Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de toelage : de toelage bedoeld in titel II, hoofdstuk V van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen;
2° de arbeidsongeschiktheid : de definitieve onmogelijkheid voor een werknemer om ten gevolge van ziekte of ongeval de overeengekomen arbeid te verrichten.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
13 DECEMBER 1991. - Koninklijk besluit betreffende de toelage voor het in dienst houden van werknemers getroffen door een arbeidsongeschiktheid.
Titre
13 DECEMBRE 1991. - Arrêté royal relatif à la subvention pour le maintien en service de travailleurs atteints d'une incapacité de travail.
Informations sur le document
Numac: 1991013209
Datum: 1991-12-13
Info du document
Numac: 1991013209
Date: 1991-12-13
Table des matières
Tekst (23)
Texte (23)
HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Définitions et champ d'application.
Article 1. Pour l'application du présent arrêté il faut entendre par :
1° subvention : la subvention visée au titre II, chapitre V de la loi du 29 décembre 1990 portant des dispositions sociales;
2° incapacité de travail : l'impossibilité définitive pour un travailleur d'exécuter le travail convenu suite à une maladie ou un accident.
1° subvention : la subvention visée au titre II, chapitre V de la loi du 29 décembre 1990 portant des dispositions sociales;
2° incapacité de travail : l'impossibilité définitive pour un travailleur d'exécuter le travail convenu suite à une maladie ou un accident.
Art.2. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die gewoonlijk gemiddeld ten hoogste honderd werknemers tewerkstellen.
De gewoonlijk gemiddelde tewerkstelling wordt bepaald door het aantal kalenderdagen gedurende hetwelk elke werknemer, gedurende de periode van vier trimesters die het trimester van de aanvraag om de toelage onmiddellijk voorafgaan, werd ingeschreven in het personeelsregister, waarvan het bijhouden wordt opgelegd door het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten of in elk ander document dat hiertoe bijgehouden wordt indien de onderneming aan deze laatste bepalingen niet onderworpen is, te delen door driehonderd vijfenzestig.
Wanneer het werkelijke uurrooster van een werknemer niet de drie vierden bereikt van het overeenkomstig voltijds uurrooster wordt het aantal kalenderdagen waarvoor hij in het personeelsregister of in elk document dat hiertoe bijgehouden wordt, ingeschreven werd tijdens de in het tweede lid bedoelde periode, gedeeld door twee.
De gewoonlijk gemiddelde tewerkstelling wordt bepaald door het aantal kalenderdagen gedurende hetwelk elke werknemer, gedurende de periode van vier trimesters die het trimester van de aanvraag om de toelage onmiddellijk voorafgaan, werd ingeschreven in het personeelsregister, waarvan het bijhouden wordt opgelegd door het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten of in elk ander document dat hiertoe bijgehouden wordt indien de onderneming aan deze laatste bepalingen niet onderworpen is, te delen door driehonderd vijfenzestig.
Wanneer het werkelijke uurrooster van een werknemer niet de drie vierden bereikt van het overeenkomstig voltijds uurrooster wordt het aantal kalenderdagen waarvoor hij in het personeelsregister of in elk document dat hiertoe bijgehouden wordt, ingeschreven werd tijdens de in het tweede lid bedoelde periode, gedeeld door twee.
Art.2. Le présent arrêté s'applique aux employeurs occupant habituellement en moyenne au maximum cent travailleurs.
L'occupation habituelle moyenne est déterminée en divisant par trois cent soixante-cinq, le nombre de jours civils pendant lesquels chaque travailleur a été inscrit, pendant la période de quatre trimestres précédant immédiatement le trimestre de la demande de la subvention, dans le registre du personnel, dont la tenue est imposée par l'arrêté royal n° 5 du 23 octobre 1978 relatif à la tenue des documents sociaux, ou dans tout document en tenant lieu si l'entreprise n'est pas soumise à ces dispositions.
Lorsque l'horaire effectif du travailleur n'atteint pas les trois quarts de l'horaire à temps plein correspondant, le nombre de jours civils pendant lesquels il aura été inscrit dans le registre du personnel ou dans le document en tenant lieu, au cours de la période visée à l'alinéa 2, sera divisé par deux.
L'occupation habituelle moyenne est déterminée en divisant par trois cent soixante-cinq, le nombre de jours civils pendant lesquels chaque travailleur a été inscrit, pendant la période de quatre trimestres précédant immédiatement le trimestre de la demande de la subvention, dans le registre du personnel, dont la tenue est imposée par l'arrêté royal n° 5 du 23 octobre 1978 relatif à la tenue des documents sociaux, ou dans tout document en tenant lieu si l'entreprise n'est pas soumise à ces dispositions.
Lorsque l'horaire effectif du travailleur n'atteint pas les trois quarts de l'horaire à temps plein correspondant, le nombre de jours civils pendant lesquels il aura été inscrit dans le registre du personnel ou dans le document en tenant lieu, au cours de la période visée à l'alinéa 2, sera divisé par deux.
