Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld in de ondernemingen welke onder de bevoegdheid van het paritair comité voor de papier- en kartonberwerking vallen.
Zij wordt afgesloten op basis van titel II van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid alsook van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 van de Nationale Arbeidsraad van 20 december 1994, tot bepaling van de doelstellingen en de procedure voor het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, ter uitvoering van het centraal akkoord van 7 december 1994.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
19 APRIL 1995. - Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1995. - Brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 13 juli 1995 onder het nummer 38413/CO/136)
Titre
19 AVRIL 1995. - Commission paritaire de la transformation du papier et du carton. Convention collective de travail du 19 avril 1995. Prépension. (Convention enregistrée le 13 juillet 1995 sous le numéro 38413/CO/136)
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Tekst (11)
Texte (11)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Champ d'application.
Article 1. La présente convention collective de travail est applicable aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières dans les entreprises relevant de la Commission paritaire de la transformation du papier et du carton.
Elle est conclue sur la base du titre II de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi ainsi que de la convention collective de travail n° 60 du Conseil national du travail du 20 décembre 1994, déterminant les objectifs et la procédure de conclusion de conventions collectives de travail portant sur la promotion de l'emploi, en exécution de l'accord interprofessionnel du 7 décembre 1994.
Elle est conclue sur la base du titre II de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi ainsi que de la convention collective de travail n° 60 du Conseil national du travail du 20 décembre 1994, déterminant les objectifs et la procédure de conclusion de conventions collectives de travail portant sur la promotion de l'emploi, en exécution de l'accord interprofessionnel du 7 décembre 1994.
HOOFDSTUK II. - Brugpensioen op 55 jaar.
CHAPITRE II. - Prépension à 55 ans.
Art.2. De leeftijd voor brugpensioen, zoals voorzien in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, wordt op 55 jaar gebracht vanaf 29 maart 1995 tot 31 december 1996 voor de arbeiders en arbeidsters met een beroepsloopbaan van 33 jaar als loontrekkende.
Art.2. L'âge de la prépension, tel que prévu à l'article 3 de la convention collective de travail n° 17 du Conseil national du travail, est abaissé à partir du 29 mars 1995 jusqu'au 31 décembre 1996 à 55 ans pour les ouvriers et ouvrières ayant une carrière professionnelle de 33 ans en tant que salarié(e).
Art.3. Pas na de betekening van de notulen van de beslissing voorzien in de artikelen 4 en 5, kan er uitvoering worden gegeven aan de toepassing van het brugpensioen zoals voorzien in artikel 2 hierboven.
Art.3. Ce n'est cependant qu'après la notification du procès-verbal de la décision, telle que prévue aux articles 4 et 5, qu'il pourra être donné exécution à l'application de la prépension telle que prévue à l'article 2 ci-dessus.
Art.4. In de ondernemingen waar een vakbondsafvaardiging bestaat, worden de ontslagcriteria van de arbeiders en arbeidsters van 55 jaar en meer eenstemmig vastgesteld tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging en opgenomen in de notulen van de vergadering die door de werkgever en de afgevaardigden worden ondertekend.
Art.4. Dans les entreprises où il existe une délégation syndicale, les critères de licenciement des ouvriers et ouvrières de 55 ans et plus sont fixés de commun accord entre l'employeur et la délégation syndicale et inscrits dans le procès-verbal de la réunion signé par l'employeur et les délégués.
Art.5. In de ondernemingen waar geen vakbondsafvaardiging bestaat, worden de ontslagcriteria van de arbeiders en arbeidsters van 55 jaar en meer eenstemmig vastgesteld tussen de werkgever en de werknemers betrokken bij het brugpensioen bedoeld in artikel 2 hierboven. Deze criteria worden opgeschreven in notulen die door de werkgever en de betrokken arbeiders en arbeidsters worden ondertekend.
Art.5. Dans les entreprises où il n'existe pas de délégation syndicale, les critères de licenciement des ouvriers et ouvrières de 55 ans et plus sont fixés de commun accord entre l'employeur et les travailleurs concernés par la prépension visée à l'article 2 ci-dessus. Ces critères sont inscrits dans un procès-verbal signé par l'employeur et les ouvriers et ouvrières concernés.
Art.6. Een exemplaar van de notulen, waarvan sprake in de artikelen 4 en 5 hierboven, wordt betekend aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de papier- en kartonverwerking, die het neerlegt op de griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen.
Art.6. Un exemplaire des procès-verbaux, dont question aux articles 4 et 5 ci-dessus est notifié au Président de la Commission paritaire de la transformation du papier et du carton, qui le déposera au greffe du Service des relations collectives de travail.
Art.7. Het fonds voor bestaanszekerheid zal tegemoetkomen in de financiering van de brugpensioenen die voortvloeien uit de toepassing van artikel 2 hierboven en dit voor een maximum bedrag bestaande uit de brugpensioenvergoeding berekend volgens de modaliteiten voorzien in de overeenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad en uit de bijzondere bedragen ten laste van de werkgever (capitatieve bijdragen) met uitzondering van de bijzondere compenserende maandelijkse werkgeversbijdrage bedoeld in artikel 11 van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid.
Art.7. Le fonds de sécurité d'existence interviendra dans le financement des prépensions découlant de l'application de l'article 2 ci-dessus et ce pour un montant maximum comprenant l'indemnité de prépension calculée suivant les modalités prévues par la convention n° 17 du Conseil national du travail et les cotisations spéciales à charge de l'employeur (cotisations capitatives) à l'exception de la cotisation patronale mensuelle compensatoire particulière visée à l'article 11 de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
CHAPITRE III. - Dispositions finales.
Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 29 maart 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 1996.
(Voor het KB., zie %%1996-05-02/34%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 1996.
(Voor het KB., zie %%1996-05-02/34%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Art. 8. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 29 mars 1995 et cesse de l'être le 31 décembre 1996.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 2 mai 1996.
(Pour l'AR, voir %%1996-05-02/34%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 2 mai 1996.
(Pour l'AR, voir %%1996-05-02/34%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET