In de zin van dit decreet dient onder "CRAC" te worden verstaan : de gewestelijke rekening voor de sanering van de financiën van gemeenten en provincies geopend bij de contracterende financiële instelling.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
23 MAART 1995. - [Decreet houdende oprichting van een Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten dat moet zorgen voor de opvolging en de controle op de beheersplannen van de gemeenten en provincies en dat het financiële evenwicht van de gemeenten en provincies van het Waalse Gewest moet helpen handhaven]. (Opschrift vervangen door DWG 1997-06-26/34, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 19-07-1997) (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-04-1995 en tekstbijwerking tot 24-01-2025)
Titre
23 MARS 1995. - [Décret portant création d'un Centre régional d'aide aux communes chargé d'assurer le suivi et le contrôle des plans de gestion des communes et des provinces et d'apporter son concours au maintien de l'équilibre financier des communes et des provinces de la Région wallonne]. (Intitulé remplacé par DRW 1997-06-26/34, art. 12, 002; En vigueur : 19-07-1997) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 05-04-1995 et mise à jour au 24-01-2025)
Informations sur le document
Numac: 1995027172
Datum: 1995-03-23
Info du document
Numac: 1995027172
Date: 1995-03-23
Table des matières
Tekst (28)
Texte (28)
HOOFDSTUK I. - Definitie.
CHAPITRE I. - Définition.
Artikel 1. Dit decreet regelt hoofdzakelijk de in artikel 39 van de Grondwet bedoelde aangelegenheden. Bovendien regelen §§ 3 (, 4 en 5) van artikel 5 en artikel 5bis, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, aangelegenheden bedoeld in artikelen 127 en 128 daarvan.
In de zin van dit decreet dient onder "CRAC" te worden verstaan : de gewestelijke rekening voor de sanering van de financiën van gemeenten en provincies geopend bij de contracterende financiële instelling.
In de zin van dit decreet dient onder "CRAC" te worden verstaan : de gewestelijke rekening voor de sanering van de financiën van gemeenten en provincies geopend bij de contracterende financiële instelling.
Article 1. Le présent décret règle principalement des matières visées à l'article 39 de la Constitution. En outre, les §§ 3 (,4 et 5) de l'article 5 et l'article 5bis règlent, en application de l'article 138 de la Constitution, des matières visées aux articles 127 et 128 de celle-ci.
Au sens du présent décret, il faut entendre par le CRAC, le compte régional pour l'assainissement des communes et des provinces ouvert auprès de l'institution financière contractante.
Au sens du présent décret, il faut entendre par le CRAC, le compte régional pour l'assainissement des communes et des provinces ouvert auprès de l'institution financière contractante.
HOOFDSTUK II. - (Financiering van de gewestelijke rekening voor de sanering van de financiën van de gemeenten en provincies.)
CHAPITRE II. - (Du financement du compte régional pour l'assainissement des communes et des provinces.)
Art.2. § 1. De Waalse Regering is ertoe gemachtigd een overeenkomst te sluiten met het Gemeentekrediet van België of met elke andere door hem erkende financiële instelling om de financiële toestand van bepaalde (...) gemeenten (en provincies) structureel te saneren.
§ 2. Artikel 2 van het decreet van 20 juli 1989 tot vaststelling van de regelen inzake algemene financiering van de Waalse gemeenten is niet van toepassing op de bepalingen van artikel 20, § 4, van hetzelfde decreet. De Regering is ertoe gemachtigd de in artikel 20, § 4, van voornoemd decreet bedoelde bedragen krachtens de door haar bepaalde modaliteiten te besteden. Naast de in artikel 1 van het decreet van 20 juli 1989 bedoelde algemene dotatie is de Regering ertoe gemachtigd de (gemeenten en, uitzonderlijkerwijs en behoorlijk bewezen, de provincies voor zover ze deelnemen in een intercommunale voor gezondheidszorg) krachtens de door haar bepaalde modaliteiten te subsidiëren met aanvullende toelagen die hun kasschuldenlast moeten helpen verlichten.
(§ 3. Een gemeente of een provincie die, overeenkomstig artikel 2, § 2, van dit decreet, een toelage van de Regering krijgt, is gehouden een beheersplan op te maken en goed te keuren, krachtens de principes die bepaald zijn bij het decreet van 3 juni 1993 betreffende de algemene principes van de beheersplannen voor de gemeenten en provincies.)
§ 2. Artikel 2 van het decreet van 20 juli 1989 tot vaststelling van de regelen inzake algemene financiering van de Waalse gemeenten is niet van toepassing op de bepalingen van artikel 20, § 4, van hetzelfde decreet. De Regering is ertoe gemachtigd de in artikel 20, § 4, van voornoemd decreet bedoelde bedragen krachtens de door haar bepaalde modaliteiten te besteden. Naast de in artikel 1 van het decreet van 20 juli 1989 bedoelde algemene dotatie is de Regering ertoe gemachtigd de (gemeenten en, uitzonderlijkerwijs en behoorlijk bewezen, de provincies voor zover ze deelnemen in een intercommunale voor gezondheidszorg) krachtens de door haar bepaalde modaliteiten te subsidiëren met aanvullende toelagen die hun kasschuldenlast moeten helpen verlichten.
(§ 3. Een gemeente of een provincie die, overeenkomstig artikel 2, § 2, van dit decreet, een toelage van de Regering krijgt, is gehouden een beheersplan op te maken en goed te keuren, krachtens de principes die bepaald zijn bij het decreet van 3 juni 1993 betreffende de algemene principes van de beheersplannen voor de gemeenten en provincies.)
Art.2. § 1. Le Gouvernement Wallon est autorisé à conclure avec le Crédit Communal de Belgique ou avec tout organisme financier agréé par celui-ci une convention en vue d'assainir structurellement la situation de certaines communes (et des provinces).
§ 2. L'article 2 du décret du 20 juillet 1989 ne s'applique pas aux dispositions de l'article 20, § 4, du même décret. Le Gouvernement est autorisé, selon les modalités qu'il détermine, à affecter les montants visés à l'article 20, § 4, dudit décret. Complémentairement à la dotation générale visée à l'article 1er du décret du 20 juillet 1989, le Gouvernement est autorisé, selon les modalités qu'il détermine, à subventionner les (communes et, à titre exceptionnel et dûment justifié, les provinces, dans la stricte mesure où elles participent à une intercommunale de soins de santé) par des subventions complémentaires permettant d'alléger leurs charges de dettes de trésorerie.
(§ 3. Une commune ou une province qui, en application de l'article 2, § 2, du présent décret, obtient une subvention du Gouvernement est tenue d'établir et d'adopter un plan de gestion conformément aux principes définis par le décret du 3 juin 1993 relatif aux principes généraux des plans de gestion des communes et des provinces.)
§ 2. L'article 2 du décret du 20 juillet 1989 ne s'applique pas aux dispositions de l'article 20, § 4, du même décret. Le Gouvernement est autorisé, selon les modalités qu'il détermine, à affecter les montants visés à l'article 20, § 4, dudit décret. Complémentairement à la dotation générale visée à l'article 1er du décret du 20 juillet 1989, le Gouvernement est autorisé, selon les modalités qu'il détermine, à subventionner les (communes et, à titre exceptionnel et dûment justifié, les provinces, dans la stricte mesure où elles participent à une intercommunale de soins de santé) par des subventions complémentaires permettant d'alléger leurs charges de dettes de trésorerie.
(§ 3. Une commune ou une province qui, en application de l'article 2, § 2, du présent décret, obtient une subvention du Gouvernement est tenue d'établir et d'adopter un plan de gestion conformément aux principes définis par le décret du 3 juin 1993 relatif aux principes généraux des plans de gestion des communes et des provinces.)
Art.3. Beschouwd worden als gemeenten met financiële moeilijkheden in de zin van artikel 20, § 4, van het decreet van 20 juli 1989, de gemeenten die langlopende leningen voor buitengewone hulp, met toegang tot de "C.R.A.C.", aangegaan hebben.
Art.3. Sont considérées comme communes en difficultés financières au sens de l'article 20, § 4, du décret du 20 juillet 1989 fixant les règles de financement général des communes, celles ayant conclu des prêts d'aide extraordinaires à long terme avec accès au C.R.A.C..
