1. "Minister" : de Minister tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort.
2. ("Producten" : de volgende producten, indien daarop aanduidingen voorkomen die verwijzen naar de biologische productiemethode of indien het de bedoeling is er dergelijke aanduidingen op aan te brengen :
1° de onverwerkte plantaardige en dierlijke landbouwproducten;
2° de producten bestemd voor menselijke of dierlijke voeding, die bestaan uit één of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong en/of één of meer ingrediënten van dierlijke oorsprong.) <KB 1998-07-10/45, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998>
3. "Marktdeelnemer" : iedere natuurlijke of rechtspersonen die produkten produceert, bereidt of uit een derde land invoert, om ze in de handel te brengen of die deze produkten in de handel brengt.
4. "Verordening" : de verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische produktiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwprodukten en levensmiddelen.
5. "Controleorganisme" : ieder organisme dat door de Minister wordt erkend om controle uit te voeren zoals bepaald in artikel 9 en volgende van de "Verordening".
6. ("Bestuur" : het Ministerie van Middenstand en Landbouw.) <KB 1998-07-10/45, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998>
(7. "Aanduidingen die verwijzen naar de biologische productiemethode" : een product wordt geacht aanduidingen te bevatten die verwijzen naar de biologische productiemethode, wanneer dit product, of de ingrediënten ervan, in de etikettering, de reclame of de handelsdocumenten, is gekenmerkt met vermeldingen die de koper doen aannemen dat het product of de ingrediënten ervan verkregen werden overeenkomstig de biologische productiemethode, en in het bijzonder met de volgende termen, of de vertaling ervan in een andere taal, of de gebruikelijke verkleinwoorden, afkortingen en afgeleide woorden ervan, tenzij die termen niet worden toegepast op landbouwproducten in levensmiddelen of kennelijk geen enkel verband hebben met de productiemethode :
- biologisch;
- ecologisch;
- organisch.) <KB 1998-07-10/45, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998>
++++++++++
GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
==============================
Artikel 1. VLAAMSE OVERHEID
Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
1. "Minister" : de Minister tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort.
2. ("Producten" : de volgende producten, indien daarop aanduidingen voorkomen die verwijzen naar de biologische productiemethode of indien het de bedoeling is er dergelijke aanduidingen op aan te brengen :
1° de onverwerkte plantaardige en dierlijke landbouwproducten;
2° de producten bestemd voor menselijke of dierlijke voeding, die bestaan uit één of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong en/of één of meer ingrediënten van dierlijke oorsprong.) <KB 1998-07-10/45, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998>
3. "Marktdeelnemer" : iedere natuurlijke of rechtspersonen die produkten produceert, bereidt of uit een derde land invoert, om ze in de handel te brengen of die deze produkten in de handel brengt.
4. "Verordening" : de verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische produktiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwprodukten en levensmiddelen.
5. "Controleorganisme" : ieder organisme dat door de Minister wordt erkend om controle uit te voeren zoals bepaald in artikel 9 en volgende van de "Verordening".
6. (ministerie : Het Vlaamse Ministerie van Landbouw en Visserij;)
(7. "Aanduidingen die verwijzen naar de biologische productiemethode" : een product wordt geacht aanduidingen te bevatten die verwijzen naar de biologische productiemethode, wanneer dit product, of de ingrediënten ervan, in de etikettering, de reclame of de handelsdocumenten, is gekenmerkt met vermeldingen die de koper doen aannemen dat het product of de ingrediënten ervan verkregen werden overeenkomstig de biologische productiemethode, en in het bijzonder met de volgende termen, of de vertaling ervan in een andere taal, of de gebruikelijke verkleinwoorden, afkortingen en afgeleide woorden ervan, tenzij die termen niet worden toegepast op landbouwproducten in levensmiddelen of kennelijk geen enkel verband hebben met de productiemethode :
- biologisch;
- ecologisch;
- organisch.) <KB 1998-07-10/45, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998>
(8. " voorverpakt product " : de verkoopseenheid die bestemd is om als zodanig aan de eindverbruiker en instellingen te worden aangeboden en die bestaat uit een product en het verpakkingsmateriaal waarin het product, voordat het te koop wordt aangeboden, is verpakt, waarbij dat verpakkingsmateriaal het product geheel of ten dele kan bedekken, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast.)
++++++++++