Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
7 APRIL 1995. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van een "Centre d'auto-formation et de formation continuée" voor het Onderwijs van de Franse Gemeenschap. (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-08-1995 en tekstbijwerking tot 12-09-2024)
Titre
7 AVRIL 1995. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française portant création d'un Centre d'autoformation et de formation continuée de l'enseignement de la Communauté française. (NOTE : Consultation des versions antérieur à partir du 26-08-1995 et mise à jour au 10-03-2009)(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 26-08-1995 et mise à jour au 12-09-2024)
Informations sur le document
Numac: 1995029318
Datum: 1995-04-07
Info du document
Numac: 1995029318
Date: 1995-04-07
Table des matières
Tekst (32)
Texte (32)
HOOFDSTUK I. - Opdracht en bevoegdheden.
CHAPITRE I. - De la mission et des attributions.
Artikel 1. (Een "centre d'autoformation et de formation continuée" wordt opgericht voor het personeel van de onderwijsinrichtingen met volledig leerplan en voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap, behalve voor het universitair onderwijs, en voor het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap). Dit centrum, kortweg CAF., wordt hierna het centrum genoemd.
Article 1. (Il est créé un Centre d'autoformation et de formation continuée compétent pour les personnels des établissements d'enseignement de plein exercice et de promotion sociale de la Communauté française, à l'exclusion de l'enseignement universitaire, et pour le personnel technique des Centres psycho-médico-sociaux de la Communauté française). Celui-ci porte le nom de Centre d'autoformation et de formation continuée de la Communauté française, en abrégé : CAF., ci-après dénommé "le Centre".
Art.2. (Onverminderd de bepalingen van de koninklijke besluiten tot vaststelling van de bevoegdheid van de bestuursdiensten en de organieke regeling van de inspectiediensten voor toezicht op de onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap moet dit Centrum opleidingen tijdens de loopbaan bevorderen voor het personeel van de onderwijsinrichtingen met volledig leerplan en voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap met uitsluiting van de instellingen voor universitair onderwijs, en voor het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap.)
(Lid 2 opgeheven)
(Lid 2 opgeheven)
Art.2. (Sans préjudice des dispositions des arrêtés royaux fixant les attributions des services de l'administration et les règlements organiques des services d'inspection chargés de la surveillance des établissements d'enseignement et des centres psycho-médico-sociaux de la Communauté française, le Centre a pour mission de promouvoir des actions de formation en cours de carrière pour les personnels des établissements d'enseignement de plein exercice et de promotion sociale de la Communauté française, à l'exclusion des établissements d'enseignement universitaire, et pour le personnel technique des centres psycho-médico-sociaux de la Communauté française.)
(Alinéa 2 abrogé)
(Alinéa 2 abrogé)
Art.3. In het kader van zijn opdracht moet het centrum :
1° (bijdragen tot de voorbereiding en leiding van pedagogische dagen of stages waarvan thema, inhoud en begunstigden bepaald worden in overleg met (de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap) (of met de inspectiedienst van de psycho-medisch-sociale centra) of met het (algemeen bestuur voor het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek);
2° (gevolg geven aan de vragen voor hulp of psycho-pedagogische steun die aan bedoeld centrum kunnen worden gericht door de verschillende in artikel 1 bedoelde personeelscategorieën);
3° (werkvergaderingen voorbereiden en leiden voor groepen leerkrachten van een inrichting of voor de leden van een ploeg van een psycho-medisch-sociaal Centrum over thema's voorgesteld door de directie van de verzoekende inrichting of van het psycho-medisch-sociaal centrum);
4° (een documentatiecentrum ter beschikking van de in artikel 1 bedoelde personeelsleden stellen);
5° pedagogische documenten en instrumenten voor de begunstigden uitwerken, uitgeven, verspreiden, verkopen;
6° pedagogische dagen of stages voorbereiden en leiden over het gebruik van audiovisuele middelen en informatica in het onderwijs.
(7° bijdragen tot de voorbereiding en de animatie van opleidingsdagen tijdens de loopbaan bestemd voor het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra. Thema's en inhoud worden door de Raad van beheer van het centrum bepaald;
8° de opvoedkundige werktuigen gebruiken die in het raam van de door de Franse Gemeenschap gefinancierde pedagogische onderzoekingen werden uitgewerkt en de opvoedkundige voorstellen beproeven die na afloop van voormelde onderzoekingen naar voren werden gebracht;)
De activiteiten van het centrum vinden zoveel mogelijk plaats in onderwijsinrichtingen internaten, tehuizen of openluchtcentra van de Franse Gemeenschap.
1° (bijdragen tot de voorbereiding en leiding van pedagogische dagen of stages waarvan thema, inhoud en begunstigden bepaald worden in overleg met (de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap) (of met de inspectiedienst van de psycho-medisch-sociale centra) of met het (algemeen bestuur voor het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek);
2° (gevolg geven aan de vragen voor hulp of psycho-pedagogische steun die aan bedoeld centrum kunnen worden gericht door de verschillende in artikel 1 bedoelde personeelscategorieën);
3° (werkvergaderingen voorbereiden en leiden voor groepen leerkrachten van een inrichting of voor de leden van een ploeg van een psycho-medisch-sociaal Centrum over thema's voorgesteld door de directie van de verzoekende inrichting of van het psycho-medisch-sociaal centrum);
4° (een documentatiecentrum ter beschikking van de in artikel 1 bedoelde personeelsleden stellen);
5° pedagogische documenten en instrumenten voor de begunstigden uitwerken, uitgeven, verspreiden, verkopen;
6° pedagogische dagen of stages voorbereiden en leiden over het gebruik van audiovisuele middelen en informatica in het onderwijs.
(7° bijdragen tot de voorbereiding en de animatie van opleidingsdagen tijdens de loopbaan bestemd voor het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra. Thema's en inhoud worden door de Raad van beheer van het centrum bepaald;
8° de opvoedkundige werktuigen gebruiken die in het raam van de door de Franse Gemeenschap gefinancierde pedagogische onderzoekingen werden uitgewerkt en de opvoedkundige voorstellen beproeven die na afloop van voormelde onderzoekingen naar voren werden gebracht;)
De activiteiten van het centrum vinden zoveel mogelijk plaats in onderwijsinrichtingen internaten, tehuizen of openluchtcentra van de Franse Gemeenschap.
Art.3. Dans le cadre de sa mission, ledit Centre :
1° (apporte son concours à la préparation et à l'animation de journées pédagogiques ou de stages dont les thèmes, contenus et bénéficiaires sont déterminés en concertation avec (le Service de conseil et de soutien pédagogiques de l'enseignement organisé par la Communauté française ou avec le Service de l'Inspection des Centres psycho-médico-sociaux), ou encore avec l'(administration générale de l'enseignement et de la recherche scientifique); , art. 195, 1°, 010; En vigueur : 01-09-2007>
2° (répond aux demandes d'aide ou de soutien psychopédagogique qui peuvent lui être adressées par les différents personnels visés à l'article 1er);
3° (prépare et anime des réunions de travail pour des groupes d'enseignants d'un établissement ou pour les membres d'une équipe d'un Centre psycho-médico-social, sur les thèmes proposés par la direction de l'établissement demandeur ou du Centre psycho-médico-social);
4° (met à la disposition des personnels visés à l'article 1er un Centre de documentation);
5° produit, édite des documents et outils pédagogiques à l'intention des mêmes bénéficiaires et en assure la diffusion et la vente;
6° prépare et anime des journées pédagogiques ou des stages relatifs à l'utilisation des moyens audiovisuels et informatiques dans l'enseignement.
(7° apporte son concours à la préparation et à l'animation des journées de formation en cours de carrière destinées au personnel technique des Centres psycho-médico-sociaux de la Communauté française. Les thèmes et contenus sont déterminés par le Conseil de gestion du Centre;
8° exploite les outils pédagogiques mis au point dans le cadre des recherches en pédagogie financées par la Communauté française et expérimente les propositions pédagogiques formulées à l'issue des recherches précitées.)
Les activités du Centre sont, dans toute la mesure du possible, organisées dans des établissements d'enseignement de la Communauté française, ou dans des internats et homes d'accueil ou dans des Centres de dépaysement et de plein air de la Communauté française.
1° (apporte son concours à la préparation et à l'animation de journées pédagogiques ou de stages dont les thèmes, contenus et bénéficiaires sont déterminés en concertation avec (le Service de conseil et de soutien pédagogiques de l'enseignement organisé par la Communauté française ou avec le Service de l'Inspection des Centres psycho-médico-sociaux), ou encore avec l'(administration générale de l'enseignement et de la recherche scientifique);
2° (répond aux demandes d'aide ou de soutien psychopédagogique qui peuvent lui être adressées par les différents personnels visés à l'article 1er);
3° (prépare et anime des réunions de travail pour des groupes d'enseignants d'un établissement ou pour les membres d'une équipe d'un Centre psycho-médico-social, sur les thèmes proposés par la direction de l'établissement demandeur ou du Centre psycho-médico-social);
4° (met à la disposition des personnels visés à l'article 1er un Centre de documentation);
5° produit, édite des documents et outils pédagogiques à l'intention des mêmes bénéficiaires et en assure la diffusion et la vente;
6° prépare et anime des journées pédagogiques ou des stages relatifs à l'utilisation des moyens audiovisuels et informatiques dans l'enseignement.
(7° apporte son concours à la préparation et à l'animation des journées de formation en cours de carrière destinées au personnel technique des Centres psycho-médico-sociaux de la Communauté française. Les thèmes et contenus sont déterminés par le Conseil de gestion du Centre;
8° exploite les outils pédagogiques mis au point dans le cadre des recherches en pédagogie financées par la Communauté française et expérimente les propositions pédagogiques formulées à l'issue des recherches précitées.)
Les activités du Centre sont, dans toute la mesure du possible, organisées dans des établissements d'enseignement de la Communauté française, ou dans des internats et homes d'accueil ou dans des Centres de dépaysement et de plein air de la Communauté française.
