Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
a) het decreet : Titel II, hoofdstuk IV van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen, alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991;
b) watervang : elke inrichting, die tot doel heeft op elke mogelijke wijze water te onttrekken uit de in artikel 2 vermelde waterwegen;
c) de vergunningverlenende overheid : de beheerder van de waterweg als bedoeld in artikel 81 van het decreet waarlangs de bestaande of te construeren watervang gelegen is;
d) de vergunninghouder : de verkrijger van een vergunning voor een watervang;
e) de toezichthoudende ambtenaar : de in artikel 86 van het decreet bedoelde ambtenaren, belast met de controle op de naleving van de verplichtingen inzake de watervang.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
3 MEI 1991. - Besluit van de Vlaamse Executieve betreffende het afleveren van vergunningen voor het capteren van water uit de in het Vlaamse gewest gelegen bevaarbare waterlopen, kanalen en havens. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1990 en tekstbijwerking tot 12-12-2006)
Titre
3 MAI 1991. - Arrêté de l'Exécutif flamand concernant l'octroi d'une autorisation pour le captage d'eau des voies navigables, des canaux et des ports situés dans la Région flamande. (Traduction) (NOTE : consultation des versions antérieures à partir du 01-01-1990 et mise à jour au 12-12-2006)
Informations sur le document
Numac: 1991035883
Datum: 1991-05-03
Info du document
Numac: 1991035883
Date: 1991-05-03
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
HOOFDSTUK II. - Indeling van de waterwegen.
HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen voor het b...
HOOFDSTUK IV. - Algemene vergunningsvoorwaarden.
HOOFDSTUK V. - Toekenning van een eerste vergun...
HOOFDSTUK VI. - Controle, toezicht en betaling.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
HOOFDSTUK VIII. - Overgangsbepalingen.
Bijlagen.
Table des matières
CHAPITRE I. - Dispositions générales.
CHAPITRE II. - Classement des voies d'eau.
CHAPITRE III. - Dispositions générales pour l'o...
CHAPITRE IV. - Conditions générales d'autorisat...
CHAPITRE V. - Octroi d'une première utilisation.
CHAPITRE VI. - Contrôle, surveillance et paiement.
CHAPITRE VII. - Dispositions finales.
CHAPITRE VIII. - Dispositions transitoires.
Annexes.
Tekst (45)
Texte (45)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
CHAPITRE I. - Dispositions générales.
Article 1. Dans le présent décret il faut entendre par :
a) le décret : Titre II, chapitre IV du décret du 21 décembre 1990 contenant les dispositions budgétaires techniques, ainsi que les dispositions accompagnant le budget 1991;
b) captage d'eau : chaque installation ayant pour but de prélever de l'eau par tous les moyens possibles des voies d'eau mentionnées à l'article 2;
c) l'autorité délivrant l'autorisation : le gestionnaire de la voie d'eau, tel que visé à l'article 81 du décret, le long de laquelle est situé le captage d'eau existant ou à construire;
d) le détenteur de l'autorisation : l'acquéreur de l'autorisation de captage d'eau;
e) le fonctionnaire exerçant la surveillance : les fonctionnaires visés à l'article 86 du décret, chargés du contrôle du respect des obligations en matière de captage d'eau.
a) le décret : Titre II, chapitre IV du décret du 21 décembre 1990 contenant les dispositions budgétaires techniques, ainsi que les dispositions accompagnant le budget 1991;
b) captage d'eau : chaque installation ayant pour but de prélever de l'eau par tous les moyens possibles des voies d'eau mentionnées à l'article 2;
c) l'autorité délivrant l'autorisation : le gestionnaire de la voie d'eau, tel que visé à l'article 81 du décret, le long de laquelle est situé le captage d'eau existant ou à construire;
d) le détenteur de l'autorisation : l'acquéreur de l'autorisation de captage d'eau;
e) le fonctionnaire exerçant la surveillance : les fonctionnaires visés à l'article 86 du décret, chargés du contrôle du respect des obligations en matière de captage d'eau.
HOOFDSTUK II. - Indeling van de waterwegen.
CHAPITRE II. - Classement des voies d'eau.
Art.2. § 1. De in het Vlaamse Gewest gelegen waterwegen behorend tot de categorie kanalen en havens zijn deze waarvan de lijst bij dit besluit is gevoegd als bijlage 1.
§ 2. De in het Vlaamse Gewest gelegen waterwegen behorend tot de categorie bevaarbare waterlopen zijn de waterwegen vermeld in het koninklijk besluit van 15 oktober 1935, houdende Algemeen Reglement van de bevaarbare waterlopen van het Rijk en het koninklijk besluit van 7 september 1950 houdende Bijzondere Reglementen van sommige scheepvaartwegen en die niet behoren tot de categorie kanalen en havens zoals aangegeven in § 1. Tot de categorie van de bevaarbare waterlopen behoort eveneens de Beneden-Zeeschelde (koninklijk besluit van 23 oktober 1981).
§ 2. De in het Vlaamse Gewest gelegen waterwegen behorend tot de categorie bevaarbare waterlopen zijn de waterwegen vermeld in het koninklijk besluit van 15 oktober 1935, houdende Algemeen Reglement van de bevaarbare waterlopen van het Rijk en het koninklijk besluit van 7 september 1950 houdende Bijzondere Reglementen van sommige scheepvaartwegen en die niet behoren tot de categorie kanalen en havens zoals aangegeven in § 1. Tot de categorie van de bevaarbare waterlopen behoort eveneens de Beneden-Zeeschelde (koninklijk besluit van 23 oktober 1981).
Art.2. § 1. Les voies d'eaux situées dans la Région flamande appartenant à la catégorie canaux et ports sont celles dont la liste figure à l'annexe 1 au présent arrêté.
§ 2. Les voies d'eaux situées dans la Région flamande appartenant à la catégorie des voies navigables sont les voies d'eau mentionnées dans l'arrêté royal du 15 octobre 1935, portant le Règlement général des voies navigables du Royaume et dans l'arrêté royal du 7 septembre 1950 portant les Règlements spéciaux de certaines voies navigables et n'appartenant pas à la catégorie de canaux et de ports comme indiqué au § 1er. A la catégorie de voies navigables appartient également l'Escaut maritime (Arrêté royal du 23 octobre 1981).
§ 2. Les voies d'eaux situées dans la Région flamande appartenant à la catégorie des voies navigables sont les voies d'eau mentionnées dans l'arrêté royal du 15 octobre 1935, portant le Règlement général des voies navigables du Royaume et dans l'arrêté royal du 7 septembre 1950 portant les Règlements spéciaux de certaines voies navigables et n'appartenant pas à la catégorie de canaux et de ports comme indiqué au § 1er. A la catégorie de voies navigables appartient également l'Escaut maritime (Arrêté royal du 23 octobre 1981).
HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen voor het bekomen van een vergunning.
CHAPITRE III. - Dispositions générales pour l'obtention d'une autorisation.
Art.3. § 1. Aan een vergunning voor een watervang, zoals bedoeld in artikel 80 van het decreet zijn onderworpen :
- alle bestaande watervangen;
- alle nieuwe, te construeren watervangen;
- het uitbreiden, verbouwen, wijzigen of verplaatsen van een watervang.
§ 2. Een aanvraag tot het bekomen van een eerste vergunning zoals bedoeld in § 1, wordt opgemaakt en ingediend op de wijze aangegeven in dit besluit.
§ 3. De aanvraag wordt ingediend bij de vergunningverlenende overheid in drie exemplaren.
§ 4. De vergunning wordt jaarlijks voor de duur van één jaar hernieuwd door de betaling van het verschuldigde bedrag.
- alle bestaande watervangen;
- alle nieuwe, te construeren watervangen;
- het uitbreiden, verbouwen, wijzigen of verplaatsen van een watervang.
§ 2. Een aanvraag tot het bekomen van een eerste vergunning zoals bedoeld in § 1, wordt opgemaakt en ingediend op de wijze aangegeven in dit besluit.
§ 3. De aanvraag wordt ingediend bij de vergunningverlenende overheid in drie exemplaren.
§ 4. De vergunning wordt jaarlijks voor de duur van één jaar hernieuwd door de betaling van het verschuldigde bedrag.
Art.3. § 1. Sont soumis à une autorisation pour captage d'eau visée à l'article 80 du décret :
- tous les captages d'eau existants;
- tous les captages d'eau nouveaux à construire;
- l'agrandissement, la transformation ou le déplacement d'un captage d'eau.
§ 2. Une demande d'obtention d'une première autorisation visée au § 1er, est établie et introduite selon les modalités du présent arrêté.
§ 3. La demande est introduite en trois exemplaires auprès de l'autorité délivrant l'autorisation.
§ 4. L'autorisation est annuellement renouvelée pour un délai d'un moyennant le paiement du montant dû.
- tous les captages d'eau existants;
- tous les captages d'eau nouveaux à construire;
- l'agrandissement, la transformation ou le déplacement d'un captage d'eau.
§ 2. Une demande d'obtention d'une première autorisation visée au § 1er, est établie et introduite selon les modalités du présent arrêté.
§ 3. La demande est introduite en trois exemplaires auprès de l'autorité délivrant l'autorisation.
§ 4. L'autorisation est annuellement renouvelée pour un délai d'un moyennant le paiement du montant dû.
Art.4. De aanvrager dient bij zijn aanvraag volgende bescheiden en gegevens te verstrekken aan de beheerder van de waterweg :
I. Een omschrijving van het doel van de aanvraag tot het bekomen van een vergunning voor het capteren en eventueel terugstorten van water met een verantwoorde raming van de te capteren en terug te storten hoeveelheden.
