Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
14 JULI 1995. - Koninklijk besluit betreffende de schadevergoeding, ten gunste van de leden, de griffiers en het personeel van de vaste comités van toezicht op de politie- en inlichtingendiensten, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-10-1995 en tekstbijwerking tot 02-09-2019)
Titre
14 JUILLET 1995. - Arrêté royal relatif à la réparation, en faveur des membres, des greffiers et du personnel des comités permanents de contrôle des services de police et de renseignements, des dommages résultant des accidents du travail et des accidents survenus sur le chemin du travail(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 13-10-1995 et mise à jour au 02-09-2019)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (4)
Texte (4)
Artikel 1. De regeling, ingesteld bij de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, wordt toepasselijk verklaard :
  1° op de leden van de vaste comités van toezicht van de politie- en inlichtingendiensten;
  2° op de griffiers van de vaste comités van toezicht van de politie- en inlichtingendiensten;
  3° op de hoofden en de leden van de diensten enquêtes van de vaste comités van toezicht van de politie- en inlichtingendiensten, ongeacht of de ambtenaren vastbenoemd zijn dan wel gedetacheerd uit een politiedienst, een inlichtingendienst of een bestuur;
  4° op de leden van het administratief personeel van de vaste comités van toezicht van de politie- en inlichtingendiensten, ongeacht of de ambtenaren vastbenoemd zijn, stagiair, gedetacheerd uit een bestuur, tijdelijk of hulpkracht, zelfs indien ze bij een arbeidsovereenkomst [1 ,een leerovereenkomst of een overeenkomst voor beroepsopleiding]1 in dienst zijn genomen.
  [2 Onder "overeenkomst voor beroepsopleiding" wordt verstaan : de bij artikel 1ter van de wet bedoelde overeenkomst voor personen die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid, met uitzondering van de opleidingen waarvoor de Koning in toepassing van artikel 1/1, derde lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, een andere instantie dan deze waarbij de arbeid wordt verricht heeft aangewezen als werkgever.
   Voor de categorieën van personen waarop de Koning, in uitvoering van artikel 1ter, vijfde lid, van de wet de bijzondere regeling van het artikel 86/1 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 toepasselijk heeft verklaard, is de overeenkomst voor beroepsopleiding beperkt tot het gedeelte waarbij arbeidsprestaties worden verricht.]2

  
Article 1. Le régime institué par la loi du 3 juillet 1967 sur la réparation des dommages résultant des accidents du travail et des accidents survenus sur le chemin du travail est rendu applicable :
  1° aux membres des comités permanents de contrôle des services de police et de renseignements;
  2° aux greffiers des comités permanents de contrôle des services de police et de renseignements;
  3° aux chefs et aux membres des services d'enquêtes des comités permanents de contrôle des services de police et de renseignements, qu'ils soient agents définitifs ou détachés d'un service de police, d'un service de renseignements ou d'une administration;
  4° aux membres du personnel administratif des comités permanents de contrôle des services de police et de renseignements, qu'ils soient agents définitifs, stagiaires, détachés d'une administration, temporaires ou auxiliaires, même s'ils sont engagés par contrat de travail [1 , contrat d'apprentissage ou contrat de formation professionnelle]1.
  [2 Par " contrat de formation professionnelle" on entend : le contrat visé à l'article 1ter de la loi pour les personnes qui effectuent un travail dans le cadre d'une formation pour un travail rémunéré, à l'exception des formations, pour lesquelles le Roi, en exécution de l'article 1/1, alinéa 3, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail a désigné comme employeur une instance autre que celle auprès de laquelle le travail est effectué.
   Pour les catégories de personnes auxquelles le Roi, en exécution de l'article 1ter, alinéa 5, de la loi, a rendu applicable le régime spécial de l'article 86/1 de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, le contrat de formation professionnelle se limite à la partie de la convention de formation qui comprend des prestations de travail.]2

  
Art.2. Op de leden van de vaste comités, de griffiers en de leden van hun personeel, alsook op de hoofden en de leden van de diensten enquêtes zijn de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van de personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk toepasselijk, alsook de bepalingen die ze eventueel zullen wijzigen of vervangen, met uitzondering van de artikelen 29, 32 en 32bis.
Art.2. A l'exception des articles 29, 32 et 32bis, sont applicables aux membres des comités permanents, aux greffiers et aux membres de leur personnel ainsi qu'aux chefs et membres des services d'enquêtes les dispositions de l'arrêté royal du 24 janvier 1969 relatif à la réparation, en faveur de membres du personnel du secteur public, des dommages résultant des accidents du travail et des accidents survenus sur le chemin du travail, ainsi que les dispositions qui, le cas échéant, les modifieront ou les remplaceront.
Art.3. Voor de toepassing van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 op de leden van de vaste comités, op de griffiers en op de leden van hun personeel alsook op de hoofden en de leden van de diensten enquêtes, oefenen de comités, volgens de nadere regelen die ze bepalen, de bevoegdheden uit welke dat besluit aan de Ministers verleent, met uitzondering van die welke zijn opgedragen aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren.
Art.3. Pour l'application de l'arrêté royal du 24 janvier 1969 aux membres des comités permanents, aux greffiers et aux membres de leur personnel ainsi qu'aux chefs et aux membres des services d'enquêtes, les comités exercent, selon les modalités qu'ils déterminent, les attributions que cet arrêté confère aux Ministres, à l'exception de celles qui sont confiées au Ministre qui a la Fonction publique dans ses attributions.
Art. 4. Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 4. Notre Ministre de la Fonction publique est chargé de l'exécution du présent arrêté.