Art. 3bis. [1 De inrichtende macht kan het centrum de uitoefening toevertrouwen van taken die gebruikelijk aan het Middelencentrum voor media-educatie worden toevertrouwd]1.
Modifications
Art. 3bis. [1 Le pouvoir organisateur peut confier au Centre l'exercice de missions habituellement dévolues aux Centres de ressources en éducation aux médias]1.
Modifications
Art. 3ter. <INGEVOEGD bij BFG 1999-06-07/38, art. 2; Inwerkingtreding : 07-06-1999> § 1. Het Centrum kan Technologische Innovatiepolen oprichten, hierna afgekort "Tech I.P" genoemd, die overeenstemmen met de afdelingen "Agronomie", "Nijverheid", "Bouwkunde", "Hotelbedrijf-Voeding", "Kledij", "Toegepaste Kunsten", "Economie", " Dienstverlening aan de mensen" en "Toegepaste Wetenschappen".
§ 2. In het kader van de oprichting van de Tech.I.P.'s, zijn de opdrachten van het centrum de volgende :
- de partnerships met het bedrijfsmilieu verstevigen en uitbreiden;
- in het kader van een samenwerking tussen de onderwijsinrichtingen en de bedrijven, vormingen voor vervolmaking en specialisatie voorstellen aan de leerlingen en de studenten alsook een actualisatie van de beroepskennissen van de leerkrachten van al de studieniveau's, van de vormen en de filières inzake onderwijs.
§ 3. De doelstellingen van elke Tech.I.P. op zijn gebied van specifieke activiteiten zijn de volgende :
1. op het niveau van de vorming :
- de nodige synergieën uitspannen inzake vormingen en uitrustingen die hoge prestaties toelaten;
- projecten inzake vorming bestuderen in verband met nieuwe behoeften;
- vormingen houden op technische vlakken;
- nieuwe pedagogische werkmiddelen uitvinden en testen die verband houden met de technologische evolutie.
2. op het vlak van de documentatie en de informatie :
- gegevens van economische, wetenschappelijke en technologische aard verzamelen, in samenwerking met het bedrijfsmilieu;
- de informaties en de documentatie verwerken;
- informatienetten tussen de Tech.I.P's, de onderwijsinrichtingen, het Centrum, de Administratie en het bedrijfsmilieu organiseren;
- de internetten-server RESTODE gebruiken voor de verspreiding van de informatie.
§ 4. De Raad van Beheer van het Centrum legt aan de bevoegde Minister overeenkomsten voor om samen te werken met de inrichtende machten van het niet- confessioneel onderwijs om tech.I.P's op te richten, "gemengde Tech.I.P's" genoemd.
Deze overeenkomsten bepalen het structureel kader en de werkingswijze van de gemengde Tech.I.P's.
In het nastreven van de doelstellingen bepaald bij § 3 van dit artikel wordt het gebruik van de servers van de inrichtende machten van de instellingen betrokken die de Tech.I.P vormen.
§ 5. Het Centrum zorgt voor de algemene coördinatie van de Tech.I.P's.
§ 2. In het kader van de oprichting van de Tech.I.P.'s, zijn de opdrachten van het centrum de volgende :
- de partnerships met het bedrijfsmilieu verstevigen en uitbreiden;
- in het kader van een samenwerking tussen de onderwijsinrichtingen en de bedrijven, vormingen voor vervolmaking en specialisatie voorstellen aan de leerlingen en de studenten alsook een actualisatie van de beroepskennissen van de leerkrachten van al de studieniveau's, van de vormen en de filières inzake onderwijs.
§ 3. De doelstellingen van elke Tech.I.P. op zijn gebied van specifieke activiteiten zijn de volgende :
1. op het niveau van de vorming :
- de nodige synergieën uitspannen inzake vormingen en uitrustingen die hoge prestaties toelaten;
- projecten inzake vorming bestuderen in verband met nieuwe behoeften;
- vormingen houden op technische vlakken;
- nieuwe pedagogische werkmiddelen uitvinden en testen die verband houden met de technologische evolutie.
2. op het vlak van de documentatie en de informatie :
- gegevens van economische, wetenschappelijke en technologische aard verzamelen, in samenwerking met het bedrijfsmilieu;
- de informaties en de documentatie verwerken;
- informatienetten tussen de Tech.I.P's, de onderwijsinrichtingen, het Centrum, de Administratie en het bedrijfsmilieu organiseren;
- de internetten-server RESTODE gebruiken voor de verspreiding van de informatie.
§ 4. De Raad van Beheer van het Centrum legt aan de bevoegde Minister overeenkomsten voor om samen te werken met de inrichtende machten van het niet- confessioneel onderwijs om tech.I.P's op te richten, "gemengde Tech.I.P's" genoemd.
Deze overeenkomsten bepalen het structureel kader en de werkingswijze van de gemengde Tech.I.P's.
In het nastreven van de doelstellingen bepaald bij § 3 van dit artikel wordt het gebruik van de servers van de inrichtende machten van de instellingen betrokken die de Tech.I.P vormen.
§ 5. Het Centrum zorgt voor de algemene coördinatie van de Tech.I.P's.
Art. 3ter. § 1er. Le Centre peut créer des Pôles d'Innovation Technologique ci-après dénommés " P.I.Tech " en abrégé, correspondant aux secteurs " Agronomie ", " Industrie ", " Construction ", " Hôtellerie-Alimentation ", " Habillement ", " Arts appliqués ", " Economie ", " Service aux personnes " et " Sciences appliquées ".
§ 2. Dans le cadre de la création des P.I.Tech, les missions du Centre sont les suivantes :
- renforcer et étendre les partenariats avec le monde de l'entreprise,
- proposer, dans le cadre d'une collaboration entre les établissements d'enseignement et les entreprises, des formations de perfectionnement et de spécialisation aux élèves et aux étudiants ainsi qu'une actualisation des connaissances professionnelles des enseignants de l'ensemble des niveaux d'études, des formes et des filières d'enseignement.
§ 3. Les objectifs de chaque P.I.Tech, au sein de son champ d'activités spécifiques, sont les suivants :
1. au niveau de la formation :
- développer les synergies nécessaires en matière de formations et d'équipements performants;
- étudier des projets de formation en rapport avec des besoins nouveaux;
- organiser des formations dans les domaines techniques;
- concevoir et expérimenter de nouveaux outils pédagogiques en rapport avec l'évolution technologique.
2. au niveau de la documentation et de 1'information :
- collecter, en collaboration avec le monde de l'entreprise, des données à caractère économique, scientifique et technologique;
- traiter les informations et la documentation;
- organiser des réseaux d'information entre les P.I.Tech., les institutions d'enseignement, le Centre, l'Administration et le monde de l'entreprise;
- utiliser le serveur interréseaux RESTODE pour la diffusion de l'information.
§ 4. Le Conseil de gestion du Centre soumet au Ministre compétent des conventions de collaboration avec les pouvoirs organisateurs de l'enseignement non confessionnel afin de créer des P.I.Tech. appelés " P.I.Tech mixtes ".
Ces conventions définissent le cadre structurel et le mode de fonctionnement des P.I.Tech mixtes.
Elles incluent dans la poursuite des objectifs définis au § 3 du présent article, l'utilisation des serveurs des pouvoirs organisateurs des institutions constituant le P.I.Tech.
§ 5. Le Centre assure la coordination générale des P.I.Tech.
§ 2. Dans le cadre de la création des P.I.Tech, les missions du Centre sont les suivantes :
- renforcer et étendre les partenariats avec le monde de l'entreprise,
- proposer, dans le cadre d'une collaboration entre les établissements d'enseignement et les entreprises, des formations de perfectionnement et de spécialisation aux élèves et aux étudiants ainsi qu'une actualisation des connaissances professionnelles des enseignants de l'ensemble des niveaux d'études, des formes et des filières d'enseignement.
§ 3. Les objectifs de chaque P.I.Tech, au sein de son champ d'activités spécifiques, sont les suivants :
1. au niveau de la formation :
- développer les synergies nécessaires en matière de formations et d'équipements performants;
- étudier des projets de formation en rapport avec des besoins nouveaux;
- organiser des formations dans les domaines techniques;
- concevoir et expérimenter de nouveaux outils pédagogiques en rapport avec l'évolution technologique.
2. au niveau de la documentation et de 1'information :
- collecter, en collaboration avec le monde de l'entreprise, des données à caractère économique, scientifique et technologique;
- traiter les informations et la documentation;
- organiser des réseaux d'information entre les P.I.Tech., les institutions d'enseignement, le Centre, l'Administration et le monde de l'entreprise;
- utiliser le serveur interréseaux RESTODE pour la diffusion de l'information.
§ 4. Le Conseil de gestion du Centre soumet au Ministre compétent des conventions de collaboration avec les pouvoirs organisateurs de l'enseignement non confessionnel afin de créer des P.I.Tech. appelés " P.I.Tech mixtes ".
Ces conventions définissent le cadre structurel et le mode de fonctionnement des P.I.Tech mixtes.
Elles incluent dans la poursuite des objectifs définis au § 3 du présent article, l'utilisation des serveurs des pouvoirs organisateurs des institutions constituant le P.I.Tech.
§ 5. Le Centre assure la coordination générale des P.I.Tech.
Art.4. De pedagogische dagen en stages worden voorbereid, ingericht en geleid in overleg met (de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, of met de inspecteur van de inspectiedienst van de psycho-medisch-sociale centra), ofwel met het (Algemeen Bestuur Organisatie voor het Onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek), en met de directeur van het Centrum.
Art.4. La préparation, l'organisation et l'animation des journées pédagogiques et des stages sont concertées avec (le Service de conseil et de soutien pédagogiques de l'enseignant de l'inspection au niveau de l'enseignement fondamental ordinaire désigné par l'Inspecteur général), ou encore avec l'(Administration générale de l'enseignement et de la recherche scientifique), et avec le Directeur du Centre.
HOOFDSTUK II. - Organisatie en werking.
CHAPITRE II. - De l'organisation et du fonctionnement.
