Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
29 MAART 1995. - Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1995. - Uitvoering van het Centraal Akkoord 1995-1996 (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 1995 onder het nummer 38461/CO/142.03).
Titre
29 MARS 1995. - Sous-commission paritaire pour la récupération du papier. - Convention collective de travail du 29 mars 1995. - Exécution de l'Accord interprofessionnel 1995-1996 (Convention enregistrée le 17 juillet 1995 sous le numéro 38461/CO/142.03).
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
HOOFDSTUK II. - Verlenging van de akkoorden 198...
HOOFDSTUK III. - Conventioneel brugpensioen.
HOOFDSTUK IV. - Conventioneel brugpensioen in u...
HOOFDSTUK V. - Halftijds brugpensioen.
HOOFDSTUK VI. - Sociaal Fonds voor de ondernemi...
HOOFDSTUK VII. - Sociale vrede.
HOOFDSTUK VIII. - Bijzondere bepalingen.
HOOFDSTUK IX. - Geldigheid.
Table des matières
CHAPITRE I. - Champ d'application.
CHAPITRE II. - Prorogation des accords 1985-1986.
CHAPITRE III. - Prépension conventionnelle.
CHAPITRE IV. - Prépension conventionnelle en ex...
CHAPITRE V. - Prépension à mi-temps.
CHAPITRE VI. - Fonds social des entreprises pou...
CHAPITRE VII. - Paix sociale.
CHAPITRE VIII. - Dispositions particulières.
CHAPITRE IX. - Validité.
Tekst (19)
Texte (19)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Champ d'application.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier.
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières, dénommés ci-après ouvriers, des entreprises ressortissant à la Sous-commission paritaire pour la récupération du papier.
HOOFDSTUK II. - Verlenging van de akkoorden 1985-1986.
CHAPITRE II. - Prorogation des accords 1985-1986.
Art.2. De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1985, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 mei 1985, verlengd bij artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1993 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1993-1994, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 januari 1994, wordt nogmaals verlengd voor een periode van twee jaar, tot 31 december 1996.
Art.2. La convention collective de travail du 29 janvier 1985, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la récupération du papier, concernant la promotion de l'emploi, rendue obligatoire par arrêté royal du 30 mai 1985, prorogée par l'article 2 de la convention collective de travail du 19 mai 1993, portant exécution de l'accord interprofessionnel 1993-1994, rendue obligatoire par arrêté royal du 10 janvier 1994, est à nouveau prorogée pour une période de deux ans, jusqu'au 31 décembre 1996.
HOOFDSTUK III. - Conventioneel brugpensioen.
CHAPITRE III. - Prépension conventionnelle.
Art.3. De bepalingen betreffende het conventioneel brugpensioen vastgesteld bij hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1989, houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1989-1990, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 augustus 1989, verlengd bij artikel 3 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1993, gewijzigd bij artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 1994, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 november 1994, worden verlengd voor een periode van een jaar namelijk van 1 januari 1996 tot 31 december 1996.
Art.3. Les dispositions concernant la prépension conventionnelle fixées par le chapitre III de la convention collective de travail du 23 mars 1989, portant exécution de l'accord interprofessionnel 1989-1990, rendue obligatoire par arrêté royal du 14 août 1989, prorogée par l'article 3 de la convention collective de travail du 19 mai 1993 précitée, modifiées par l'article 3 de la convention collective de travail du 22 juin 1994, rendue obligatoire par arrêté royal du 18 novembre 1994, sont prorogées pour une période d'un an, c'est-à-dire du 1er janvier 1996 jusqu'au 31 décembre 1996.
HOOFDSTUK IV. - Conventioneel brugpensioen in uitvoering van het Centraal Akkoord 1995-1996.
CHAPITRE IV. - Prépension conventionnelle en exécution de l'Accord interprofessionnel 1995-1996.
Art.4. In uitvoering van het centraal akkoord van 7 december 1994, wordt voor de werklieden die niet in aanmerking komen voor de bij artikel 3 verlengde regelingen gedurende de geldigheid van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de brug-pensioenleeftijd verlaagd tot 57 jaar voor de werklieden met een beroepsloopbaan van minstens 33 jaar.
De aanvullende vergoeding van het brugpensioen valt ten laste van de onderneming tot de werkman de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt en wordt vervolgens overgenomen door het " Sociaal Fonds voor de Ondernemingen voor Recuperatie van Papier ".
Deze regeling geldt vanaf 1 april 1995 tot en met 31 december 1996.
De aanvullende vergoeding van het brugpensioen valt ten laste van de onderneming tot de werkman de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt en wordt vervolgens overgenomen door het " Sociaal Fonds voor de Ondernemingen voor Recuperatie van Papier ".
Deze regeling geldt vanaf 1 april 1995 tot en met 31 december 1996.
Art.4. En exécution de l'accord interprofessionnel du 7 décembre 1994, pour les ouvriers qui n'entrent pas en ligne de compte pour les dispositions prorogées par l'article 3 durant la validité de la présente convention collective de travail, l'âge de la prépension est abaissé à 57 ans pour les ouvriers comptant une carrière professionnelle d'au moins 33 ans.
L'indemnité complémentaire de la prépension est à charge de l'entreprise jusqu'à ce que l'ouvrier ait atteint l'âge de 60 ans et est ensuite reprise par le " Fonds Social des Entreprises pour la Récupération du Papier ".
Cette disposition est valable du 1er avril 1995 jusqu'au 31 décembre 1996.
