Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
15 JUNI 1994. - Decreet over de openbare bibliotheken [en het toezichtcomité voor openbare bibliotheken] (VERTALING). <DDG2008-12-15/44, art. 19, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2009> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-02-1995 en tekstbijwerking tot 09-12-2016)
Titre
15 JUIN 1994. - Décret relatif aux bibliothèques publiques [et le Conseil consultatif des bibliothèques publiques] (TRADUCTION). <DCG2008-12-15/44, art. 19, 006; En vigueur : 01-01-2009> (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 09-02-1995 et mise à jour au 09-12-2016)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (38)
Texte (38)
HOOFDSTUK I. - Erkenning.
CHAPITRE I. - Agréation.
Artikel 1. § 1. [1 Voor de toepassing van voorliggend decreet verstaat men onder " erkende bibliotheken ", die bibliotheken, die door toedoen van de gemeente basisondersteuning genieten;]1
  § 2. In het kader van een overeenkomst kan de Regering in de organisatie van reizende bibliotheken alsmede in de samenwerking van erkende bibliotheken met gespecialiseerde bibliotheken voorzien.
  De samenwerking tussen erkende en gespecialiseerde bibliotheken enerzijds en het mediacentrum van de Duitstalige Gemeenschap anderzijds wordt door een overeenkomst geregeld.
  § 3. [1 ...]1
  
Article 1. § 1er. [1 Pour l'application du présent décret, il y a lieu d'entendre par " bibliothèques agréées " les bibliothèques bénéficiant d'un encouragement de base de la part des communes;]1
  § 2. Le Gouvernement peut, dans le cadre d'une convention, prévoir l'organisation de bibliothèques itinérantes ainsi que la coopération entre bibliothèques agréées et bibliothèques spécialisées.
  La coopération entre bibliothèques agréées et spécialisées d'une part et le Centre des Médias de la Communauté germanophone d'autre part est réglée par convention.
  § 3. [1 ...]1
  
HOOFDSTUK II. - De adviescommissie voor openbare bibliotheken.
CHAPITRE II. - La commission consultative pour les bibliothèques publiques.
Art.12. § 1. Er wordt een Adviescommissie voor openbare bibliotheken opgericht waarvan de zetel door de Regering vastgelegd wordt.
  § 2. [1 Het toezichtcomité heeft volgende taken :
   1. het opstellen van een verslag over alle voorontwerpen van decreet, die op openbare bibliotheken betrekking hebben;
   2. het opstellen van een verslag in opdracht van de regering of uit eigen beweging over alle kwesties die op openbare bibliotheken en schoolmediotheken betrekking hebben;
   3. het behartigen van de belangen en het uitbouwen van een forum van openbare bibliotheken en schoolmediotheken ter ondersteuning van de samenwerking en ervaringsuitwisseling tussen openbare bibliotheken en schoolmediotheken;
   4. het uitwerken van ideeën en suggesties met betrekking tot de ontwikkeling van het openbare bibliotheekwezen in de Duitstalige Gemeenschap;
   5. het aansporen tot maatregelen en acties in het kader van leesbevordering;
   6. het opstellen van een concept voor de opleiding en voortgezette opleiding van medewerksters en medewerkers van openbare bibliotheken;
   7. het voorstellen van het bibliotheekwezen bij het grote publiek;
   8. het organiseren van een netwerk van bibliotheken van de Duitstalige Gemeenschap;
   9. het leggen en onderhouden van contacten met organisaties die werkzaam zijn op het gebied van het bibliotheekwezen, en dit zowel op nationaal en internationaal niveau.]1

  [2 Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap kan door bemiddeling van zijn voorzitter een advies aanvragen bij de Adviescommissie. De Adviescommissie bezorgt dat advies aan de aanvrager binnen een door het Parlement gestelde termijn.
   Als de Adviescommissie een advies over een voorontwerp van decreet geeft, dient de Regering dat advies samen met het ontwerp van decreet in bij het Parlement.
   Als de Adviescommissie een activiteitenverslag opstelt, wordt dat activiteitenverslag gelijktijdig aan het Parlement en aan de Regering toegezonden.]2