Art.5. § 1. Een raad van beheer wordt opgericht om het beleid van het centrum te bepalen.
Hij legt de bevoegde Minister overeenkomsten voor samenwerking met de inrichtende machten van andere niet-confessionele netten, ter ondertekening voor.
Hij bepaalt de behoeften van het centrum inzake meesters-, vak en dienstpersoneel, gelet op de wetten, decreten en verordeningen, toepasselijk op de onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap, en op de specifieke taken van het centrum.
Hij voorziet in de werving of afdanking van die contractuelen. (NOTA : het DFG 2004-05-12/76, art. 325, beschikt dat in onderhavig lid 4 het woord "contractueel" vervangen wordt door het woord " tijdelijke indiensttreding " <DFG 2004-05-12/76, art. 325, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2004>)
(Hij brengt een advies uit over de aanvragen tot affectatiewijziging van de leden van het onderwijzend personeel in het raam van de procedures bedoeld in artikelen 12ter en 12quater.)
(Hij stelt de aanstelling van de opdrachthouders aan de Regering voor binnen de perken opgelegd in hierna vermeld artikel 13.)
Elke beslissing tot werving of afdanking van contractuelen of betreffende de algemene werkvoorwaarden wordt getroffen na een met redenen omkleed advies van het basisoverlegcomité opgericht in het centrum.
§ 2. (De Raad van beheer bestaat uit :
- (...);
(- 5 pedagogische adviseurs van de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, aangesteld door de Regering, waarvan één vice-president is;)
- de inspecteurs-coördinators;
- [1 de inspecteur belast met de coördinatie van de inspectie op het niveau van de psycho-medisch-sociale centra en de inspecteur belast met de coördinatie van de inspectie op het niveau van het onderwijs voor sociale promotie]1 ;
- de directeur van het" Centre d'auto-information et de formation continuée" van het onderwijs van de Franse Gemeenschap.)
Alsook :
1° een inrichtingshoofd uit het basisonderwijs;
2° een inrichtingshoofd uit het secundair onderwijs;
3° een inrichtingshoofd uit het (gespecialiseerd) onderwijs;
4° een directeur van een PMS-centrum;
5° een inrichtingshoofd uit het hoger onderwijs;
6° een inrichtingshoofd uit het onderwijs voor sociale promotie.
De leden bedoeld sub 1° t/m 6° behoren tot het onderwijs van de Franse Gemeenschap en worden door de Minister aangesteld.
Hun mandaat duurt 4 jaar en kan eenmaal vernieuwd worden.
§ 3. Het secretariaat van de raad wordt waargenomen door de (rekenplichtige secretaris), die raadgevende stem heeft.
De raad vergadert ten minste viermaal per jaar en bepaalt zijn huishoudelijk reglement, dat de Minister ter goedkeuring voorgelegd wordt.
Hij legt de bevoegde Minister overeenkomsten voor samenwerking met de inrichtende machten van andere niet-confessionele netten, ter ondertekening voor.
Hij bepaalt de behoeften van het centrum inzake meesters-, vak en dienstpersoneel, gelet op de wetten, decreten en verordeningen, toepasselijk op de onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap, en op de specifieke taken van het centrum.
Hij voorziet in de werving of afdanking van die contractuelen. (NOTA : het DFG 2004-05-12/76, art. 325, beschikt dat in onderhavig lid 4 het woord "contractueel" vervangen wordt door het woord " tijdelijke indiensttreding " <DFG 2004-05-12/76, art. 325, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2004>)
(Hij brengt een advies uit over de aanvragen tot affectatiewijziging van de leden van het onderwijzend personeel in het raam van de procedures bedoeld in artikelen 12ter en 12quater.)
(Hij stelt de aanstelling van de opdrachthouders aan de Regering voor binnen de perken opgelegd in hierna vermeld artikel 13.)
Elke beslissing tot werving of afdanking van contractuelen of betreffende de algemene werkvoorwaarden wordt getroffen na een met redenen omkleed advies van het basisoverlegcomité opgericht in het centrum.
§ 2. (De Raad van beheer bestaat uit :
- (...);
(- 5 pedagogische adviseurs van de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, aangesteld door de Regering, waarvan één vice-president is;)
- de inspecteurs-coördinators;
- [1 de inspecteur belast met de coördinatie van de inspectie op het niveau van de psycho-medisch-sociale centra en de inspecteur belast met de coördinatie van de inspectie op het niveau van het onderwijs voor sociale promotie]1 ;
- de directeur van het" Centre d'auto-information et de formation continuée" van het onderwijs van de Franse Gemeenschap.)
Alsook :
1° een inrichtingshoofd uit het basisonderwijs;
2° een inrichtingshoofd uit het secundair onderwijs;
3° een inrichtingshoofd uit het (gespecialiseerd) onderwijs;
4° een directeur van een PMS-centrum;
5° een inrichtingshoofd uit het hoger onderwijs;
6° een inrichtingshoofd uit het onderwijs voor sociale promotie.
De leden bedoeld sub 1° t/m 6° behoren tot het onderwijs van de Franse Gemeenschap en worden door de Minister aangesteld.
Hun mandaat duurt 4 jaar en kan eenmaal vernieuwd worden.
§ 3. Het secretariaat van de raad wordt waargenomen door de (rekenplichtige secretaris), die raadgevende stem heeft.
De raad vergadert ten minste viermaal per jaar en bepaalt zijn huishoudelijk reglement, dat de Minister ter goedkeuring voorgelegd wordt.
Modifications
Art.5. § 1. Il est institué un Conseil de gestion qui définit les politiques du Centre.
Le Conseil de gestion soumet à la signature du Ministre compétent, des conventions de collaboration et de coopération avec les Pouvoirs organisateurs d'autres réseaux de caractère non confessionnel.
Il fixe les besoins du Centre en matière de personnel de maîtrise et de gens de métiers et service, en tenant compte, d'une part, des dispositions légales décrétales et réglementaires applicables aux établissements d'enseignement organisés par la Communauté française et, d'autre part, des tâches spécifiques du Centre.
Il procède au recrutement et au licenciement des membres de ce personnel (engagé à titre temporaire).
(Il remet un avis sur les demandes de changement d'affectation des membres du personnel enseignant dans le cadre des procédures visées aux articles 12ter et 12quater.)
(Il propose au Gouvernement la désignation (des chargés de mission) dans les limites fixées à l'article 13 ci-après.)
Toute décision ayant trait au recrutement et au licenciement du personnel contractuel ou touchant aux conditions générales de travail est prise après avis préalable et motivé du Comité de concertation de base créé au sein du Centre visé à l'article 1er.
§ 2. (Le Conseil de gestion se compose :
- (...);
(- de 5 Conseillers pédagogiques du Service de conseil et de soutien pédagogiques de l'enseignement organisé par la Communauté française, désignés par le Gouvernement, dont un est vice-président;) <2e et 3e tirets remplacés par DCFR 2007-03-08/46, art. 195, 3°, 010; En vigueur : 01-09-2007>
- des Inspecteurs coordonnateurs;
- [1 de l'inspecteur chargé de la coordination de l'inspection au niveau des centres psycho-médico-sociaux et de l'inspecteur chargé de la coordination de l'inspection au niveau de l'enseignement de promotion sociale]1 ;
- du Directeur du Centre d'auto-formation et de formation continue de l'enseignement de la Communauté française.)
En outre, le Conseil de gestion comprend :
1° un chef d'établissement d'enseignement fondamental;
2° un chef d'établissement d'enseignement secondaire;
3° un chef d'établissement d'enseignement (spécialisé);
4° un directeur de CPMS.;
5° un chef d'établissement d'enseignement supérieur;
6° un chef d'établissement de l'enseignement de promotion sociale.
Les membres du Conseil de gestion visé à l'alinéa 2 appartiennent à l'enseignement organisé par la Communauté française et sont désignés par le Ministre.
Leur mandat est de 4 ans renouvelable une fois.
§ 3. Le secrétariat du Conseil de gestion est assuré par (le secrétaire comptable) qui a voix consultative.
Le Conseil de gestion se réunit au moins quatre fois par an et détermine son règlement d'ordre intérieur qui est soumis à l'approbation du Ministre.
Le Conseil de gestion soumet à la signature du Ministre compétent, des conventions de collaboration et de coopération avec les Pouvoirs organisateurs d'autres réseaux de caractère non confessionnel.
Il fixe les besoins du Centre en matière de personnel de maîtrise et de gens de métiers et service, en tenant compte, d'une part, des dispositions légales décrétales et réglementaires applicables aux établissements d'enseignement organisés par la Communauté française et, d'autre part, des tâches spécifiques du Centre.
Il procède au recrutement et au licenciement des membres de ce personnel (engagé à titre temporaire).
(Il remet un avis sur les demandes de changement d'affectation des membres du personnel enseignant dans le cadre des procédures visées aux articles 12ter et 12quater.)
(Il propose au Gouvernement la désignation (des chargés de mission) dans les limites fixées à l'article 13 ci-après.)
Toute décision ayant trait au recrutement et au licenciement du personnel contractuel ou touchant aux conditions générales de travail est prise après avis préalable et motivé du Comité de concertation de base créé au sein du Centre visé à l'article 1er.
§ 2. (Le Conseil de gestion se compose :
- (...);
(- de 5 Conseillers pédagogiques du Service de conseil et de soutien pédagogiques de l'enseignement organisé par la Communauté française, désignés par le Gouvernement, dont un est vice-président;) <2e et 3e tirets remplacés par DCFR 2007-03-08/46, art. 195, 3°, 010; En vigueur : 01-09-2007>
- des Inspecteurs coordonnateurs;
- [1 de l'inspecteur chargé de la coordination de l'inspection au niveau des centres psycho-médico-sociaux et de l'inspecteur chargé de la coordination de l'inspection au niveau de l'enseignement de promotion sociale]1 ;
- du Directeur du Centre d'auto-formation et de formation continue de l'enseignement de la Communauté française.)