Art.3. Dit besluit is niet van toepassing op de werknemers :
1° die worden tewerkgesteld krachtens de bepalingen van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;
2° die worden tewerkgesteld krachtens de bepalingen betreffende de overeenkomst voor tewerkstelling van studenten bedoeld bij titel VI van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
3° die niet ten minste vijftig jaar oud zijn op het ogenblik van de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid door de arbeidsgeneesheer.
1° die worden tewerkgesteld krachtens de bepalingen van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;
2° die worden tewerkgesteld krachtens de bepalingen betreffende de overeenkomst voor tewerkstelling van studenten bedoeld bij titel VI van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
3° die niet ten minste vijftig jaar oud zijn op het ogenblik van de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid door de arbeidsgeneesheer.
Art.3. Le présent arrêté ne s'applique pas aux travailleurs :
1° occupés en vertu des dispositions de la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition d'utilisateurs;
2° occupés en vertu des dispositions relatives au contrat d'occupation d'étudiants visées au titre VI de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail;
3° n'ayant pas atteint au moins l'âge de cinquante ans au moment de la constatation de l'incapacité de travail par le médecin du travail.
1° occupés en vertu des dispositions de la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition d'utilisateurs;
2° occupés en vertu des dispositions relatives au contrat d'occupation d'étudiants visées au titre VI de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail;
3° n'ayant pas atteint au moins l'âge de cinquante ans au moment de la constatation de l'incapacité de travail par le médecin du travail.
HOOFDSTUK II. - Toekenningsvoorwaarden.
CHAPITRE II. - Conditions d'octroi.
Art.4. De werkgever kan aanspraak maken op de toelage wanneer de arbeidsongeschiktheid van de werknemer aan de volgende voorwaarden voldoet :
1° zij is ingetreden na het begin van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst;
2° indien zij de schorsing van de arbeidsovereenkomst tot gevolg heeft, mag deze schorsing niet langer dan zes maanden duren;
3° zij betreft alle blijvende gevolgen van ziekte of ongeval.
1° zij is ingetreden na het begin van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst;
2° indien zij de schorsing van de arbeidsovereenkomst tot gevolg heeft, mag deze schorsing niet langer dan zes maanden duren;
3° zij betreft alle blijvende gevolgen van ziekte of ongeval.
Art.4. L'employeur peut demander la subvention lorsque l'incapacité de travail du travailleur répond aux conditions suivantes :
1° elle s'est produite après le début de l'exécution du contrat de travail;
2° lorsqu'elle a pour conséquence la suspension du contrat de travail, celle-ci ne peut pas dépasser six mois;
3° elle concerne tous les effets permanents de la maladie ou de l'accident.
1° elle s'est produite après le début de l'exécution du contrat de travail;
2° lorsqu'elle a pour conséquence la suspension du contrat de travail, celle-ci ne peut pas dépasser six mois;
3° elle concerne tous les effets permanents de la maladie ou de l'accident.
Art.5. § 1. De werknemer moet onderworpen worden aan een medisch onderzoek door de arbeidsgeneesheer.
De arbeidsgeneesheer moet alle aangewezen aanvullende onderzoeken doen, navraag doen naar de sociale toestand van de werknemer en ter plaatse onderzoeken welke maatregelen en aanpassingen het mogelijk maken de werknemer, ondanks zijn onvolkomenheden zijn werkpost te laten behouden. Hij deelt aan de werkgever en de werknemer mede welke maatregelen nodig zijn om de werkpost aan te passen.
Indien een aanpassing van de werkpost niet mogelijk blijkt, doet de arbeidsgeneesheer de nodige onderzoeken om vast te stellen of de werknemer een andere functie in de onderneming kan uitoefenen. Hij deelt aan de werkgever en de werknemer mede welke maatregelen hiertoe nodig zijn.
De arbeidsgeneesheer kan mits het akkoord van de werknemer werd bekomen het advies inwinnen van een revalidatiecentrum of andere bevoegde personen.
De arbeidsgeneesheer vermeldt zijn advies in een getuigschrift dat binnen een termijn van drie dagen na het einde van de onderzoeken wordt medegedeeld aan de werknemer. Een afschrift van dit getuigschrift wordt binnen dezelfde termijn medegedeeld aan de werkgever.
Dit getuigschrift bevat de volgende elementen :
1° de bevestiging dat de werknemer arbeidsongeschikt is;
2° de bevestiging dat deze arbeidsongeschiktheid voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 4;
3° de voorstellen betreffende de aanpassing van de werkpost of de overplaatsing naar een andere functie.
Dit getuigschrift geldt uitsluitend voor de toepassing van dit besluit.
Artikel 146bis, § 3, van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming is van overeenkomstige toepassing op voormeld medisch onderzoek. De werknemer kan op de daarin geregelde overlegprocedure een beroep doen, nadat hij in kennis werd gesteld van het getuigschrift van de arbeidsgeneesheer.
§ 2. Voor de toekenning van de toelage bedoeld bij dit besluit, worden de bepalingen betreffende het medisch onderzoek bedoeld bij het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming toegepast op de werknemers bedoeld bij artikel 124, § 1 van dit algemeen reglement en dit in afwijking van § 1.
