worden toegekend aan de vrouwelijke personeelsleden die de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt en die 38 jaar loondienst of gelijkgestelde dagen kunnen rechtvaardigen.
Art.2. La prépension conventionnelle est accordée dans tous les cas de licenciement, sauf pour motif grave, aux travailleurs masculins ayant atteint l'âge de 58 ans.
Jusqu'au 31 décembre 1996, la prépension conventionnelle est accordée dans tous les cas de licenciement, sauf pour motif grave, aux membres du personnel féminin ayant atteint l'âge de 57 ans.
L'âge de 57 ans fixé à l'alinéa précédent est porté à 58 ans à partir du 1er janvier 1997.
Par dérogation aux alinéas 2 et 3, la prépension conventionnelle sera accordée aux membres du personnel féminin ayant atteint l'âge de 55 ans et qui peuvent justifier de 38 ans de travail salarié ou de journées assimilées.
Jusqu'au 31 décembre 1996, la prépension conventionnelle est accordée dans tous les cas de licenciement, sauf pour motif grave, aux membres du personnel féminin ayant atteint l'âge de 57 ans.
L'âge de 57 ans fixé à l'alinéa précédent est porté à 58 ans à partir du 1er janvier 1997.
Par dérogation aux alinéas 2 et 3, la prépension conventionnelle sera accordée aux membres du personnel féminin ayant atteint l'âge de 55 ans et qui peuvent justifier de 38 ans de travail salarié ou de journées assimilées.
HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten.
CHAPITRE III. - Modalités d'application.
Art.3. De algemene toepassingsmodaliteiten van deze conventionele brugpensioenregeling zijn die welke bepaald zijn door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten, voor onbepaalde duur, op 19 december 1974, in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling voor aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbinden verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975.
Art.3. Les modalités générales d'application de ce régime de prépension conventionnelle sont celles prévues par la convention collective de travail n° 17 conclue, pour une durée indéterminée, le 19 décembre 1974 au sein du Conseil national du travail, instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, rendue obligatoire par arrêté royal du 16 janvier 1975.
Art.4. De werkgever zal verplicht zijn op de aanvullende vergoeding te betalen slechts voor zover de werknemer de opzeggingstermijn (of de verbrekingsvergoeding) heeft aanvaard die door de werkgever werd betekend en waarvan de duur werd berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 82 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Art.4. L'employeur ne sera tenu au paiement de l'indemnité complémentaire que pour autant que le travailleur ait accepté le préavis notifié par l'employeur (ou l'indemnité de rupture) dont la durée a été calculée conformément aux dispositions de l'article 82 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail.
HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding.
CHAPITRE IV. - Montant de l'indemnité complémentaire.
Art.5. Het bedrag van de aanvullende vergoeding waarin wordt voorzien door artikel 5 van de bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 wordt op 95 pct. van het verschil tussen het netto-referentieloon en de werkloosheidsuitkering gebracht.
Art.5. Le montant de l'indemnité complémentaire prévu à l'article 5 de la convention collective de travail n° 17 précitée est porté à 95 p.c.
de la différence entre la rémunération nette de référence et l'allocation de chômage.
de la différence entre la rémunération nette de référence et l'allocation de chômage.
HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur.
CHAPITRE V. - Durée de validité.
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur van drie jaar en treedt in werking op 1 juni 1995.
(Voor het KB, zie %%1995-09-19/34%%)
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 1995.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
(Voor het KB, zie %%1995-09-19/34%%)
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 1995.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Art. 6. La présente convention collective de travail est conclue pour une durée déterminée de trois ans et entre en vigueur le 1er juin 1995.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 19 septembre 1995.
(Pour l'AR, voir %%1995-09-19/34%%)
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 19 septembre 1995.
(Pour l'AR, voir %%1995-09-19/34%%)
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET