Artikel 1. De volgende categorieën jongeren worden uitgesloten uit het toepassingsgebied van artikel 2, § 1, eerste lid van de wet van 23 juli 1993 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling van jongeren in het raam van het jongerenbanenplan :
1° de jongeren die worden aangeworven vanaf het ogenblik dat zij zich in een statutaire toestand bevinden;
2° de jongeren die worden aangeworven als leden van het academisch- en wetenschappelijk personeel door de instellingen van universitair onderwijs of als leden van het onderwijzend personeel in de andere onderwijsinstellingen;
3° de jongeren die worden aangeworven door :
a) het Rijk met daarin begrepen de rechterlijke macht, de Raad van State, het leger en de Rijkswacht;
b) de gemeenschappen en de gewesten;
c) de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Verenigde Gemeenschapscommissie;
d) (de instellingen van openbaar nut en de openbare instellingen die onder het toezicht vallen van de onder a), b) en c) voornoemde instellingen, met uitzondering van de openbare kredietinstellingen evenals de openbare instellingen voor het personeel dat zij als uitzendkrachten aanwerven om het ter beschikking te stellen van gebruikers met het oog op het uitvoeren van een tijdelijke arbeid, overeenkomstig de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.) <KB 1994-02-10/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
26 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 23 juli 1993 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling van jongeren in het raam van het jongerenbanenplan. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-09-1993 en tekstbijwerking tot 31-07-1998)
Titre
26 AOUT 1993. - Arrêté royal portant exécution de la loi du 23 juillet 1993 portant des mesures de promotion de l'emploi des jeunes dans le cadre du plan d'embauche des jeunes. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 08-09-1993 et mise à jour au 31-07-1998)
Informations sur le document
Numac: 1993012523
Datum: 1993-08-26
Info du document
Numac: 1993012523
Date: 1993-08-26
Tekst (6)
Texte (6)
Article 1. Les catégories suivantes de jeunes sont exclues du champ d'application de l'article 2, § 1er, alinéa 1er de la loi du 23 juillet 1993 portant des mesures de promotion de l'emploi des jeunes dans le cadre du plan d'embauche des jeunes :
1° les jeunes engagés dès qu'ils se trouvent dans une situation statutaire;
2° les jeunes engagés comme membres du personnel académique et scientifique dans les établissements d'enseignement universitaire et comme membres du personnel enseignant dans les autres établissements d'enseignement;
3° les jeunes engagés par :
a) l'Etat, y compris le pouvoir judiciaire, le Conseil d'Etat, les forces armées, la gendarmerie;
b) les communautés et les régions;
c) la Commission communautaire flamande, la Commission communautaire française et la Commission communautaire commune;
d) (les organismes d'intérêt public et les établissements publics qui tombent sous le contrôle des institutions précitées sous le a), b) et c) à l'exception des institutions publiques de crédit ainsi que des établissements publics pour le personnel que ceux-ci engagent à titre d'intérimaires afin de le mettre à la disposition d'utilisateurs en vue de l'exécution d'un travail temporaire, conformément à la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition d'utilisateurs.) <AR 1994-02-10/31, art. 1, 002; En vigueur : 01-08-1993>
1° les jeunes engagés dès qu'ils se trouvent dans une situation statutaire;
2° les jeunes engagés comme membres du personnel académique et scientifique dans les établissements d'enseignement universitaire et comme membres du personnel enseignant dans les autres établissements d'enseignement;
3° les jeunes engagés par :
a) l'Etat, y compris le pouvoir judiciaire, le Conseil d'Etat, les forces armées, la gendarmerie;
b) les communautés et les régions;
c) la Commission communautaire flamande, la Commission communautaire française et la Commission communautaire commune;
d) (les organismes d'intérêt public et les établissements publics qui tombent sous le contrôle des institutions précitées sous le a), b) et c) à l'exception des institutions publiques de crédit ainsi que des établissements publics pour le personnel que ceux-ci engagent à titre d'intérimaires afin de le mettre à la disposition d'utilisateurs en vue de l'exécution d'un travail temporaire, conformément à la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition d'utilisateurs.) <AR 1994-02-10/31, art. 1, 002; En vigueur : 01-08-1993>
Art.2. De vrijstelling van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid bedoeld in artikel 2 van voornoemde wet van 23 juli 1993 is volledig vanaf de indienstneming tot het einde van het vierde kwartaal volgend op dat waarin de indienstneming heeft plaatsgehad. (indien de werkgever aangesloten is bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid of tot het einde van de twaalfde maand volgend op deze waarin de indienstneming heeft plaatsgehad indien de werkgever aangesloten is bij het Nationaal pensioenfonds voor mijnwerkers.) <KB 1998-07-08/32, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
Gedurende het vijfde tot en met het achtste kwartaal volgend op dat waarin de indienstneming heeft plaatsgehad (indien de werkgever aangesloten is bij de R.S.Z. of gedurende de dertiende tot en met de vierentwintigste maand volgend op deze waarin de indienstneming heeft plaatsgehad indien de werkgever aangesloten is bij het N.P.M.), wordt deze vrijstelling verminderd met 25 %. <KB 1998-07-08/32, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
Gedurende het negende tot en met het twaalfde kwartaal volgend op dat waarin de indienstneming heeft plaatsgehad (indien de werkgever aangesloten is bij de R.S Z. of gedurende de vijfentwintigste tot en met de zesendertigste maand volgend op deze waarin de indienstneming heeft plaatsgehad indien de werkgever aangesloten is bij het N.P.M.), wordt deze vrijstelling verminderd met 50 %. <KB 1998-07-08/32, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
(Wanneer een werkgever een jongere in dienst neemt die hij vroeger als gebruiker tewerkgesteld heeft door tussenkomst van één of meerdere uitzendbureaus, wordt er voor de berekening van het aantal kwartalen (indien de werkgever aangesloten is bij de R.S.Z. of van het aantal maanden indien de werkgever aangesloten is bij het N.P.M.) rekening gehouden met de datum van de eerste indienstneming van die jongere door een uitzendbureau voor een tewerkstelling bij deze werkgever die aanleiding gegeven heeft tot het toekennen van de bij de wet van 23 juli 1993 voorziene voordelen aan het uitzendbureau. <KB 1998-07-08/32, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
Het vorige lid is slechts van toepassing als het toekennen van de door de voornoemde wet van 23 juli 1993 voorziene voordelen ten gunste van de indienstneming van jongeren die werkloosheids- of wachtuitkeringen genieten slechts mogelijk is met toepassing van de afwijking voorzien in artikel 1, tweede lid of in artikel 3, tweede lid van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van de wet van 23 juli 1993 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling van jongeren in het raam van het jongerenbanenplan.) <KB 1994-02-10/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
Gedurende het vijfde tot en met het achtste kwartaal volgend op dat waarin de indienstneming heeft plaatsgehad (indien de werkgever aangesloten is bij de R.S.Z. of gedurende de dertiende tot en met de vierentwintigste maand volgend op deze waarin de indienstneming heeft plaatsgehad indien de werkgever aangesloten is bij het N.P.M.), wordt deze vrijstelling verminderd met 25 %. <KB 1998-07-08/32, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
Gedurende het negende tot en met het twaalfde kwartaal volgend op dat waarin de indienstneming heeft plaatsgehad (indien de werkgever aangesloten is bij de R.S Z. of gedurende de vijfentwintigste tot en met de zesendertigste maand volgend op deze waarin de indienstneming heeft plaatsgehad indien de werkgever aangesloten is bij het N.P.M.), wordt deze vrijstelling verminderd met 50 %. <KB 1998-07-08/32, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
(Wanneer een werkgever een jongere in dienst neemt die hij vroeger als gebruiker tewerkgesteld heeft door tussenkomst van één of meerdere uitzendbureaus, wordt er voor de berekening van het aantal kwartalen (indien de werkgever aangesloten is bij de R.S.Z. of van het aantal maanden indien de werkgever aangesloten is bij het N.P.M.) rekening gehouden met de datum van de eerste indienstneming van die jongere door een uitzendbureau voor een tewerkstelling bij deze werkgever die aanleiding gegeven heeft tot het toekennen van de bij de wet van 23 juli 1993 voorziene voordelen aan het uitzendbureau. <KB 1998-07-08/32, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
Het vorige lid is slechts van toepassing als het toekennen van de door de voornoemde wet van 23 juli 1993 voorziene voordelen ten gunste van de indienstneming van jongeren die werkloosheids- of wachtuitkeringen genieten slechts mogelijk is met toepassing van de afwijking voorzien in artikel 1, tweede lid of in artikel 3, tweede lid van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van de wet van 23 juli 1993 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling van jongeren in het raam van het jongerenbanenplan.) <KB 1994-02-10/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
Art.2. L'exonération des cotisations patronales de sécurité sociale visée à l'article 2 de la loi précitée du 23 juillet 1993 est complète à partir du début de l'engagement jusqu'à la fin du quatrième trimestre suivant celui pendant lequel cet engagement a pris cours.( si l'employeur est affilié à l'Office national de sécurité sociale ou jusqu'à la fin du douzième mois suivant celui pendant lequel cet engagement a pris cours si l'employeur est affilié au Fonds national de retraite des ouvriers mineurs.) <AR 1998-07-08/32, art. 2, 003; En vigueur : 1993-08-01>
Durant le cinquième et jusqu'au huitième trimestre inclus, suivant celui pendant lequel l'engagement a pris cours,( si l'employeur est affilié à l'O.N.S.S. ou durant le treizième et jusqu'au vingt-quatrième mois inclus, suivant celui pendant lequel l'engagement a pris cours, si l'employeur est affilié au F.N.R.O.M.) cette exonération est réduite de 25 %. <AR 1998-07-08/32, art. 2, 003; En vigueur : 1993-08-01>
Durant le neuvième et jusqu'au douzième trimestre inclus, suivant celui pendant lequel l'engagement a pris cours,( si l'employeur est affilié à l'O.N.S.S. ou durant le vingt-cinquième et jusqu'au trente-sixième mois inclus, suivant celui pendant lequel l'engagement a pris cours si l'employeur est affilié au F.N.R.O.M.) cette exonération est réduite de 50 %. <AR 1998-07-08/32, art. 2, 003; En vigueur : 01-08-1993>
(Lorsqu'un employeur engage un jeune qu'il a précédemment occupé en tant qu'utilisateur par l'intermédiaire d'une ou de plusieurs entreprises de travail intérimaire, il est tenu compte, pour le comptage du nombre de trimestres,( si l'employeur est affilié à l'O.N.S.S. ou du nombre de mois si l'employeur est affilié au F.N.R.O.M.) de la date du premier engagement de ce jeune par une entreprise de travail intérimaire pour une occupation chez cet employeur qui a donné lieu à l'octroi, au bénéfice de l'entreprise intérimaire, des avantages prévus par la loi du 23 juillet 1993. <AR 1998-07-08/32, art. 2, 003; En vigueur : 01-08-1993>
L'alinéa précédent n'est d'application que lorsque l'octroi des avantages prévus par la loi du 23 juillet 1993 précitée en faveur de l'engagement de jeunes bénéficiaires d'allocations de chômage ou d'attente n'est possible que par application de la dérogation prévue à l'article 1er, 2ème alinéa ou à l'article 3, 2e alinéa de l'arrêté royal du 27 août 1993 portant exécution de la loi du 23 juillet 1993 portant des mesures de promotion de l'emploi des jeunes dans le cadre du plan d'embauche des jeunes.) <AR 1994-02-10/31, art. 2, 002; En vigueur : 01-08-1993>
Durant le cinquième et jusqu'au huitième trimestre inclus, suivant celui pendant lequel l'engagement a pris cours,( si l'employeur est affilié à l'O.N.S.S. ou durant le treizième et jusqu'au vingt-quatrième mois inclus, suivant celui pendant lequel l'engagement a pris cours, si l'employeur est affilié au F.N.R.O.M.) cette exonération est réduite de 25 %. <AR 1998-07-08/32, art. 2, 003; En vigueur : 1993-08-01>
Durant le neuvième et jusqu'au douzième trimestre inclus, suivant celui pendant lequel l'engagement a pris cours,( si l'employeur est affilié à l'O.N.S.S. ou durant le vingt-cinquième et jusqu'au trente-sixième mois inclus, suivant celui pendant lequel l'engagement a pris cours si l'employeur est affilié au F.N.R.O.M.) cette exonération est réduite de 50 %. <AR 1998-07-08/32, art. 2, 003; En vigueur : 01-08-1993>
(Lorsqu'un employeur engage un jeune qu'il a précédemment occupé en tant qu'utilisateur par l'intermédiaire d'une ou de plusieurs entreprises de travail intérimaire, il est tenu compte, pour le comptage du nombre de trimestres,( si l'employeur est affilié à l'O.N.S.S. ou du nombre de mois si l'employeur est affilié au F.N.R.O.M.) de la date du premier engagement de ce jeune par une entreprise de travail intérimaire pour une occupation chez cet employeur qui a donné lieu à l'octroi, au bénéfice de l'entreprise intérimaire, des avantages prévus par la loi du 23 juillet 1993. <AR 1998-07-08/32, art. 2, 003; En vigueur : 01-08-1993>
L'alinéa précédent n'est d'application que lorsque l'octroi des avantages prévus par la loi du 23 juillet 1993 précitée en faveur de l'engagement de jeunes bénéficiaires d'allocations de chômage ou d'attente n'est possible que par application de la dérogation prévue à l'article 1er, 2ème alinéa ou à l'article 3, 2e alinéa de l'arrêté royal du 27 août 1993 portant exécution de la loi du 23 juillet 1993 portant des mesures de promotion de l'emploi des jeunes dans le cadre du plan d'embauche des jeunes.) <AR 1994-02-10/31, art. 2, 002; En vigueur : 01-08-1993>
Art.3. De categorieën van jongeren, bedoeld in artikel 1 van dit besluit worden eveneens uitgesloten uit het toepassingsgebied van artikel 4, § 1, van voornoemde wet van 23 juli 1993.
Art.3. Les catégories de jeunes, visées à l'article 1er, du présent arrêté sont également exclues du champ d'application de l'article 4, § 1er de la loi précitée du 23 juillet 1993.
Art.4. De vrijstelling van bijdragen voorzien in artikel 4, § 1, van voornoemde wet is volledig.
(Wanneer een werkgever een jongere in dienst neemt die hij vroeger als gebruiker tewerkgesteld heeft door tussenkomst van één of meerdere uitzendbureaus, wordt er voor de berekening van het aantal kwartalen (indien de werkgever aangesloten is bij de R.S.Z. of van het aantal maanden indien de werkgever aangesloten is bij het N.P.M.) bedoeld in artikel 4, § 1, tweede lid van de voornoemde wet van 23 juli 1993 rekening gehouden met de datum van de eerste indienstneming van die jongere door een uitzendbureau voor een tewerkstelling bij deze werkgever die aanleiding gegeven heeft tot het toekennen van de bij de genoemde wet voorziene voordelen aan het uitzendbureau. <KB 1998-07-08/32, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
Het vorige lid is slechts van toepassing als het toekennen van de door de voornoemde wet van 23 juli 1993 voorziene voordelen ten gunste van de indienstneming van jongeren die werkloosheids- of wachtuitkeringen genieten slechts mogelijk is met toepassing van de afwijking voorzien in artikel 1, tweede lid of in artikel 3, tweede lid van het voornoemde koninklijk besluit van 27 augustus 1993.) <KB 1994-02-10/31, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