HOOFDSTUK III. - Oprichting.
CHAPITRE III. - De la création.
Art.4. § 1. Er wordt een gedecentraliseerde autonome dienst met rechtspersoonlijkheid opgericht, te weten de "Centre régional d'aide aux communes", hierna "het Centrum" genoemd.
§ 2. De zetel is gevestigd te Namen.
§ 2. De zetel is gevestigd te Namen.
Art.4. § 1er. Il est créé un service autonome décentralisé doté de la personnalité juridique dénommé "Centre régional d'aide aux communes" et appelé ci-après "le Centre".
§ 2. Son siège est situé à Namur.
§ 2. Son siège est situé à Namur.
HOOFDSTUK IV. - Opdrachten.
CHAPITRE IV. - Des missions.
Art.5. § 1. Het centrum heeft als opdracht de gemeenten te adviseren over de follow-up van hun beheersplan, overeenkomstig het decreet van 3 juni 1993 betreffende de algemene principes van het beheersplan voor (...) gemeenten (en provincies).
(§ 1bis. Het centrum heeft ook als opdracht de provincies te adviseren over de opvolging van hun beheersplan.)
§ 2. De overige opdrachten van het centrum zijn de volgende :
a) zorgen voor de follow-up van de activa en passiva, van de "C.R.A.C." en alle positieve financiële maatregelen voor het saldobeheer van voornoemde rekening treffen,
b) de budgettaire situatie van de gemeenten (en provincies) die om de toegang tot de "C.R.A.C." vragen, onderzoeken,
c) meewerken aan het beheer van de thesaurie van de gemeenten (en provincies),
d) de Waalse Regering of de door haar gemachtigde Minister adviseren over de financiële problemen van de gemeenten (en provincies),
e) al de hem door de Waalse Regering toevertrouwde opdrachten die betrekking hebben op zijn doelstellingen.
§ 3. (Met instemming van de Waalse Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om te zorgen voor de financiering van grote sportinfrastructuren en specifieke topinfrastructuren, zoals bedoeld in afdelingen 2 en 3 van hoofdstuk II van het decreet van 25 februari 1999 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur, waarvan de opdrachtgever een gemeente, een provincie (, een autonoom gemeente- of provinciebedrijf) of een vereniging van gemeenten is. Die wijze van financiering wordt uitgevoerd in afwijking van de in het bovenvermelde decreet bedoelde wijze van vereffening van de toelagen.)
(§ 4. Met instemming van de Waalse Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om, ten bate van de gemeenten, provincies, verenigingen van gemeenten, instellingen van openbaar nut, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verenigingen opgericht overeenkomstig hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verenigingen zonder winstoogmerk en vennootschappen met sociaal oogmerk, te zorgen voor de financiering van de investeringen gesubsidieerd overeenkomstig :
1° artikel 46 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 7 augustus 1987, met uitzondering van investeringen gedaan door de universitaire ziekenhuizen en de psychiatrische ziekenhuizen opgericht bij het decreet van 6 april 1995 betreffende het beheer van psychiatrische ziekenhuizen in het Waalse Gewest;
2° [1 het decreet van 7 november 2007 betreffende de subsidies voor investeringen in inrichtingen tot opvang van bejaarde personen;]1
3° artikel 15, 3°, van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen.
Die wijze van financiering wordt uitgevoerd in afwijking van de wijze van vereffening van de in voornoemde wetgevingen bedoelde toelagen.)
§ (5). De "C.R.A.C." is op naam van het Centrum geopend.
(NOTA : de wetgever heeft geen rekening gehouden met de nieuwe nummering van de paragrafen van art. 5 gedaan door DWG 2001-06-28/41 die op 01-01-2001 inwerking treedt en voegt opnieuw een § 5 in :
§ 5. Met instemming van de Waalse Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om te zorgen voor de financiering van toeristische uitrustingen zoals bepaald bij het koninklijk besluit van 14 februari 1967 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de subsidies, door de Staat verleend voor de ontwikkeling van de toeristische uitrusting, waarvan de opdrachtgever een gemeente, een provincie of een vereniging van gemeenten, een vereniging zonder winstoogmerk of een stichting van openbaar nut is. Die wijze van financiering wordt uitgevoerd in afwijking van de in het bovenvermelde koninklijk besluit bedoelde wijze van vereffening van de toelagen. <DWG 2003-12-18/92, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-03-2004>)
[10 Het Centrum wordt er eveneens toe gemachtigd om de financiering van voorzieningen inzake Sociaal toerisme zoals bepaald bij Boek III van het Waalse Wetboek voor Toerisme te verzekeren.]10
(§ 6. Met instemming van de Waalse Regering is het Centrum gemachtigd om de financiering van installaties voor het afvalstoffenbeheer zoals omschreven bij artikel 1, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 30 april 1998 betreffende de verlening van toelagen voor afvalpreventie en -beheer aan de ondergeschikte besturen tegen de percentages vastgesteld bij artikel 11 van voorvermeld besluit te waarborgen. Die financieringswijze wijkt van de wijze van uitbetaling van de toelagen bedoeld bij voorvermeld besluit af.)
(§ 7. Met instemming van de Waalse Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om, ten bate van de plaatselijke besturen of autonome bedrijven, en de openbare huisvestingsmaatschappijen, op tussenkomst van de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij), te zorgen voor de financiering van de verrichtingen bedoeld in de artikelen 29, 30, 35 tot 38, 44 tot 50, 54, 55, 58, 59, 59bis, 60 tot 78 en 78bis van de "Code wallon du Logement" (Waalse Huisvestingscode).)
Die financieringswijze wijkt af van de wijze van uitbetaling van de tegemoetkomingen voorzien in de in het eerste lid van dit paragraaf bedoelde artikelen.
(§ 8. Met instemming van de Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om, ten bate van de gemeenten, de provincies, de verenigingen van gemeenten en politiezones, te zorgen voor de financiering van de investeringen zoals bepaald in artikel L3341-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie.
Die financieringswijze wordt uitgevoerd in afwijking van de wijze van uitbetaling van de subsidies voorzien in lid 1 van deze paragraaf.
§ 9. Met instemming van de Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om, ten bate van de gemeenten, de provincies, de verenigingen van gemeenten [2 de scholen en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn]2 en [12 politie- en hulpverleningszones]12, te zorgen voor de financiering van de investeringen in [12 nieuwe bouwwerken en renovatiewerkzaamheden die de energieprestatie van het gebouw kunnen verbeteren]12, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 3, § 2, C, van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie van de gebouwen beogen. Die financieringswijze en de administratieve verwerking ervan worden uitgevoerd overeenkomstig de wijze van uitbetaling van de subsidies bedoeld bij het voornoemde besluit.)
[3 § 10. Krachtens het samenwerkingsakkoord van 3 februari 2011 gesloten tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de financiering van gesubsidieerde investeringen krachtens artikel 7, § 4, van het decreet van 5 februari 1990 van de Franse Gemeenschap en het akkoord van de Regering wordt het Centrum ertoe gemachtigd om te zorgen voor de financiering van de investeringen bedoeld in bovenvermeld artikel ten bate van de in hetzelfde artikel bedoelde begunstigden.]3
[4 § 11. Met instemming van de Waalse Regering en onder de door haar vastgestelde voorwaarden wordt het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten ertoe gemachtigd om, ten bate van de gemeenten, de provincies, de verenigingen van gemeenten, de instellingen van openbaar nut, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de verenigingen opgericht krachtens hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de verenigingen zonder winstoogmerk en de vennootschappen met een maatschappelijk doel, te zorgen voor de uitbetaling van de investeringen gesubsidieerd krachtens de artikelen L3341-1 tot L3341-15 van het Wetboek van de plaatselijke democratie.
Deze wijze van uitbetaling wordt uitgevoerd in afwijking van de wijze van uitbetaling van de toelagen bedoeld in bovenvermelde wetgeving.]4
[5 § 12. Met instemming van de Waalse Regering en onder de door haar vastgestelde voorwaarden wordt het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten ertoe gemachtigd om, ten bate van de gemeenten te zorgen voor de uitbetaling van de investeringen gesubsidieerd krachtens artikel 4 van het programmadecreet van 10 december 2009 houdende verschillende maatregelen betreffende de wegenisretributie, de bezoldiging van de gewestelijke garantie, de dotaties en toelagen aan bepaalde instellingen onder beheerscontract, en een pilootproject inzake trekkingsrecht, ten gunste van de gemeenten, voor de investeringssubsidies betreffende de onderhoudswerken van de wegen.
