Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
28 APRIL 1995. - Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1995. - Algemeen sectorieel akkoord voor de periode 1995-1996 (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 1995 onder het nummer 38466/CO/142.02).
Titre
28 AVRIL 1995. - Sous-commission paritaire pour la récupération de chiffons. Convention collective de travail du 28 avril 1995. - Accord général sectoriel pour la période 1995-1996 (Convention enregistrée le 17 juillet 1995, sous le numéro 38466/CO/142.02).
Informations sur le document
Tekst (20)
Texte (20)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Champ d'application.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen ressorteren.
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières, appelés ci-après ouvriers, des entreprises qui ressortissent à la Sous-commission paritaire pour la récupération de chiffons.
HOOFDSTUK II. - Tewerkstelling.
CHAPITRE II. - Emploi.
Netto-aanwervingen.
Embauches nettes.
Art.2. Ter uitvoering van het centraal akkoord van 7 december 1994 zal een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden ter bevordering van de werkgelegenheid. Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst hebben de werkgevers, per netto bijkomende werknemer, recht op de vrijstelling van de patronale Rijksdienst voor sociale zekerheid-bijdragen die in het centraal akkoord voorzien wordt.
  Dit mag evenwel geen aanleiding geven tot een kunstmatig verhogen van de tijdelijke werkloosheid. Het spreekt vanzelf dat het systeem van tijdelijke werkloosheid verder moet kunnen functioneren, maar bij uitzonderlijk hoge tijdelijke werkloosheid mag het recht op vermindering van de Rijksdienst voor sociale zekerheid niet automatisch worden toegepast. In dat geval moet, in overleg met de individuele werkgever, de syndicale delegatie en de betrokken vakbondsvrijgestelden, een werkgroep binnen het paritair subcomité de beslissing nemen.
Art.2. En exécution de l'accord interprofessionnel du 7 décembre 1994, une convention collective de travail sectorielle sera conclue en vue de la promotion de l'emploi. Pendant la durée de la présente convention collective de travail les employeurs ont droit, par travailleur supplémentaire net qui est embauché, à la dispense des cotisations patronales à l'Office national de sécurité sociale prévue dans l'accord interprofessionnel.
  Cela ne peut toutefois pas donner lieu à une augmentation artificielle du chômage temporaire. Il va de soi que le système de chômage temporaire doit pouvoir continuer à fonctionner; dans le cas d'un taux de chômage temporaire exceptionnellement élevé, le droit à la réduction des cotisations Office national de sécurité sociale ne peut toutefois pas être appliqué automatiquement. Dans ce cas, d'un commun accord avec l'employeur individuel, la délégation syndicale et les permanents syndicaux concernés, un groupe de travail au sein de la sous-commission paritaire devra prendre la décision.
Tewerkstellingsverbintenissen.
Engagements pour l'emploi.
Art.3. De bepalingen inzake de tewerkstellingsverbintenissen die werden aangegaan in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1993 houdende een protocol van nationaal akkoord 1993-1994, geregistreerd op 27 augustus 1993 onder het nummer 33625/CO/142.2, worden verlengd voor de duur van twee jaar.
Art.3. Les dispositions relatives aux engagements en matière d'emploi pris dans la convention collective de travail du 17 juin 1993 contenant un protocole d'accord national 1993-1994, enregistrée le 27 août 1993 sous le numéro 33625/CO/142.2, sont prolongées pour une durée de deux ans.
Brugpensioen.
Prépension.
Art.4. Het stelsel van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen zoals voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1991, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 maart 1992, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 januari 1994, wordt verlengd voor de duur van twee jaar, nl. van 1 januari 1995 tot 31 december 1996.
Art.4. Le régime d'indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement, comme prévu par la convention collective de travail du 31 mai 1991, rendue obligatoire par arrêté royal du 31 mars 1992, prorogée par la convention collective de travail du 17 juin 1993, rendue obligatoire par arrêté royal du 20 janvier 1994, est prolongé pour une durée de deux ans, à savoir du 1er janvier 1995 au 31 décembre 1996.
Art.5. Overeenkomstig de mogelijkheid geboden door het centraal akkoord en door titel II van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, wordt een stelsel ingevoerd van aanvullende vergoeding van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen vanaf 1 januari 1996 ten voordele van de werklieden die 55 jaar worden in 1996 of het al zijn op 1 januari 1996. Tevens moeten deze werklieden aan alle wettelijke en reglementaire voorwaarden voldoen evenals aan de conventionele voorwaarden, zoals bepaald in voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1991. De aanvullende vergoeding wordt uitbetaald door het " Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven". De kandidaatbruggepensioneerden moeten vijftien jaar in de sector en tien jaar in hun huidig bedrijf tewerkgesteld zijn. Heel speciale afwijkingen kunnen besproken worden door de raad van beheer van het sociaal fonds.