  § 3. [1 Het toezichtcomité is als volgt samengesteld :
   1. een vertegenwoordiger van elke openbare bibliotheek van het Duitse taalgebied;
   2. telkens één vertegenwoordiger van de bibliotheken, mediotheken resp. vakbibliotheken, aangesloten bij het Virtueel Verbond van Bibliotheken (MediaDG);
   3. een vertegenwoordiger van de Regering;
   4. een vertegenwoordiger van de vereniging van de Duitstalige bibliotheken en bibliothecarissen van België;
   5. een vertegenwoordiger van de mediacentra.
   De onder 3 tot 5 genoemde vertegenwoordigers nemen met raadgevende stem deel aan de zittingen van het toezichtcomité.]1

  § 4. Op het voorstel van de Adviescommissie benoemt de Regering een voorzitter onder de leden.
  
Art.12. § 1. Il est instauré une Commission consultative pour les bibliothèques publiques, dont le siège est fixé par le Gouvernement.
  § 2. [1 Le Conseil consultatif a pour mission :
   1. de donner son avis sur tous les avant-projets de décrets concernant les bibliothèques publiques;
   2. de donner son avis, à la demande du Gouvernement ou de sa propre initiative, sur toutes les questions concernant les bibliothèques publiques et les médiathèques scolaires;
   3. de défendre les intérêts et de créer un forum des bibliothèques publiques et des médiathèques scolaires afin d'encourager la coopération et l'échange de vues entre les bibliothèques publiques et les médiathèques scolaires;
   4. de développer des idées et de faire des suggestions pour le développement des bibliothèques publiques en Communauté germanophone;
   5. de suggérer des mesures et des campagnes pour la promotion de la lecture;
   6. de développer un concept pour la formation et la formation continue des collaboratrices et des collaborateurs des bibliothèques publiques;
   7. de défendre la cause des bibliothèques publiques dans l'opinion publique;
   8. de mettre en réseau les bibliothèques de la Communauté germanophone;
   9. de nouer et d'entretenir des contacts avec les organisations actives dans le secteur des bibliothèques sur le plan national et international.]1

  [2 Le Parlement de la Communauté germanophone peut, par l'intermédiaire de son président, demander un avis à la Commission consultative. Celle-ci transmet cet avis au demandeur dans le délai fixé par le Parlement.
   Si la Commission consultative rend un avis à propos d'un avant-projet de décret, le Gouvernement le joint au projet de décret déposé au Parlement.
   Si la Commission consultative établit un rapport d'activités, celui-ci est transmis simultanément au Parlement et au Gouvernement.]2

  § 3. [1 Le Conseil consultatif est composé comme suit :
   1. un représentant par bibliothèque publique de la région de langue allemande;
   2. un représentant des bibliothèques, médiathèques et bibliothèques spécialisées collaborant au sein de l'association " Verbund Media DG ";
   3. un représentant du Gouvernement;
   4. un représentant de la Fédération des bibliothèques et des bibliothécaires belges;
   5. un représentant du Centre médiatique.
   Les représentants mentionnés aux points 3 à 5 participent avec voix consultative aux réunions du Conseil.]1

  § 4. Le Gouvernement nomme un président parmi les membres, sur proposition de la Commission consultative.
  
Art.13. De leden van de Adviescommissie worden door de Regering voor vier jaar benoemd. Hun mandaat is hernieuwbaar.
  De Adviescommissie stelt haar huishoudelijk reglement op dat door de Regering moet worden goedgekeurd.
  (De Regering legt het bedrag van de vergoedingen en van het presentiegeld van de leden van de Adviescommissie vast.)
Art.13. Les membres de la Commission consultative sont nommés par le Gouvernement pour une période de quatre ans. Leur mandat est renouvelable.
  La Commission consultative se dote d'un règlement d'ordre intérieur, lequel doit être approuvé par le Gouvernement.
  (Le Gouvernement fixe le montant des indemnités et jetons de présence pour les membres de la commission consultative.)
HOOFDSTUK III. - Verplichtingen van de erkende bibliotheken.
CHAPITRE III. - Obligations des bibliothèques agréées.
HOOFDSTUK IV. - Subsidiering.
CHAPITRE IV. - Subsidiation.
Art.25. De Duitstalige Gemeenschap kan boeken, tijdschriften en andere media ter beschikking van de erkende bibliotheken stellen.
Art.25. La Communauté germanophone peut mettre des livres, des périodiques et d'autres médias à la disposition des bibliothèques agréées.
Art.26. Buitengewone toelagen kunnen aan erkende bibliotheken toegekend worden met het oog op
  1° de verbetering, uitbreiding en vernieuwing van het boekenbezit en de uitrusting van de bibliotheek;
  2° de eerste uitrusting en de oprichting van nieuwe afdelingen;
  3° [1 Bijzondere initiatieven.]1
  De desbetreffende aanvragen, die met redenen moeten worden omkleed, dienen bij de Regering ingediend te worden.
  