Die mogelijkheid wijzigt niet de actiemiddelen die verleend zijn aan de Minister van Plaatselijke Besturen om zijn beleidsvormen inzake gesubsidieerde werken en met name die bedoeld in bovenvermeld artikel 4 te financieren.]5
[10 § 13. Met instemming en onder de voorwaarden van de Regering, is het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten ertoe gemachtigd om, ten gunste van de inrichtende machten van de voorzieningen inzake kinderopvang, de uitbetaling te verzekeren van de investeringen die in aanmerking zijn gekomen voor de toekenning door de Regering van een subsidie.]10
[11 § 14. Met instemming en onder de voorwaarden van de Waalse Regering, is het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten ertoe gemachtigd om, ten gunste van de gemeenten, de financiering van de gesubsidieerde investeringen te verzekeren, overeenkomstig de artikelen 172 en 173 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie.]11
[15 [16 § 15. Met instemming en onder de voorwaarden van de Waalse Regering, is het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten ertoe gemachtigd om, ten gunste van de inrichtende machten van de voorzieningen voor de opvang van rondreizende bevolkingsgroepen, de uitbetaling te verzekeren van de investeringen die in aanmerking zijn gekomen voor de toekenning door de Waalse Regering van een subsidie.]16]15
(§ 1bis. Het centrum heeft ook als opdracht de provincies te adviseren over de opvolging van hun beheersplan.)
§ 2. De overige opdrachten van het centrum zijn de volgende :
a) zorgen voor de follow-up van de activa en passiva, van de "C.R.A.C." en alle positieve financiële maatregelen voor het saldobeheer van voornoemde rekening treffen,
b) de budgettaire situatie van de gemeenten (en provincies) die om de toegang tot de "C.R.A.C." vragen, onderzoeken,
c) meewerken aan het beheer van de thesaurie van de gemeenten (en provincies),
d) de Waalse Regering of de door haar gemachtigde Minister adviseren over de financiële problemen van de gemeenten (en provincies),
e) al de hem door de Waalse Regering toevertrouwde opdrachten die betrekking hebben op zijn doelstellingen.
§ 3. (Met instemming van de Waalse Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om te zorgen voor de financiering van grote sportinfrastructuren en specifieke topinfrastructuren, zoals bedoeld in afdelingen 2 en 3 van hoofdstuk II van het decreet van 25 februari 1999 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur, waarvan de opdrachtgever een gemeente, een provincie (, een autonoom gemeente- of provinciebedrijf) of een vereniging van gemeenten is. Die wijze van financiering wordt uitgevoerd in afwijking van de in het bovenvermelde decreet bedoelde wijze van vereffening van de toelagen.)
(§ 4. Met instemming van de Waalse Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om, ten bate van de gemeenten, provincies, verenigingen van gemeenten, instellingen van openbaar nut, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verenigingen opgericht overeenkomstig hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verenigingen zonder winstoogmerk en vennootschappen met sociaal oogmerk, te zorgen voor de financiering van de investeringen gesubsidieerd overeenkomstig :
1° artikel 46 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 7 augustus 1987, met uitzondering van investeringen gedaan door de universitaire ziekenhuizen en de psychiatrische ziekenhuizen opgericht bij het decreet van 6 april 1995 betreffende het beheer van psychiatrische ziekenhuizen in het Waalse Gewest;
2° [1 het decreet van 7 november 2007 betreffende de subsidies voor investeringen in inrichtingen tot opvang van bejaarde personen;]1
3° artikel 15, 3°, van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen.
Die wijze van financiering wordt uitgevoerd in afwijking van de wijze van vereffening van de in voornoemde wetgevingen bedoelde toelagen.)
§ (5). De "C.R.A.C." is op naam van het Centrum geopend.
(NOTA : de wetgever heeft geen rekening gehouden met de nieuwe nummering van de paragrafen van art. 5 gedaan door DWG 2001-06-28/41 die op 01-01-2001 inwerking treedt en voegt opnieuw een § 5 in :
§ 5. Met instemming van de Waalse Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om te zorgen voor de financiering van toeristische uitrustingen zoals bepaald bij het koninklijk besluit van 14 februari 1967 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de subsidies, door de Staat verleend voor de ontwikkeling van de toeristische uitrusting, waarvan de opdrachtgever een gemeente, een provincie of een vereniging van gemeenten, een vereniging zonder winstoogmerk of een stichting van openbaar nut is. Die wijze van financiering wordt uitgevoerd in afwijking van de in het bovenvermelde koninklijk besluit bedoelde wijze van vereffening van de toelagen. <DWG 2003-12-18/92, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-03-2004>)
[10 Het Centrum wordt er eveneens toe gemachtigd om de financiering van voorzieningen inzake Sociaal toerisme zoals bepaald bij Boek III van het Waalse Wetboek voor Toerisme te verzekeren.]10
(§ 6. Met instemming van de Waalse Regering is het Centrum gemachtigd om de financiering van installaties voor het afvalstoffenbeheer zoals omschreven bij artikel 1, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 30 april 1998 betreffende de verlening van toelagen voor afvalpreventie en -beheer aan de ondergeschikte besturen tegen de percentages vastgesteld bij artikel 11 van voorvermeld besluit te waarborgen. Die financieringswijze wijkt van de wijze van uitbetaling van de toelagen bedoeld bij voorvermeld besluit af.)
(§ 7. Met instemming van de Waalse Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om, ten bate van de plaatselijke besturen of autonome bedrijven, en de openbare huisvestingsmaatschappijen, op tussenkomst van de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij), te zorgen voor de financiering van de verrichtingen bedoeld in de artikelen 29, 30, 35 tot 38, 44 tot 50, 54, 55, 58, 59, 59bis, 60 tot 78 en 78bis van de "Code wallon du Logement" (Waalse Huisvestingscode).)
Die financieringswijze wijkt af van de wijze van uitbetaling van de tegemoetkomingen voorzien in de in het eerste lid van dit paragraaf bedoelde artikelen.
(§ 8. Met instemming van de Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om, ten bate van de gemeenten, de provincies, de verenigingen van gemeenten en politiezones, te zorgen voor de financiering van de investeringen zoals bepaald in artikel L3341-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie.
Die financieringswijze wordt uitgevoerd in afwijking van de wijze van uitbetaling van de subsidies voorzien in lid 1 van deze paragraaf.
§ 9. Met instemming van de Regering is het Centrum ertoe gemachtigd om, ten bate van de gemeenten, de provincies, de verenigingen van gemeenten [2 de scholen en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn]2 en [12 politie- en hulpverleningszones]12, te zorgen voor de financiering van de investeringen in [12 nieuwe bouwwerken en renovatiewerkzaamheden die de energieprestatie van het gebouw kunnen verbeteren]12, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 3, § 2, C, van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie van de gebouwen beogen. Die financieringswijze en de administratieve verwerking ervan worden uitgevoerd overeenkomstig de wijze van uitbetaling van de subsidies bedoeld bij het voornoemde besluit.)
[3 § 10. Krachtens het samenwerkingsakkoord van 3 februari 2011 gesloten tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de financiering van gesubsidieerde investeringen krachtens artikel 7, § 4, van het decreet van 5 februari 1990 van de Franse Gemeenschap en het akkoord van de Regering wordt het Centrum ertoe gemachtigd om te zorgen voor de financiering van de investeringen bedoeld in bovenvermeld artikel ten bate van de in hetzelfde artikel bedoelde begunstigden.]3
[4 § 11. Met instemming van de Waalse Regering en onder de door haar vastgestelde voorwaarden wordt het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten ertoe gemachtigd om, ten bate van de gemeenten, de provincies, de verenigingen van gemeenten, de instellingen van openbaar nut, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de verenigingen opgericht krachtens hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de verenigingen zonder winstoogmerk en de vennootschappen met een maatschappelijk doel, te zorgen voor de uitbetaling van de investeringen gesubsidieerd krachtens de artikelen L3341-1 tot L3341-15 van het Wetboek van de plaatselijke democratie.
