Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
19 MEI 1995. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de raden van beroep in het officieel gesubsidieerd onderwijs. (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-09-1995 en tekstbijwerking tot 29-10-2012)
Titre
19 MAI 1995. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française instituant les chambres de recours dans l'enseignement officiel subventionné. - (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 19-09-1995 et mise à jour au 29-10-2012)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (9)
Texte (9)
Artikel 1. Er worden 4 raden van beroep voor het officieel gesubsidieerd onderwijs ingesteld, met name :
  1° raad van beroep voor het officieel gesubsidieerd gewoon en buitengewoon basisonderwijs;
  2° raad van beroep voor het officieel gesubsidieerd gewoon en buitengewoon secundair onderwijs;
  3° raad van beroep voor het officieel gesubsidieerd hoger onderwijs;
  4° raad van beroep voor het officieel gesubsidieerd onderwijs voor sociale en voor sociaal-culturele promotie.
  (De raad van beroep bedoeld bij lid 1, 3° heeft geen bevoegdheid over de inrichtende machten en de personeelsleden onderworpen aan het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.)
Article 1. Quatre chambres de recours sont instituées dans l'enseignement officiel subventionné.
  Elles sont dénommées ci-après :
  1° Chambre de recours de l'enseignement officiel subventionné des niveaux préscolaire et primaire, ordinaire et spécial;
  2° Chambre de recours de l'enseignement officiel subventionné du niveau secondaire, ordinaire et spécial;
  3° Chambre de recours de l'enseignement supérieur officiel subventionné;
  4° Chambre de recours des enseignements officiels subventionnés de promotion sociale et de promotion socio-culturelle.
  (La compétence de la Chambre de recours visée à l'alinéa 1er, 3° ne s'étend pas aux pouvoirs organisateurs et aux membres du personnel soumis au décret du 24 juillet 1997 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant et du personnel auxiliaire d'éducation des Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté française.)
Art.2. De in art. 1 bedoelde raden van beroep hebben als opdracht, binnen de perken van hun respectieve bevoegdheid :
  1° advies te geven over beroep inzake onverenigbaarheid, bedoeld in art. 17 van voormeld decreet van 6 juni 1994;
  2° op verzoek van een tijdelijk personeelslid, advies te geven aan een inrichtende macht tegen een beslissing tot afdanking (art. 25, § 1, van voormeld decreet);
  3° op verzoek van een vast personeelslid, advies te geven tegen :
  - de beslissing van een inrichtende macht om een tuchtstraf af te leggen
  - het voorstel van een inrichtende macht, het personeelslid ter beschikking te stellen bij ambtsontheffing in het belang van de dienst;
  [1 4° een advies uitbrengen in geval van een beroep ingesteld door een tijdelijk personeelslid tegen een dienstverslag, overeenkomstig wat in artikel 30, § 1, van het decreet van 6 juni 1994 bepaald wordt.]1
  Dit advies moet gegeven worden overeenkomstig de art. 65 en 82 van voormeld decreet.
  
Art.2. Les chambres de recours visées à l'article 1er ont pour mission, chacune dans leur champ de compétence de :
  1° rendre un avis en cas de recours introduit en matière d'incompatibilité, tels que prévus à l'article 17 du décret du 6 juin 1994 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement officiel subventionné;
  2° rendre, à la demande d'un membre du personnel désigné à titre temporaire, un avis au pouvoir organisateur contre une décision de licenciement, tel que prévu à l'article 25, § 1er, du décret du 6 juin 1994 précité;
  3° rendre, à la demande d'un membre du personnel nommé à titre définitif, un avis :
  - contre toute décision d'un pouvoir organisateur, d'infliger une peine disciplinaire;
  - contre toute proposition d'un pouvoir organisateur de mettre le membre du personnel concerné en disponibilité par retrait d'emploi dans l'intérêt du service;
  [1 4° rendre un avis en cas de recours introduit par un membre du personnel temporaire à l'encontre d'un rapport de service, conformément à ce que prévoit l'article 30, § 1er, du décret du 6 juin 1994.]1
  Cet avis doit être rendu tel que prévu aux articles 65 et 82 du décret du 6 juin 1994 pré rappelé.
  
Art.3. Elke raad van beroep omvat :
  1° 5 leden en 10 plaatsvervangers die de inrichtende machten van het officieel gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen;
  2° 5 leden en 10 plaatsvervangers die de representatieve organisaties van personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen;
  3° een voorzitter en 2 plaatsvervangende voorzitters gekozen onder de fungerende of op rust gestelde magistraten (of gekozen onder de ambtenaren-generaal van het Departement Onderwijs, Onderzoek en Vorming);
  4° een secretaris en een adjunct-secretaris, aangewezen onder de ambtenaren van de betrokken algemene onderwijsdirecties.