(Wanneer een werkgever een jongere in dienst neemt die hij vroeger als gebruiker tewerkgesteld heeft door tussenkomst van één of meerdere uitzendbureaus, wordt er voor de berekening van het aantal kwartalen (indien de werkgever aangesloten is bij de R.S.Z. of van het aantal maanden indien de werkgever aangesloten is bij het N.P.M.) bedoeld in artikel 4, § 1, tweede lid van de voornoemde wet van 23 juli 1993 rekening gehouden met de datum van de eerste indienstneming van die jongere door een uitzendbureau voor een tewerkstelling bij deze werkgever die aanleiding gegeven heeft tot het toekennen van de bij de genoemde wet voorziene voordelen aan het uitzendbureau. <KB 1998-07-08/32, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
Het vorige lid is slechts van toepassing als het toekennen van de door de voornoemde wet van 23 juli 1993 voorziene voordelen ten gunste van de indienstneming van jongeren die werkloosheids- of wachtuitkeringen genieten slechts mogelijk is met toepassing van de afwijking voorzien in artikel 1, tweede lid of in artikel 3, tweede lid van het voornoemde koninklijk besluit van 27 augustus 1993.) <KB 1994-02-10/31, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-08-1993>
Art.4. La dispense de cotisations prévue à l'article 4, § 1, de la loi précitée est complète.
(Lorsqu'un employeur engage un jeune qu'il a précédemment occupé en tant qu'utilisateur par l'intermédiaire d'une ou de plusieurs entreprises de travail intérimaire, il est tenu compte, pour le comptage du nombre de trimestres (, si l'employeur est affilié à l'O.N.S.S. ou du nombre de mois, si l'employeur est affilié au F.N.R.O.M.,) visé à l'article 4, § 1er, alinéa 2 de la loi du 23 juillet 1993 précitée, de la date du premier engagement de ce jeune par une société intérimaire pour une occupation chez cet employeur qui a donné lieu à l'octroi, au bénéfice de l'entreprise intérimaire, des avantages prévus par ladite loi. <AR 1998-07-08/32, art. 3, 003; En vigueur : 01-08-1993>
L'alinéa précédent n'est d'application que lorsque l'octroi des avantages prévus par la loi du 23 juillet 1993 précitée en faveur de l'engagement des jeunes bénéficiaires d'allocations de chômage ou d'attente n'est possible que par application de la dérogation prévue à l'article 1er, 2e alinéa ou à l'article 3, 2e alinéa de l'arrêté royal du 27 août 1993 précité.) <AR 1994-02-10/31, art. 3, 002; En vigueur : 01-08-1993>
(Lorsqu'un employeur engage un jeune qu'il a précédemment occupé en tant qu'utilisateur par l'intermédiaire d'une ou de plusieurs entreprises de travail intérimaire, il est tenu compte, pour le comptage du nombre de trimestres (, si l'employeur est affilié à l'O.N.S.S. ou du nombre de mois, si l'employeur est affilié au F.N.R.O.M.,) visé à l'article 4, § 1er, alinéa 2 de la loi du 23 juillet 1993 précitée, de la date du premier engagement de ce jeune par une société intérimaire pour une occupation chez cet employeur qui a donné lieu à l'octroi, au bénéfice de l'entreprise intérimaire, des avantages prévus par ladite loi. <AR 1998-07-08/32, art. 3, 003; En vigueur : 01-08-1993>
L'alinéa précédent n'est d'application que lorsque l'octroi des avantages prévus par la loi du 23 juillet 1993 précitée en faveur de l'engagement des jeunes bénéficiaires d'allocations de chômage ou d'attente n'est possible que par application de la dérogation prévue à l'article 1er, 2e alinéa ou à l'article 3, 2e alinéa de l'arrêté royal du 27 août 1993 précité.) <AR 1994-02-10/31, art. 3, 002; En vigueur : 01-08-1993>
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 1993.
Art.5. Le présent arrêté produit ses effets le 1er août 1993.
Art. 6. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 6. Notre Ministre de l'Emploi et du Travail et Notre Ministre des Affaires sociales sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.