Deze wijze van uitbetaling wordt uitgevoerd in afwijking van de wijze van uitbetaling van de toelagen bedoeld in bovenvermelde wetgeving.]4
[5 § 12. Met instemming van de Waalse Regering en onder de door haar vastgestelde voorwaarden wordt het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten ertoe gemachtigd om, ten bate van de gemeenten te zorgen voor de uitbetaling van de investeringen gesubsidieerd krachtens artikel 4 van het programmadecreet van 10 december 2009 houdende verschillende maatregelen betreffende de wegenisretributie, de bezoldiging van de gewestelijke garantie, de dotaties en toelagen aan bepaalde instellingen onder beheerscontract, en een pilootproject inzake trekkingsrecht, ten gunste van de gemeenten, voor de investeringssubsidies betreffende de onderhoudswerken van de wegen.
Die mogelijkheid wijzigt niet de actiemiddelen die verleend zijn aan de Minister van Plaatselijke Besturen om zijn beleidsvormen inzake gesubsidieerde werken en met name die bedoeld in bovenvermeld artikel 4 te financieren.]5
[10 § 13. Met instemming en onder de voorwaarden van de Regering, is het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten ertoe gemachtigd om, ten gunste van de inrichtende machten van de voorzieningen inzake kinderopvang, de uitbetaling te verzekeren van de investeringen die in aanmerking zijn gekomen voor de toekenning door de Regering van een subsidie.]10
[11 § 14. Met instemming en onder de voorwaarden van de Waalse Regering, is het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten ertoe gemachtigd om, ten gunste van de gemeenten, de financiering van de gesubsidieerde investeringen te verzekeren, overeenkomstig de artikelen 172 en 173 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie.]11
[15 [16 § 15. Met instemming en onder de voorwaarden van de Waalse Regering, is het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten ertoe gemachtigd om, ten gunste van de inrichtende machten van de voorzieningen voor de opvang van rondreizende bevolkingsgroepen, de uitbetaling te verzekeren van de investeringen die in aanmerking zijn gekomen voor de toekenning door de Waalse Regering van een subsidie.]16]15
Modifications
Art.5. § 1. Le Centre a pour mission de conseiller les communes dans le suivi de leur plan de gestion conformément au décret du 3 juin 1993 relatif aux principes généraux des plans de gestion des communes (et des provinces).
(§ 1bis. Le Centre a aussi pour mission de conseiller les provinces dans le suivi de leur plan de gestion.)
§ 2. Il a, en outre, pour missions :
a) d'assurer le suivi des crédits et débits du C.R.A.C., et de prendre toutes mesures financières positives de gestion de solde dudit compte ;
b) d'examiner les situations budgétaires des communes (et des provinces) sollicitant l'accès au C.R.A.C. ;
c) d'aider à la gestion de trésorerie des communes (et des provinces) ;
d) de délivrer des avis au Gouvernement wallon ou au Ministre qu'il délègue à cette fin sur les problèmes relatifs à la situation financière des communes (et des provinces) ;
e) toutes missions en rapport avec son objet qui lui sont confiées par le Gouvernement wallon.
(§ 3. De l'accord du Gouvernement wallon, le Centre est habilité à assurer le financement de grandes infrastructures sportives et d'infrastructures spécifiques de haut niveau, telles que définies aux sections 2 et 3 du chapitre II du décret du 25 février 1999 relatif aux subventions octroyées à certains investissements en matière d'infrastructures sportives, qui ont pour maître d'ouvrage une commune, une province (, une régie communale ou provinciale autonome) ou une association de communes. Ce mode de financement s'effectue en dérogation avec le mode de liquidation des subventions visé dans le décret précité.
§ 4. (De l'accord du Gouvernement wallon, le Centre est habilité à assurer, au bénéfice des communes, des provinces, des associations de communes, des établissements d'utilité publique, des centres publics d'aide sociale, des associations créées en vertu du chapitre XII de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale, des associations sans but lucratif et des sociétés à finalité sociale, le financement des investissements subventionnés en application de :
1° l'article 46 de la loi sur les hôpitaux coordonnée par l'arrêté royal du 7 août 1987, à l'exception des investissements réalisés par les hôpitaux universitaires et par les centres hospitaliers psychiatriques créés par le décret du 6 avril 1995 relatif à la gestion des hôpitaux psychiatriques de la Région wallonne;
2° [1 le décret du 7 novembre 2007 relatif aux subsides pour investissements dans les établissements d'accueil pour personnes âgées;]1;
3° l'article 15, 3°, du décret du 6 avril 1995 relatif à l'intégration des personnes handicapées.
Ce mode de financement s'effectue en dérogation avec le mode de liquidation des subventions visé dans les législations précitées.)
§ (5). Le C.R.A.C. est ouvert au nom du Centre.
(NOTE : le législateur ne semble pas avoir tenu compte de la nouvelle numérotation des paragraphes de l'art. 5 par DRW 2001-06-28/41, art. 2 ; En vigueur : 01-01-2001 et introduit à nouveau un § 5 :
(§ 5. De l'accord du Gouvernement wallon, le Centre est habilité à assurer le financement d'équipements touristiques, tels que définis par l'arrêté royal du 14 février 1967 déterminant les conditions d'octroi des subventions allouées par l'Etat pour le développement de l'équipement touristique, qui ont pour maître d'ouvrage une commune, une province, une association de communes, une association sans but lucratif ou une fondation d'utilité publique. Ce mode de financement effectue en dérogation avec le mode de liquidation des subventions visé dans l'arrêté royal précité.))
[6 [8 [10 Le Centre est également habilité à assurer le financement d'équipements en matière de tourisme social tels que définis par le Livre III du Code wallon du Tourisme.]10]8 ]6
(§ 6. De l'accord du Gouvernement wallon, le Centre est habilité à assurer le financement d'installations de gestion des déchets, telles que définies par l'article 1er, 2°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 30 avril 1998 relatif à l'octroi de subventions aux pouvoirs subordonnés en matière de prévention et de gestion des déchets, aux taux fixés par l'article 11 de l'arrêté précité. Ce mode de financement s'effectue en dérogation avec le mode de liquidation des subventions visé dans l'arrêté précité.)
(§ 7. De l'accord du Gouvernement, le Centre est habilité à assurer au bénéfice des pouvoirs locaux ou des régies autonomes, et des sociétés de logement de service public, à l'intervention de la Société wallonne du Logement, le financement des opérations visées aux articles 29, 30, 35 à 38, 44 à 50, 54, 55, 58, 59, 59bis, 60 à 78 et 78bis du Code wallon du Logement.
Ce mode de financement s'effectue en dérogation avec le mode de liquidation des aides prévues dans les articles visés à l'alinéa 1er du présent paragraphe.)
(§ 8. De l'accord du Gouvernement, le Centre est habilité à assurer au bénéfice des communes, des provinces, des associations de communes et des zones de police, le financement des investissements tels que prévus à l'article L3341-1 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation.
Ce mode de financement s'effectue en dérogation au mode de liquidation des subventions prévues à l'alinéa 1er du présent paragraphe.
§ 9. De l'accord du Gouvernement, le Centre est habilité à assurer au bénéfice des communes, des provinces, des associations de communes [2 , des écoles, des centres publics d'action sociale]2 et des zones de police [12 et de secours]12, le financement des investissements dans [12 des nouvelles constructions et des travaux de rénovation permettant l'amélioration de la performance énergétique du bâtiment]12, conformément aux dispositions reprises à l'article 3, § 2, C, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 avril 2003 relatif à l'octroi des subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique des bâtiments. Ce mode de financement et le traitement administratif de celui-ci s'effectuent conformément au mode de liquidation des subventions visé par l'arrêté précité.)
[3 § 10. En vertu de l'accord de coopération du 3 février 2011 conclu entre la Communauté française et la Région wallonne sur le financement des investissements subventionnés en vertu de l'article 7, § 4, du décret du 5 février 1990 de la Communauté française, et de l'accord du Gouvernement, le Centre est habilité à assurer le financement des investissements visés à l'article susmentionné, en faveur des bénéficiaires désignés au même article.]3
[4 § 11. De l'accord et aux conditions du Gouvernement wallon, le Centre régional d'aide aux communes est habilité à assurer, au bénéfice des communes, des provinces, des associations de communes, des établissements d'utilité publique, des centres publics d'action sociale, des associations créées en vertu du chapitre XII de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale, des associations sans but lucratif et des sociétés à finalité sociale, la liquidation des investissements subventionnés en application des articles L3341-1 à L3341-15 du Code de la démocratie locale.
