Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
30 SEPTEMBER 1993. - Decreet houdende sommige bepalingen in verband met de rustpensioenen van de ambtenaren van de " Radio-Télévision belge de la Communauté francaise (R.T.B.F.) ". (Vertaling) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-10-1993 en tekstbijwerking tot 20-09-2002)
Titre
30 SEPTEMBRE 1993. - Décret portant certaines dispositions en matière de pensions de retraite des agents définitifs de la Radio-Télévision belge de la Communauté française (R.T.B.F.). (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 06-10-1998 et mise à jour au 20-09-2002)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (8)
Texte (8)
Artikel 1. Voor de toepassing van dit decreet :
  1° dient onder " ambtenaar " te worden verstaan, elk in vast dienstverband benoemd personeelslid van de R.T.B.F.;
  2° maken deel uit van de brutobezoldiging van de ambtenaar, de wedde, de haard- en standplaatstoelage, de directievergoeding, wat haar forfaitair gedeelte betreft, de waarnemingsvergoeding en de compensatietoelage.
Article 1. Pour l'application du présent décret :
  1° il y a lieu d'entendre par " agent " tout membre du personnel de la R.T.B.F. nommé à titre définitif;
  2° font partie de la rémunération brute de l'agent, le traitement, l'allocation de foyer et de résidence l'indemnité de direction dans sa partie forfaitaire, l'indemnité d'intérim et l'allocation compensatoire.
Art.2. § 1. De ambtenaren die ten minste vijfenvijftig jaar oud worden gedurende de periode die loopt vanaf 15 november 1993 tot 31 december 1997 worden in ruste gesteld gedurende diezelfde periode op hun aanvraag en op een door hen te kiezen datum.
  De aanvraag heeft een definitief en onherroepelijk karakter. Ze moet aan de R.T.B.F. bij een ter post aangetekend schrijven met een ontvangstbewijs uiterlijk op 15 oktober 1993 worden gericht en de maand vermelden op het einde waarvan de ambtenaar in rust wenst te worden gesteld.
  § 2. Wanneer, bij toepassing van de eerste paragraaf, de ambtenaar in ruste gesteld wordt voordat hij zestig jaar oud is geworden, wordt een tijdelijk maandelijks pensioen waarvan het bedrag gelijk is aan 75 pct. van de brutobezoldiging van de laatste activiteitsmaand hem toegekend tot de leeftijd van zestig jaar.
  § 3. Nadat de ambtenaar zestig jaar oud is geworden, wordt het definitief pensioen hem toegekend.
  Dit pensioen wordt berekend op grond van de brutobezoldiging van de laatste activiteitsmaand van de ambtenaar.
  § 4. De periode die loopt tussen de dag waarop het in paragraaf 3 bedoelde definitieve pensioen van kracht wordt en de laatste dag van de maand waarin de ambtenaar vijfenzestig jaar oud wordt, wordt beschouwd als een dienst die in aanmerking komt voor de berekening van dit pensioen.
  Indien de ambtenaar bovendien in ruste gesteld wordt voordat hij zestig jaar oud is geworden, wordt de periode waarin hij het tijdelijk pensioen geniet, beschouwd als een dienst die in aanmerking komt voor de berekening van het definitief pensioen, waarbij zij niet voor meer dan één jaar in aanmerking kan komen.
Art.2. § 1. Les agents âgés de cinquante-cinq ans au moins durant la période comprise entre le 15 novembre 1993 et le 31 décembre 1997 sont mis à la retraite durant cette même période à leur demande et à la date de leur choix.
  La demande de l'agent revêt un caractère définitif et irrévocable. Elle doit être adressée à la R.T.B.F. sous pli recommandé à la poste avec accusé de réception le 15 octobre 1993 au plus tard et indiquer le mois au terme duquel l'agent a choisi d'être mis à la retraite.