En outre, le Conseil de gestion comprend :
1° un chef d'établissement d'enseignement fondamental;
2° un chef d'établissement d'enseignement secondaire;
3° un chef d'établissement d'enseignement (spécialisé);
4° un directeur de CPMS.;
5° un chef d'établissement d'enseignement supérieur;
6° un chef d'établissement de l'enseignement de promotion sociale.
Les membres du Conseil de gestion visé à l'alinéa 2 appartiennent à l'enseignement organisé par la Communauté française et sont désignés par le Ministre.
Leur mandat est de 4 ans renouvelable une fois.
§ 3. Le secrétariat du Conseil de gestion est assuré par (le secrétaire comptable) qui a voix consultative.
Le Conseil de gestion se réunit au moins quatre fois par an et détermine son règlement d'ordre intérieur qui est soumis à l'approbation du Ministre.
Modifications
Art.6. De formatie van het centrum omvat volgende betrekkingen :
1° directeur : 1
(1°bis. Onderwijzend personeel en opvoedend hulppersoneel : 21 eenheden, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, als volgt opgesplitst :
a) een eenheid voor het gewoon kleuteronderwijs (kleuteronderwijzer(es));
b) twee eenheden voor het gewoon lager onderwijs (onderwijzer(es);
c) een eenheid voor het buitengewoon basisonderwijs (kleuteronderwijzer(es)) of onderwijzer(es);
d) een eenheid voor het (gespecialiseerd) secundair onderwijs;
e) twaalf eenheden voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars algemene vakken);
f) een eenheid voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars technische vakken, praktijkleraars, leraars technische vakken en beroepspraktijk);
g) een eenheid voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars bijzondere vakken);
h) een eenheid voor het onderwijs voor sociale promotie;
i) een eenheid voor het opvoedend hulppersoneel.)
(2° Opdrachthouders : 8 eenheden, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, als volgt opgesplitst :
a) 5 eenheden voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars algemene vakken);
b) een eenheid voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars technische vakken, praktijkleraars, leraars technische vakken en beroepspraktijk);
c) een eenheid voor het onderwijzend personeel van de hogescholen;
d) een eenheid voor het technisch personeel van de PMS-centra.)
3° beheerder-secretaris of (eerste) secretaris-boekhouder [1 of secretaris-boekhouder belast met de boekhouding of boekhouder]1: 1
4° hulpbibliothecaris of (eerste) opsteller : 1
5° (eerste) opsteller : 3
6° (eerste) klerk-typist : 2
1° directeur : 1
(1°bis. Onderwijzend personeel en opvoedend hulppersoneel : 21 eenheden, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, als volgt opgesplitst :
a) een eenheid voor het gewoon kleuteronderwijs (kleuteronderwijzer(es));
b) twee eenheden voor het gewoon lager onderwijs (onderwijzer(es);
c) een eenheid voor het buitengewoon basisonderwijs (kleuteronderwijzer(es)) of onderwijzer(es);
d) een eenheid voor het (gespecialiseerd) secundair onderwijs;
e) twaalf eenheden voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars algemene vakken);
f) een eenheid voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars technische vakken, praktijkleraars, leraars technische vakken en beroepspraktijk);
g) een eenheid voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars bijzondere vakken);
h) een eenheid voor het onderwijs voor sociale promotie;
i) een eenheid voor het opvoedend hulppersoneel.)
(2° Opdrachthouders : 8 eenheden, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, als volgt opgesplitst :
a) 5 eenheden voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars algemene vakken);
b) een eenheid voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars technische vakken, praktijkleraars, leraars technische vakken en beroepspraktijk);
c) een eenheid voor het onderwijzend personeel van de hogescholen;
d) een eenheid voor het technisch personeel van de PMS-centra.)
3° beheerder-secretaris of (eerste) secretaris-boekhouder [1 of secretaris-boekhouder belast met de boekhouding of boekhouder]1: 1
4° hulpbibliothecaris of (eerste) opsteller : 1
5° (eerste) opsteller : 3
6° (eerste) klerk-typist : 2
Modifications
Art.6. Le cadre du Centre se compose des emplois suivants :
1° Directeur : 1
(1°bis Personnel enseignant et personnel auxiliaire d'éducation : 21 unités, exprimées en équivalent temps plein, ventilées comme suit :
a) une unité pour l'enseignement maternel ordinaire (instituteur(trice) maternel(le));
b) deux unités pour l'enseignement primaire ordinaire (instituteur(trice) primaire);
c) une unité pour l'enseignement fondamental (spécialisé) (instituteur(trice) maternel(le) ou instituteur(trice) primaire);
d) une unité pour l'enseignement secondaire (spécialisé);
e) douze unités pour l'enseignement secondaire des degrés inférieur et supérieur (professeurs de cours généraux);
f) une unité pour l'enseignement secondaire des degrés inférieur et supérieur (professeurs de cours techniques, professeurs de pratique professionnelle ou professeurs de cours techniques et de pratique professionnelle);
g) une unité pour l'enseignement secondaire des degrés inférieur et supérieur (professeurs de cours spéciaux);
h) une unité pour l'enseignement de promotion sociale;
i) une unité pour le personnel auxiliaire d'éducation.)
(2° Chargés de mission : 8 unités, exprimées en équivalent temps plein, ventilées comme suit :
a) 5 unités pour l'enseignement secondaire des degrés inférieur et supérieur (professeurs de cours généraux);
b) une unité pour l'enseignement secondaire des degrés inférieur et supérieur (professeurs de cours techniques, professeurs de pratique professionnelle ou professeurs de cours techniques et de pratique professionnelle);
c) une unité pour le personnel enseignant des hautes écoles;
d) une unité pour le personnel technique (des Centres PMS).)
3° Administrateur secrétaire ou premier secrétaire comptable ou secrétaire comptable charge de la comptabilité [1 ou comptable]1 : 1
4° Assistant bibliothécaire ou premier rédacteur ou rédacteur : 1
5° Rédacteur ou premier rédacteur : 3
6° Commis-dactylographe ou premier commis-dactylographe : 2
1° Directeur : 1
(1°bis Personnel enseignant et personnel auxiliaire d'éducation : 21 unités, exprimées en équivalent temps plein, ventilées comme suit :
a) une unité pour l'enseignement maternel ordinaire (instituteur(trice) maternel(le));
b) deux unités pour l'enseignement primaire ordinaire (instituteur(trice) primaire);
c) une unité pour l'enseignement fondamental (spécialisé) (instituteur(trice) maternel(le) ou instituteur(trice) primaire);
d) une unité pour l'enseignement secondaire (spécialisé);
e) douze unités pour l'enseignement secondaire des degrés inférieur et supérieur (professeurs de cours généraux);
f) une unité pour l'enseignement secondaire des degrés inférieur et supérieur (professeurs de cours techniques, professeurs de pratique professionnelle ou professeurs de cours techniques et de pratique professionnelle);
g) une unité pour l'enseignement secondaire des degrés inférieur et supérieur (professeurs de cours spéciaux);
h) une unité pour l'enseignement de promotion sociale;
i) une unité pour le personnel auxiliaire d'éducation.)
(2° Chargés de mission : 8 unités, exprimées en équivalent temps plein, ventilées comme suit :
a) 5 unités pour l'enseignement secondaire des degrés inférieur et supérieur (professeurs de cours généraux);
b) une unité pour l'enseignement secondaire des degrés inférieur et supérieur (professeurs de cours techniques, professeurs de pratique professionnelle ou professeurs de cours techniques et de pratique professionnelle);
c) une unité pour le personnel enseignant des hautes écoles;
d) une unité pour le personnel technique (des Centres PMS).)
3° Administrateur secrétaire ou premier secrétaire comptable ou secrétaire comptable charge de la comptabilité [1 ou comptable]1 : 1
4° Assistant bibliothécaire ou premier rédacteur ou rédacteur : 1
5° Rédacteur ou premier rédacteur : 3
6° Commis-dactylographe ou premier commis-dactylographe : 2
Modifications
Art.7. (opgeheven)
Art.7. (abrogé)
Art.8. De betrekking van directeur van een " Centre d'autoformation et de formation continuée " kan worden begeven door een personeelslid, titularis van een van onderstaande wervings- of selectieambten :
1. leraar algemene vakken, leraar zedenleer, leraar bijzondere vakken, leraar technische vakken, pratijkleraar, leraar technische vakken en beroepspraktijk in het secundair onderwijs van de hogere graad;
2. werkmeester;
3. [1 adjunct-directeur]1.
1. leraar algemene vakken, leraar zedenleer, leraar bijzondere vakken, leraar technische vakken, pratijkleraar, leraar technische vakken en beroepspraktijk in het secundair onderwijs van de hogere graad;
2. werkmeester;
3. [1 adjunct-directeur]1.
Art.8. L'emploi de directeur d'un Centre d'autoformation et de formation continuée est accessible aux membres du personnel titulaires de l'une des fonctions de recrutement ou de sélection suivantes :
1. professeur de cours généraux, professeur de morale, professeur de cours spéciaux, professeur de cours techniques, professeur de pratique professionnelle, professeur de cours techniques et de pratique professionnelle dans l'enseignement secondaire du degré supérieur;
2. chef d'atelier;
3. [1 directeur adjoint]1
1. professeur de cours généraux, professeur de morale, professeur de cours spéciaux, professeur de cours techniques, professeur de pratique professionnelle, professeur de cours techniques et de pratique professionnelle dans l'enseignement secondaire du degré supérieur;
2. chef d'atelier;
3. [1 directeur adjoint]1
Modifications
Art.9. De in artikel 8 bedoelde personeelsleden moeten :
1. vast benoemd zijn in een voltijds ambt in het onderwijs van de Franse Gemeenschap;
2. houder zijn van het voor een in artikel 8 bedoeld ambt vereiste bekwaamheidsbewijs;
3. in het onderwijs van de Franse Gemeenschap ten minste 10 jaar dienstanciënniteit en ten minste 6 jaar ambtsanciënniteit tellen, berekend overeenkomstig artikel 85, a t/m f., van het statutair koninklijk besluit van 22 maart 1969;
4. (de vermelding " goed " gekregen hebben in de jongste signalementstaat en het jongste inspectieverslag, bij gebrek aan een signalementstaat wordt het personeelslid geacht de vermelding " goed " te hebben);
5. zich kandidaat stellen in de vorm en de termijn, bepaald in de opdracht tot de kandidaten.