Ce mode de liquidation s'effectue en dérogation avec le mode de liquidation des subventions visées dans la législation précitée.]4
[5 § 12. De l'accord et aux conditions du Gouvernement wallon, le Centre régional d'aide aux communes est habilité à assurer, au bénéfice des communes, la liquidation des investissements subventionnés en application de l'article 4 du décret-programme du 10 décembre 2009 portant diverses mesures concernant la redevance de voirie, la rémunération de la garantie régionale, les dotations et subventions à certains organismes sous contrat de gestion, et un projet pilote relatif au droit de tirage, en faveur des communes, pour les subsides d'investissement relatifs aux travaux d'entretien de voirie.
Cette possibilité ne modifie pas les moyens d'action attribués au Ministre des Pouvoirs locaux pour financer ses politiques de travaux subsidiés et, notamment, celles prévues par l'article 4 susvisé.]5
[7 § 13. [9 [10 De l'accord et aux conditions du Gouvernement, le Centre régional d'aide aux communes est habilité à assurer, au bénéfice des pouvoirs organisateurs des structures de l'enfance, la liquidation des investissements ayant bénéficié de l'octroi d'une subvention par le Gouvernement.]10]9 ]7
[11 § 14. De l'accord et aux conditions du Gouvernement wallon, le Centre régional d'aide aux communes est habilité à assurer, au bénéfice des communes, le financement des investissements subventionnés en application des articles 172 et 173 du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme, du Patrimoine et de l'Energie.]11
[15 [16 § 15. De l'accord et aux conditions du Gouvernement wallon, le Centre régional d'aide aux communes est habilité à assurer, au bénéfice des pouvoirs organisateurs des structures d'accueil des gens du voyage, la liquidation des investissements ayant bénéficié de l'octroi d'une subvention par le Gouvernement wallon. ]16]15
(§ 1bis. Le Centre a aussi pour mission de conseiller les provinces dans le suivi de leur plan de gestion.)
§ 2. Il a, en outre, pour missions :
a) d'assurer le suivi des crédits et débits du C.R.A.C., et de prendre toutes mesures financières positives de gestion de solde dudit compte ;
b) d'examiner les situations budgétaires des communes (et des provinces) sollicitant l'accès au C.R.A.C. ;
c) d'aider à la gestion de trésorerie des communes (et des provinces) ;
d) de délivrer des avis au Gouvernement wallon ou au Ministre qu'il délègue à cette fin sur les problèmes relatifs à la situation financière des communes (et des provinces) ;
e) toutes missions en rapport avec son objet qui lui sont confiées par le Gouvernement wallon.
(§ 3. De l'accord du Gouvernement wallon, le Centre est habilité à assurer le financement de grandes infrastructures sportives et d'infrastructures spécifiques de haut niveau, telles que définies aux sections 2 et 3 du chapitre II du décret du 25 février 1999 relatif aux subventions octroyées à certains investissements en matière d'infrastructures sportives, qui ont pour maître d'ouvrage une commune, une province (, une régie communale ou provinciale autonome) ou une association de communes. Ce mode de financement s'effectue en dérogation avec le mode de liquidation des subventions visé dans le décret précité.
§ 4. (De l'accord du Gouvernement wallon, le Centre est habilité à assurer, au bénéfice des communes, des provinces, des associations de communes, des établissements d'utilité publique, des centres publics d'aide sociale, des associations créées en vertu du chapitre XII de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale, des associations sans but lucratif et des sociétés à finalité sociale, le financement des investissements subventionnés en application de :
1° l'article 46 de la loi sur les hôpitaux coordonnée par l'arrêté royal du 7 août 1987, à l'exception des investissements réalisés par les hôpitaux universitaires et par les centres hospitaliers psychiatriques créés par le décret du 6 avril 1995 relatif à la gestion des hôpitaux psychiatriques de la Région wallonne;
2° [1 le décret du 7 novembre 2007 relatif aux subsides pour investissements dans les établissements d'accueil pour personnes âgées;]1;
3° l'article 15, 3°, du décret du 6 avril 1995 relatif à l'intégration des personnes handicapées.
Ce mode de financement s'effectue en dérogation avec le mode de liquidation des subventions visé dans les législations précitées.)
§ (5). Le C.R.A.C. est ouvert au nom du Centre.
(NOTE : le législateur ne semble pas avoir tenu compte de la nouvelle numérotation des paragraphes de l'art. 5 par DRW 2001-06-28/41, art. 2 ; En vigueur : 01-01-2001 et introduit à nouveau un § 5 :
(§ 5. De l'accord du Gouvernement wallon, le Centre est habilité à assurer le financement d'équipements touristiques, tels que définis par l'arrêté royal du 14 février 1967 déterminant les conditions d'octroi des subventions allouées par l'Etat pour le développement de l'équipement touristique, qui ont pour maître d'ouvrage une commune, une province, une association de communes, une association sans but lucratif ou une fondation d'utilité publique. Ce mode de financement effectue en dérogation avec le mode de liquidation des subventions visé dans l'arrêté royal précité.)
[6 [8 [10 Le Centre est également habilité à assurer le financement d'équipements en matière de tourisme social tels que définis par le Livre III du Code wallon du Tourisme.]10]8 ]6
(§ 6. De l'accord du Gouvernement wallon, le Centre est habilité à assurer le financement d'installations de gestion des déchets, telles que définies par l'article 1er, 2°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 30 avril 1998 relatif à l'octroi de subventions aux pouvoirs subordonnés en matière de prévention et de gestion des déchets, aux taux fixés par l'article 11 de l'arrêté précité. Ce mode de financement s'effectue en dérogation avec le mode de liquidation des subventions visé dans l'arrêté précité.)
(§ 7. De l'accord du Gouvernement, le Centre est habilité à assurer au bénéfice des pouvoirs locaux ou des régies autonomes, et des sociétés de logement de service public, à l'intervention de la Société wallonne du Logement, le financement des opérations visées aux articles 29, 30, 35 à 38, 44 à 50, 54, 55, 58, 59, 59bis, 60 à 78 et 78bis du Code wallon du Logement.
Ce mode de financement s'effectue en dérogation avec le mode de liquidation des aides prévues dans les articles visés à l'alinéa 1er du présent paragraphe.)
(§ 8. De l'accord du Gouvernement, le Centre est habilité à assurer au bénéfice des communes, des provinces, des associations de communes et des zones de police, le financement des investissements tels que prévus à l'article L3341-1 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation.
Ce mode de financement s'effectue en dérogation au mode de liquidation des subventions prévues à l'alinéa 1er du présent paragraphe.
§ 9. De l'accord du Gouvernement, le Centre est habilité à assurer au bénéfice des communes, des provinces, des associations de communes [2 , des écoles, des centres publics d'action sociale]2 et des zones de police [12 et de secours]12, le financement des investissements dans [12 des nouvelles constructions et des travaux de rénovation permettant l'amélioration de la performance énergétique du bâtiment]12, conformément aux dispositions reprises à l'article 3, § 2, C, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 avril 2003 relatif à l'octroi des subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique des bâtiments. Ce mode de financement et le traitement administratif de celui-ci s'effectuent conformément au mode de liquidation des subventions visé par l'arrêté précité.)
[3 § 10. En vertu de l'accord de coopération du 3 février 2011 conclu entre la Communauté française et la Région wallonne sur le financement des investissements subventionnés en vertu de l'article 7, § 4, du décret du 5 février 1990 de la Communauté française, et de l'accord du Gouvernement, le Centre est habilité à assurer le financement des investissements visés à l'article susmentionné, en faveur des bénéficiaires désignés au même article.]3
[4 § 11. De l'accord et aux conditions du Gouvernement wallon, le Centre régional d'aide aux communes est habilité à assurer, au bénéfice des communes, des provinces, des associations de communes, des établissements d'utilité publique, des centres publics d'action sociale, des associations créées en vertu du chapitre XII de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale, des associations sans but lucratif et des sociétés à finalité sociale, la liquidation des investissements subventionnés en application des articles L3341-1 à L3341-15 du Code de la démocratie locale.
