Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
29 MAART 1995. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop bepaalde personeelsleden van het Ministerie van Economische Zaken - Centrale Dienst voor Contingenten en Vergunningen - overgaan naar het Belgisch interventie- en restitutiebureau.
Titre
29 MARS 1995. - Arrêté royal déterminant les modalités de transfert de certains membres du personnel du Ministère des Affaires économiques - Office central des Contingents et Licences - au Bureau d'intervention et de restitution belge.
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Table des matières
Tekst (14)
Texte (14)
Artikel 1. § 1. V oor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder de personeelsleden : de vastbenoemde personeelsleden van de Centrale Dienst voor Contingenten en Vergunningen van het Ministerie van Economische Zaken, de stagiairs en de bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden met uitzondering van het schoonmaak- en restaurantpersoneel.
  § 2. Voor de toepassing van dit besluit :
  1° worden de stagiairs geacht de graad te bekleden waarin zij tot de stage werden toegelaten;
  2° wordt het personeelslid dat bij een arbeidsovereenkomst in dienst , genomen, geacht de graad te bekleden die overeenstemt met de betrekking waarvoor het personeelslid werd aangeworven of, indien de overeenkomst zich niet uitspreekt over deze betrekking, de graad waaraan de weddeschaal verbonden is waarin zijn bezoldiging is vastgesteld.
Article 1. § 1er. Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par membres du personnel : les membres du personnel nommés à titre définitif de l'Office central des Contingents et Licences du Ministère des Affaires économiques, les stagiaires et les membres du personnel engagés par contrat de travail, à l'exclusion du personnel de nettoyage et de restaurant.
  § 2. Pour l'application du présent arrêté :
  1° les stagiaires sont considérés comme titulaires du grade pour lequel ils ont été admis au stage ;
  2° le membre du personnel engagé par contrat de travail est censé être titulaire du grade correspondant à l'emploi pour lequel il a été engagé ou, en cas de silence du contrat au sujet de cet emploi, du grade auquel est liée l'échelle de traitements dans laquelle son traitement est fixé.
Art.2. Worden naar het Belgisch interventie- en restitutiebureau, afgekort B.I.R.B., overgeheveld, hetzij van ambtswege, hetzij op hun verzoek : de personeelsleden die belast zijn met de opdrachten van de Dienst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, volgens de in dit besluit bepaalde voorwaarden.
Art.2. Sont transférés au Bureau d'intervention et de restitution belge, en abrégé B.I.R.B., soit d'office, soit à leur demande, les membres du personnel chargés des missions du Service de la Politique agricole commune selon les modalités définies par le présent arrêté.
Art.3. § 1. De personeelsleden, in dienst op 31 december 1993, behorend tot de landbouwdirectie, behalve die behorend tot de cel "Boekhouding en vereffening van de dossiers heffingen" van de dienst en waarvan de namen vermeld zijn in bijlage I, worden van ambtswege naar het B.I.R.B.
  overgeheveld.
  § 2. Er wordt een beroep gedaan op de vrijwilligers onder de personeelsleden die zijn ingedeeld bij de financiële en logistieke diensten van de C.D.C.V., van wie de hoofdactiviteit verbonden is aan de uitoefening van een van onderstaande bevoegdheden :
  - betaling en boeking van restituties, compenserende bedragen toe treding bij in- en uitvoer, monetaire compenserende bedragen bij in- en uitvoer;
  - inning en boeking van de borg voor niet-gebruik van EEG-landbouwcertificaten;
  - opstellen van de maand- of jaaraangiftes voor het E.O.G.F.L.;
  - verrichten van interne controle;
  - beheer van de gerechtelijke geschillen.
  Hun aantal wordt beperkt tot 34, volgens de verdeling van de betrekkingen, vermeld in bijlage II.
  § 3. De aanvragers die de vereiste kwalificatie bezitten worden per niveau, graad en taalrol of -stelsel gerangschikt en in die orde aangewezen voor een met hun graad overeenstemmende betrekking :
  - 1° de rijksambtenaren;
  - 2° de stagiairs;
  - 3° de bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden.