Art.26. Des subsides extraordinaires peuvent être accordés aux bibliothèques agréées, en vue :
  1° de l'amélioration, de l'élargissement et du renouvellement des fonds de livres et en vue de l'équipement de la bibliothèque;
  2° du premier équipement et de la création de nouveaux départements;
  3° [1 initiatives spéciales.]1
  Les demandes, motivées, doivent être adressées au Gouvernement.
  
Art.27. De modaliteiten voor de subsidiëring van de gespecialiseerde bibliotheken bedoeld in artikel 1, § 2, die in het kader van een overeenkomst met erkende bibliotheken samenwerken, worden in deze overeenkomst bepaald.
Art.27. Les modalités de subsidiation des bibliothèques spécialisées reprises à l'article 1er, § 2 qui, dans le cadre d'une convention, coopèrent avec des bibliothèques agréées, sont prévues dans cette convention.
HOOFDSTUK V. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen.
CHAPITRE V. - Dispositions abrogatoires, transitoires et finales.
Art.28. Worden opgeheven wat de Duitstalige Gemeenschap betreft :
  1° de wet van 17 oktober 1921 betreffende de openbare bibliotheken, gewijzigd bij de wetten van 19 juni 1947 en 7 juli 1969;
  2° het koninklijk besluit van 19 oktober 1921 tot inrichting van de Dienst der Openbare Bibliotheken, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 maart 1931, 23 december 1950, 10 februari1951 en 4 oktober 1952, bij de besluiten van de Regent van 1 juli 1946 en 1 maart 1950, bij de koninklijke besluiten van 12 oktober 1962, 10 juni 1965, 8 januari 1976 en 30 december 1983, alsmede bij het besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap van 24 maart 1992;
  3° het besluit van de Regent van 1 oktober 1947 houdende toepassing van artikel 4 van de wet van 17 oktober 1921 betreffende de openbare bibliotheken.
Art.28. Sont abrogés en ce qui concerne la Communauté germanophone :
  1° la loi du 17 octobre 1921 relative aux bibliothèques publiques, modifiée par les lois du 19 juin 1947 et du 7 juillet 1969;
  2° l'arrêté royal du 19 octobre 1921 relatif à l'organisation des bibliothèques publiques, modifié par les arrêtés royaux des 5 mars 1931, 23 décembre 1950, 10 février 1951 et 4 octobre 1952, par les arrêtés du Régent des 1er juillet 1946 et 1er mars 1950, par les arrêtés royaux des 12 octobre 1962, 10 juin 1965, 8 janvier 1976 et 30 décembre 1983 et par l'arrêté de l'Exécutif de la Communauté germanophone du 24 mars 1992;
  3° l'arrêté du Régent du 1er octobre 1947 portant application de l'article 4 de la loi du 17 octobre 1921 relative aux bibliothèques publiques.
Art.29. De bij de inwerkingtreding van dit decreet krachtens de wet van 17 oktober 1921 erkende bibliotheken behouden hun erkenning voor zover zij aan de voorwaarden van dit decreet voldoen.
Art.29. Les bibliothèques qui, au moment de l'entrée en vigueur du présent décret, étaient agréées en vertu de la loi du 17 octobre 1921 conservent cette agréation dans la mesure où elles remplissent les conditions fixées par ce décret.