Ce mode de liquidation s'effectue en dérogation avec le mode de liquidation des subventions visées dans la législation précitée.]4
[5 § 12. De l'accord et aux conditions du Gouvernement wallon, le Centre régional d'aide aux communes est habilité à assurer, au bénéfice des communes, la liquidation des investissements subventionnés en application de l'article 4 du décret-programme du 10 décembre 2009 portant diverses mesures concernant la redevance de voirie, la rémunération de la garantie régionale, les dotations et subventions à certains organismes sous contrat de gestion, et un projet pilote relatif au droit de tirage, en faveur des communes, pour les subsides d'investissement relatifs aux travaux d'entretien de voirie.
Cette possibilité ne modifie pas les moyens d'action attribués au Ministre des Pouvoirs locaux pour financer ses politiques de travaux subsidiés et, notamment, celles prévues par l'article 4 susvisé.]5
[7 § 13. [9 [10 De l'accord et aux conditions du Gouvernement, le Centre régional d'aide aux communes est habilité à assurer, au bénéfice des pouvoirs organisateurs des structures de l'enfance, la liquidation des investissements ayant bénéficié de l'octroi d'une subvention par le Gouvernement.]10]9 ]7
[11 § 14. De l'accord et aux conditions du Gouvernement wallon, le Centre régional d'aide aux communes est habilité à assurer, au bénéfice des communes, le financement des investissements subventionnés en application des articles 172 et 173 du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme, du Patrimoine et de l'Energie.]11
[15 [16 § 15. De l'accord et aux conditions du Gouvernement wallon, le Centre régional d'aide aux communes est habilité à assurer, au bénéfice des pouvoirs organisateurs des structures d'accueil des gens du voyage, la liquidation des investissements ayant bénéficié de l'octroi d'une subvention par le Gouvernement wallon. ]16]15
Modifications
Art. 5bis. <INGEVOEGD bij DWG 2001-06-28/41, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2001> Ter uitvoering van de opdrachten opgedragen aan het Centrum bij (artikel 5, §§ 3, 4, 6, 7, 8 [1 9 en 10]1, van dit decreet), is het Centrum ertoe gemachtigd om een financieringsovereenkomst aan te gaan met elke financiële instelling. Op de datum van bekendmaking van het decreet van 28 juni 2001 tot wijziging van het decreet van 23 maart 1995 houdende oprichting van een Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten dat instaat voor de follow-up van en de controle op de beheersplannen van de gemeenten en provincies dat het financiële evenwicht van de gemeenten en provincies van het Waalse Gewest moet helpen handhaven, is het Centrum ertoe gemachtigd om in de plaats van het Waalse Gewest te treden in het kader van een door laatstgenoemde ingestelde procedure m.b.t. de gunning van de opdracht.
Modifications
Art. 5bis. Aux fins de l'exécution des missions confiées au Centre par (l'article 5, §§ 3, 4, 6 et 7, 8 [1 9 et 10]1, du présent décret), le Centre est autorisé à conclure une convention de financement avec tout organisme financier. A la date de publication du décret du 28 juin 2001, modifiant le décret du 23 mars 1995 portant création d'un centre régional d'aide aux communes chargé d'assurer le suivi et le contrôle des plans de gestion des communes et des provinces et d'apporter son concours au maintien de l'équilibre financier des communes et des provinces de la Région wallonne, le Centre est autorisé à succéder à la Région wallonne dans le cadre d'une procédure d'attribution du marché qu'elle aurait initiée.
Modifications
Art. 5ter. <INGEVOEGD bij DWG 2003-12-18/92, art. 2; Inwerkingtreding : 20-03-2004> Ter uitvoering van de opdrachten opgedragen aan het Centrum bij artikel 5, § 5, van dit decreet, is het Centrum ertoe gemachtigd om een financieringsovereenkomst aan te gaan met elke financiële instelling. Op de datum van bekendmaking van het decreet van 18 december 2003 houdende wijziging van het decreet van 23 maart 1995 houdende oprichting van een Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten dat instaat voor de follow-up van en de controle op de beheersplannen van de gemeenten en provincies dat het financiële evenwicht van de gemeenten en provincies van het Waalse Gewest moet helpen handhaven, is het Centrum ertoe gemachtigd om in de plaats van het Waalse Gewest te treden in het kader van een door laatstgenoemde ingestelde procedure m.b.t. de gunning van de opdracht.
Art. 5ter. Aux fins de l'exécution des missions confiées au Centre par l'article 5, § 5, du présent décret, le Centre est autorisé à conclure une convention de financement avec tout organisme financier. A la date de publication du décret du 18 décembre 2003 modifiant le décret du 23 mars 1995, portant création d'un Centre régional d'aide aux communes chargé d'assurer le suivi et le contrôle des plans de gestion des communes et des provinces et d'apporter son concours au maintien de l'équilibre financier des communes et des provinces de la Région wallonne, le Centre est autorisé à succéder à la Région wallonne dans le cadre d'une procédure d'attribution du marché qu'elle aurait initiée.
Art.6. Het Centrum is aan het gezag van de Waalse Regering onderworpen.
Art.6. Le Centre est soumis à l'autorité du Gouvernement wallon.
HOOFDSTUK V. - Beheer.
CHAPITRE V. - De la gestion.
Art.7. § 1. De leidende ambtenaren, met name de directeur-generaal, de eerste adjunct-directeur-generaal en de tweede adjunct-directeur-generaal zorgen gezamenlijk voor het beheer van het Centrum.
§ 2. [1 De directeur-generaal wordt door de Regering aangewezen]1 voor een mandaat onder de voorwaarden vastgesteld bij boek II van het besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode.
[2 Behoudens uitzondering bepaald door de Regering overeenkomstig artikel 14 van dit decreet of van artikel 2 van het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren, overeenkomstig de artikelen 10, § 3, lid 2, en 339, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, worden de adjunct-directeurs-generaal en, in voorkomend geval, de andere ambtenaren-generaal van rang A3 door de Regering aangewezen voor een mandaat onder de voorwaarden vastgesteld bij Titel II van Boek II van hetzelfde Wetboek.]2
§ 2. [1 De directeur-generaal wordt door de Regering aangewezen]1 voor een mandaat onder de voorwaarden vastgesteld bij boek II van het besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode.
[2 Behoudens uitzondering bepaald door de Regering overeenkomstig artikel 14 van dit decreet of van artikel 2 van het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren, overeenkomstig de artikelen 10, § 3, lid 2, en 339, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, worden de adjunct-directeurs-generaal en, in voorkomend geval, de andere ambtenaren-generaal van rang A3 door de Regering aangewezen voor een mandaat onder de voorwaarden vastgesteld bij Titel II van Boek II van hetzelfde Wetboek.]2
Art.7. § 1. La gestion du Centre est confiée conjointement aux fonctionnaires dirigeants, a savoir le directeur général, le 1er directeur général adjoint et le 2e directeur général adjoint.
§ 2. [1 Le directeur général est désigné]1 par le Gouvernement pour un mandat aux conditions fixées par le livre II de l'arrêté du Gouvernement wallon portant le Code de la Fonction publique wallonne.
[2 Sauf exception prévue par le Gouvernement en application de l'article 14 du présent décret ou de l'article 2 du décret du 22 janvier 1998 relatif au statut du personnel de certains organismes d'intérêt public relevant de la Région wallonne, conformément aux articles 10, § 3, alinéa 2, et 339, 2°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le Code de la fonction publique wallonne, les directeurs généraux adjoints, et, le cas échéant, les autres fonctionnaires généraux de rang A3 sont désignés par le Gouvernement pour un mandat aux conditions fixées par le Titre II du Livre II du même Code.]2
§ 2. [1 Le directeur général est désigné]1 par le Gouvernement pour un mandat aux conditions fixées par le livre II de l'arrêté du Gouvernement wallon portant le Code de la Fonction publique wallonne.