II. Administratieve gegevens :
1° naam van de natuurlijke persoon of van de rechtspersoon, die de aanvraag indient of namens wie ze wordt ingediend;
2° woonplaats en volledig adres van de aanvrager en in het voorkomend geval de maatschappelijke, administratieve en exploitatiezetel(s);
3° de naam van de verantwoordelijke van de exploitatiezetel waarvoor de aanvraag wordt ingediend.
III. Technische bescheiden en gegevens :
1° beschrijving van de watervang en van de eventuele waterlozing waarvoor vergunning wordt gevraagd :
a) een technische beschrijving van de te bouwen of op te richten watervanginrichting en eventueel waterlozingsinrichting;
b) in voorkomend geval, een technische en gedetailleerde beschrijving van het debietmetingssysteem waarmee de watervang en eventueel de waterlozing wordt uitgerust; in het bijzonder moet beschreven worden op welke wijze het jaardebiet zal gemeten worden. Dit debietmetingssysteem is onderworpen aan de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen, zoals gewijzigd;
c) bij afwezigheid van een debietmetingssysteem, de resultaten van een debietberekening, samen met de technische beschrijving van een verzegelbaar tijdopnamesysteem, dat het gebruik van de watervang registreert conform de methodologie in bijlage 2 vermeld.
2° Plans :
a) een overzichtelijk plan, opgemaakt op een voldoende grote schaal, met de aanduiding van de lokatie van watervang, waterlozing en debietmetingssysteem;
b) de plans voor de uitvoering van de constructie van de watervang en waterlozing.
I. Een omschrijving van het doel van de aanvraag tot het bekomen van een vergunning voor het capteren en eventueel terugstorten van water met een verantwoorde raming van de te capteren en terug te storten hoeveelheden.
II. Administratieve gegevens :
1° naam van de natuurlijke persoon of van de rechtspersoon, die de aanvraag indient of namens wie ze wordt ingediend;
2° woonplaats en volledig adres van de aanvrager en in het voorkomend geval de maatschappelijke, administratieve en exploitatiezetel(s);
3° de naam van de verantwoordelijke van de exploitatiezetel waarvoor de aanvraag wordt ingediend.
III. Technische bescheiden en gegevens :
1° beschrijving van de watervang en van de eventuele waterlozing waarvoor vergunning wordt gevraagd :
a) een technische beschrijving van de te bouwen of op te richten watervanginrichting en eventueel waterlozingsinrichting;
b) in voorkomend geval, een technische en gedetailleerde beschrijving van het debietmetingssysteem waarmee de watervang en eventueel de waterlozing wordt uitgerust; in het bijzonder moet beschreven worden op welke wijze het jaardebiet zal gemeten worden. Dit debietmetingssysteem is onderworpen aan de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen, zoals gewijzigd;
c) bij afwezigheid van een debietmetingssysteem, de resultaten van een debietberekening, samen met de technische beschrijving van een verzegelbaar tijdopnamesysteem, dat het gebruik van de watervang registreert conform de methodologie in bijlage 2 vermeld.
2° Plans :
a) een overzichtelijk plan, opgemaakt op een voldoende grote schaal, met de aanduiding van de lokatie van watervang, waterlozing en debietmetingssysteem;
b) de plans voor de uitvoering van de constructie van de watervang en waterlozing.
Art.4. Lors de sa demande le demandeur doit fournir les documents et données suivants au gestionnaire de la voie d'eau :
I. Une description du but de la demande d'autorisation pour le captage et le déversement éventuels d'eau accompagnée d'une estimation justifiée des quantités d'eau à capter ou à déverser.
II. Données administratives :
1° nom de la personne physique ou de la personne juridique introduisant la demande ou au nom de laquelle la demande est introduite;
2° domicile et adresse complète du demandeur et, le cas échéant, le (les) siège(s) sociaux, administratif(s) et d'exploitation;
3° le nom du responsable du siège d'exploitation par lequel la demande est introduite.
III. Données et documents techniques :
1° description du captage d'eau et du déversement éventuel pour lequel l'autorisation est demandée;
a) une description technique de l'installation de captage à construire ou à aménager et éventuellement de l'installation de déversement;
b) le cas échéant, une description technique et détaillée du système de mesurage du débit dont l'installation de captage, et éventuellement de déversement, est équipée; il est notamment impératif de décrire le mode de mesurage annuel. Ce système de mesurage du débit est soumis à la loi du 16 juin 1970 concernant les unités de mesure, les étalons de mesure et les instruments de mesurage, telle que modifiée;
c) à défaut d'un système de mesurage de débit, les résultats d'un calcul de débit, accompagnés d'une description technique d'un système cacheté d'enregistrement de temps, qui enregistre l'utilisation du captage d'eau conformément à la méthodologie mentionnée en annexe 2.
2° Plans :
a) un plan clairement établi à une échelle suffisamment grande, avec indication de l'emplacement du captage ou du déversement d'eau et du système de mesurage du débit;
b) les plans d'exécution de la construction de l'installation de captage ou de déversement d'eau.
I. Une description du but de la demande d'autorisation pour le captage et le déversement éventuels d'eau accompagnée d'une estimation justifiée des quantités d'eau à capter ou à déverser.
II. Données administratives :
1° nom de la personne physique ou de la personne juridique introduisant la demande ou au nom de laquelle la demande est introduite;
2° domicile et adresse complète du demandeur et, le cas échéant, le (les) siège(s) sociaux, administratif(s) et d'exploitation;
3° le nom du responsable du siège d'exploitation par lequel la demande est introduite.
III. Données et documents techniques :
1° description du captage d'eau et du déversement éventuel pour lequel l'autorisation est demandée;
a) une description technique de l'installation de captage à construire ou à aménager et éventuellement de l'installation de déversement;
b) le cas échéant, une description technique et détaillée du système de mesurage du débit dont l'installation de captage, et éventuellement de déversement, est équipée; il est notamment impératif de décrire le mode de mesurage annuel. Ce système de mesurage du débit est soumis à la loi du 16 juin 1970 concernant les unités de mesure, les étalons de mesure et les instruments de mesurage, telle que modifiée;
c) à défaut d'un système de mesurage de débit, les résultats d'un calcul de débit, accompagnés d'une description technique d'un système cacheté d'enregistrement de temps, qui enregistre l'utilisation du captage d'eau conformément à la méthodologie mentionnée en annexe 2.
2° Plans :
a) un plan clairement établi à une échelle suffisamment grande, avec indication de l'emplacement du captage ou du déversement d'eau et du système de mesurage du débit;
b) les plans d'exécution de la construction de l'installation de captage ou de déversement d'eau.
HOOFDSTUK IV. - Algemene vergunningsvoorwaarden.
CHAPITRE IV. - Conditions générales d'autorisation.
Art.5. De vergunning voor een watervang kan mits motivering door de vergunningverlenende overheid te allen tijde in het belang van de waterweg geheel of ten dele ingetrokken, geschorst of gewijzigd worden zonder dat de vergunninghouder enige aanspraak kan maken op schadeloosstelling.
Art.5. L'autorisation pour un captage d'eau peut en tout temps et moyennant motivation de la part de l'autorité délivrant l'autorisation, être entièrement ou partiellement retirée, suspendue ou modifiée dans l'intérêt de la voie d'eau sans que le détenteur de l'autorisation peut réclamer une indemnisation quelconque.
Art.6. De vergunninghouder kan nooit zakelijke rechten op het openbaar domein verwerven, noch van andere rechten genieten dan deze die uitdrukkelijk in de vergunning worden omschreven.
Art.6. Le détenteur de l'autorisation ne peut jamais obtenir des droits réels sur le domaine public, ni bénéficier d'autres droits que ceux décrits explicitement dans l'autorisation.
Art.7. § 1. De aanvrager voor een nieuw te bouwen watervangconstructie mag de werken slechts aanvatten na ontvangst van de vergunning. De werken dienen te worden voltooid binnen de termijn die eventueel door de vergunningverlenende overheid wordt opgelegd.
§ 2. De toegelaten werken worden uitgevoerd onder de volledige en uitsluitende verantwoordelijkheid van de vergunninghouder, volgens de regels der kunst, en overeenkomstig de goedgekeurde plans. In het voorkomend geval zal rekening worden gehouden met de door de vergunningverlenende overheid ter plaatse gegeven aanduidingen.
§ 3. Naargelang van de vordering van de werken, dienen de afgravingen en holten zo snel mogelijk te worden opgevuld. Onmiddellijk na het beëindigen van de werken moeten de ophogingen van alle aard, zowel op het terrein als in de waterweg, worden weggenomen, en dienen de oorspronkelijke profielen in hun vroegere staat hersteld te worden.
§ 4. De vergunninghouder moet ten alle tijde de passende maatregelen nemen ter vrijwaring van de openbare veiligheid en de veiligheid van de scheepvaart. Hij mag de scheepvaart nooit belemmeren. Deze verplichting blijft ook na de voltooiing van de werken gelden. Indien nodig zullen de werken 's nachts verlicht en bewaakt worden op kosten van de vergunninghouder.
§ 5. De vergunninghouder mag zonder voorafgaandelijke toestemming van de vergunningverlenende overheid aan de toegelaten werken geen enkele wijziging brengen.
§ 2. De toegelaten werken worden uitgevoerd onder de volledige en uitsluitende verantwoordelijkheid van de vergunninghouder, volgens de regels der kunst, en overeenkomstig de goedgekeurde plans. In het voorkomend geval zal rekening worden gehouden met de door de vergunningverlenende overheid ter plaatse gegeven aanduidingen.
§ 3. Naargelang van de vordering van de werken, dienen de afgravingen en holten zo snel mogelijk te worden opgevuld. Onmiddellijk na het beëindigen van de werken moeten de ophogingen van alle aard, zowel op het terrein als in de waterweg, worden weggenomen, en dienen de oorspronkelijke profielen in hun vroegere staat hersteld te worden.