1. vast benoemd zijn in een voltijds ambt in het onderwijs van de Franse Gemeenschap;
2. houder zijn van het voor een in artikel 8 bedoeld ambt vereiste bekwaamheidsbewijs;
3. in het onderwijs van de Franse Gemeenschap ten minste 10 jaar dienstanciënniteit en ten minste 6 jaar ambtsanciënniteit tellen, berekend overeenkomstig artikel 85, a t/m f., van het statutair koninklijk besluit van 22 maart 1969;
4. (de vermelding " goed " gekregen hebben in de jongste signalementstaat en het jongste inspectieverslag, bij gebrek aan een signalementstaat wordt het personeelslid geacht de vermelding " goed " te hebben);
5. zich kandidaat stellen in de vorm en de termijn, bepaald in de opdracht tot de kandidaten.
Art.9. Les membres du personnel visés à l'article 8 doivent répondre aux conditions suivantes :
1. être titulaires à titre définitif d'une fonction à prestations complètes dans l'enseignement de la Communauté française;
2. être porteurs du titre requis pour l'une des fonctions visées à l'article 8;
3. compter une ancienneté de service de 10 années au moins et une ancienneté de fonction de 6 ans au moins dans l'enseignement de la Communauté française. Cette ancienneté de service et cette ancienneté de fonction sont calculées conformément à l'article 85 a, b, c, d, e et f de l'arrêté royal du 2 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel dans l'enseignement de l'Etat;
4. (avoir obtenu au moins la mention " Bon " au dernier bulletin de signalement et au dernier rapport d'inspection. En l'absence de bulletin de signalement, le membre du personnel est réputé bénéficier de la mention " Bon ".)
5. introduire sa candidature dans la forme et le délai fixé par l'appel aux candidats.
1. être titulaires à titre définitif d'une fonction à prestations complètes dans l'enseignement de la Communauté française;
2. être porteurs du titre requis pour l'une des fonctions visées à l'article 8;
3. compter une ancienneté de service de 10 années au moins et une ancienneté de fonction de 6 ans au moins dans l'enseignement de la Communauté française. Cette ancienneté de service et cette ancienneté de fonction sont calculées conformément à l'article 85 a, b, c, d, e et f de l'arrêté royal du 2 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel dans l'enseignement de l'Etat;
4. (avoir obtenu au moins la mention " Bon " au dernier bulletin de signalement et au dernier rapport d'inspection. En l'absence de bulletin de signalement, le membre du personnel est réputé bénéficier de la mention " Bon ".)
5. introduire sa candidature dans la forme et le délai fixé par l'appel aux candidats.
Art.10. De kandidaten voor het ambt van directeur van het " Centre d'autoformation et de formation continuée " worden gerangschikt volgens hun verdiensten door een door de Regering samengestelde examencommissie.
Bij die rangschikking houdt men rekening met de beoordelingsstaten, de inspectieverslagen en alle door de kandidaat aangevoerde gegevens waaruit een vorming en een ervaring blijken die met het profiel van het te begeven ambt overeenstemmen.
Bij die rangschikking houdt men rekening met de beoordelingsstaten, de inspectieverslagen en alle door de kandidaat aangevoerde gegevens waaruit een vorming en een ervaring blijken die met het profiel van het te begeven ambt overeenstemmen.
Art.10. Les candidats à la fonction de directeur du Centre d'autoformation et de formation continuée sont classés dans l'ordre de leurs mérites par un Jury constitué par le Gouvernement.
Pour classer les candidats, le Jury prend en considération les bulletins de signalement, les rapports d'inspection et tous les éléments apportés par le candidat qui ont contribué à lui assurer une formation et une expérience qui répondent au profil de la fonction à conférer.
Pour classer les candidats, le Jury prend en considération les bulletins de signalement, les rapports d'inspection et tous les éléments apportés par le candidat qui ont contribué à lui assurer une formation et une expérience qui répondent au profil de la fonction à conférer.
Art.11. In hoofdstuk D - Bestuurs- en onderwijzend personeel van het hoger secundair onderwijs - van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psychomedisch-sociale centra van de Staat, wordt tussen directeur van een technisch-pedagogisch centrum en [1 adjunct-directeur]1 het ambt "directeur Centre d'autoformation et de formation continuée : schaal 422" ingevoegd.
Art.11. Au chapitre D. - Personnel directeur et enseignant de l'enseignement secondaire supérieur, de l'arrêté royal du 27 juin 1974 fixant au 1er avril 1972 les échelles des fonctions des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical des établissements d'enseignement de l'Etat, des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, des membres du personnel du service d'inspection de l'enseignement par correspondance et de l'enseignement primaire subventionné et les échelles de grades du personnel des centres psycho-médico-sociaux de l'Etat, il est inséré entre les fonctions de directeur d'un Centre technique et pédagogique et de [1 directeur adjoint]1, la fonction de "directeur d'un Centre d'autoformation et de formation continuée : échelle 422".
Modifications
Art.12. De directeur van het centrum wordt door de Regering benoemd. (...)
Art.12. Le directeur du Centre d'autoformation et de formation continuée est nommé par le Gouvernement. (...)
Art. 12bis. <INGEVOEGD bij DFG 2001-12-20/64, art. 35; Inwerkingtreding : 01-06-2003> De in artikel 6, 1°, bedoelde personeelsleden moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° respectievelijk deel uitmaken van het bestuurs- en onderwijzend personeel of van het opvoedend hulppersoneel, bedoeld in artikel 1 van voormeld koninklijk besluit van 22 maart 1969, en houder zijn van een wervingsambt dat verband houdt met de te begeven betrekking;
2° vast benoemd zijn;
3° een affectatiewijziging hebben bekomen overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 12ter.
1° respectievelijk deel uitmaken van het bestuurs- en onderwijzend personeel of van het opvoedend hulppersoneel, bedoeld in artikel 1 van voormeld koninklijk besluit van 22 maart 1969, en houder zijn van een wervingsambt dat verband houdt met de te begeven betrekking;
2° vast benoemd zijn;
3° een affectatiewijziging hebben bekomen overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 12ter.
Art. 12bis. Les membres du personnel visés à l'article 6, 1°bis, doivent répondre aux conditions suivantes :
1° faire partie respectivement du personnel directeur et enseignant ou du personnel auxiliaire d'éducation visé à l'article 1 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité et être titulaire d'une fonction de recrutement en rapport avec l'emploi à conférer;
2° être nommés à titre définitif;
3° avoir obtenu un changement d'affectation conformément à la procédure visée à l'article 12ter.
1° faire partie respectivement du personnel directeur et enseignant ou du personnel auxiliaire d'éducation visé à l'article 1 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité et être titulaire d'une fonction de recrutement en rapport avec l'emploi à conférer;
2° être nommés à titre définitif;
3° avoir obtenu un changement d'affectation conformément à la procédure visée à l'article 12ter.
Art. 12ter. <INGEVOEGD bij DFG 2001-12-20/64, art. 36; Inwerkingtreding : 01-06-2003> § 1. Binnen de tien dagen na de openstelling van een betrekking bedoeld in artikel 6, 1°bis, brengt de Beheerraad dit ter kennis van de Regering zodat deze kan worden voorgedragen voor de affectatiewijziging.
Als een personeelslid dat definitief toegewezen is aan een betrekking zoals bedoeld in artikel 6, 1°bis, langer afwezig is dan een maand, kan de Beheerraad de Regering voorstellen deze betrekking open te stellen voor een affectatiewijziging.
Naargelang de behoeften van het Centrum specifieert de Beheerraad voor de in artikel 6, 1°bis, bedoelde betrekkingen het ambt en/of de bijzondere kenmerken van het ambt waarin de kandidaat voor de affectatiewijziging benoemd moet worden.
§ 2. Zodra de Regering weet heeft van de openstelling of de tijdelijke vrijmaking van een betrekking, bedoeld in artikel 6, 1°bis, kan zij een oproep doen tot kandidaten voor een affectatiewijziging middels een bericht in het Belgisch Staatsblad.
Dit bericht vermeldt de voorwaarden waaraan de kandidaten moeten voldoen alsook de vormen en termijnen voor het indienen van de affectatiewijzigingen.
§ 3. Het personeelslid dat een affectatiewijziging wenst te bekomen binnen het centrum dient, per aangetekende brief, een gemotiveerd verzoek in bij de Regering binnen de termijn bepaald in de oproep bedoeld in § 2. Hij stuurt hiervan een kopie naar de Beheerraad binnen dezelfde termijn.
De Regering stemt in met de affectatiewijziging na gunstig advies van de Beheerraad. Deze laatste bezorgt dit advies aan de Regering binnen een termijn van een maand vanaf de ontvangst van de kopie van de aanvraag om affectatiewijziging.
§ 4. Het personeelslid dat een affectatiewijziging heeft bekomen in een tijdelijk beschikbare betrekking wordt definitief aangesteld in de betrekking die hij uitoefent binnen het centrum op de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking zoals bedoeld in § 1, eerste lid.
§ 5. Voor de volbrenging van de opdrachten die hem in dit artikel worden toegewezen, wordt de Beheerraad uitgebreid met drie personeelsleden van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, aangeduid door de organisaties die de leerkrachten van het net van de Franse Gemeenschap vertegenwoordigen en aangesloten zijn bij de vakbondsorganisaties die zetelen in de Nationale Arbeidsraad, waarin iedere organisatie minstens een lid telt.
Als een personeelslid dat definitief toegewezen is aan een betrekking zoals bedoeld in artikel 6, 1°bis, langer afwezig is dan een maand, kan de Beheerraad de Regering voorstellen deze betrekking open te stellen voor een affectatiewijziging.