[2 Sauf exception prévue par le Gouvernement en application de l'article 14 du présent décret ou de l'article 2 du décret du 22 janvier 1998 relatif au statut du personnel de certains organismes d'intérêt public relevant de la Région wallonne, conformément aux articles 10, § 3, alinéa 2, et 339, 2°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le Code de la fonction publique wallonne, les directeurs généraux adjoints, et, le cas échéant, les autres fonctionnaires généraux de rang A3 sont désignés par le Gouvernement pour un mandat aux conditions fixées par le Titre II du Livre II du même Code.]2
Art.8. [1 § 1. Er wordt een financieel opvolgingscomité opgericht dat bestaat uit:
1° de Minister bevoegd voor Begroting of zijn afgevaardigde;
2° de Minister bevoegd voor het toezicht over plaatselijke besturen of zijn afgevaardigde;
3° de Minister bevoegd voor Sportinfrastructuren of zijn gemachtigde;
4° de Minister bevoegd voor Bijstand aan personen en voor Gezondheid of zijn afgevaardigde;
5° de Minister bevoegd voor Toerisme of zijn afgevaardigde;
6° de Minister bevoegd voor Energie of zijn afgevaardigde;
7° de Inspecteur-generaal van de Afdeling Thesaurie van de Waalse Overheidsdienst of zijn afgevaardigde;
8° de leidend ambtenaar of de adjunct-leidend ambtenaar van "C.R.A.C.";
9° de Inspectie van Financiën;
10° de Cel financiële informatie.
Het voorzitterschap van het comité wordt waargenomen door de Minister bevoegd voor Plaatselijke besturen of zijn afgevaardigde.
De leden worden niet bezoldigd om de vergaderingen bij te wonen.
§ 2. Dat comité is belast met de opvolging van de opdrachten van het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten (C.R.A.C.) in het kader van de toekenning van de kredieten voor buitengewone tegemoetkomingen en alternatieve financieringen, de ontwikkeling van de dienovereenkomstig bestemde rekeningen en de ESR-afdruk van het Centrum.
§ 3. Het secretariaat van het financieel opvolgingscomité wordt door "C.R.A.C." waargenomen. De vergaderingen zijn niet openbaar. Op voorstel kan het comité echter eenieder wiens deskundigheid van dien aard is dat het zijn informatie kan aanvullen, uitnodigen. De aanwezigheid van de bovenvermelde personen is beperkt tot de bespreking van het punt waarover zij kunnen uitdrukken.
§ 4. Het financieel opvolgingscomité stelt zijn huishoudelijk reglement vast.
§ 5. De Regering kan de samenstelling van het financieel opvolgingscomité uitbreiden rekening houdende met de uitbreiding van de opdrachten van "C.R.A.C." overeenkomstig artikel 5, § 2, e.]1
1° de Minister bevoegd voor Begroting of zijn afgevaardigde;
2° de Minister bevoegd voor het toezicht over plaatselijke besturen of zijn afgevaardigde;
3° de Minister bevoegd voor Sportinfrastructuren of zijn gemachtigde;
4° de Minister bevoegd voor Bijstand aan personen en voor Gezondheid of zijn afgevaardigde;
5° de Minister bevoegd voor Toerisme of zijn afgevaardigde;
6° de Minister bevoegd voor Energie of zijn afgevaardigde;
7° de Inspecteur-generaal van de Afdeling Thesaurie van de Waalse Overheidsdienst of zijn afgevaardigde;
8° de leidend ambtenaar of de adjunct-leidend ambtenaar van "C.R.A.C.";
9° de Inspectie van Financiën;
10° de Cel financiële informatie.
Het voorzitterschap van het comité wordt waargenomen door de Minister bevoegd voor Plaatselijke besturen of zijn afgevaardigde.
De leden worden niet bezoldigd om de vergaderingen bij te wonen.
§ 2. Dat comité is belast met de opvolging van de opdrachten van het Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten (C.R.A.C.) in het kader van de toekenning van de kredieten voor buitengewone tegemoetkomingen en alternatieve financieringen, de ontwikkeling van de dienovereenkomstig bestemde rekeningen en de ESR-afdruk van het Centrum.
§ 3. Het secretariaat van het financieel opvolgingscomité wordt door "C.R.A.C." waargenomen. De vergaderingen zijn niet openbaar. Op voorstel kan het comité echter eenieder wiens deskundigheid van dien aard is dat het zijn informatie kan aanvullen, uitnodigen. De aanwezigheid van de bovenvermelde personen is beperkt tot de bespreking van het punt waarover zij kunnen uitdrukken.
§ 4. Het financieel opvolgingscomité stelt zijn huishoudelijk reglement vast.
§ 5. De Regering kan de samenstelling van het financieel opvolgingscomité uitbreiden rekening houdende met de uitbreiding van de opdrachten van "C.R.A.C." overeenkomstig artikel 5, § 2, e.]1
Modifications
Art.8. [1 § 1er. Il est créé un Comité de suivi financier composé comme suit :
1° le Ministre ayant le budget dans ses attributions ou son délégué;
2° le Ministre ayant la tutelle des pouvoirs locaux dans ses attributions ou son délégué;
3° le Ministre ayant les infrastructures sportives dans ses attributions ou son délégué;
4° le Ministre ayant l'aide aux personnes ou la santé dans ses attributions ou son délégué;
5° le Ministre ayant le tourisme dans ses attributions ou son délégué;
6° le Ministre ayant l'énergie dans ses attributions ou son délégué;
7° l'Inspecteur général de la Division de la Trésorerie du Service public de Wallonie ou son délégué;
8° le fonctionnaire dirigeant ou le fonctionnaire dirigeant adjoint du C.R.A.C;
9° l'Inspection des Finances;
10° la Cellule d'Informations Financières.
La Présidence du Comité est assurée par le Ministre ayant les Pouvoirs locaux dans ses attributions ou son délégué.
Les membres ne sont pas rémunérés pour assister aux réunions.
§ 2. Ce Comité est chargé du suivi des missions du Centre régional d'Aides aux Communes (C.R.A.C.) dans le cadre de l'octroi des crédits d'aides extraordinaires et de financements alternatifs, de l'évolution des comptes y dédicacés et de l'empreinte Sec du Centre.
§ 3. Le secrétariat du Comité de suivi financier est assuré par le C.R.A.C. Les réunions ne sont pas publiques. Toutefois, sur proposition, le Comité peut inviter toute personne dont l'expertise serait de nature à compléter son information. La présence des personnes précitées est limitée à la discussion du point au sujet duquel elles sont invitées à s'exprimer.
§ 4. Le Comité de suivi financier arrête son règlement d'ordre intérieur.
§ 5. Le Gouvernement peut élargir la composition du Comité de suivi financier en tenant compte de l'extension des missions du C.R.A.C., conformément à l'article 5, § 2, e. ]1
1° le Ministre ayant le budget dans ses attributions ou son délégué;
2° le Ministre ayant la tutelle des pouvoirs locaux dans ses attributions ou son délégué;
3° le Ministre ayant les infrastructures sportives dans ses attributions ou son délégué;
4° le Ministre ayant l'aide aux personnes ou la santé dans ses attributions ou son délégué;
5° le Ministre ayant le tourisme dans ses attributions ou son délégué;
6° le Ministre ayant l'énergie dans ses attributions ou son délégué;
7° l'Inspecteur général de la Division de la Trésorerie du Service public de Wallonie ou son délégué;
8° le fonctionnaire dirigeant ou le fonctionnaire dirigeant adjoint du C.R.A.C;
9° l'Inspection des Finances;
10° la Cellule d'Informations Financières.
La Présidence du Comité est assurée par le Ministre ayant les Pouvoirs locaux dans ses attributions ou son délégué.
Les membres ne sont pas rémunérés pour assister aux réunions.
§ 2. Ce Comité est chargé du suivi des missions du Centre régional d'Aides aux Communes (C.R.A.C.) dans le cadre de l'octroi des crédits d'aides extraordinaires et de financements alternatifs, de l'évolution des comptes y dédicacés et de l'empreinte Sec du Centre.
§ 3. Le secrétariat du Comité de suivi financier est assuré par le C.R.A.C. Les réunions ne sont pas publiques. Toutefois, sur proposition, le Comité peut inviter toute personne dont l'expertise serait de nature à compléter son information. La présence des personnes précitées est limitée à la discussion du point au sujet duquel elles sont invitées à s'exprimer.
§ 4. Le Comité de suivi financier arrête son règlement d'ordre intérieur.