  § 2. Dans le cas où, en application du paragraphe 1er, la mise à la retraite intervient avant le soixantième anniversaire de l'agent, une pension mensuelle temporaire d'un montant égal à 75 p.c. de la rémunération brute du dernier mois d'activité lui est allouée jusqu'à l'âge de soixante ans.
  § 3. Au-delà du soixantième anniversaire de l'agent, la pension définitive lui est allouée.
  Celle-ci est calculée sur la base de la rémunération brute du dernier mois d'activité de l'agent.
  § 4. La période comprise entre la prise de cours de la pension définitive visée au paragraphe 3 et le dernier jour du mois au cours duquel l'agent atteint l'âge de soixante-cinq ans est considérée comme service admissible pour le calcul de celle-ci.
  En outre, si la mise à la retraite intervient avant le soixantième anniversaire de l'agent, la période au cours de laquelle il bénéficie de la pension temporaire est considérée comme service admissible pour le calcul de la pension définitive, sans qu'elle puisse être comptabilisée pour plus d'une année.
Art.3. § 1. Er wordt een kapitaal toegekend aan de ambtenaren die bij toepassing van artikel 2 in ruste worden gesteld.
  § 2. Indien de ambtenaar in ruste wenst te worden gesteld vanaf het eerste jaar waarin het pensioen hem kan worden toegekend :
  1° is het kapitaal gelijk aan (14.873,62 EUR) indien de ambtenaar minder dan éénenzestig jaar oud is;
  2° is het kapitaal gelijk aan (14.253,88 EUR) indien de ambtenaar minder dan tweeënzestig jaar oud is;
  3° is het kapitaal gelijk aan (12.394,68 EUR) indien de ambtenaar minder dan drieënzestig jaar oud is;
  4° is het kapitaal gelijk aan (9.915,74 EUR) indien de ambtenaar minder dan vierenzestig jaar oud is;
  5° is het kapitaal gelijk aan (6.197,34 EUR indien de ambtenaar die, al is hij meer dan vierenzestig jaar oud geworden, nog niet de leeftijd van vijfenzestig jaar heeft bereikt.
  § 3. Het in § 2 bedoelde kapitaal wordt uitbetaald in twee schijven van (6.197,34 EUR) in het eerste jaar en (3.718,40 EUR) in het tweede jaar, indien het ten minste (9.915,74 EUR) bedraagt, (2.478,94 EUR) in het derde jaar indien het ten minste (12.394,68 EUR) bedraagt, (1.859,20 EUR) in het vierde jaar indien het ten minste (14.253,88 EUR) bedraagt, en (619,73 EUR) in het vijfde jaar indien het (14.873,62 EUR) bedraagt.
  § 4. Het kapitaal wordt verminderd met het jaarlijks bedrag dat overeenstemt met het vorige jaar of de vorige jaren, naargelang de ambtenaar in ruste wenst te worden gesteld vanaf het tweede, het derde of het vierde jaar volgend op het eerste jaar gedurende hetwelk het pensioen hem kan worden toegekend.
  Voor de ambtenaren die op 31 december 1993 tussen vijfenvijftig en zevenenvijftig jaar oud zijn, wordt het kapitaal echter niet verminderd indien de ambtenaar in ruste wenste te worden gesteld in de loop van het jaar volgend op het eerste jaar gedurende hetwelk het pensioen hem kan worden toegekend.
Art.3. § 1. Il est accordé un capital aux agents qui sont mis à la retraite en application de l'article 2.
  § 2. Si l'agent choisit d'être mis à la retraite dès la première année durant laquelle la pension peut lui être accordée :
  1° le capital est de (14.873,62 EUR) si l'agent est âgé de moins de soixante et un ans;
  2° le capital est de (14.253,88 EUR) si l'agent de moins de soixante-deux ans;
  3° le capital est de (12.394,68 EUR) si l'agent est âgé de moins de soixante-trois ans;
  4° le capital est de (9.915,74 EUR) si l'agent est âgé de moins de soixante-quatre ans;
  5° le capital est de (6.197,34 EUR) si l'agent, tout en ayant dépassé l'âge de soixante-quatre ans, n'a pas atteint l'âge de soixante-cinq ans.