Naargelang de behoeften van het Centrum specifieert de Beheerraad voor de in artikel 6, 1°bis, bedoelde betrekkingen het ambt en/of de bijzondere kenmerken van het ambt waarin de kandidaat voor de affectatiewijziging benoemd moet worden.
§ 2. Zodra de Regering weet heeft van de openstelling of de tijdelijke vrijmaking van een betrekking, bedoeld in artikel 6, 1°bis, kan zij een oproep doen tot kandidaten voor een affectatiewijziging middels een bericht in het Belgisch Staatsblad.
Dit bericht vermeldt de voorwaarden waaraan de kandidaten moeten voldoen alsook de vormen en termijnen voor het indienen van de affectatiewijzigingen.
§ 3. Het personeelslid dat een affectatiewijziging wenst te bekomen binnen het centrum dient, per aangetekende brief, een gemotiveerd verzoek in bij de Regering binnen de termijn bepaald in de oproep bedoeld in § 2. Hij stuurt hiervan een kopie naar de Beheerraad binnen dezelfde termijn.
De Regering stemt in met de affectatiewijziging na gunstig advies van de Beheerraad. Deze laatste bezorgt dit advies aan de Regering binnen een termijn van een maand vanaf de ontvangst van de kopie van de aanvraag om affectatiewijziging.
§ 4. Het personeelslid dat een affectatiewijziging heeft bekomen in een tijdelijk beschikbare betrekking wordt definitief aangesteld in de betrekking die hij uitoefent binnen het centrum op de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking zoals bedoeld in § 1, eerste lid.
§ 5. Voor de volbrenging van de opdrachten die hem in dit artikel worden toegewezen, wordt de Beheerraad uitgebreid met drie personeelsleden van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, aangeduid door de organisaties die de leerkrachten van het net van de Franse Gemeenschap vertegenwoordigen en aangesloten zijn bij de vakbondsorganisaties die zetelen in de Nationale Arbeidsraad, waarin iedere organisatie minstens een lid telt.
Art. 12ter. § 1. Dans les dix jours de la vacance d'un emploi visé à l'article 6, 1°bis, le Conseil de gestion la notifie au Gouvernement afin qu'il soit proposé au changement d'affectation.
En cas d'absence de plus d'un mois d'un membre du personnel définitivement affecté à un emploi visé à l'article 6, 1°bis, le Conseil de gestion peut proposer au Gouvernement de l'ouvrir au changement d'affectation.
Selon les besoins du Centre, le Conseil de gestion précise pour les emplois visés à l'article 6, 1°bis, la fonction et/ou la spécificité de la fonction à laquelle doit être nommé le candidat au changement d'affectation
§ 2. Dès qu'il a connaissance de la vacance ou de la libération temporaire d'un emploi visé à l'article 6, 1°bis, le Gouvernement peut lancer un appel aux candidats à un changement d'affectation par avis inséré au Moniteur belge.
Cet avis indique les conditions requises dans le chef des candidats ainsi que les formes et délais dans lesquels les demandes de changement d'affectation doivent être introduites.
§ 3. Le membre du personnel qui désire obtenir un changement d'affectation au sein du Centre introduit, par pli recommandé, une demande motivée auprès du Gouvernement dans le délai fixé par l'appel visé au § 2. Il en adresse copie au Conseil de gestion dans le même délai.
Le Gouvernement accorde le changement d'affectation sur avis favorable du Conseil de gestion. Ce dernier transmet son avis au Gouvernement dans le mois de la réception de la copie de la demande de changement d'affectation.
§ 4. Le membre du personnel qui a obtenu un changement d'affectation dans un emploi temporairement disponible est définitivement affecté dans l'emploi qu'il occupe au sein du Centre le premier jour du mois qui suit la notification visée au § 1, alinéa 1.
§ 5. Pour l'exercice des missions qui lui sont dévolues par le présent article, le Conseil de gestion voit sa composition élargie à trois membres du personnel de l'enseignement de la Communauté française, désignés par les organisations représentant les enseignants du réseau de la Communauté française et affiliées à des organisations syndicales qui siègent au Conseil national du travail, chaque organisation disposant d'au moins un membre.
En cas d'absence de plus d'un mois d'un membre du personnel définitivement affecté à un emploi visé à l'article 6, 1°bis, le Conseil de gestion peut proposer au Gouvernement de l'ouvrir au changement d'affectation.
Selon les besoins du Centre, le Conseil de gestion précise pour les emplois visés à l'article 6, 1°bis, la fonction et/ou la spécificité de la fonction à laquelle doit être nommé le candidat au changement d'affectation
§ 2. Dès qu'il a connaissance de la vacance ou de la libération temporaire d'un emploi visé à l'article 6, 1°bis, le Gouvernement peut lancer un appel aux candidats à un changement d'affectation par avis inséré au Moniteur belge.
Cet avis indique les conditions requises dans le chef des candidats ainsi que les formes et délais dans lesquels les demandes de changement d'affectation doivent être introduites.
§ 3. Le membre du personnel qui désire obtenir un changement d'affectation au sein du Centre introduit, par pli recommandé, une demande motivée auprès du Gouvernement dans le délai fixé par l'appel visé au § 2. Il en adresse copie au Conseil de gestion dans le même délai.
Le Gouvernement accorde le changement d'affectation sur avis favorable du Conseil de gestion. Ce dernier transmet son avis au Gouvernement dans le mois de la réception de la copie de la demande de changement d'affectation.
§ 4. Le membre du personnel qui a obtenu un changement d'affectation dans un emploi temporairement disponible est définitivement affecté dans l'emploi qu'il occupe au sein du Centre le premier jour du mois qui suit la notification visée au § 1, alinéa 1.
§ 5. Pour l'exercice des missions qui lui sont dévolues par le présent article, le Conseil de gestion voit sa composition élargie à trois membres du personnel de l'enseignement de la Communauté française, désignés par les organisations représentant les enseignants du réseau de la Communauté française et affiliées à des organisations syndicales qui siègent au Conseil national du travail, chaque organisation disposant d'au moins un membre.
Art. 12quater. <INGEVOEGD bij DFG 2001-12-20/64, art. 37; Inwerkingtreding : 01-06-2003> De in artikel 6, 1°bis, bedoelde personeelsleden die definitief toegewezen zijn aan het Centrum en die een affectatiewijziging willen in een onderwijsinrichting, moeten hun aanvraag indienen overeenkomstig de procedure die is vastgelegd in artikel 48 van voornoemd koninklijk besluit van 22 maart 1969.
Art. 12quater. Les membres du personnel visés à l'article 6, 1°bis et affectés définitivement au Centre qui souhaitent obtenir un changement d'affectation dans un établissement d'enseignement, doivent introduire leur demande conformément à la procédure fixée par l'article 48 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité.
Art.13. De in artikel 6, 2°, a en b, bedoelde opdrachthouders moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° deel uitmaken van het bestuurs- en onderwijzend personeel bedoeld in artikel 1 van voormeld koninklijk besluit van 22 maart 1969 en houder zijn van een wervingsambt dat verband houdt met de te begeven betrekking;
2° vast benoemd zijn;
De in artikel 6, 2°, c, bedoelde opdrachthouder moet aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° houder zijn van een ambt van rang 1 zoals bedoeld in artikel 5, A, van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen;
2° vast benoemd zijn in het onderwijs van de Franse Gemeenschap.
De in artikel 6, 2°, d, bedoelde opdrachthouder moet aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° houder zijn van een wervingsambt bedoeld in artikel 2, § 1, 1, van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 houdende het statuut van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, van de psycho-medisch-sociale centra voor het (gespecialiseerd) onderwijs van de Franse Gemeenschap alsook van de inspectiediensten belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra en de psycho-medisch-sociale centra voor het (gespecialiseerd) onderwijs;
2° vast benoemd zijn in een psycho-medisch-sociaal centrum van de Franse Gemeenschap.
De personeelsleden worden jaarlijks, via circulaire gericht aan de inrichtingshoofden, in kennis gesteld van de betrekkingen bedoeld in artikel 6, 2°, die beschikbaar zijn in het Centrum.
1° deel uitmaken van het bestuurs- en onderwijzend personeel bedoeld in artikel 1 van voormeld koninklijk besluit van 22 maart 1969 en houder zijn van een wervingsambt dat verband houdt met de te begeven betrekking;
2° vast benoemd zijn;
De in artikel 6, 2°, c, bedoelde opdrachthouder moet aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° houder zijn van een ambt van rang 1 zoals bedoeld in artikel 5, A, van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen;
2° vast benoemd zijn in het onderwijs van de Franse Gemeenschap.
De in artikel 6, 2°, d, bedoelde opdrachthouder moet aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° houder zijn van een wervingsambt bedoeld in artikel 2, § 1, 1, van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 houdende het statuut van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, van de psycho-medisch-sociale centra voor het (gespecialiseerd) onderwijs van de Franse Gemeenschap alsook van de inspectiediensten belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra en de psycho-medisch-sociale centra voor het (gespecialiseerd) onderwijs;
2° vast benoemd zijn in een psycho-medisch-sociaal centrum van de Franse Gemeenschap.
De personeelsleden worden jaarlijks, via circulaire gericht aan de inrichtingshoofden, in kennis gesteld van de betrekkingen bedoeld in artikel 6, 2°, die beschikbaar zijn in het Centrum.
Art.13. Les chargés de mission visés à l'article 6, 2°, a et b, doivent satisfaire aux conditions suivantes :
1° faire partie du personnel directeur et enseignant visé à l'article 1 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité et être titulaire d'une fonction de recrutement en rapport avec l'emploi à conférer;
2° être nommés à titre définitif.
Le chargé de mission visé à l'article 6, 2°, c, doit satisfaire aux conditions suivantes :
1° être titulaire d'une fonction de rang 1 visée à l'article 5, A, du décret du 25 juillet 1996 relatif aux charges et emplois des hautes écoles organisées ou subventionnées par la Communauté française;
2° être nommé à titre définitif dans l'enseignement de la Communauté française.