  In elk van de in vorig lid genoemde groepen worden de personeelsleden als volgt gerangschikt :
  1° het personeelslid dat het hoogst in graad is;
  2° bij gelijke graad het personeelslid met de grootste graadanciënniteit;
  3° bij gelijke graadanciënniteit het personeelslid met de grootste dienst anciënniteit;
  4° bij gelijke dienstanciënniteit, de oudste in leeftijd.
  § 4. Het criterium van de graadanciënniteit wordt niet toegepast voor het personeelslid dat niet de hoedanigheid van rijksambtenaar heeft.
  De dienstanciënniteit van het personeelslid dat niet de hoedanigheid van rijksambtenaar heeft, omvat de tijd gedurende welke het in enige hoedanigheid en zonder vrijwillige onderbreking deel heeft uitgemaakt van een ministerie als titularis van een ambt met volledige prestaties.
  § 5. Ingeval er geen vrijwilligers zouden zijn of het aantal bepaald in § 2 niet zou worden bereikt, worden de in genoemde paragraaf bedoelde personeelsleden van ambtswege aangewezen tot de vacante betrekkingen, in omgekeerde volgorde van de rangschikking bepaald in § 3.
Art.3. § 1er. Les membres du personnel, en service à la date du 31 décembre 1993, appartenant à la direction agricole à l'exception de ceux appartenant à la cellule "Comptabilité et liquidation des dossiers prélèvements" du service et dont le nom figure à l'annexe 1, sont transférés d'office au B.I.R.B..
  § 2. Il est fait un appel aux volontaires parmi les membres du personnel affectés aux services financiers et logistiques de l'O.C.C.L. dont l'activité principale est liée à l'exercice d'une des compétences suivantes :
  - paiement et enregistrement de restitutions, de montants compensatoires d'adhésion à l'importation et à l'exportation, de montants compensatoires monétaires à l'importation et à l'exportation ;
  - perception et enregistrement de la caution pour non utilisation de certificats agricoles C.E.E. ;
  - rédaction des déclarations mensuelles ou annuelles au F.E.O.G.A. ;
  - exécution du contrôle interne ;
  - gestion du contentieux judiciaire.
  Leur nombre est limité à 34 selon la ventilation des emplois reprise à l'annexe 2.
  § 3. Les demandeurs qui possèdent la qualification requise sont classés par niveau, grade et rôle ou régime linguistique et désignés dans cet ordre â une fonction correspondant à leur grade :
  - 1° les agents de l'Etat ;
  - 2° les stagiaires ;
  - 3° les membres du personnel engagés par contrat de travail.
  Dans chacun des groupes cités à l'alinéa précédent, les membres du personnel sont classés de la façon suivante :
  1° Le membre du personnel le plus élevé en grade ;
  2° à grade égal le membre du personnel le plus ancien en grade ;
  3° à égalité d'ancienneté de grade, le membre du personnel dont l'ancienneté de service est la plus grande ;
  4° à égalité d'ancienneté de service, le membre du personnel le plus âgé.
  § 4. Le critère d'ancienneté de grade ne s'applique pas au membre du personnel n'ayant pas la qualité de fonctionnaire de l'Etat.
  L'ancienneté de service du membre du personnel n'ayant pas la qualité de fonctionnaire de l'Etat, comprend la période durant laquelle il a fait partie d'un ministère en tant que titulaire d'une fonction à prestations complètes, en quelque qualité que ce soit et sans interruption volontaire.
  § 5. Dans le cas où il n'y aurait pas d'agents volontaires ou que le nombre fixé au § 2 ne serait pas atteint, les membres du personnel visés dans ledit paragraphe sont désignés d'office aux emplois vacants dans l'ordre inverse de classement de celui fixé au § 3.
Art.4. De overdracht van de in artikel 3, § 2, vermelde personeelsleden wordt ter kennis gebracht bij een dienstorder waarin zij worden verzocht schriftelijk en binnen dertig dagen te doen weten of zij wensen te worden overgedragen naar het B.I.R.B.
  Ze richten hun aanvraag rechtstreeks tot de Directeur-generaal van de Algemene Diensten die de ontvangst ervan bericht.
Art.4. Le transfert des membres du personnel visés à l'article 3, § 2, est communiqué via une note de service dans laquelle il est demandé à ceux-ci de faire savoir par écrit et dans les trente jours s'ils souhaitent être transférés au B.I.R.B..