Art.5. Compte tenu de la possibilité offerte par l'accord interprofessionnel et par le titre II de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi, un régime d'indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement est introduit à partir du 1er janvier 1996 pour les ouvriers qui atteignent l'âge de 55 ans en 1996 ou qui ont déjà atteint cet âge au 1er janvier 1996. De plus, ces ouvriers doivent satisfaire à toutes les conditions légales et réglementaires, ainsi qu'à toutes les conditions conventionnelles, comme prévues dans la convention collective de travail précitée du 31 mai 1991. L'indemnité complémentaire est payée par le " Fonds social pour les entreprises de chiffons". Les candidats prépensionnés doivent compter une occupation de quinze ans dans le secteur et de dix ans dans leur entreprise actuelle. Des dérogations très particulières peuvent être discutées au sein du conseil d'administration du fonds social.
Loopbaanonderbreking.
Interruption de carrière.
Art.6. Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 56 van 13 juli 1993 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een beperkt recht op onderbreking van de beroepsloopbaan, wordt het recht op loopbaanonderbreking voorzien tot één percent van het aantal tewerkgestelden. De werkgevers verbinden zich er toe om, in zoverre het met de organisatie van het werk in overeenstemming kan gebracht worden, twee percent van de tewerkgestelden die daartoe verzoekt in loopbaanonderbreking te laten gaan. In elk geval moet in ieder bedrijf minstens één persoon in loopbaanonderbreking kunnen gaan.
Art.6. Conformément à la convention collective de travail n° 56 du 13 juillet 1993, conclue au sein du Conseil national du travail, instituant un droit limité à l'interruption de la carrière professionnelle, le droit à l'interruption de carrière est prévu à raison d'un pour cent des effectifs. Les employeurs s'engagent, pour autant que cela soit compatible avec l'organisation du travail, à accorder l'interruption de carrière professionnelle à deux pour cent des effectifs qui le demandent. En tout cas, il faut qu'au moins une personne puisse interrompre sa carrière professionnelle dans chaque entreprise.
Opleiding en vorming.
Formation.
Art.7. De collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1993 betreffende de maatregelen ten voordele van de risicogroepen, ten laste van het " Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 april 1994, wordt verlengd voor de besteding van de 0,15 pct. in 1995 en 0,20 pct. in 1996.
Art.7. La convention collective de travail du 17 juin 1993 relative aux mesures en faveur des groupes à risque, à charge du " Fonds social pour les entreprises de chiffons", rendue obligatoire par arrêté royal du 28 avril 1994, est prolongée en vue de l'utilisation du 0,15 p.c. en 1995 et du 0,20 p.c. en 1996.
Kinderopvang.
Accueil des enfants.
Art.8. Pilootprojecten kunnen georganiseerd worden binnen de geboden mogelijkheden.
Art.8. Des projets pilotes peuvent être organisés dans les limites des possibilités offertes.
HOOFDSTUK III. - Sociale vrede.
CHAPITRE III. - Paix sociale.
Art.9. Zowel de gewestelijke als de nationale vakbondsafgevaardigden gaan, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de verbintenis aan zich te onthouden van elke aansporing tot staking en tot het stellen van nieuwe eisen. Voor bijzondere en abnormale gevallen of voor alle nieuwe problemen die niet in deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn opgenomen, verbinden de gewestelijke afgevaardigden zich ertoe zich te wenden tot hun nationale vakbondscentrale. Deze zal ze rechtstreeks bespreken met de werkgeversafgevaardigden.
Art.9. Tant les délégués syndicaux régionaux que nationaux s'engagent, pour la durée de la présente convention collective de travail, à s'abstenir de toute incitation à la grève et à ne pas présenter de nouvelles revendications. Pour les cas particuliers et anormaux ou pour tous les problèmes nouveaux qui ne font pas l'objet de la présente convention collective de travail, les délégués régionaux s'engagent à s'adresser à leur centrale syndicale nationale. Celle-ci en discutera directement avec les délégués patronaux.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling.
CHAPITRE IV. - Disposition finale.
Art. 10. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 december 1995.
  (Voor het KB, zie %%1995-12-08/46%%).
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET
Art. 10. La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 1995 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 1996.
  Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 8 décembre 1995.
  (Pour l'AR, voir %%1995-12-08/46%%).
  La Ministre de l'Emploi et du Travail,
  Mme M. SMET