  § 3. Le capital visé au § 2 est payé à concurrence de (6.197,34 EUR) la première année, (3.718,40 EUR) la seconde année s'il est de (9.915,74 EUR) au moins, (2.478,94 EUR) la troisième année s'il est de (12.394,68 EUR) au moins, (1.859,20 EUR) la quatrième année s'il est de (14.253,88 EUR) au moins et (619,73 EUR) la cinquième année s'il est de (14.873,62 EUR) .
  § 4. Le capital est réduit du montant annuel correspondant à la ou les années précédentes selon que l'agent choisit d'être mis à la retraite à partir de la deuxième, la troisième ou la quatrième année suivant la première année durant laquelle la pension peut lui être accordée.
  Toutefois, pour les agents âgés de cinquante-cinq à cinquante-sept ans au 31 décembre 1993, le capital n'est pas réduit si l'agent choisit d'être mis à la retraite au cours de l'année suivant la première année durant laquelle la pension peut lui être accordée.
Art.4. § 1. Of zij het hun bij artikel 2 van dit decreet toegekende recht al dan niet hebben uitgeoefend, worden van rechtswege in ruste gesteld en genieten het pensioen, de ambtenaren die, gedurende de periode die tussen 1 januari 1994 en 31 december 1997 loopt, de volgende voorwaarden vervullen :
  1° ten minste zestig jaar oud zijn;
  2° dertig jaar werkelijke diensten of daarmee gelijkgestelde diensten hebben verricht in de zin van de wets- en verordeningsbepalingen die van toepassing zijn inzake rustpensioenen toegekend aan de ambtenaren van de R.T.B.F.
  De inrustestelling geschiedt op de eerste dag van de maand volgend op de vervulling van die twee voorwaarden gedurende de periode die loopt tussen 1 januari 1994 en 31 december 1997.
  § 2. De periode die loopt tussen de dag waarop het in paragraaf 1 bedoelde pensioen van kracht wordt en de laatste dag van de maand gedurende welke de ambtenaar de leeftijd van vijfenzestig jaar heeft bereikt, wordt opgeteld bij de administratieve loopbaan van deze voor de berekening van het pensioen.
  § 3. Het in paragraaf 1 bedoeld pensioen wordt berekend op grond van de brutobezoldiging van de laatste activiteitsmaand van de ambtenaar.
Art.4. § 1. Qu'ils aient ou non exercé le droit qui leur est accordé par l'article 2 du présent décret, sont mis d'office à la retraite et admis à la pension les agents qui, durant la période comprise entre le 1er janvier 1994 et le 31 décembre 1997, réunissent les conditions suivantes :
  1° être âgés de soixante ans au moins;
  2° compter trente années de services effectifs ou assimilés au sens des dispositions légales et réglementaires applicables en matière de pensions de retraite allouées aux agents définitifs de la R.T.B.F.
  La mise à la retraite intervient le premier jour du mois qui suit l'accomplissement de ces deux conditions durant la période comprise entre le 1er janvier 1994 et le 31 décembre 1997.
  § 2. La période comprise entre la date de prise de cours de la pension visée au paragraphe 1er et le dernier jour du mois au cours duquel l'agent atteint l'âge de soixante-cinq ans est ajoutée à la carrière administrative de celui-ci le calcul de la pension.
  § 3. La pension visée au paragraphe 1er est calculée sur la base de la rémunération brute du dernier mois d'activité de l'agent.
Art.5. Voor zover dit decreet niet uitdrukkelijk daarvan afwijkt, zijn de wets- en verordeningsbepalingen die van toepassing zijn inzake rustpensioenen toegekend aan de ambtenaren van de R.T.B.F. toepasselijk op de pensioenen die krachtens dit decreet worden toegekend.