§ 4. De vergunninghouder moet ten alle tijde de passende maatregelen nemen ter vrijwaring van de openbare veiligheid en de veiligheid van de scheepvaart. Hij mag de scheepvaart nooit belemmeren. Deze verplichting blijft ook na de voltooiing van de werken gelden. Indien nodig zullen de werken 's nachts verlicht en bewaakt worden op kosten van de vergunninghouder.
§ 5. De vergunninghouder mag zonder voorafgaandelijke toestemming van de vergunningverlenende overheid aan de toegelaten werken geen enkele wijziging brengen.
Art.7. § 1. Le demandeur d'une nouvelle construction de captage ne peut entamer les travaux qu'après réception de l'autorisation. Les travaux doivent être achevés dans le délai éventuellement imposé par l'autorité délivrant l'autorisation.
§ 2. Les travaux autorisés sont exécutés sous la responsabilité totale et unique du détenteur de l'autorisation et ce suivant les règles de l'art et conformément aux plans approuvés. Le cas échéant, il sera tenu compte des indications données sur place par l'autorité délivrant l'autorisation.
§ 3. Au fur et à mesure de l'avancement des travaux, il est impératif de remblayer le plus vite possible les déblais et les excavations. Tout remblai de toute nature, aussi bien sur le terrain que dans la voie d'eau, sera enlevé immédiatement après achèvement des travaux et tous les profils seront remis dans leur état original.
§ 4. Le détenteur de l'autorisation prendra en tout temps toute mesure appropriée afin de garantir la sécurité publique ainsi que celle de la navigation. En aucun cas il n'entravera la navigation. Cette obligation restera également en vigueur après achèvement des travaux. Si nécessaire, le lieu des travaux sera illuminé et gardé pendant la nuit aux frais du détenteur de l'autorisation.
§ 5. Le détenteur de l'autorisation ne peut apporter aucune modification aux travaux sans permission préalable de l'autorité délivrant l'autorisation.
§ 2. Les travaux autorisés sont exécutés sous la responsabilité totale et unique du détenteur de l'autorisation et ce suivant les règles de l'art et conformément aux plans approuvés. Le cas échéant, il sera tenu compte des indications données sur place par l'autorité délivrant l'autorisation.
§ 3. Au fur et à mesure de l'avancement des travaux, il est impératif de remblayer le plus vite possible les déblais et les excavations. Tout remblai de toute nature, aussi bien sur le terrain que dans la voie d'eau, sera enlevé immédiatement après achèvement des travaux et tous les profils seront remis dans leur état original.
§ 4. Le détenteur de l'autorisation prendra en tout temps toute mesure appropriée afin de garantir la sécurité publique ainsi que celle de la navigation. En aucun cas il n'entravera la navigation. Cette obligation restera également en vigueur après achèvement des travaux. Si nécessaire, le lieu des travaux sera illuminé et gardé pendant la nuit aux frais du détenteur de l'autorisation.
§ 5. Le détenteur de l'autorisation ne peut apporter aucune modification aux travaux sans permission préalable de l'autorité délivrant l'autorisation.
Art.8. De vergunninghouder moet zich gedragen naar de bestaande wetten en reglementen van politie en scheepvaart.
Art.8. Le détenteur de l'autorisation se tiendra aux lois et règlements existants de la police et de la navigation.
Art.9. De rechten inzake de erfdienstbaarheid van het jaagpad blijven aan de vergunningverlenende overheid voorbehouden.
Art.9. Les droits en matière de servitude du chemin de halage restent réservés à l'autorité délivrant l'autorisation.
Art.10. Bij het in gebreke blijven na aangetekende aanmaning, en in dringende gevallen kan de vergunningverlenende overheid, ambtshalve maatregelen treffen om de uitvoering te verzekeren van de in vergunning vermelde voorwaarden en bepalingen, en dit op kosten en risico van de vergunninghouder.
Art.10. A défaut après mise en demeure recommandée et dans les cas urgents, l'autorité délivrant l'autorisation peut prendre des mesures d'office afin d'assurer l'exécution des conditions et dispositions prévues dans l'autorisation, et ce aux frais et risques du détenteur de l'autorisation.
Art.11. De vergunninghouder is verantwoordelijk, zowel tegenover derden als tegenover de vergunningverlenende overheid, voor alle verliezen, schade, ongevallen of nadeel die kunnen voortspruiten uit het gebruik van de vergunning.
Hij verzaakt in dit verband uitdrukkelijk aan alle verhaal tegenover de vergunningverlenende overheid en zal deze tegen alle aanspraken van derden vrijwaren.
Hij verzaakt in dit verband uitdrukkelijk aan alle verhaal tegenover de vergunningverlenende overheid en zal deze tegen alle aanspraken van derden vrijwaren.
Art.11. Le détenteur de l'autorisation est responsable, tant vis-à-vis de tiers que vis-à-vis de l'autorité délivrant l'autorisation, pour toute perte, dommage, accident ou préjudice pouvant résulter de l'utilisation de l'autorisation. En cette matière il renonce explicitement à tout recours à l'égard de l'autorité délivrant l'autorisation qu'il sauvegardera contre toute réclamation de tiers.
Art.12. Ten behoeve van de exploitatie van de waterweg moet aan de personeelsleden van de vergunningverlenende overheid ten alle tijde toegang worden verleend tot het openbaar domein, dat de vergunninghouder in gebruik krijgt.
Art.12. L'accès au domaine public utilisé par le détenteur de l'autorisation sera en tout temps permis aux membres du personnel de l'autorité délivrant l'autorisation aux fins de l'exploitation de la voie d'eau.
Art.13. De vergunninghouder is ertoe gehouden alle belasting, aanslagen en/of taksen te betalen, die ten voordele van de openbare besturen op het terrein dat hij in gebruik heeft, geheven worden.
Art.13. Le détenteur est tenu de payer toute charge, impôt et/ou taxe levé au profit des administrations publiques sur les terrains qu'il utilise.
Art.14. De vergunninghouder mag op generlei wijze de bij de vergunning verleende rechten op ingebruikneming geheel of ten dele afstaan aan of delen met derden, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de vergunningverlenende overheid.
Art.14. En aucun cas le détenteur de l'autorisation ne peut céder entièrement ou partiellement les droits sur la mise en service accordés par l'autorisation, ni les partager avec des tiers, sans accord écrit préalable de l'autorité délivrant l'autorisation.
Art.15. Al de bepalingen en voorwaarden die de vergunning behelzen, zijn uitvoerbaar lastens de vertegenwoordigers of rechtsopvolgers van de vergunninghouder.
Art.15. Toutes les dispositions et conditions figurant dans l'autorisation sont exécutables à charge des représentants ou des successeurs du détenteur de l'autorisation.
Art.16. De vergunning voor een watervang wordt uitsluitend verleend met betrekking tot de waterweg. Zij ontslaat bijgevolg de vergunninghouder niet van de verplichting zich, waar nodig, te voorzien van de nodige toelatingen, machtigingen of vergunningen af te leveren door de bevoegde besturen.
Art.16. L'autorisation pour le captage d'eau est exclusivement accordée en relation avec la voie d'eau. Par conséquent elle n'exempte pas le détenteur de l'autorisation de l'obligation de se pourvoir, là ou nécessaire, des permissions, procurations ou autorisations délivrées par les administrations compétentes.
Art.17. Wanneer de vergunning om welke reden ook eindigt, dient de vergunninghouder het openbaar domein in zijn oorspronkelijke staat opnieuw ter beschikking te stellen van de vergunningverlenende overheid. Indien dit niet het geval is, zal daartoe ambtshalve worden overgegaan op kosten van de vergunninghouder, die in dat geval ook onherroepelijk afstand doet van alle rechten op de achtergelaten constructies, materialen en beplantingen, dit in het voordeel van de vergunningverlenende overheid.
Art.17. Lorsque l'autorisation prend fin pour quelque raison que ce soit, le détenteur de l'autorisation doit remettre le domaine public dans son état original à la disposition de l'autorité délivrant l'autorisation. Si ceci n'est pas le cas, il y sera procédé d'office aux frais du détenteur de l'autorisation, qui dans ce cas renonce irrévocablement à tous droits sur les constructions, matériaux et plantations abandonnés, et ce au profit de l'autorité délivrant l'autorisation.
Art.18. Wanneer de vergunninghouder binnen het jaar geen gebruik maakt van de vergunning mag de vergunningverlenende overheid de vergunningsaanvraag als vervallen beschouwen.
Art.18. Lorsque le détenteur de l'autorisation ne fait pas usage de l'autorisation dans l'année, l'autorité délivrant l'autorisation peut considérer la demande comme échue.
Art.19. De vergunninghouder dient rekening te houden met de bestaande en toekomstige erfdienstbaarheden van openbaar nut, die het openbaar domein, dat hij in gebruik heeft, bezwaren en hij dient de uitoefening ervan ongehinderd te laten geschieden.
Art.19. Le détenteur de l'autorisation doit tenir compte des servitudes existantes et futures d'utilité publique établies sur le domaine public qu'il utilise; il doit permettre que ces servitudes soient librement exercées.
Art.20. Bij elke vergunning kunnen door de vergunningverlenende overheid bijzondere voorwaarden worden opgelegd, al naargelang van de plaatselijke toestand en de specifieke noodwendigheden.
Art.20. A chaque autorisation, l'autorité délivrant l'autorisation peut imposer des conditions spéciales en fonction de la situation locale et des nécessités spécifiques.
HOOFDSTUK V. - Toekenning van een eerste vergunning.
CHAPITRE V. - Octroi d'une première utilisation.
Art.21. § 1. Binnen de 3 maanden na indiening van een aanvraag conform de bepaling vermeld in artikel 4 van dit besluit, zal de vergunningverlenende overheid kennis geven van haar beslissing, inclusief het door haar aangenomen resultaat van de gebeurlijk voorkomende debietberekening.
§ 2. Indien binnen de termijn geen beslissing wordt bekendgemaakt, wordt de vergunning als verworven beschouwd, onverminderd de bepalingen vermeld in het artikel 20.
§ 3. Bij aflevering van de vergunning zal het tijdsopnamesysteem verzegeld worden door de toezichthoudende ambtenaar.
§ 2. Indien binnen de termijn geen beslissing wordt bekendgemaakt, wordt de vergunning als verworven beschouwd, onverminderd de bepalingen vermeld in het artikel 20.
§ 3. Bij aflevering van de vergunning zal het tijdsopnamesysteem verzegeld worden door de toezichthoudende ambtenaar.
Art.21. § 1. Dans les 3 mois après introduction d'une demande conformément à la disposition mentionnée à l'article 4 du présent arrêté, l'autorité délivrant l'autorisation fera connaîtra sa décision, y compris le résultat du calcul éventuel du débit accepté par elle.
§ 2. Si aucune décision n'a été notifiée dans ce délai, l'autorisation est censée obtenue, sans préjudice des dispositions mentionnées à l'article 50.
§ 3. Lorsque l'autorisation est délivrée, le système de mesurage du temps sera scellé par le fonctionnaire effectuant la surveillance.
§ 2. Si aucune décision n'a été notifiée dans ce délai, l'autorisation est censée obtenue, sans préjudice des dispositions mentionnées à l'article 50.
§ 3. Lorsque l'autorisation est délivrée, le système de mesurage du temps sera scellé par le fonctionnaire effectuant la surveillance.
HOOFDSTUK VI. - Controle, toezicht en betaling.
CHAPITRE VI. - Contrôle, surveillance et paiement.
Art.22. § 1. De vergunningverlenende overheid beschikt over twee mogelijkheden om het volume gecapteerd water per jaar te laten bepalen :
1. op basis van een debietmetingssysteem conform de in artikel 4, III, 1°, b vermelde beschrijving.
2. op basis van het maximum afneembare berekende debiet gecombineerd met een geregistreerde en verzegelde tijdopname, conform de in artikel 4, III, 1°, c beschreven technische bescheiden en gegevens.
§ 2. Het te plaatsen systeem moet een voortdurende registratie mogelijk maken van het totale volume gecapteerde water. De toezichthoudende ambtenaren moeten voor het uitvoeren van de controles ter zake, ten alle tijde toegang krijgen tot deze installaties.
§ 3. 1. (De vergunninghouder stort een voorschot op het te betalen bedrag uiterlijk op 15 maart van het jaar waarvoor de vergunning geldig is. Dit voorschot is gelijk aan het bedrag, verschuldigd voor de vergunning in het voorgaande jaar. Voor het jaar 1993 echter wordt het voorschot bepaald op basis van de opgevangen en teruggestorte waterhoeveelheden in 1992, en van de tarieven vastgesteld in artikel 37 van het decreet van 18 december 1992 houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1993.)
2. Het resultaat van de registratie van het jaardebiet wordt aan de vergunningverlenende overheid bezorgd ten laatste op 15 januari volgend op het jaar waarvoor de vergunning geldig was, behoudens voor het jaar 1991.
3. De beheerder van de waterweg belast met de inning van de verschuldigde bedragen, maakt het afrekeningsborderel en de betalingsopdracht op. De vergunninghouder dient het verschuldigde bedrag binnen de dertig dagen te betalen.
§ 4. De in artikel 86, § 2 van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen, bedoelde ambtenaren, belast met de controle op de naleving van de verplichtingen inzake de watervang, voeren de verificaties van de registratie uit.
§ 5. Voor de bepaling van het teruggestorte volume water wordt gebruik gemaakt van :
- hetzij een debietmetingssysteem zoals beschreven in artikel 22, § 1, 1° hogervermeld;
- hetzij het debiet vermeld bij de debietopgaven voor het bekomen van een lozingsvergunning zoals bepaald in artikel 35octies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreinigingen zoals ingevoegd door artikel 69 van de decreet van 21 december 1990;
- hetzij de mogelijkheid om de teruggestorte waterhoeveelheid te bepalen aan de hand van een opgesteld en aanvaarde waterbalans.
In geval geen lozingsvergunning verplicht is, wordt het teruggestorte volume water forfaitair op 90 pct. van het gecapteerde volume water vastgesteld.
1. op basis van een debietmetingssysteem conform de in artikel 4, III, 1°, b vermelde beschrijving.
2. op basis van het maximum afneembare berekende debiet gecombineerd met een geregistreerde en verzegelde tijdopname, conform de in artikel 4, III, 1°, c beschreven technische bescheiden en gegevens.
§ 2. Het te plaatsen systeem moet een voortdurende registratie mogelijk maken van het totale volume gecapteerde water. De toezichthoudende ambtenaren moeten voor het uitvoeren van de controles ter zake, ten alle tijde toegang krijgen tot deze installaties.
§ 3. 1. (De vergunninghouder stort een voorschot op het te betalen bedrag uiterlijk op 15 maart van het jaar waarvoor de vergunning geldig is. Dit voorschot is gelijk aan het bedrag, verschuldigd voor de vergunning in het voorgaande jaar. Voor het jaar 1993 echter wordt het voorschot bepaald op basis van de opgevangen en teruggestorte waterhoeveelheden in 1992, en van de tarieven vastgesteld in artikel 37 van het decreet van 18 december 1992 houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1993.)
2. Het resultaat van de registratie van het jaardebiet wordt aan de vergunningverlenende overheid bezorgd ten laatste op 15 januari volgend op het jaar waarvoor de vergunning geldig was, behoudens voor het jaar 1991.
3. De beheerder van de waterweg belast met de inning van de verschuldigde bedragen, maakt het afrekeningsborderel en de betalingsopdracht op. De vergunninghouder dient het verschuldigde bedrag binnen de dertig dagen te betalen.
§ 4. De in artikel 86, § 2 van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen, bedoelde ambtenaren, belast met de controle op de naleving van de verplichtingen inzake de watervang, voeren de verificaties van de registratie uit.
§ 5. Voor de bepaling van het teruggestorte volume water wordt gebruik gemaakt van :
- hetzij een debietmetingssysteem zoals beschreven in artikel 22, § 1, 1° hogervermeld;
- hetzij het debiet vermeld bij de debietopgaven voor het bekomen van een lozingsvergunning zoals bepaald in artikel 35octies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreinigingen zoals ingevoegd door artikel 69 van de decreet van 21 december 1990;
- hetzij de mogelijkheid om de teruggestorte waterhoeveelheid te bepalen aan de hand van een opgesteld en aanvaarde waterbalans.
In geval geen lozingsvergunning verplicht is, wordt het teruggestorte volume water forfaitair op 90 pct. van het gecapteerde volume water vastgesteld.
Art.22. § 1. L'autorité délivrant l'autorisation peut faire déterminer le volume d'eau annuellement captée de deux manières :
1. par un système de mesurage de débit conformément à la description mentionnée à l'article 4, III, 1°, b.
2. en se basant sur le débit maximum calculé pouvant être prélevé combiné avec le mesurage du temps enregistré et scellé, conformément aux documents et données décrits à l'article 4, III, 1°, c.
§ 2. Le système à installer doit permettre un enregistrement continu du volume total d'eau captée. Les fonctionnaires effectuant la surveillance doivent en tout temps avoir accès à ces installations afin d'y effectuer les contrôles nécessaires.
§ 3. 1. (Le titulaire de l'autorisation verse une avance sur le montant à payer, au plus tard le 15 mars de l'année à laquelle se rapport l'autorisation. Toutefois, pour l'année 1993, l'avance est fixée sur base des quantités d'eau captées et rejetées en 1992 et des tarifs prévus par l'article 37 du décret du 18 décembre 1992 contenant des mesures d'accompagnement du budget 1993.)
2. Le résultat de l'enregistrement du débit annuel est transmis à l'autorité délivrant l'autorisation au plus tard le 15 janvier suivant l'année pour laquelle l'autorisation était valable, sauf pour l'année 1991.
3. Le gestionnaire de la voie d'eau chargé de la perception des montants dus établit le bordereau de liquidation et l'ordre de paiement. Le détenteur de l'autorisation est tenu de payer le montant dû dans les trente jours.
§ 4. Les fonctionnaires visés à l'article 86, § 2 du décret du 21 décembre 1990 contenant les dispositions budgétaires techniques, chargés de contrôle du respect des obligations en matière de captage d'eau, effectuent les vérifications de l'enregistrement.
§ 5. Pour déterminer le volume d'eau déversée, il est fait usage :
- soit d'un système de mesurage de débit comme décrit dans l'article 22, § 1er, 1° ci-dessus;
- soit du débit mentionné auprès des relevés des débits pour l'obtention d'une autorisation de déversement comme prévu à l'article 35octies de la loi du 26 mars 1971 portant la protection des eaux de surface contre la pollution tel qu'inséré par l'article 69 du décret du 21 décembre 1990;
- soit de la possibilité de déterminer la quantité d'eau déversée à l'aide d'une balance d'eau installée et agréée;
- au cas où l'autorisation de déversement n'est pas obligatoire, le volume d'eau déversée est déterminé à titre forfaitaire à 90 % du volume d'eau captée.
1. par un système de mesurage de débit conformément à la description mentionnée à l'article 4, III, 1°, b.