L'indemnité complémentaire de la prépension est à charge de l'entreprise jusqu'à ce que l'ouvrier ait atteint l'âge de 60 ans et est ensuite reprise par le " Fonds Social des Entreprises pour la Récupération du Papier ".
Cette disposition est valable du 1er avril 1995 jusqu'au 31 décembre 1996.
HOOFDSTUK V. - Halftijds brugpensioen.
CHAPITRE V. - Prépension à mi-temps.
Art.5. In toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, wordt de leeftijd van het halftijds brugpensioen vastgesteld op 57 jaar.
De aanvullende vergoeding van het halftijds brugpensioen valt ten laste van de onderneming tot de werkman de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt en wordt vervolgens overgenomen door voormeld sociaal fonds.
Deze regeling geldt vanaf 1 april 1995 tot en met 31 december 1996.
De aanvullende vergoeding van het halftijds brugpensioen valt ten laste van de onderneming tot de werkman de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt en wordt vervolgens overgenomen door voormeld sociaal fonds.
Deze regeling geldt vanaf 1 april 1995 tot en met 31 december 1996.
Art.5. En application de la convention collective de travail n° 55 du 13 juillet 1993, conclue au sein du Conseil national du travail, instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de réduction des prestations de travail à mi-temps, l'âge de la prépension à mi-temps est fixée à 57 ans.
L'indemnité complémentaire de la prépension à mi-temps est à charge de l'entreprise jusqu'à ce que l'ouvrier ait atteint l'âge de 60 ans et est ensuite reprise par le fonds social précité.
Cette disposition est valable du 1er avril 1995 jusqu'au 31 décembre 1996.
L'indemnité complémentaire de la prépension à mi-temps est à charge de l'entreprise jusqu'à ce que l'ouvrier ait atteint l'âge de 60 ans et est ensuite reprise par le fonds social précité.
Cette disposition est valable du 1er avril 1995 jusqu'au 31 décembre 1996.
HOOFDSTUK VI. - Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor recuperatie van papier.
CHAPITRE VI. - Fonds social des entreprises pour la récupération du papier.
Art.6. Een buitengewone bijdrage wordt bepaald op 0,15 pct. in 1995 en op 0,20 pct. in 1996 van de onbegrensde brutolonen aan 108 pct. die voor de werklieden aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid worden aangegeven voor de jaren 1995-1996. De inning en de invordering van de bijdragen worden door de Rijksdienst voor sociale zekerheid verzekerd. De aldus bekomen bedragen zijn bestemd voor de in artikel 7 voorziene bepalingen.
Art.6. Il est prévu une cotisation exceptionnelle de 0,15 p.c. en 1995 et de 0,20 p.c. en 1996 des salaires bruts non plafonnés à 108 p.c. déclarés à l'Office national de sécurité sociale pour les ouvriers pour les années 1995-1996. La perception et le recouvrement des cotisations sont assurés par l'Office national de sécurité sociale. Les montants ainsi obtenus sont affectés conformément aux dispositions prévues à l'article 7.
Art.7. De raad van bestuur van het Fonds zal maatregelen treffen die de tewerkstellings- en vormingsplannen ondersteunen, met voorrang voor risicogroepen onder de werkzoekenden, zoals voorzien in het centraal akkoord van 7 december 1994.
Art.7. Le conseil d'administration du Fonds prendra des mesures en faveur de l'emploi et de la formation, donnant la priorité aux groupes à risque parmi les demandeurs d'emploi, comme prévu par l'accord interprofessionnel du 7 décembre 1994.
HOOFDSTUK VII. - Sociale vrede.
CHAPITRE VII. - Paix sociale.
Art.8. Zowel de gewestelijke als de nationale vakbondsafgevaardigden en de werklieden die zij vertegenwoordigen gaan, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de verbintenis aan zich te onthouden van elke aansporing, niet alleen tot staking, maar ook tot het stellen van nieuwe eisen.
Art.8. Tant que les représentants syndicaux régionaux que nationaux et les ouvriers qu'ils représentent s'engagent, pour la durée de la présente convention collective de travail, à s'abstenir de toute incitation, non seulement à la grève, mais également à la présentation de nouvelles revendications.
HOOFDSTUK VIII. - Bijzondere bepalingen.
CHAPITRE VIII. - Dispositions particulières.
Art.9. De bepalingen van de artikelen 4, 5, 6 en 7 zullen het voorwerp uitmaken van afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten, algemeen verbindend te verklaren bij koninklijk besluit.
Art.9. Les dispositions des articles 4, 5, 6, et 7 feront l'objet de conventions collectives de travail séparées, à rendre obligatoire par arrêté royal.
HOOFDSTUK IX. - Geldigheid.
CHAPITRE IX. - Validité.
Art. 10. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996, met uitzondering van de bepalingen van artikel 3 die in werking treden op 1 januari 1996 en de bepalingen van de artikelen 4 en 5, die in werking treden op 1 april 1995.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 september 1995.
(Voor het KB, zie %%1995-09-26/45%%)
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 september 1995.
(Voor het KB, zie %%1995-09-26/45%%)
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Art. 10. La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 1995 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 1996, à l'exception des dispositions de l'article 3 qui entrent en vigueur le 1er janvier 1996 et les dispositions des articles 4 et 5 qui entrent en vigueur le 1er avril 1995.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 26 septembre 1995.
(Pour l'AR, voir %%1995-09-26/45%%)
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 26 septembre 1995.
(Pour l'AR, voir %%1995-09-26/45%%)
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET