Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
11 FEBRUARI 1993. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve tot vaststelling van sectoriële voorwaarden voor de lozing in het gewone oppervlaktewater en in de openbare riolen van afvalwater dat volgende gevaarlijke stoffen van lijst I bevat : DDT, pentachloorfenol, aldrin, dieldrin, endrin en isodrin.
Titre
11 FEVRIER 1993. - Arrêté de l'Exécutif régional wallon portant les conditions sectorielles de déversement dans les eaux de surface ordinaires et dans les égouts publics des eaux usées contenant les substances dangereuses de la liste I suivantes : DDT, pentachlorophénol, aldrine, dieldrine, endrine et isodrine.
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Table des matières
Tekst (13)
Texte (13)
Artikel 1. In de zin van dit besluit dient te worden verstaan onder :
  1° " gevaarlijke stoffen van lijst I " : de uit de op lijst I van de bijlage van richtlijn 76/464/EEG voorkomende families en groepen van stoffen gekozen stoffen waarvoor de Raad van de Europese Economische Gemeenschappen algemene en bijzondere bepalingen heeft vastgesteld, namelijk : kwikzilver, cadmium, hexachloorcyclohexaan en de vervolgens in richtlijn 86/280/EEG en haar latere wijzigingen bedoelde stoffen;
  2° " algemeen besluit " : het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 11 februari 1993 tot vaststelling van de algemene voorwaarden voor het lozen in het oppervlaktewater en in de openbare riolen van afvalwater dat gevaarlijke stoffen van lijst I bevat;
  3° " algemeen reglement " : het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende algemeen reglement voor het lozen van afvalwater in het gewone oppervlaktewater, in de openbare riolen en in de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater en diens latere wijzigingen;
  4° " Minister " : de Minister, lid van de Executieve, tot wiens bevoegdheden Leefmilieu en Natuurlijke Hulpbronnen behoren.
Article 1. Au sens du présent arrêté, on entend par :
  1° " substances dangereuses de la liste I " : les substances choisies parmi les familles et groupes de substances de la liste I de l'annexe de la directive 76/464/CEE pour lesquelles le Conseil des Communautés européennes a arrêté des dispositions générales et spécifiques, à savoir le mercure, le cadmium, l'hexachlorocyclohexane et les substances visées ensuite par la directive 86/280/CEE et ses modifications successives;
  2° " arrêté général " : l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 11 février 1993 portant les conditions générales de déversement dans les eaux de surface ordinaires et dans les égouts publics des eaux usées contenant des substances dangereuses de la liste I;
  3° " règlement général " : l'arrêté royal du 3 août 1976 portant le règlement général relatif aux déversements des eaux usées dans les eaux de surface ordinaires, dans les égouts publics et dans les voies artificielles d'écoulement des eaux pluviales et ses modifications successives;
  4° " Ministre " : le Ministre, membre de l'Exécutif, qui a l'environnement et les ressources naturelles dans ses attributions.
Art.2. Dit besluit bepaalt, naast de in het algemeen besluit bedoelde bepalingen, de sectoriële voorwaarden voor het lozen in het gewone oppervlaktewater en in de openbare riolen van afvalwater dat DDT, pentachloorfenol, aldrin, dieldrin, endrin en isodrin bevat.
Art.2. Le présent arrêté fixe, en complément des dispositions visées dans l'arrêté général, les conditions sectorielles de déversement dans les eaux de surface ordinaires et dans les égouts publics des eaux usées contenant du DDT, du pentachlorophénol, de l'aldrine, de la dieldrine, de l'endrine et de l'isodrine.
Art.3. § 1. De lozingsvoorwaarden voor DDT zijn opgenomen in bijlage I.
  § 2. De lozingsvoorwaarden voor pentachloorfenol zijn opgenomen in bijlage II.
  § 3. De lozingsvoorwaarden voor aldrin, dieldrin, endrin en isodrin zijn opgenomen in bijlage III.
Art.3. § 1. Les conditions de déversement en DDT sont reprises à l'annexe I.
  § 2. Les conditions de déversement en pentachlorophénol sont reprises à l'annexe II.
  § 3. Les conditions de déversement en aldrine, dieldrine, endrine et isodrine sont reprises à l'annexe III.
Art.4. De in artikel 3 bedoelde lozingsvoorwaarden worden toegevoegd aan de in het algemeen reglement opgenomen algemene lozingsvoorwaarden en aan de sectoriële lozingsvoorwaarden wanneer deze vastgesteld zijn.
Art.4. Les conditions de déversement visées à l'article 3 s'ajoutent aux conditions générales de déversement reprises dans le règlement général et aux conditions sectorielles de déversement lorsque celles-ci ont été arrêtées.
Art.5. De in dit besluit opgenomen lozingsvoorwaarden zijn in gemiddelden uitgedrukt. De in daggemiddelden uitgedrukte waarden zijn gelijk aan tweemaal de in maandgemiddelden uitgedrukte waarden.
Art.5. Les conditions de rejet reprises dans le présent arrêté sont des moyennes. Les valeurs moyennes journalières sont égales au double des valeurs mensuelles.
Art.6. De sectoriële voorwaarden van dit besluit gelden voor lozingen van afvalwater in het oppervlaktewater en in de openbare riolen.
Art.6. Les conditions sectorielles du présent arrêté sont identiques pour les rejets dans les eaux de surface et dans les égouts publics.
Art.7. De in artikel 3, § 3, van het algemeen besluit bedoelde vereenvoudigde controleprocedure is van toepassing op de jaarlijkse lozingen van :
  - DDT < dan 1 kg/jaar;
  - PCF < dan 3 kg/jaar;
  - Drin (de som van aldrin, dieldrin, endrin en isodrin) < dan 1 kg/jaar.
Art.7. La procédure de contrôle simplifiée visée à l'article 3, § 3, de l'arrêté général s'applique pour les rejets annuels de :
  - DDT inférieurs à 1 kg/an;
  - PCP inférieurs à 3 kg/an;
  - Drines (somme des quatre) infériers à 1 kg/an.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art.8. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur Belge.
Art.9. De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.9. Le Ministre de l'Environnement, des Ressources naturelles et de l'Agriculture est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Bijlagen.
Annexes.
Art. N1. Bijlage 1. Sectoriële voorwaarden voor het lozen van DDT (maandgemiddelden) (1).
Art. N1. Annexe 1. Conditions sectorielles de rejet (moyennes mensuelles) en DDT (1).
  Industriele sektoren (2)               Lozingsvoorwaarden  Referentievolume
                                          uitgedrukt in       m3/t (3)
                                        gewicht concentratie
                                         g/t     mg/l (4)
                                         (3)
                                         (4)
  DDT-produktie, met inbegrip van de       4       0,2            20
   formulering van DDT op dezelfde
   plaats
  Secteurs industriels (2)                    Conditions de rejet Volume de
                                               exprimees en        reference
                                                                   m3/t (3)
                                         Poids g/t Concentration
                                          (3) (4)   mg/l (4)
  Production du DDT, y compris la          4         0,2               20
   formulation du DDT sur le même site
  (1) De som van de volgende isomeren :
  1,1,1-trichloor-2,2bis(p-chloorfenyl) ethaan;
  1,1,1-trichloor-2-(o-chloorfenyl)-2-(p-chloorfenyl) ethaan;
  1,1-dichloor-2,2bis (p-chloorfenyl) ethyleen;
  1,1-dichloor-2-(o-chloorfenyl)-2-(p-chloorfenyl)-2-ethyleen.
  (2) Onder de in artikel 3, § 4, van het algemeen besluit bedoelde industriële bedrijven bevinden zich met name de bedrijven die DDT buiten de produktieplaats formuleren en de dicofolproducerende sector.
  (3) De lozingsvoorwaarden in gewicht en de referentievolumes zijn gegeven in verhouding tot de produktie- of gebruikscapaciteit van DDT.
  (4) De referentiemeetmethode voor het bepalen van DDT in afvalwater en in wateren is gaschromatografie met detectie door elektronenvangst, na extractie met een geschikt oplosmiddel. De bepalingsdrempel ligt voor DDT, naargelang van het aantal storende begeleidende stoffen in het monster, bij 4 ug/l voor wateren en bij 1 ug/l voor afvalwater.
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 11 februari 1993 tot vaststelling van sectoriële voorwaarden voor het lozen in het gewone oppervlaktewater en in de openbare riolen van afvalwater dat volgende gevaarlijke stoffen van lijst I bevat : DDT, pentachloorfenol, aldrin, dieldrin, endrin en isodrin.
  (1) La somme des isomères :
  1,1,1-trichloro-2,2bis (p-chlorophényl) éthane;
  1,1,1-trichloro-2-(o-chlorophényl)-2-(p-chlorophényl) éthane;
  1,1-dichloro-2,2bis (p-chlorophényl) éthylène;
  1,1-dichloro-2-(o-chlorophényl)-2-(p-chlorophényl) éthylène.
  (2) Parmi les établissements industriels visés à l'article 3, § 4, de l'arrêté général figurent notamment ceux formulant le DDT en dehors du site de production et le secteur de la production du dicofol.
  (3) Les conditions de rejet en poids et les volumes de référence sont donnés par rapport à la capacité de production ou d'utilisation de DDT.
  (4) La méthode de mesure de référence pour la détermination du DDT dans les effluents et des eaux est la chromatographie en phase gazeuse avec détection par capture d'électrons après extraction par solvant approprié.
  La limite de détermination pour le DDT est d'environ 4 ug/l pour les eaux et 1 ug/l pour les effluents, selon le nombre de substances parasites présentes dans l'échantillon.
  Vu pour être annexé à l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 11 février 1993 portant les conditions sectorielles de déversement dans les eaux de surface ordinaires et dans les égouts publics des eaux usées contenant les substances dangereuses de la liste I suivantes : DDT, pentachlorophénol, aldrine, dieldrine, endrine et isodrine.
Art. N2. Bijlage 2. Sectoriële voorwaarden voor het lozen van pentachloorfenol (PCP) (maandgemiddelden) (1).
Art. N2. Annexe 2. Conditions sectorielles de rejet (moyennes mensuelles) en pentachlorophénol (PCP) (1).
  Industriele sektoren (2)               Lozingsvoorwaarden  Referentievolume
                                          uitgedrukt in       m3/t (3)
                                        gewicht concentratie
                                       g/t       mg/l (4)
                                         (3)
                                         (4)
  Produktie van PCP-Na door hydrolise     25       1              25
   van hexachloorbenzeen
  Secteurs industriels (2)                    Conditions de rejet Volume de
                                               exprimees en        reference
                                                                   m3/t (3)
                                         Poids g/t Concentration
                                          (3) (4)   mg/l (4)
  Production du PCP-Na, par hydrolyse de  25         1                 25
   l'hexachlorobenzene
  (1) De chemische verbinding 2,3,4,5,6-pentachloor-1-hydroxybenzeen en haar zouten.
  (2) Onder de in artikel 3, § 4, van het algemeen besluit bedoelde industriële bedrijven bevinden zich met name de bedrijven die natriumpentachloorfenolaat door middel van verzeping produceren, die pentachloorfenol door chlorering produceren en pentachloorfenol voor de behandeling van hout gebruiken.
  (3) De lozingsvoorwaarden in gewicht en de referentievolumes zijn gegeven in verhouding tot de produktie- of gebruikscapaciteit van PCP-Na.
  (4) De referentiemeetmethode voor het bepalen van pentachloorfenol in afvalwater en in wateren is hogedrukvloeistofchromatografie of gaschromatografie met detectie door elektronenvangst, na extractie met een geschikt oplosmiddel. De bepalingsdrempel ligt bij 2 ug/l voor afvalwater en bij 0,1 ug/l voor wateren.
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 11 februari 1993 tot vaststelling van sectoriële voorwaarden voor het lozen in het gewone oppervlaktewater en in de openbare riolen van afvalwater dat volgende gevaarlijke stoffen van lijst I bevat : DDT, pentachloorfenol, aldrin, dieldrin, endrin en isodrin.
  (1) Le composé chimique 2,3,4,5,6-pentachloro-1 hydroxybenzène et ses sels.
  (2) Parmi les établissements industriels visés à l'article 3, § 4, de l'arrêté général figurent notamment ceux produisant du pentachlorophénolate de Na par saponification, ceux produisant du pentachlorophénol par chloration et ceux utilisant le pentachlorophénol, pour le traitement du bois.
  (3) Les conditions de rejet en poids et les volumes de référence sont donnés par rapport à la capacité de production ou d'utilisation de PCP-Na.
  (4) La méthode de mesure de référence pour la détermination du pentachlorophénol dans les effluents et des eaux est la chromatographie en phase liquide à haute pression ou la chromatographie en phase gazeuse avec détection par capture d'électrons après extraction par solvant approprié.
  La limite de détermination est de 2 ug/l pour les effluents et de 0,1 ug/l pour les eaux.
  Vu pour être annexé à l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 11 février 1993 portant les conditions sectorielles de déversement dans les eaux de surface ordinaires et dans les égouts publics des eaux usées contenant les substances dangereuses de la liste I suivantes : DDT, pentachlorophénol, aldrine, dieldrine, endrine et isodrine.
Art. N3. Bijlage 3. Sectoriële voorwaarden voor het lozen van aldrin (1), dieldrin (2), endrin (3) en isodrin (4) (maand- en daggemiddelden).
Art. N3. Annexe 3. Conditions sectorielles de rejet (moyennes mensuelles et journalières) en aldrine (1), dieldrine (2), endrine (3) et isodrine (4).
  Industriele sektoren (5)     Soort      Lozingsvoorwaarden   Referentievolume
                               gemiddelde  uitgedrukt in (6)    m3 (7) (8)
                               waarde
                                          gewicht concentratie
                                           g/t     mg/l (9)
                                           (8)
                                           (9)
  Produktie van aldrin en/of   maand          3         2         1 500
   dieldrin en/of endrin, met
   inbegrip van de formulering
   van deze verbindingen op
   dezelfde plaats              dag          15        10         1 500
  Secteurs industriels (5)               Type de  Conditions de rejet Volume de
                                          valeur   exprimees en (6)    reference
                                          moyenne                      m3/t (7)
                                                                        (8)
                                                  Poids Concentration
                                                   g/t   mg/l (9)
                                                   (8)
                                                   (9)
  Production d'aldrine et/ou de            mois     3        2         1 500
   dieldrine et/ou d'endrine y
   compris la formulation de ces
   substances sur le même site             jour    15       10         1 500
  (1) Aldrin : de chemische verbinding C12H8Cl6,
  1,2,3,4,10,10-hexachloor-1,4,4a,5,8,8a-hexahydro-1,4-endo-5,8-exo-dimethano-naftaleen.
  (2) Dieldrin : de chemische verbinding C12H8Cl6,O,
  1,2,3,4,10,10-hexachloor-6,7-epoxy-1,4,4a,5,6,7,8,8a-octahydro-1,4-endo-5,8-exo- dimethano-naftaleen.
  (3) Endrin : de chemische verbinding C12H8Cl6O,
  1,2,3,4,10,10-hexachloor-6,7-epoxy-1,4,4a,5,6,7,8,8a-octahydro-1,4-endo-5,8-endo- dimethano-naftaleen.
  (4) Isodrin : de chemische verbinding C12H8Cl6,
  1,2,3,4,10,10-hexachloor-1,4,4a,5,8,8a-hexahydro-1,4-endo-5,8-endo-dimethano-naftaleen.
  (5) Onder de in artikel 3, § 4, van het algemeen besluit bedoelde industriële bedrijven bevinden zich met name de bedrijven die stoffen op basis van aldrin en/of dieldrin en/of endrin buiten de produktieplaats formuleren.
  (6) De lozingsvoorwaarden zijn van toepassing op de totale lozing van aldrin, dieldrin en endrin. Wanneer het afvalwater afkomstig van de produktie of het gebruik van aldrin, dieldrin en/of endrin (inclusief de formulering van deze verbindingen) tevens isodrin bevat, zijn de hierboven vastgestelde lozingsvoorwaarden van toepassing op de totale lozingen van aldrin, dieldrin, endrin en isodrin.
  (7) Deze cijfers houden rekening met het totaal waterdebiet van het bedrijf.
  (8) De lozingsvoorwaarden in gewicht en de referentievolumes zijn gegeven in verhouding tot de totale produktiecapaciteit van drin.
  (9) De referentiemeetmethode voor het bepalen van aldrin, dieldrin en endrin en/of isodrin in afvalwater en in wateren is gaschromatografie met detectie door elektronenvangst, na extractie met een geschikt oplosmiddel. De bepalingsdrempel ligt voor iedere stof, naargelang het aantal begeleidende stoffen in het monster, bij 2,5 ng/l voor water en bij 400 ng/l voor afvalwater.
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 11 februari 1993 tot vaststelling van sectoriële voorwaarden voor het lozen in het gewone oppervlaktewater en in de openbare riolen van afvalwater dat volgende gevaarlijke stoffen van lijst I bevat : DDT, pentachloorfenol, aldrin, dieldrin, endrin en isodrin.
  (1) Aldrine : le composé chimique C12H8Cl6,
  1,2,3,4,10,10-hexachloro-1,4,4a,5,8,8a-hexahydro-1,4-endo-5,8-exo-diméthano-naphtalène.
  (2) Dieldrine : le composé chimique C12H8Cl6O,
  1,2,3,4,10,10-hexachloro-6,7-époxy-1,4,4a,5,6,7,8,8a-octahydro-1,4-endo-5,8-exo-diméthano- naphtalène.
  (3) Endrine : le composé chimique C12H8Cl6O,
  1,2,3,4,10,10-hexhachloro-6,7-époxy-1,4,4a,5,6,7,8,8a-octahydro-1,4-endo-5,8-endo- diméthano-naphtalène.
  (4) Isodrine : le composé chimique C12H8Cl6,
  1,2,3,4,10,10-hexachloro-1,4,4a,5,8,8a-hexahydro-1,4-endo-5,8-endo-diméthano-naphtalène.
  (5) Parmi les établissements industriels visés à l'article 3, § 4, de l'arrêté général figurent notamment ceux préparant des produits à base d'aldrine et/ou de dieldrine et/ou d'endrine en dehors du site de production.
  (6) Ces conditions de rejet s'appliquent à la somme des rejets d'aldrine, de dieldrine, et d'endrine.
  Dans le cas où les effluents provenant de la production ou de l'emploi d'aldrine, de dieldrine et/ou d'endrine (y compris les produits préparés à partir de ces substances) contiennent aussi de l'isodrine, les conditions de rejet ci-dessus s'appliquent à la somme des rejets d'aldrine, de dieldrine, d'endrine et d'isodrine.
  (7) Ces chiffres tiennent compte du débit total des eaux de l'établissement.
  (8) Les conditions de rejet en poids et les volumes de référence sont donnés par rapport à la capacité totale de production de drines.
  (9) La méthode de mesure de référence pour la détermination de l'aldrine, de la dieldrine et de l'endrine et/ou de l'isodrine dans les effluents et les eaux est la chromatographie en phase gazeuse avec détection par capture d'électrons après extraction par solvant approprié.
  La limite de détermination pour chaque substance est de 2,5 ng/l pour les eaux et de 400 ng/l pour les effluents, selon le nombre de substances parasites présentes dans l'échantillon.
  Vu pour être annexé à l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 11 février 1993 portant les conditions sectorielles de déversement dans les eaux de surface ordinaires et dans les égouts publics des eaux usées contenant les substances dangereuses de la liste I suivantes : DDT, pentachlorophénol, aldrine, dieldrine, endrine et isodrine.