2. en se basant sur le débit maximum calculé pouvant être prélevé combiné avec le mesurage du temps enregistré et scellé, conformément aux documents et données décrits à l'article 4, III, 1°, c.
§ 2. Le système à installer doit permettre un enregistrement continu du volume total d'eau captée. Les fonctionnaires effectuant la surveillance doivent en tout temps avoir accès à ces installations afin d'y effectuer les contrôles nécessaires.
§ 3. 1. (Le titulaire de l'autorisation verse une avance sur le montant à payer, au plus tard le 15 mars de l'année à laquelle se rapport l'autorisation. Toutefois, pour l'année 1993, l'avance est fixée sur base des quantités d'eau captées et rejetées en 1992 et des tarifs prévus par l'article 37 du décret du 18 décembre 1992 contenant des mesures d'accompagnement du budget 1993.)
2. Le résultat de l'enregistrement du débit annuel est transmis à l'autorité délivrant l'autorisation au plus tard le 15 janvier suivant l'année pour laquelle l'autorisation était valable, sauf pour l'année 1991.
3. Le gestionnaire de la voie d'eau chargé de la perception des montants dus établit le bordereau de liquidation et l'ordre de paiement. Le détenteur de l'autorisation est tenu de payer le montant dû dans les trente jours.
§ 4. Les fonctionnaires visés à l'article 86, § 2 du décret du 21 décembre 1990 contenant les dispositions budgétaires techniques, chargés de contrôle du respect des obligations en matière de captage d'eau, effectuent les vérifications de l'enregistrement.
§ 5. Pour déterminer le volume d'eau déversée, il est fait usage :
- soit d'un système de mesurage de débit comme décrit dans l'article 22, § 1er, 1° ci-dessus;
- soit du débit mentionné auprès des relevés des débits pour l'obtention d'une autorisation de déversement comme prévu à l'article 35octies de la loi du 26 mars 1971 portant la protection des eaux de surface contre la pollution tel qu'inséré par l'article 69 du décret du 21 décembre 1990;
- soit de la possibilité de déterminer la quantité d'eau déversée à l'aide d'une balance d'eau installée et agréée;
- au cas où l'autorisation de déversement n'est pas obligatoire, le volume d'eau déversée est déterminé à titre forfaitaire à 90 % du volume d'eau captée.
Art.23. § 1. Het volume gecapteerd water zal door een deskundige worden vastgesteld op basis van het afneembare debiet in de volgende gevallen :
1. toepassing van artikel 87, lid 2 van het decreet;
2. bij het vaststellen van onregelmatigheden in het beheer van de registratiesystemen;
3. bij betwisting door de aanvrager van het resultaat van de debietberekening bepaald door de vergunningverlenende overheid.
§ 2. Bij het bepalen van het volume gecapteerd water, zal de deskundige in concreto een onderzoek doen van de bescheiden en gegevens verstrekt overeenkomstig artikel 4 en artikel 23 van dit besluit.
1. toepassing van artikel 87, lid 2 van het decreet;
2. bij het vaststellen van onregelmatigheden in het beheer van de registratiesystemen;
3. bij betwisting door de aanvrager van het resultaat van de debietberekening bepaald door de vergunningverlenende overheid.
§ 2. Bij het bepalen van het volume gecapteerd water, zal de deskundige in concreto een onderzoek doen van de bescheiden en gegevens verstrekt overeenkomstig artikel 4 en artikel 23 van dit besluit.
Art.23. § 1. Le volume d'eau captée sera déterminée par un expert à raison du débit pouvant être prélevé dans les cas suivants :
1. application de l'article 87, 2e alinéa du décret;
2. lors de constat d'irrégularités au niveau de la gestion des systèmes d'enregistrement;
3. lors de contestation de la part du demandeur au sujet du résultat du calcul du débit comme déterminé par l'autorité délivrant l'autorisation;
§ 2. Lors de la détermination du volume d'eau capté, l'expert effectuera un examen concret des documents et données fournis conformément aux articles 4 et 23 du présent arrêté.
1. application de l'article 87, 2e alinéa du décret;
2. lors de constat d'irrégularités au niveau de la gestion des systèmes d'enregistrement;
3. lors de contestation de la part du demandeur au sujet du résultat du calcul du débit comme déterminé par l'autorité délivrant l'autorisation;
§ 2. Lors de la détermination du volume d'eau capté, l'expert effectuera un examen concret des documents et données fournis conformément aux articles 4 et 23 du présent arrêté.
Art.24. De bepalingen, vervat in de artikels 22, 23 en 24 gelden niet voor de gevallen, bedoeld in artikel 83, § 6 van het decreet.
Art.24. Les dispositions comprises dans les articles 22, 23 et 24 ne s'appliquent pas aux cas visés à l'article 83, § 6 du décret.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
CHAPITRE VII. - Dispositions finales.
Art.25. De in artikel 86, § 7, eerste en tweede lid van het decreet bedoelde Gemeenschapsminister is (de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken).
De in artikel 86, § 7, laatste lid van het decreet bedoelde Gemeenschapsminister is de Gemeenschapsminister bevoegd voor de Financiën en Begroting.
De in artikel 86, § 7, laatste lid van het decreet bedoelde Gemeenschapsminister is de Gemeenschapsminister bevoegd voor de Financiën en Begroting.
Art.25. Le Ministre communautaire visé à l'article 86, § 7, 1er et 2e alinéa, est (le Ministre flamand, chargé des travaux publics).
Le Ministre communautaire visé à l'article 86, § 7, dernier alinéa, est le Ministre communautaire ayant les Finances et le Budget dans ses attributions.
Le Ministre communautaire visé à l'article 86, § 7, dernier alinéa, est le Ministre communautaire ayant les Finances et le Budget dans ses attributions.
Art.26. De vergoedingen die worden geïnd door de in artikel 86, § 1 genoemde vergunningverlenende overheden moeten gestort worden op de rekening van het Vlaams Gewest (met uitzondering van de vergoedingen die worden geïnd in de Haven van Antwerpen, met inbegrip van de toegangsgeul tot de sluis te Kallo, de schutkolk van de sluis en de dokken in het linkeroevergebied en die moeten gestort worden op de rekening van het agentschap Waterwegen en Zeekanaal).
De lagere besturen worden enkel gemachtigd een vergunning voor een watervang af te leveren, nadat zij hiervoor de toelating hebben bekomen van de Gemeenschapsminister bevoegd voor Binnenlandse Aangelegenheden en (de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken).
De vergoeding waarvan sprake in artikel 86, § 8 van het decreet wordt bepaald op 20 % voor beheerders van kanalen, havens en bevaarbare waterlopen gelegen op het grondgebied van het Vlaamse Gewest, voor zover het constructies betreft die ze op hun eigen patrimonium hebben vergund.
De Vlaamse Executieve kan de inning en de ontvangsten van de verschuldigde bedragen, waarvan sprake in artikel 83 integraal toewijzen aan de door de Vlaamse Executieve aangestelde beheerder van de waterweg, wat betreft het eigen patrimonium van het Vlaamse Gewest.
(Het hoofd van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken) wordt belast met de organisatie en de controle van de inning van de inkomsten uit de watervangen en het toezicht op de inning door beheerders van kanalen, havens en bevaarbare waterlopen andere dan de diensten van de Vlaamse Executieve zelf, met uitzondering van (het Agentschap De Scheepvaart en het Agentschap Waterwegen en Zeekanaal).
De lagere besturen worden enkel gemachtigd een vergunning voor een watervang af te leveren, nadat zij hiervoor de toelating hebben bekomen van de Gemeenschapsminister bevoegd voor Binnenlandse Aangelegenheden en (de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken).
De vergoeding waarvan sprake in artikel 86, § 8 van het decreet wordt bepaald op 20 % voor beheerders van kanalen, havens en bevaarbare waterlopen gelegen op het grondgebied van het Vlaamse Gewest, voor zover het constructies betreft die ze op hun eigen patrimonium hebben vergund.
De Vlaamse Executieve kan de inning en de ontvangsten van de verschuldigde bedragen, waarvan sprake in artikel 83 integraal toewijzen aan de door de Vlaamse Executieve aangestelde beheerder van de waterweg, wat betreft het eigen patrimonium van het Vlaamse Gewest.
(Het hoofd van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken) wordt belast met de organisatie en de controle van de inning van de inkomsten uit de watervangen en het toezicht op de inning door beheerders van kanalen, havens en bevaarbare waterlopen andere dan de diensten van de Vlaamse Executieve zelf, met uitzondering van (het Agentschap De Scheepvaart en het Agentschap Waterwegen en Zeekanaal).
Art.26. Les indemnités perçcues par les autorités délivrant l'autorisation visées à l'article 86, § 1er, doivent être versées sur un compte de la Région flamande (à l'exception des indemnités perçues au port d'Anvers, y compris le chenal d'accès à l'écluse de Kallo, le sas de l'écluse et les bassins de la zone portuaires en rive gauche et qui doivent être versées sur le compte de l'agence "Waterwegen en Zeekanaal").
Les administrations subordonnées ne sont habilitées à délivrer une autorisation pour le captage d'eau, qu'après avoir reçu l'autorisation à cet effet du Ministre communautaire ayant les Affaires intérieures dans ses attributions et du (le Ministre flamand, chargé des travaux publics).
L'indemnité dont question à l'article 86, § 8 du décret est fixée à 20 % pour les gestionnaires des canaux, ports et voies navigables situés sur le territoire de la Région flamande, pour autant qu'il s'agit de constructions qu'ils ont autorisées sur leur propre patrimoine.