Le chargé de mission visé à l'article 6, 2°, d, doit satisfaire aux conditions suivantes :
1° être titulaire d'une fonction de recrutement visée à l'article 2, § 1, 1, de l'arrêté royal du 27 juillet 1979 portant le statut du personnel technique des centres psycho- médico-sociaux de la Communauté française, des centres psycho- médico-sociaux pour l'enseignement (spécialisé) de la Communauté française, ainsi que des services d'inspection chargés de la surveillance des centres psycho-médico-sociaux et des centres psycho-médico-sociaux pour l'enseignement spécial;
2° être nommé à titre définitif dans un centre psycho-médico-social de la Communauté française.
Les membres du personnel sont informés annuellement par voie de circulaire adressée aux chefs d'établissement de la disponibilité des emplois visés à l'article 6, 2°, au sein du Centre.
1° faire partie du personnel directeur et enseignant visé à l'article 1 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité et être titulaire d'une fonction de recrutement en rapport avec l'emploi à conférer;
2° être nommés à titre définitif.
Le chargé de mission visé à l'article 6, 2°, c, doit satisfaire aux conditions suivantes :
1° être titulaire d'une fonction de rang 1 visée à l'article 5, A, du décret du 25 juillet 1996 relatif aux charges et emplois des hautes écoles organisées ou subventionnées par la Communauté française;
2° être nommé à titre définitif dans l'enseignement de la Communauté française.
Le chargé de mission visé à l'article 6, 2°, d, doit satisfaire aux conditions suivantes :
1° être titulaire d'une fonction de recrutement visée à l'article 2, § 1, 1, de l'arrêté royal du 27 juillet 1979 portant le statut du personnel technique des centres psycho- médico-sociaux de la Communauté française, des centres psycho- médico-sociaux pour l'enseignement (spécialisé) de la Communauté française, ainsi que des services d'inspection chargés de la surveillance des centres psycho-médico-sociaux et des centres psycho-médico-sociaux pour l'enseignement spécial;
2° être nommé à titre définitif dans un centre psycho-médico-social de la Communauté française.
Les membres du personnel sont informés annuellement par voie de circulaire adressée aux chefs d'établissement de la disponibilité des emplois visés à l'article 6, 2°, au sein du Centre.
Art. 13bis. <INGEVOEGD bij DFG 2001-12-20/64, art. 39; Inwerkingtreding : 01-06-2003> Voor de toepassing van de statutaire reglementaire bepalingen, die niet strijdig zijn met voorgaande artikelen, wordt het Centrum gelijkgesteld met een onderwijsinrichting en is de directeur van het Centrum gelijkgesteld met een hoofd van een onderwijsinrichting.
Vanuit deze optiek :
a) blijven de in artikel 6, 1°bis, bedoelde personeelsleden onderworpen aan de reglementaire bepalingen, die niet strijdig zijn met voorgaande artikelen, betreffende het geldelijk en administratief statuut die op hen van toepassing waren vóór hun affectatiewijziging naar het Centrum overeenkomstig artikel 12ter;
b) blijven de in artikel 6, 2°, a, b, c en d, bedoelde opdrachthouders onderworpen aan de reglementaire bepalingen, die niet strijdig zijn met voorgaande artikelen, betreffende het geldelijk en administratief statuut die op hen van toepassing waren vóór het verkrijgen van hun opdracht in het Centrum;
c) blijft de directeur van het Centrum onderworpen aan de reglementaire bepalingen, die niet strijdig zijn met voorgaande artikelen, betreffende het geldelijk en administratief statuut die op hem van toepassing waren vóór zijn benoeming op het Centrum.
Vanuit deze optiek :
a) blijven de in artikel 6, 1°bis, bedoelde personeelsleden onderworpen aan de reglementaire bepalingen, die niet strijdig zijn met voorgaande artikelen, betreffende het geldelijk en administratief statuut die op hen van toepassing waren vóór hun affectatiewijziging naar het Centrum overeenkomstig artikel 12ter;
b) blijven de in artikel 6, 2°, a, b, c en d, bedoelde opdrachthouders onderworpen aan de reglementaire bepalingen, die niet strijdig zijn met voorgaande artikelen, betreffende het geldelijk en administratief statuut die op hen van toepassing waren vóór het verkrijgen van hun opdracht in het Centrum;
c) blijft de directeur van het Centrum onderworpen aan de reglementaire bepalingen, die niet strijdig zijn met voorgaande artikelen, betreffende het geldelijk en administratief statuut die op hem van toepassing waren vóór zijn benoeming op het Centrum.
Art. 13bis. Pour l'application des dispositions réglementaires statutaires, non contraires aux articles qui précèdent, le Centre est assimilé à un établissement d'enseignement et le directeur du Centre est assimilé à un chef d'établissement d'enseignement.
A cet égard :
a) les membres du personnel visés à l'article 6, 1°bis, restent régis par les dispositions réglementaires, non contraires aux articles qui précèdent, relatives au statut administratif et pécuniaire qui leur étaient applicables avant l'obtention de leur changement d'affectation au sein du Centre conformément à l'article 12ter;
b) les chargés de mission visés à l'article 6, 2°, a, b, c et d, restent régis par les dispositions réglementaires, non contraires aux articles qui précèdent, relatives au statut administratif et pécuniaire qui leur étaient applicables avant l'obtention de leur charge de mission au sein du Centre;
c) le directeur du Centre reste régi par les dispositions réglementaires, non contraires aux articles qui précèdent, relatives au statut administratif et pécuniaire qui lui étaient applicables avant sa nomination au sein du Centre.
A cet égard :
a) les membres du personnel visés à l'article 6, 1°bis, restent régis par les dispositions réglementaires, non contraires aux articles qui précèdent, relatives au statut administratif et pécuniaire qui leur étaient applicables avant l'obtention de leur changement d'affectation au sein du Centre conformément à l'article 12ter;
b) les chargés de mission visés à l'article 6, 2°, a, b, c et d, restent régis par les dispositions réglementaires, non contraires aux articles qui précèdent, relatives au statut administratif et pécuniaire qui leur étaient applicables avant l'obtention de leur charge de mission au sein du Centre;
c) le directeur du Centre reste régi par les dispositions réglementaires, non contraires aux articles qui précèdent, relatives au statut administratif et pécuniaire qui lui étaient applicables avant sa nomination au sein du Centre.
Art.14. De leden van het administratief personeel zijn onderworpen aan het administratief en strafrechtelijk statuut van de leden van het administratief personeel van de onderwijsinrichtingen.
De leden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel zijn onderworpen aan het administratief en strafrechtelijk statuut van de leden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de onderwijsinrichtingen.
De leden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel zijn onderworpen aan het administratief en strafrechtelijk statuut van de leden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de onderwijsinrichtingen.
Art.14. Les membres du personnel administratif sont soumis au statut administratif et pécuniaire des membres du personnel administratif des établissements d'enseignement.
Les membres du personnel de maîtrise, gens de métier et de service sont soumis au statut administratif et pécuniaire des membres du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des établissements d'enseignement.
Les membres du personnel de maîtrise, gens de métier et de service sont soumis au statut administratif et pécuniaire des membres du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des établissements d'enseignement.
Art. 14bis. (opgeheven)
Art. 14bis. (abrogé)
Art. 14ter. [1 De definitieve of tijdelijke vervanging van het personeelslid opgenomen in de rubriek " Beheerder-secretaris of eerste secretaris-boekhouder of secretaris-boekhouder belast met de boekhouding " gebeurt in principe bij voorkeur in vast verband, bij toelating tot stage of in tijdelijk verband in het kader van het ambt van boekhouder in de zin van artikel 17, § 1, 1°, f), van het decreet van 12 mei 2004 tot bepaling van het statuut van de leden van het administratief personeel, het meester-, vak- en dienstpersoneel van de onderwijsinrichtingen ingericht door de Franse Gemeenschap.]1
Art. 14ter. [1 Le remplacement définitif ou temporaire du membre du personnel repris sous la rubrique " Administrateur secrétaire ou premier secrétaire comptable ou secrétaire comptable chargé de la comptabilité ou comptable " s'opère en principe prioritairement à titre définitif, par admission au stage ou à titre temporaire dans le cadre de la fonction de comptable au sens de l'article 17, § 1er, 1°, f), du décret du 12 mai 2004 fixant le statut des membres du personnel administratif, du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des établissements d'enseignement organisé par la Communauté française.]1
Art.15. In afwijking van artikel 8 t/m 10 van dit besluit wordt het personeelslid belast met de leiding van het centrum op de datum van inwerkingtreding van dit besluit vast benoemd tot directeur "Centre d'autoformation et de formation continuée".
Hij geniet de weddeschaal 422.
De in dit artikel bedoelde personeelsleden behouden hun aanspraak op een benoeming in een bevorderingsambt en op weddeverhoging.
Hij geniet de weddeschaal 422.
De in dit artikel bedoelde personeelsleden behouden hun aanspraak op een benoeming in een bevorderingsambt en op weddeverhoging.
Art.15. Par dérogation aux dispositions des articles 8, 9 et 10 du présent arrêté, le membre du personnel chargé actuellement de la direction du Centre est nommé à titre définitif à la fonction de directeur du centre d'autoformation et de formation continuée à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté.
Il bénéficiera de l'échelle de traitement 422.
Le membre du personnel visé ci-dessus conserve ses titres à l'avancement de traitement et à une nomination dans d'autres fonctions de promotion.
Il bénéficiera de l'échelle de traitement 422.
Le membre du personnel visé ci-dessus conserve ses titres à l'avancement de traitement et à une nomination dans d'autres fonctions de promotion.
Art.16. Aan het koninklijk besluit van 29 december 1984 betreffende het materieel en financieel beheer van de rijksdiensten met afzonderlijk beheer in het rijksonderwijs, wordt een artikel 19bis toegevoegd.