Art.5. Dans la mesure où il n'y est pas expréssement dérogé par le présent décret, les dispositions légales et réglementaires applicables en matière de pensions de retraite allouées aux agents définitifs de la R.T.B.F. sont applicables aux pensions allouées en vertu du présent décret.
Art.6. Voor de toepassing van dit decreet, wordt de leeftijd van zestig jaar, gedurende de periode die loopt van 15 november 1993 tot 31 december 1997, beschouwd als de normale leeftijd waarop de ambtenaar in ruste kan worden gesteld en het pensioen kan genieten op grond van artikel 2, of waarop hij van ambtswege in ruste kan worden gesteld op grond van artikel 4.
Art.6. Pour l'application du présent décret, l'âge de soixante ans est considéré, durant la période comprise entre le 15 novembre 1993 et le 31 décembre 1997, comme l'âge normal auquel l'agent peut être mis à la retraite et admis à la pension sur la base de l'article 2 ou mis d'office à la retraite sur la base de l'article 4.
Art.7. § 1. Vóór 31 oktober 1993, zal de raad van bestuur van de R.T.B.F. de uitwerking van de in de artikelen 2 en 4 van dit decreet bedoelde maatregelen evalueren op grond van de volgende doelstellingen :
  1° een bezuiniging van (34.705.093,47 EUR) gedurende de periode die loopt tussen 1 januari 1993 en 31 december 1997 ten opzichte van de gehele lasten die in de begroting van de R.T.B.F. op 31 december 1992 voorkomen, met uitzondering van de rubriek 69 " bestemming en reclassering ";
  2° een herhaalde bezuiniging van (13.634.143,87 EUR) vanaf 31 december 1997 ten opzichte van de loonmassa die op 31 december 1992 bestond.
  De raad van bestuur deelt het resultaat van dei evaluatie in de notulen van zijn vergadering mede.
  § 2. Zouden die doelstellingen niet worden bereikt, dan zou de leeftijd van zestig jaar vermeld in artikel 4 worden vervangen door een andere leeftijd, die door de Regering van de Franse Gemeenschap vóór 15 november 1993 zou worden vastgesteld, waarbij die leeftijd niet lager dan achtenvijftig jaar zou kunnen zijn.
  In dit geval wordt de periode die loopt tussen de dag waarop het pensioen van kracht wordt en de laatste dag van de maand gedurende welke de ambtenaar zestig jaar oud wordt, opgesteld bij de administratieve loopbaan van deze, maar mag niet langer dan vijf jaar zijn.
Art.7. § 1. Avant le 31 octobre 1993, le Conseil d'Administration de la R.T.B.F. évaluera l'impact des mesures visées aux articles 2 et 4 du présent décret en fonction des objectifs suivants :
  1° réaliser une économie de (34.705.093,47 EUR) durant la période entre le 1er janvier 1993 et le 31 décembre 1997 par rapport à l'ensemble des charges figurant au budget de la R.T.B.F. au 31 décembre 1992, à l'exception de la rubrique 69 " affectation et reclassement ";
  2° réaliser une économie récurrente de (13.634.143,87 EUR) à partir du 31 décembre 1997 par rapport à la masse salariale existante au 31 décembre 1992.
  Le Conseil d'Administration consignera le résultat de cette évaluation dans le procès-verbal de sa réunion.
  § 2. Dans le cas où ces objectifs ne seraient pas atteints, l'âge de soixante ans mentionné dans l'article 4 sera remplacé par un autre âge qui sera fixé par le Gouvernement de la Communauté française avant le 15 novembre 1993, sans que cet âge puisse être inférieur à cinquante-huit ans.
  Dans ce cas, la période comprise entre la prise de cours de la pension et le dernier jour du mois au cours duquel l'agent atteint l'âge de soixante-cinq ans est ajoutée à la carrière administrative de celui-ci sans pouvoir excéder cinq années.
Art. 8. Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 4, dat op 1 januari 1994 in werking treedt.
Art. 8. Le présent décret entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge, à l'exception de l'article 4 qui entre en vigueur le 1er janvier 1994.