L'Exécutif flamand peut intégralement attribuer la perception et les revenus des montants dus, dont question à l'article 83, au gestionnaire de la voie d'eau désigné par l'Exécutif flamand, en ce qui concerne le propre patrimoine de la Région flamande.
(Le chef du Département de la Mobilité et des Travaux publics) est chargé de l'organisation et du contrôle de la perception des revenues des captages d'eau et de la surveillance de la perception par les gestionnaires des canaux, ports et voies navigables, autres que les services de l'Exécutif flamand même, à l'exception (l'Agence de la Navigation en l'Agence des Voies navigables et du Canal maritime).
Les administrations subordonnées ne sont habilitées à délivrer une autorisation pour le captage d'eau, qu'après avoir reçu l'autorisation à cet effet du Ministre communautaire ayant les Affaires intérieures dans ses attributions et du (le Ministre flamand, chargé des travaux publics).
L'indemnité dont question à l'article 86, § 8 du décret est fixée à 20 % pour les gestionnaires des canaux, ports et voies navigables situés sur le territoire de la Région flamande, pour autant qu'il s'agit de constructions qu'ils ont autorisées sur leur propre patrimoine.
L'Exécutif flamand peut intégralement attribuer la perception et les revenus des montants dus, dont question à l'article 83, au gestionnaire de la voie d'eau désigné par l'Exécutif flamand, en ce qui concerne le propre patrimoine de la Région flamande.
(Le chef du Département de la Mobilité et des Travaux publics) est chargé de l'organisation et du contrôle de la perception des revenues des captages d'eau et de la surveillance de la perception par les gestionnaires des canaux, ports et voies navigables, autres que les services de l'Exécutif flamand même, à l'exception (l'Agence de la Navigation en l'Agence des Voies navigables et du Canal maritime).
Art.27. De deskundigen, bedoeld in artikel 87, tweede lid, van het decreet, zijn de hoogleraren en docenten belast met de kursus hydraulica aan de Vlaamse Universiteiten of Hogescholen.
Art.27. Les experts de cours visés à l'article 87, deuxième alinéa, du décret, sont les professeurs et les chargés de cours du cours d'hydraulique aux Universités ou aux Ecoles supérieures flamandes.
Art.28. Erkenning van bijkomende deskundigen.
Bijkomende deskundigen kunnen door de Gemeenschapsminister, bevoegd voor Openbare Werken en het Vervoer, worden erkend voor de discipline " watervang " na aanvraag per aangetekend schrijven aan de bovengenoemde Gemeenschapsminister.
Om erkend te worden moet de aanvrager houder zijn van het diploma van burgerlijk ingenieur, landbouwkundig ingenieur of industrieel ingenieur en voldoende ervaring en onderlegdheid bezitten in het domein van de hydraulica en/of meetsystemen.
De erkenning als deskundige wordt verleend voor een termijn van 5 jaar. Deze erkenning kan verlengd worden.
De erkenning kan door de Gemeenschapsminister ten alle tijde worden ingetrokken wanneer niet meer aan de erkenningsvoorwaarden wordt voldaan.
Indien de aanvrager een rechtspersoon is, dienen de namen van de in dienst zijnde deskundigen, de statuten van de vennootschap of vereniging evenals de namen van haar zaakvoerders of beheerders medegedeeld worden.
Bijkomende deskundigen kunnen door de Gemeenschapsminister, bevoegd voor Openbare Werken en het Vervoer, worden erkend voor de discipline " watervang " na aanvraag per aangetekend schrijven aan de bovengenoemde Gemeenschapsminister.
Om erkend te worden moet de aanvrager houder zijn van het diploma van burgerlijk ingenieur, landbouwkundig ingenieur of industrieel ingenieur en voldoende ervaring en onderlegdheid bezitten in het domein van de hydraulica en/of meetsystemen.
De erkenning als deskundige wordt verleend voor een termijn van 5 jaar. Deze erkenning kan verlengd worden.
De erkenning kan door de Gemeenschapsminister ten alle tijde worden ingetrokken wanneer niet meer aan de erkenningsvoorwaarden wordt voldaan.
Indien de aanvrager een rechtspersoon is, dienen de namen van de in dienst zijnde deskundigen, de statuten van de vennootschap of vereniging evenals de namen van haar zaakvoerders of beheerders medegedeeld worden.
Art.28. Agrément d'experts supplémentaires.
Des experts supplémentaires peuvent être agrées par le Ministre communautaire ayant les Travaux publics et les Communications dans ses attributions, pour la discipline " captage d'eau " après demande par lettre recommandée adressée au Ministre communautaire précité.
Pour être agréé le demandeur doit être détenteur du diplôme d'ingénieur civil, ingénieur-agronome ou ingénieur industriel et avoir suffisamment d'expérience et de connaissances dans le domaine de l'hydraulique et/ou de systèmes de mesurage.
L'agrément en qualité d'expert est accordé pour une période de 5 ans. Cet agrément peut être prolongé.
L'agrément peut être retiré en tout temps par le Ministre communautaire lorsqu'il n'est plus satisfait aux conditions d'agrément.
Si le demandeur est une personne juridique, il y a lieu de communiquer les noms des experts en service, les statuts de la société ou de l'association ainsi que les noms de ses administrateurs ou gestionnaires.
Des experts supplémentaires peuvent être agrées par le Ministre communautaire ayant les Travaux publics et les Communications dans ses attributions, pour la discipline " captage d'eau " après demande par lettre recommandée adressée au Ministre communautaire précité.
Pour être agréé le demandeur doit être détenteur du diplôme d'ingénieur civil, ingénieur-agronome ou ingénieur industriel et avoir suffisamment d'expérience et de connaissances dans le domaine de l'hydraulique et/ou de systèmes de mesurage.
L'agrément en qualité d'expert est accordé pour une période de 5 ans. Cet agrément peut être prolongé.
L'agrément peut être retiré en tout temps par le Ministre communautaire lorsqu'il n'est plus satisfait aux conditions d'agrément.
Si le demandeur est une personne juridique, il y a lieu de communiquer les noms des experts en service, les statuts de la société ou de l'association ainsi que les noms de ses administrateurs ou gestionnaires.
Art.29. De hiernavolgende bijzondere constructies en operaties worden onderworpen aan de bepalingen van artikel 83, § 6 van het decreet :
- watermolens;
- scheepswerven en -herstellingsbedrijven;
- watervangen enkel bestemd voor de brandbestrijding;
- alle specifieke operaties verbonden met het beheer en de exploitatie van de waterweg door derden in opdracht van het Gewest of ondergeschikte besturen.
- watermolens;
- scheepswerven en -herstellingsbedrijven;
- watervangen enkel bestemd voor de brandbestrijding;
- alle specifieke operaties verbonden met het beheer en de exploitatie van de waterweg door derden in opdracht van het Gewest of ondergeschikte besturen.
Art.29. Les constructions et opérations spéciales mentionnées ci-après sont soumises aux dispositions de l'article 83, § 6 du décret :
- moulins à eau;
- chantiers navals et entreprises de réparation;
- captages d'eau uniquement destinés à la lutte contre l'incendie;
- toutes les opérations spécifiques par tiers liées à la gestion et l'exploitation de la voie d'eau sur l'ordre de la Région ou d'administrations subordonnées.
- moulins à eau;
- chantiers navals et entreprises de réparation;
- captages d'eau uniquement destinés à la lutte contre l'incendie;
- toutes les opérations spécifiques par tiers liées à la gestion et l'exploitation de la voie d'eau sur l'ordre de la Région ou d'administrations subordonnées.
Art.30. De watervangen van overheden en besturen ten behoeve van de waterhuishouding van de onbevaarbare waterlopen zijn niet onderworpen aan een vergunning voor watervangen.
Art.30. Les captages d'eau des autorités et des administrations aux fins du régime hydraulique des voies d'eau qui ne sont pas navigables ne sont pas soumis à l'autorisation de captage.
Art.31. Wanneer de vergunninghouder van de vergunning voor een watervang geen verder gebruik wenst te maken, meldt hij dit bij een aangetekend schrijven gericht aan de vergunningverlenende overheid.
Drie maanden na ontvangst van dit schrijven wordt de vergunning ingetrokken.
Drie maanden na ontvangst van dit schrijven wordt de vergunning ingetrokken.
Art.31. Lorsque le détenteur de l'autorisation de captage d'eau souhaite ne plus se servir de cette autorisation, il en informe par lettre recommandée l'autorité délivrant l'autorisation.
L'autorisation est retirée trois mois après réception de cette lettre.
L'autorisation est retirée trois mois après réception de cette lettre.
HOOFDSTUK VIII. - Overgangsbepalingen.
CHAPITRE VIII. - Dispositions transitoires.
Art.32. Voor wat 1991 betreft stelt de vergunningverlenende overheid overeenkomstig artikel 87, 4° lid, gelijktijdig met de betekening van de goedkeuring van het debietmetingssysteem en/of debietmetingsmethoden, de periode vast waarvan de resultaten van de registratie aan haar dienen voorgelegd binnen de door haar bepaalde termijn en waaruit door extrapolatie het gecapteerde watervolume voor het volledige jaar 1991 wordt bepaald. De in artikel 86, § 3 voorziene afrekening vervalt voor het jaar 1991.
Art.32. En ce qui concerne l'année 1991, l'autorité délivrant l'autorisation fixe la période, conformément à l'article 87, 4e alinéa, simultanément avec la notification de l'approbation du ou des système(s) de mesurage du débit, pour laquelle les résultats de l'enregistrement doivent lui être communiqués dans le délai fixé par elle, et sur base de laquelle le volume d'eau capté est déterminé par extrapolation pour la totalité de l'année 1991.
La liquidation prévue à l'article 86, § 3 est supprimée pour l'année 1991.