Het luidt als volgt :
"In afwijking van de bepalingen van dit hoofdstuk zijn de ontvangsten en uitgaven van het "Centre d'autoformation et de formation continuée" voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap onderworpen aan de algemene regeling die inzake bestuurs- en begrotingscontrole toepasselijk is op de begroting van de Franse Gemeenschap".
Het luidt als volgt :
"In afwijking van de bepalingen van dit hoofdstuk zijn de ontvangsten en uitgaven van het "Centre d'autoformation et de formation continuée" voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap onderworpen aan de algemene regeling die inzake bestuurs- en begrotingscontrole toepasselijk is op de begroting van de Franse Gemeenschap".
Art.16. Un article 19bis est ajouté à l'arrêté royal du 29 décembre 1984 relatif à la gestion matérielle et financière des services de l'Etat à gestion séparée de l'enseignement de l'Etat.
Il est rédigé comme suit :
"Par dérogation aux dispositions énoncées au présent chapitre, les recettes et les dépenses du Centre d'autoformation et de formation continuée de l'Enseignement de la Communauté française sont soumises aux règles générales du contrôle administratif et budgétaire applicables au budget de la Communauté française.".
Il est rédigé comme suit :
"Par dérogation aux dispositions énoncées au présent chapitre, les recettes et les dépenses du Centre d'autoformation et de formation continuée de l'Enseignement de la Communauté française sont soumises aux règles générales du contrôle administratif et budgétaire applicables au budget de la Communauté française.".
Art.17. De (algemene directie voor de infrastructuren van de Franse Gemeenschap) beheert de gebouwen van het centrum.
Art.17. La (direction générale des infrastructures de la Communauté française) assure la gestion des bâtiments du Centre.
Art. 17bis. <INGEVOEGD bij BFG 1999-06-07/38, art. 6; Inwerkingtreding : 07-06-1999> § 1. Elke Tech.I.P bestaat uit onderwijsinstellingen van de Franse Gemeenschap alsook uit technische en wetenschappelijke instellingen die bevoegd zijn voor de afdelingen bedoeld bij artikel 3ter, § 1.
Hij vestigt zijn zetel in een van voormelde instellingen.
§ 2. De Inspectie van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap wordt betrokken bij het nastreven van de doelstellingen bepaald bij artikel 3ter, § 3.
§ 3. Elke Tech.I.P maakt een jaarlijks activiteitenverslag op dat naar de Raad van beheer van het "Centre d'auto-formation et de formation continuée" van het onderwijs van de Franse Gemeenschap uiterlijk 30 augustus van elk jaar wordt gezonden.
§ 4. In elk Tech.I.P. wordt er een Comité voor dagelijks beheer opgericht bestaande uit :
- de inrichtingshoofden van de onderwijsinrichtingen die lid zijn van de Tech.I.P;
- een coördinator gekozen onder de inrichtingshoofden van de onderwijsinrichtingen die lid zijn van de Tech.I.P;
- personen-hulpkrachten van buitenhuis.
§ 5. Het Comité voor het dagelijks beheer van de Tech.I.P neemt maatregelen die een efficiënt beheer ervan toelaten.
Aldus :
- bepaalt het de oriëntaties inzake vorming, documentatie en informatie;
- programmeert en organiseert het de verschillende activiteiten;
- zorgt het voor het opvolgen van de activiteiten, maakt het de evaluatie ervan en stelt het jaarverslag op bedoeld bij § 3 van dit artikel;
- maakt het de inventaris op van de documentatie en van de uitrusting die performerend is;
- verzamelt het en bewerkt het de informatie en zorgt het voor haar verspreiding;
- zorgt het voor het optimaal gebruik van de topuitrusting;
- stelt het de personen aan die als hulpkracht van buitenshuis optreden.
§ 6. De aanbiedingen inzake vorming vanwege de Tech.I.P's worden op de server internetten RESTODE uitgezonden.
Hij vestigt zijn zetel in een van voormelde instellingen.
§ 2. De Inspectie van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap wordt betrokken bij het nastreven van de doelstellingen bepaald bij artikel 3ter, § 3.
§ 3. Elke Tech.I.P maakt een jaarlijks activiteitenverslag op dat naar de Raad van beheer van het "Centre d'auto-formation et de formation continuée" van het onderwijs van de Franse Gemeenschap uiterlijk 30 augustus van elk jaar wordt gezonden.
§ 4. In elk Tech.I.P. wordt er een Comité voor dagelijks beheer opgericht bestaande uit :
- de inrichtingshoofden van de onderwijsinrichtingen die lid zijn van de Tech.I.P;
- een coördinator gekozen onder de inrichtingshoofden van de onderwijsinrichtingen die lid zijn van de Tech.I.P;
- personen-hulpkrachten van buitenhuis.
§ 5. Het Comité voor het dagelijks beheer van de Tech.I.P neemt maatregelen die een efficiënt beheer ervan toelaten.
Aldus :
- bepaalt het de oriëntaties inzake vorming, documentatie en informatie;
- programmeert en organiseert het de verschillende activiteiten;
- zorgt het voor het opvolgen van de activiteiten, maakt het de evaluatie ervan en stelt het jaarverslag op bedoeld bij § 3 van dit artikel;
- maakt het de inventaris op van de documentatie en van de uitrusting die performerend is;
- verzamelt het en bewerkt het de informatie en zorgt het voor haar verspreiding;
- zorgt het voor het optimaal gebruik van de topuitrusting;
- stelt het de personen aan die als hulpkracht van buitenshuis optreden.
§ 6. De aanbiedingen inzake vorming vanwege de Tech.I.P's worden op de server internetten RESTODE uitgezonden.
Art. 17bis. § 1er. Chaque P.I.Tech. est composé d'institutions d'enseignement de la Communauté française ainsi que d'organismes techniques et scientifiques compétents dans les secteurs visés à l'article 3ter, § 1
Il détermine son siège parmi l'une des institutions précitées.
§ 2. L'Inspection de l'enseignement organisé par la Communauté française est associée à la poursuite des objectifs définis à l'article 3ter, § 3.
§ 3. Chaque P.I.Tech. élabore un rapport annuel d'activités qui est transmis au Conseil de gestion du Centre d'auto-formation et de formation continuée de l'enseignement de la Communauté française, au plus tard pour le 30 août de chaque année.
§ 4. Dans chaque P.I.Tech., il est créé un Comité de gestion quotidienne composé :
- des chefs d'établissement des institutions d'enseignement membres du P.I.Tech.;
- d'un coordonnateur choisi parmi les chefs d'établissement des institutions d'enseignement membres du P.I.Tech.;
- de personnes-ressources extérieures.
§ 5. Le Comité de gestion quotidienne du P.I.Tech. prend les mesures qui permettent la gestion efficace de celui-ci.
Ainsi il :
- détermine les orientations en matière de formation, de documentation et d'information;
- programme et organise les différentes activités;
- assure le suivi des activités, procède à leur évaluation et élabore le rapport annuel visé au § 3 du présent article;
- dresse l'inventaire de la documentation et de l'équipement performant;
- collecte, traite l'information et en assure la diffusion;
- veille à l'utilisation optimale de l'équipement de pointe;
- désigne les personnes-ressources.
§ 6. Les offres de formation des P.I.Tech. sont reprises sur le serveur interréseaux RESTODE.
Il détermine son siège parmi l'une des institutions précitées.
§ 2. L'Inspection de l'enseignement organisé par la Communauté française est associée à la poursuite des objectifs définis à l'article 3ter, § 3.
§ 3. Chaque P.I.Tech. élabore un rapport annuel d'activités qui est transmis au Conseil de gestion du Centre d'auto-formation et de formation continuée de l'enseignement de la Communauté française, au plus tard pour le 30 août de chaque année.
§ 4. Dans chaque P.I.Tech., il est créé un Comité de gestion quotidienne composé :
- des chefs d'établissement des institutions d'enseignement membres du P.I.Tech.;
- d'un coordonnateur choisi parmi les chefs d'établissement des institutions d'enseignement membres du P.I.Tech.;
- de personnes-ressources extérieures.
§ 5. Le Comité de gestion quotidienne du P.I.Tech. prend les mesures qui permettent la gestion efficace de celui-ci.
Ainsi il :
- détermine les orientations en matière de formation, de documentation et d'information;
- programme et organise les différentes activités;
- assure le suivi des activités, procède à leur évaluation et élabore le rapport annuel visé au § 3 du présent article;
- dresse l'inventaire de la documentation et de l'équipement performant;
- collecte, traite l'information et en assure la diffusion;
- veille à l'utilisation optimale de l'équipement de pointe;
- désigne les personnes-ressources.
§ 6. Les offres de formation des P.I.Tech. sont reprises sur le serveur interréseaux RESTODE.
HOOFDSTUK III. [1 - Overgangsbepalingen]1
CHAPITRE III. [1 - Dispositions transitoires]1
Art. 17ter. [1 Een personeelslid kan slechts aangeworven worden in een betrekking van het ambt van boekhouder bedoeld in artikel 17, § 1, 1°, f), van het bovenvermelde decreet van 12 mei 2004 wanneer het tijdelijk aangesteld personeelslid, als stagedoende of benoemd in vast verband in het ambt van bestuurder-secretaris of eerste secretaris-boekhouder of secretaris-boekhouder belast met de boekhouding binnen deze inrichting de uitoefening van zijn ambt definitief stopzet.]1
Art. 17ter. [1 Un membre du personnel ne peut être recruté dans un emploi de la fonction de comptable visée à l'article 17, § 1er, 1°, f), du décret du 12 mai 2004 précité qu'à partir du moment où le membre du personnel désigné à titre temporaire, en qualité de stagiaire ou nommé à titre définitif à la fonction d'administrateur secrétaire ou premier secrétaire comptable ou secrétaire comptable chargé de la comptabilité au sein de cet établissement cesse définitivement l'exercice de ses fonctions.]1
Art.18. Dit besluit treedt in werking op 1 september 1995.
Art.18. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 1995.
Art. 19. De Minister van Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 19. Le Ministre de l'Education est chargé de l'exécution du présent arrêté.