Art.3. Chacune des chambres de recours est constituée comme suit :
  1° cinq membres effectifs et dix membres suppléants représentant les pouvoirs organisateurs dans l'enseignement officiel subventionné;
  2° cinq membres effectifs et dix membres suppléants représentant les organisations représentatives des membres du personnel dans l'enseignement officiel subventionné;
  3° un président et deux présidents suppléants choisis parmi les magistrats en exercice ou admis à la retraite (ou choisis parmi les fonctionnaires généraux du Département de l'Education, de la Recherche et de la Formation);
  4° un secrétaire et un secrétaire-adjoint choisis parmi les fonctionnaires de la (des) direction(s) générale(s) d'enseignement concernée(s).
Art.4. De leden worden benoemd voor zes jaar. Hun mandaat neemt een einde :
  1° in geval van ontslag;
  2° wanneer de organisatie die de betrokkene voorgedragen heeft, om zijn vervanging verzoekt;
  3° in geval van overlijden.
  Elk lid dat niet langer van een paritaire commissie deel uitmaakt, wordt binnen de drie maanden vervangen. De vervanger voleindigt het mandaat van zijn voorganger.
Art.4. Les membres des chambres de recours sont nommés pour une durée de six ans.
  Leur mandat prend fin :
  1° en cas de démission;
  2° lorsque l'organisation qui a présenté le membre concerné demande son remplacement;
  3° en cas de décès.
  Tout membre quittant une chambre de recours est remplacé dans les trois mois qui suivent.
  Le remplaçant achève le mandat de son prédécesseur.
Art.5. § 1. De mandaten toegewezen aan de representatieve organisaties van het personeel worden verdeeld, na overleg onder de verantwoordelijken voor die organisaties, voor elke vernieuwing van de raden.
  Elke organisatie krijgt minstens 1 mandaat.
  § 2. In afwijking van § 1 worden de mandaten van de representatieve organisaties van het personeel bij de eerste aanwijzing verdeeld als volgt :
  CGSP : 3 mandaten van werkend lid.
  FSCSP : 1 mandaat van werkend lid.
  SLFP : 1 mandaat van werkend lid.
Art.5. § 1. La répartition des mandats dévolus aux organisations représentatives des membres du personnel est négociée par les responsables desdites organisations avant tout renouvellement des chambres de recours.
  Un mandat est toutefois garanti à chaque organisation représentative.
  § 2. Par dérogation au § 1er, la répartition des mandat effectifs dévolus aux organisations représentatives des membres du personnel s'effectue comme suit à l'occasion de la première désignation :
  Centrale Générale des services publics : 3 mandats;
  Fédération des syndicats chrétiens des services publics : 1 mandat;
  Syndicat libre de la fonction publique : 1 mandat.
Art.6. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitters van een raad van beroep genieten een forfaitaire vergoeding van (50 euros) per vergadering die zij bijwonen, alsook de terugbetaling van reiskosten, overeenstemmend met een vervoerbewijs per spoor in 1e klasse.
  De leden van een raad van beroep genieten de terugbetaling van hun reiskosten, overeenstemmend met een vervoerbewijs per spoor in 1e klasse.
Art.6. Il est alloué au président et aux présidents suppléants de chaque chambre de recours une indemnité de (50 euros) par réunion à laquelle ils assistent, ainsi que le remboursement des frais de déplacement équivalant à un titre de transport par chemin de fer en première classe.
  Il est alloué aux membres siégeant effectivement dans chaque chambre de recours le remboursement des frais de déplacement équivalant à un titre de transport par chemin de fer en première classe.
Art.7. Elke raad bepaalt zijn huishoudelijk reglement, met inachtneming van de rechten van de verdediging en van het tegensprekelijk karakter van de debatten, en legt het de Regering ter goedkeuring voor.
Art.7. Chaque chambre de recours détermine son règlement d'ordre intérieur, dans le respect des droits de la défense et du caractère contradictoire des débats.
  Elle le soumet pour approbation au Gouvernement.
Art.8. De prestaties van de personeelsleden in de raden worden gelijkgesteld met dienstactiviteit.
Art.8. Les prestations accomplies par les membres du personnel au sein des chambres de recours sont assimilées à des périodes d'activité de service.
Art. 9. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1995.
  Brussel, 19 mei 1995.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Minister van Onderwijs,
  Ph. MAHOUX
Art. 9. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 1995.
  Bruxelles, le 19 mai 1995.
  Pour le Gouvernement de la Communauté française :
  Le Ministre de l'Education,
  Ph. MAHOUX