§ 5. Le Gouvernement peut élargir la composition du Comité de suivi financier en tenant compte de l'extension des missions du C.R.A.C., conformément à l'article 5, § 2, e. ]1
Modifications
Art.9. Het jaarlijkse begrotingsontwerp van het Centrum wordt door de Waalse Regering vastgesteld.
Het wordt bij het ontwerp van de algemene uitgavenbegroting van het Ministerie van het Waalse Gewest gevoegd alvorens aan de Waalse Gewestraad te worden voorgelegd.
Het wordt bij het ontwerp van de algemene uitgavenbegroting van het Ministerie van het Waalse Gewest gevoegd alvorens aan de Waalse Gewestraad te worden voorgelegd.
Art.9. Le projet de budget annuel du Centre est arrêté par le Gouvernement wallon.
Il est annexé au projet de budget général des dépenses du Ministère de la Région wallonne, en vue de sa présentation au Conseil régional wallon.
Il est annexé au projet de budget général des dépenses du Ministère de la Région wallonne, en vue de sa présentation au Conseil régional wallon.
Art.10. § 1. De rekeningen van het Centrum worden onder toezicht van de Waalse Regering vastgesteld.
Deze laatste stuurt ze door naar het Rekenhof, uiterlijk op 30 juni van het jaar na dat van het beheer. De rekeningen worden gevoegd bij de algemene begroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar dat volgt op de datum van de deponering van de rekening.
§ 2. De Waalse Regering staat in voor de follow-up van de budgettaire vastleggingen.
Deze laatste stuurt ze door naar het Rekenhof, uiterlijk op 30 juni van het jaar na dat van het beheer. De rekeningen worden gevoegd bij de algemene begroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar dat volgt op de datum van de deponering van de rekening.
§ 2. De Waalse Regering staat in voor de follow-up van de budgettaire vastleggingen.
Art.10. § 1er. Les comptes du Centre sont établis sous l'autorité du Gouvernement wallon.
Celui-ci les soumet au contrôle de la Cour des Comptes, au plus tard le 30 juin de l'année qui suit celle de la gestion. Ces comptes sont joints au budget général de la Région wallonne pour l'exercice suivant la date du dépôt du compte.
§ 2. Le Gouvernement wallon organise le suivi des engagements budgétaires.
Celui-ci les soumet au contrôle de la Cour des Comptes, au plus tard le 30 juin de l'année qui suit celle de la gestion. Ces comptes sont joints au budget général de la Région wallonne pour l'exercice suivant la date du dépôt du compte.
§ 2. Le Gouvernement wallon organise le suivi des engagements budgétaires.
Art.11. De Waalse Regering organiseert de administratieve- en begrotingscontrole van het Centrum, overeenkomstig artikel 51 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.
Art.11. Le Gouvernement wallon organise le contrôle administratif et budgétaire du Centre dans le respect de l'article 51 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions.
Art.12. Het Centrum mag door de gemeenten (en provincies) gemandateerd worden om leningen aan te gaan tot een bedrag dat jaarlijks door de Waalse Regering wordt vastgelegd. De Regering of de door haar gemachtigde Minister keuren de voorwaarden en de modaliteiten ervan goed. De Regering kan voor deze leningen haar waarborg verlenen onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten die zij bepaalt.
Art.12. Le Centre est autorisé à être mandaté par les communes (et les provinces) pour contracter des emprunts et ce, à concurrence d'un montant fixé annuellement par le Gouvernement wallon. Le Gouvernement ou le Ministre qu'il délègue à cette fin en approuve les conditions et les modalités. Le Gouvernement peut accorder sa garantie à ces emprunts aux conditions et modalités qu'il détermine.
Art.13. De Waalse Regering stelt de aanvullende regelen vast m.b.t. :
1° de indiening van de begrotingen;
2° de boekhouding;
3° de rekening en verantwoording;
4° de periodieke toestanden en rapporten;
5° de aan de leidende ambtenaren van het Centrum toegekende delegaties.
1° de indiening van de begrotingen;
2° de boekhouding;
3° de rekening en verantwoording;
4° de periodieke toestanden en rapporten;
5° de aan de leidende ambtenaren van het Centrum toegekende delegaties.
Art.13. Le Gouvernement wallon fixe les règles complémentaires relatives :
1° à la présentation des budgets ;
2° à la comptabilité ;
3° à la reddition des comptes ;
4° aux situations et rapports périodiques ;
5° aux délégations accordées aux fonctionnaires dirigeants du Centre.
1° à la présentation des budgets ;
2° à la comptabilité ;
3° à la reddition des comptes ;
4° aux situations et rapports périodiques ;
5° aux délégations accordées aux fonctionnaires dirigeants du Centre.
HOOFDSTUK VI. - Personeel.
CHAPITRE VI. - Du personnel.
Art.14. (§ 1. De Regering stelt de personeelsformatie vast op voorstel van het Centrum.
Ze benoemt en ontslaat de personeelsleden van het Centrum.)
§ 2. De Waalse Regering kan het nodige personeel voor de goede werking van het Centrum ter beschikking stellen.
Ze benoemt en ontslaat de personeelsleden van het Centrum.)
§ 2. De Waalse Regering kan het nodige personeel voor de goede werking van het Centrum ter beschikking stellen.
Art.14. (§ 1er. Sur la proposition du centre, le Gouvernement arrête le cadre du personnel.
Il nomme et révoque les agents du centre.)
§ 2. Le Gouvernement wallon peut mettre à disposition le personnel nécessaire à son fonctionnement.
Il nomme et révoque les agents du centre.)
§ 2. Le Gouvernement wallon peut mettre à disposition le personnel nécessaire à son fonctionnement.
Art.15. (Opgeheven)
Art.15. (Abrogé)
Art.16. De Waalse Regering kent de voor de werking van het Centrum vereiste toelagen toe. Zij staat toe dat de kosten van het Centrum door de activa van de "C.R.A.C." worden gedekt.
Het Centrum is ertoe gemachtigd alle inkomsten die hem eventueel verschuldigd zijn, alsook toelagen en middelen in ontvangst te nemen.
Het Centrum is ertoe gemachtigd alle inkomsten die hem eventueel verschuldigd zijn, alsook toelagen en middelen in ontvangst te nemen.
Art.16. Le Gouvernement wallon octroie les subventions nécessaires au fonctionnement du Centre. Il autorise la prise en charge des frais du Centre sur le débit du C.R.A.C..
Le Centre est autorisé à percevoir tous revenus promérités, subventions et ressources généralement quelconques.
Le Centre est autorisé à percevoir tous revenus promérités, subventions et ressources généralement quelconques.
HOOFDSTUK VIbis. - (Activiteitenverslag).
CHAPITRE VIIbis. - (Du rapport d'activités).
Art. 16bis. <INGEVOEGD bij DWG 1997-06-26/34, art. 24; Inwerkingtreding : 19-07-1997> Het Centrum bezorgt het Waals Parlement jaarlijks uiterlijk 30 juni een activiteitenverslag waarin alle opdrachten voorkomen die hem toevertrouwd worden in de zin (...) van artikel 5 van het decreet van 23 maart 1995 houdende oprichting van een gewestelijk hulpcentrum voor gemeenten dat instaat voor de follow-up van de controle op de beheersplannen van de met schulden bezwaarde gemeenten en dat het financiële evenwicht van de gemeenten van het Waalse Gewest moet helpen handhaven.
Art. 16bis. Chaque année, au plus tard le 30 juin, le Centre adresse au Conseil régional wallon un rapport d'activités couvrant l'ensemble des missions qui lui sont confiées au sens (...) de l'article 5 du décret du 23 mars 1995 portant création d'un Centre régional d'aide aux communes chargé d'assurer le suivi et le contrôle des plans de gestion des communes et des provinces et d'apporter son concours au maintien de l'équilibre financier des communes et des provinces de la Région wallonne.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
CHAPITRE VII. - Dispositions finales.
Art. 17. Dit decreet treedt in werking de dag waarop het door de Waalse Gewestraad gestemd wordt, met uitzondering van artikel 2 waarvan de inwerkingtreding is vastgelegd op 30 juli 1992.
Art. 17. Le présent décret entre en vigueur le jour de son vote par le Conseil régional wallon, sauf l'article 2 dont la date d'entrée en vigueur est fixée au 30 juillet 1992.