La liquidation prévue à l'article 86, § 3 est supprimée pour l'année 1991.
Art.33. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1991.
Art.33. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 1991.
Art.34. De Gemeenschapsminister van Openbare Werken en Verkeer en de Gemeenschapsminister van Financiën en Begroting zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.34. Le Ministre communautaire des Travaux publics et des Communications et le Ministre communautaire des Finances et du Budget sont chargés de l'exécution du présent arrêté.
Bijlagen.
Annexes.
Art. N1. Bijlage 1. Kanalen en havens.
- Afleidingskanaal der Leie.
- Albertkanaal van aan de grens der provincies Luik en Limburg (grens deelgemeente Kanne) tot aan de Albertbrug te Antwerpen.
- Doortocht Bovenschelde-Gent (Visserijkanaal).
- Doortocht Leie-Gent (Ketelvaart).
- Gemeentekanaal van Gent.
- Kanaal Bocholt-Herentals.
- Kanaal Bossuit-Kortrijk.
- Kanaal Briegden-Neerharen.
- Kanaal Brugge-Zeebrugge.
- Kanaal Dessel-Kwaadmechelen.
- Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten.
- Kanaal Gent-Oostende.
- Kanaal Leuven-Dijle.
- Kanaal naar Beverlo.
- Kanaal Roeselare-Leie.
- Kanaal van Charleroi naar Brussel (vak Lembeek-St.-Pieters-Leeuw).
- Kanaal van Eeklo.
- Kanaal van Ieper naar de Ijzer.
- Kanaal van Nieuwpoort naar Duinkerke.
- Kanaal van Passendale naar Nieuwpoort.
- Kanaal van Veurne naar Sint-Winnoxbergen.
- Leopoldkanaal.
- Lokanaal.
- Netekanaal.
- (...)
- Provinciaal Kanaal van Brugge naar Sluis.
- Ringvaart om Gent.
- Scheldekanaal (Zwijnaarde-Gent).
- Schelde-Rijnverbinding op Belgisch grondgebied te Antwerpen-Zandvliet.
- Spierekanaal.
- Tijarm (Zwijnaarde-Gent).
- Verbindingskanaal.
- Zeekanaal naar Gent (met Handelsdok).
- Zeekanaal van Brussel naar de Rupel.
- Zuid-Willemsvaart.
- Haven van Antwerpen, m.i.v. de toegangsgeul tot de sluis te Kallo, de schutkolk van de sluis en de dokken in het Linker Scheldeoevergebied.
- Haven van Blankenberge.
- Haven van Brugge.
- Haven van Gent.
- Haven van Nieuwpoort.
- Haven van Oostende.
- Haven van Zeebrugge.
- Afleidingskanaal der Leie.
- Albertkanaal van aan de grens der provincies Luik en Limburg (grens deelgemeente Kanne) tot aan de Albertbrug te Antwerpen.
- Doortocht Bovenschelde-Gent (Visserijkanaal).
- Doortocht Leie-Gent (Ketelvaart).
- Gemeentekanaal van Gent.
- Kanaal Bocholt-Herentals.
- Kanaal Bossuit-Kortrijk.
- Kanaal Briegden-Neerharen.
- Kanaal Brugge-Zeebrugge.
- Kanaal Dessel-Kwaadmechelen.
- Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten.
- Kanaal Gent-Oostende.
- Kanaal Leuven-Dijle.
- Kanaal naar Beverlo.
- Kanaal Roeselare-Leie.
- Kanaal van Charleroi naar Brussel (vak Lembeek-St.-Pieters-Leeuw).
- Kanaal van Eeklo.
- Kanaal van Ieper naar de Ijzer.
- Kanaal van Nieuwpoort naar Duinkerke.
- Kanaal van Passendale naar Nieuwpoort.
- Kanaal van Veurne naar Sint-Winnoxbergen.
- Leopoldkanaal.
- Lokanaal.
- Netekanaal.
- (...)
- Provinciaal Kanaal van Brugge naar Sluis.
- Ringvaart om Gent.
- Scheldekanaal (Zwijnaarde-Gent).
- Schelde-Rijnverbinding op Belgisch grondgebied te Antwerpen-Zandvliet.
- Spierekanaal.
- Tijarm (Zwijnaarde-Gent).
- Verbindingskanaal.
- Zeekanaal naar Gent (met Handelsdok).
- Zeekanaal van Brussel naar de Rupel.
- Zuid-Willemsvaart.
- Haven van Antwerpen, m.i.v. de toegangsgeul tot de sluis te Kallo, de schutkolk van de sluis en de dokken in het Linker Scheldeoevergebied.
- Haven van Blankenberge.
- Haven van Brugge.
- Haven van Gent.
- Haven van Nieuwpoort.
- Haven van Oostende.
- Haven van Zeebrugge.
Art. N1. Annexe 1. Canaux et ports.
- Canal de dérivation de la Lys.
- Canal Albert à partir de la frontière des provinces de Liège et du Limbourg (frontière de la commune de Kanne) jusqu'au Pont Albert à Anvers.
- Traversée Haut-Escaut-Gand (Canal de la pêcherie).
- Traversée Lys-Gand (Ketelvaart).
- Canal communal de Gand.
- Canal Bocholt-Herentals.
- Canal Bossuit-Courtrai.
- Canal Briegden-Neerharen.
- Canal Bruges-Zeebrugge.
- Canal Dessel-Kwaadmechelen.
- Canal Dessel-Turnhout-Schoten.
- Canal Gand-Ostende.
- Canal Louvain-Dyle.
- Canal vers Beverlo.
- Canal Roulers-Lys.
- Canal Charleroi-Bruxelles (section Lembeek-St.-Pieters-Leeuw).
- Canal d'Eeklo.
- Canal Ypres-L'Yser.
- Canal Nieuport-Dunkerque.
- Canal Plassendale-Nieuport.
- Canal Furnes-St.-Winnoxbergen.
- Canal Léopold.
- Canal de Lo.
- Canal de la Nèthe.
- (...)
- Canal provincial de Bruges à Sluis.
- Canal circulaire de Gand.
- Canal de l'Escaut-Rhin sur le territoire belge à Anvers-Zandvliet.
- Canal " Spiere ".
- Canal à marée (Zwijnaarde-Gent).
- Canal de jonction.
- Canal maritime vers Gand (avec le Bassin du Commerce).
- Canal maritime de Bruxelles vers le Rupel.
- Zuid-Willemsvaart.
- Port d'Anvers, y compris le chenal d'accès à l'écluse de Kallo, le sas de l'écluse et les bassins de la rive gauche de l'Escaut.
- Port de Blankenberge.
- Port de Bruges.
- Port de Gand.
- Port de Nieuport.
- Port d'Ostende.
- Port de Zeebrugge.
- Canal de dérivation de la Lys.
- Canal Albert à partir de la frontière des provinces de Liège et du Limbourg (frontière de la commune de Kanne) jusqu'au Pont Albert à Anvers.
- Traversée Haut-Escaut-Gand (Canal de la pêcherie).
- Traversée Lys-Gand (Ketelvaart).
- Canal communal de Gand.
- Canal Bocholt-Herentals.
- Canal Bossuit-Courtrai.
- Canal Briegden-Neerharen.
- Canal Bruges-Zeebrugge.
- Canal Dessel-Kwaadmechelen.
- Canal Dessel-Turnhout-Schoten.
- Canal Gand-Ostende.
- Canal Louvain-Dyle.
- Canal vers Beverlo.
- Canal Roulers-Lys.
- Canal Charleroi-Bruxelles (section Lembeek-St.-Pieters-Leeuw).
- Canal d'Eeklo.
- Canal Ypres-L'Yser.
- Canal Nieuport-Dunkerque.
- Canal Plassendale-Nieuport.
- Canal Furnes-St.-Winnoxbergen.
- Canal Léopold.
- Canal de Lo.
- Canal de la Nèthe.
- (...)
- Canal provincial de Bruges à Sluis.
- Canal circulaire de Gand.
- Canal de l'Escaut-Rhin sur le territoire belge à Anvers-Zandvliet.
- Canal " Spiere ".
- Canal à marée (Zwijnaarde-Gent).
- Canal de jonction.
- Canal maritime vers Gand (avec le Bassin du Commerce).
- Canal maritime de Bruxelles vers le Rupel.
- Zuid-Willemsvaart.
- Port d'Anvers, y compris le chenal d'accès à l'écluse de Kallo, le sas de l'écluse et les bassins de la rive gauche de l'Escaut.
- Port de Blankenberge.
- Port de Bruges.
- Port de Gand.
- Port de Nieuport.
- Port d'Ostende.
- Port de Zeebrugge.
Art. N2. Bijlage 2.
Het debiet (Q in m3/s) wordt als volgt bepaald =
1. ingeval van captatie bij middel van een pompinrichting :
Q is het snijpunt van twee krommen in het (h, q) diagram, zijnde :
Het debiet (Q in m3/s) wordt als volgt bepaald =
1. ingeval van captatie bij middel van een pompinrichting :
Q is het snijpunt van twee krommen in het (h, q) diagram, zijnde :
Art. N2. Annexe 2.