  Ils adressent leur demande directement au Directeur général des Services généraux, qui en accuse réception.
Art.5. De personeelsleden bedoeld in artikel 3, § 2, worden over - gedragen bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit genomen op de gezamenlijke voordracht van de Minister van Economische Zaken en van de Minister van Landbouw.
Art.5. Les membres du personnel visés à l'article 3, § 2, sont transférés par un arrêté royal délibéré en Conseil des Ministres sur proposition conjointe du Ministre des Affaires économiques et du Ministre de l'Agriculture.
Art.6. De personeelsleden worden overgedragen volgens hun taalrol of -stelsel. Deze overdrachten zijn geen nieuwe benoemingen.
  De personeelsleden worden in hun graad of in een gelijkwaardige graad van dezelfde rang overgeheveld.
  Ze behouden hun administratieve en geldelijke anciënniteit.
  Ze behouden ook hun bezoldigingsregeling of verkrijgen een gelijk waardige bezoldigingsregeling.
  Zij behouden eveneens de aanvullende vergoedingen die hun werden toegekend in hun dienst van oorsprong.
  Het personeel dat onder contract is aangeworven wordt overgeheveld met behoud van de rechten en plichten die uit dit contract voortvloeien.
Art.6. Les membres du personnel sont transférés selon leur rôle ou régime linguistique. Ces transferts ne sont pas de nouvelles nominations.
  Les membres du personnel sont transférés dans leur grade ou dans un grade équivalent de même rang.
  Ils conservent leur ancienneté administrative et pécuniaire.
  Ils conservent également leur régime pécuniaire ou bénéficient d'un régime pécuniaire équivalent.
  Ils conservent également les indemnités complémentaires qui leur étaient octroyées dans leur service d'origine.
  Le personnel sous régime contractuel est transféré avec le maintien des droits et obligations résultant de son contrat d'engagement.
Art.7. Voor de personeelsleden die in de C.D.C.V. belast zijn met de uitoefening van een hoger ambt, wordt voor hun overdracht alleen rekening gehouden met hun statutaire graad. Indien zij in het B.I.R.B. vanaf de datum van de overdracht zonder onderbreking opnieuw worden belast met de uitoefening van hetzelfde hoger ambt als hetgeen zij in de C.D.C.V. uitoefenden, worden zij voor de toepassing van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen geacht het hoger ambt verder uit te oefenen.
Art.7. Lorsque des membres du personnel sont chargés de l'exercice d'une fonction supérieure à l'O.C.C.L., il est uniquement tenu compte pour leur transfert de leur grade statutaire. Si au B.I.R.B., ils sont à nouveau chargés, dès la date de leur transfert et sans interruption, de l'exercice de la même fonction supérieure que celle qu'ils ont exercée à l'O.C.C.L., ils sont censés poursuivre l'exercice de la fonction supérieure pour l'application de l'arrêté royal du 8 août 1983 relatif à l'exercice d'une fonction supérieure dans les administrations de l'Etat.
Art.8. De personeelsleden van de C.D.C.V. die overgedragen worden naar het B.I.R.B. behouden aldaar de laatste beoordeling die hen werd toegekend. Die beoordeling blijft geldig tot de toekenning van een nieuwe beoordeling. Indien een personeelslid op de datum van zijn overdracht een beroep tegen de hem toegekende beoordeling heeft ingesteld, wordt dit beroep in het B.I.R.B. afgehandeld.
  De bepalingen van het vorig lid gelden ook voor de personeelsleden van niveau 4 die een ongunstige vermelding gekregen hebben.
Art.8. Les membres du personnel de l'O.C.C.L.
  transférés au B.I.R.B. y conservent le dernier signalement qui leur a été attribué. Ce signalement demeure valable jusqu'à l'attribution d'un nouveau signalement. Si, à la date de son transfert, un membre du personnel a introduit une demande en révision de son signalement, la procédure est poursuivie au B.I.R.B..
  Les dispositions de l'alinéa précédent sont également applicables aux membres du personnel de niveau 4 ayant fait l'objet d'une mention défavorable.