Le débit (Q en m3/s) est déterminé comme suit :
1. En cas de captage d'eau à l'aide d'une pompe :
Q est le point intersection de deux courbes dans le diagramme (h, q), étant :
Le débit (Q en m3/s) est déterminé comme suit :
1. En cas de captage d'eau à l'aide d'une pompe :
Q est le point intersection de deux courbes dans le diagramme (h, q), étant :
1.1. de uitwendige karakteristiek : h = z+q2.(ta+tp) waarin :
ta = (4.La.na2)/(Da.Aa2.Ra1/3)
en
tp = (4.Lp.np2)/(Dp.Ap2.Rp1/3)
ta = (4.La.na2)/(Da.Aa2.Ra1/3)
en
tp = (4.Lp.np2)/(Dp.Ap2.Rp1/3)
1.1. la caracteristique externe : h = z+q2.(ta+tp) dans laquelle :
ta = (4.La.na2)/(Da.Aa2.Ra1/3)
et
tp = (4.Lp.np2)/(Dp.Ap2.Rp1/3)
ta = (4.La.na2)/(Da.Aa2.Ra1/3)
et
tp = (4.Lp.np2)/(Dp.Ap2.Rp1/3)
met h : opvoerhoogte van de pomp (in m) bij een bepaald debiet q;
z : statische opvoerhoogte (hoogteverschil (in m) tussen het hoogste punt, waarop het water wordt opgevoerd en het gemiddeld waterniveau van de waterweg, ter hoogte van het punt waar de captatie gebeurt);
La : de lengte van de aanzuigleiding (in m);
na : de Manning-coëfficient, toebedeeld aan de aanzuigleiding;
Da : de diameter van de aanzuigleiding (in m);
Aa : de oppervlakte van de doorsnede van de aanzuigleiding (in m2);
Ra : de hydraulische straal van de aanzuigleiding, gedefinieerd als de verhouding van de oppervlakte van de natte doorsnede tot de natte omtrek (in m);
Lp : de lengte van de persleiding (in m);
np : de Manning-coëfficiënt, toebedeeld aan de persleiding;
Dp : de diameter van de persleiding (in m);
Ap : de oppervlakte van de doorsnede van de persleiding (in m2);
Rp : de hydraulische straal van de persleiding, gedefinieerd als de verhouding van de oppervlakte van de natte doorsnede tot de natte omtrek (in m).
Indien de aanzuig- en/of persleiding bestaat uit verschillende delen met verschillende geometrische of hydraulische kenmerken, dient voor elk deel afzonderlijk de voormelde term berekend te worden en gesommeerd te worden tot ta en/of tp.
1.2. De inwendige karakteristiek : de door de fabrikant opgegeven pompkarakteristiek in het (h, q) diagram, bij de snelheid waarop het optimaal pomprendement wordt bereikt.
2. ingeval van stroming onder druk :
z : statische opvoerhoogte (hoogteverschil (in m) tussen het hoogste punt, waarop het water wordt opgevoerd en het gemiddeld waterniveau van de waterweg, ter hoogte van het punt waar de captatie gebeurt);
La : de lengte van de aanzuigleiding (in m);
na : de Manning-coëfficient, toebedeeld aan de aanzuigleiding;
Da : de diameter van de aanzuigleiding (in m);
Aa : de oppervlakte van de doorsnede van de aanzuigleiding (in m2);
Ra : de hydraulische straal van de aanzuigleiding, gedefinieerd als de verhouding van de oppervlakte van de natte doorsnede tot de natte omtrek (in m);
Lp : de lengte van de persleiding (in m);
np : de Manning-coëfficiënt, toebedeeld aan de persleiding;
Dp : de diameter van de persleiding (in m);
Ap : de oppervlakte van de doorsnede van de persleiding (in m2);
Rp : de hydraulische straal van de persleiding, gedefinieerd als de verhouding van de oppervlakte van de natte doorsnede tot de natte omtrek (in m).
Indien de aanzuig- en/of persleiding bestaat uit verschillende delen met verschillende geometrische of hydraulische kenmerken, dient voor elk deel afzonderlijk de voormelde term berekend te worden en gesommeerd te worden tot ta en/of tp.
1.2. De inwendige karakteristiek : de door de fabrikant opgegeven pompkarakteristiek in het (h, q) diagram, bij de snelheid waarop het optimaal pomprendement wordt bereikt.
2. ingeval van stroming onder druk :
avec h : hauteur de refoulement de la pompe (en m) pour un débit déterminé q;
z : hauteur de refoulement statique (différence de hauteur (en m) entre le point culminant, jusqu'au quel l'eau est refoulée et le niveau d'eau moyen de la voie d'eau à la hauteur du point de captage);
La : longueur du conduit d'aspiration (en m);
na : le coefficient de Manning attribué au conduit d'aspiration;
Da : la superficie de la section du conduit d'aspiration (en m2);
Ra : le rayon hydraulique du conduit d'aspiration, défini comme étant le rapport entre la superficie de la section mouillée et la circonférence mouillée (en m);
Lp : la longueur du conduit de refoulement (en m);
np : le coefficient de Manning attribué au conduit de refoulement;
Dp : le diamètre du conduit de refoulement (en m);
Ap : la superficie de la section du conduit de refoulement (en m2);
Rp : le rayon hydraulique du conduit de refoulement, défini comme étant le rapport entre la superficie de la section mouillée et la circonférence mouillée (en m).
Si le circuit d'aspiration et/ou de refoulement est composé de plusieurs parties ayant des différentes caractéristiques géométriques ou hydrauliques, il y a lieu de calculer chaque terme précité pour chaque partie séparée et de les sommer jusqu'à ta et/ou tp.
1.2. la caractéristique interne : la caractéristique de la pompe mentionnée par le fabricant dans le diagramme (h, p) à la vitesse où le rendement optimal de la pompe est atteint.
2. En cas d'écoulement sous pression :
z : hauteur de refoulement statique (différence de hauteur (en m) entre le point culminant, jusqu'au quel l'eau est refoulée et le niveau d'eau moyen de la voie d'eau à la hauteur du point de captage);
La : longueur du conduit d'aspiration (en m);
na : le coefficient de Manning attribué au conduit d'aspiration;
Da : la superficie de la section du conduit d'aspiration (en m2);
Ra : le rayon hydraulique du conduit d'aspiration, défini comme étant le rapport entre la superficie de la section mouillée et la circonférence mouillée (en m);
Lp : la longueur du conduit de refoulement (en m);
np : le coefficient de Manning attribué au conduit de refoulement;
Dp : le diamètre du conduit de refoulement (en m);
Ap : la superficie de la section du conduit de refoulement (en m2);
Rp : le rayon hydraulique du conduit de refoulement, défini comme étant le rapport entre la superficie de la section mouillée et la circonférence mouillée (en m).
Si le circuit d'aspiration et/ou de refoulement est composé de plusieurs parties ayant des différentes caractéristiques géométriques ou hydrauliques, il y a lieu de calculer chaque terme précité pour chaque partie séparée et de les sommer jusqu'à ta et/ou tp.
1.2. la caractéristique interne : la caractéristique de la pompe mentionnée par le fabricant dans le diagramme (h, p) à la vitesse où le rendement optimal de la pompe est atteint.
2. En cas d'écoulement sous pression :
Q = t, waarin t = [A/(2.n)].[z.D.R1/3/L]1/2
Q = t, dans laquelle t = [A/(2.n)].[z.D.R1/3/L]1/2
met z : hoogteverschil (in m) tussen het gemiddeld waterniveau van de waterweg, ter hoogte van het punt waar de captatie gebeurt en het laagste punt, tot waar het water wordt aangevoerd;
L : de lengte van de aanvoerleiding (in m);
n : de Manning-coëfficiënt, toebedeeld aan de aanvoerleiding;
D : de diameter van de aanvoerleiding (in m);
A : de oppervlakte van de doorsnede van de aanvoerleiding (in m2);
R : de hydraulische straal van de aanvoerleiding, gedefinieerd als de verhouding van de oppervlakte van de natte doorsnede tot de natte omtrek (in m).
Indien de aanvoerleiding bestaat uit verschillende delen met verschillende geometrische of hydraulische kenmerken, dient voor elk deel afzonderlijk de voormelde term berekend te worden en gesommeerd te worden tot t.
L : de lengte van de aanvoerleiding (in m);
n : de Manning-coëfficiënt, toebedeeld aan de aanvoerleiding;
D : de diameter van de aanvoerleiding (in m);
A : de oppervlakte van de doorsnede van de aanvoerleiding (in m2);
R : de hydraulische straal van de aanvoerleiding, gedefinieerd als de verhouding van de oppervlakte van de natte doorsnede tot de natte omtrek (in m).
Indien de aanvoerleiding bestaat uit verschillende delen met verschillende geometrische of hydraulische kenmerken, dient voor elk deel afzonderlijk de voormelde term berekend te worden en gesommeerd te worden tot t.
avec z : la différence de hauteur (en m) entre le niveau d'eau moyen de la voie d'eau, à la hauteur du point de captage, et le point le plus bas de l'adduction de l'eau;
L : la longueur du conduit d'adduction (en m);
n : le coefficient de Manning attribué au conduit d'adduction;
D : le diamètre du conduit d'adduction (en m);
A : la superficie de la section du conduit d'adduction (en m2);
R : le rayon hydraulique de conduit d'adduction, défini comme étant le rapport entre la superficie de la section mouillée et la circonférence mouillée (en m).
Si le conduit d'adduction est composé de plusieurs parties ayant des différentes caractéristiques géométriques et hydrauliques, il y a lieu de calculer chaque terme précité pour chaque partie séparée et de les sommer jusqu'à t.
L : la longueur du conduit d'adduction (en m);
n : le coefficient de Manning attribué au conduit d'adduction;
D : le diamètre du conduit d'adduction (en m);
A : la superficie de la section du conduit d'adduction (en m2);
R : le rayon hydraulique de conduit d'adduction, défini comme étant le rapport entre la superficie de la section mouillée et la circonférence mouillée (en m).
Si le conduit d'adduction est composé de plusieurs parties ayant des différentes caractéristiques géométriques et hydrauliques, il y a lieu de calculer chaque terme précité pour chaque partie séparée et de les sommer jusqu'à t.