Art.9. § 1. De personeelsleden van de C.D.C.V. die in het Ministerie van Economische Zaken geslaagd zijn voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau of voor een examen voor verhoging in graad, behouden in het B.I.R.B. de aanspraken op bevordering die zij door het slagen voor een van die examens hebben verworven.
  Voor hun rangschikking worden ze geacht het vergelijkend examen of examen te hebben afgelegd in het B.I.R.B.
  § 2. Indien het over vergelijkende examens gaat waarvan het proces verbaal op dezelfde datum is afgesloten, worden de geslaagden onderling gerangschikt alsof het om eenzelfde examen ging.
  Indien het over vergelijkende examens gaat waarvan het proces-verbaal op verschillende data is afgesloten, wordt voorrang verleend aan de geslaagden voor het examen waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum is afgesloten.
  § 3. Wanneer in het Ministerie van Economische Zaken op datum van de overdracht een vergelijkend examen voor de overgang naar het hogere niveau of een examen voor verhoging in graad aangekondigd is waaraan het personeelslid kan deelnemen, behoudt het het recht op deelneming, ook al wordt het tijdens de afwikkeling van het examen overgedragen.
  Paragraaf 1 van dit artikel is van toepassing op het personeelslid dat geslaagd is voor een in het eerste lid bedoeld vergelijkend examen of examen.
Art.9. § 1er. Les membres du personnel de l'O.C.C.L. lauréats au Ministère des Affaires économiques d'un concours d'accession au niveau supérieur ou d'un examen d'avancement de grade, conservent au B.I.R.B. les titres à la promotion qu'ils ont acquis par la réussite d'un de ces examens.
  Pour leur classement, ces lauréats sont censés avoir présenté le concours ou l'examen au B.I.R.B..
  § 2. Si les procès-verbaux des concours ont été clos à la même date, les lauréats sont classés entre eux comme s'ils avaient participé au même concours.
  Si les procès-verbaux des concours ont été clos à des dates différentes, priorité est donnée aux lauréats du concours dont le procès-verbal est clos à la date la plus ancienne.
  § 3. Si, à la date du transfert, un concours d'accession au niveau supérieur ou un examen d'avancement auquel le membre du personnel peut participer, est annoncé au Ministère des Affaires économiques, ledit membre du personnel conserve le droit à la participation, même s'il est transféré durant le déroulement de l'examen.
  Le paragraphe 1er du présent article s'applique au membre du personnel ayant réussi à un concours ou examen visé au premier alinéa.
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1
  94.
Art.10. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 1994.
Art.11. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en van Economische Zaken en Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 29 maart 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en van Economische Zaken,
  M. WATHELET
  De Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw,
  A. BOURGEOIS
Art.11. Notre Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques et Notre Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'Agriculture sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
  Donné à Bruxelles, le 29 mars 1995.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques,
  M. WATHELET
  Le Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'Agriculture,
  A. BOURGEOIS
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage I : Integraal overgedragen diensten (artikel 3). - Landbouwdirectie van de C.D.C.V. - 114 personeelsleden waarvan 76 vastbenoemden (D) en 38 contractuelen (C).
  Lijst van de namen per niveau en per taalrol of -stelsel.
  (Lijst niet opgenomen om technische redenen; zie B.St. 06-05-1995, p. 12151 - 12153).
Art. N1. Annexe 1 . Services transférés intégralement (article 3).
  - Direction agricole de l'O.C.C.L. - 114 membres du personnel dont 76 définitifs (D) et 38 contractuels (C).
  Liste des noms par niveau et par régime linguistique ou rôle linguistique (Liste non reprise pour des raisons techniques. Voir M.B. 06-05-1995, p. 12151 - 12153).
Art. N2. Bijlage II : Gedeeltelijk overgedragen diensten (artikel 4). - Financiële en logistieke diensten - 34 personeelsleden.
  (Lijst niet opgenomen om technische redenen; zie B.St. 06-05-1995, p. 12153).
Art. N2. Annexe 2. Services transférés partiellement (article 4).
  - Services financiers et logistiques - 34 membres du personnel (Liste non reprise pour des raisons techniques.
  Voir M.B. 06-05-1995, p. 12153).