§ 3. De arbeidsgeneesheer verstrekt de in § 1 en § 2 bedoelde adviezen binnen een termijn van veertien dagen vanaf de aanvraag van het medisch onderzoek door de werkgever. Deze termijn kan met zeven dagen verlengd worden indien het advies van een revalidatiecentrum of andere bevoegde personen wordt ingewonnen.
De arbeidsgeneesheer moet alle aangewezen aanvullende onderzoeken doen, navraag doen naar de sociale toestand van de werknemer en ter plaatse onderzoeken welke maatregelen en aanpassingen het mogelijk maken de werknemer, ondanks zijn onvolkomenheden zijn werkpost te laten behouden. Hij deelt aan de werkgever en de werknemer mede welke maatregelen nodig zijn om de werkpost aan te passen.
Indien een aanpassing van de werkpost niet mogelijk blijkt, doet de arbeidsgeneesheer de nodige onderzoeken om vast te stellen of de werknemer een andere functie in de onderneming kan uitoefenen. Hij deelt aan de werkgever en de werknemer mede welke maatregelen hiertoe nodig zijn.
De arbeidsgeneesheer kan mits het akkoord van de werknemer werd bekomen het advies inwinnen van een revalidatiecentrum of andere bevoegde personen.
De arbeidsgeneesheer vermeldt zijn advies in een getuigschrift dat binnen een termijn van drie dagen na het einde van de onderzoeken wordt medegedeeld aan de werknemer. Een afschrift van dit getuigschrift wordt binnen dezelfde termijn medegedeeld aan de werkgever.
Dit getuigschrift bevat de volgende elementen :
1° de bevestiging dat de werknemer arbeidsongeschikt is;
2° de bevestiging dat deze arbeidsongeschiktheid voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 4;
3° de voorstellen betreffende de aanpassing van de werkpost of de overplaatsing naar een andere functie.
Dit getuigschrift geldt uitsluitend voor de toepassing van dit besluit.
Artikel 146bis, § 3, van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming is van overeenkomstige toepassing op voormeld medisch onderzoek. De werknemer kan op de daarin geregelde overlegprocedure een beroep doen, nadat hij in kennis werd gesteld van het getuigschrift van de arbeidsgeneesheer.
§ 2. Voor de toekenning van de toelage bedoeld bij dit besluit, worden de bepalingen betreffende het medisch onderzoek bedoeld bij het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming toegepast op de werknemers bedoeld bij artikel 124, § 1 van dit algemeen reglement en dit in afwijking van § 1.
§ 3. De arbeidsgeneesheer verstrekt de in § 1 en § 2 bedoelde adviezen binnen een termijn van veertien dagen vanaf de aanvraag van het medisch onderzoek door de werkgever. Deze termijn kan met zeven dagen verlengd worden indien het advies van een revalidatiecentrum of andere bevoegde personen wordt ingewonnen.
Art.5. § 1. Le travailleur doit être soumis à un examen médical par le médecin du travail.
Le médecin du travail doit effectuer tout examen complémentaire approprié, s'informer au sujet de la situation sociale du travailleur et examiner sur place quels mesures et aménagements permettront au travailleur d'être maintenu à son poste de travail malgré ses défectuosités. Il communique à l'employeur et au travailleur quelles mesures sont nécessaires afin d'adapter le poste de travail.
Si une adaptation du poste de travail ne s'avère pas possible, le médecin du travail effectue les examens nécessaires pour déterminer si le travailleur peut exercer une autre fonction dans l'entreprise. Il communique à l'employeur et au travailleur quelles mesures sont nécessaires à cet effet.
Le médecin du travail peut, moyennant l'accord du travailleur, demander l'avis d'un centre de réadaptation ou d'autres personnes compétentes.
L'avis du médecin du travail est repris dans une attestation, qui doit être communiquée au travailleur dans un délai de trois jours après la fin des examens. Une copie de cette attestation doit être communiquée à l'employeur dans le même délai.
L'attestation comprend les éléments suivants :
1° la confirmation que le travailleur est en incapacité de travail;
2° la confirmation que cette incapacité de travail répond aux conditions visées à l'article 4;
3° les propositions concernant l'adaptation du poste de travail ou le transfert dans une autre fonction.
Cette attestation ne vaut que pour l'application du présent arrêté.
L'article 146bis, § 3, du Règlement général pour la protection du travail s'applique par analogie à l'examen médical précité. Le travailleur peut faire appel à la procédure de concertation organisée par l'article précité, après avoir reçu communication de l'attestation du médecin du travail.
§ 2. Pour l'octroi de la subvention visée par le présent arrêté, les dispositions concernant l'examen médical visées par le Règlement général pour la protection du travail s'appliquent aux travailleurs visés à l'article 124, § 1er de ce règlement général et ceci par dérogation au § 1er.
§ 3. Le médecin du travail donne les avis visés aux §§ 1er et 2 dans un délai de quatorze jours à partir de la demande de l'examen médical par l'employeur. Ce délai peut être prolongé de sept jours si l'avis d'un centre de réadaptation ou d'autres personnes compétentes est demandé.
Le médecin du travail doit effectuer tout examen complémentaire approprié, s'informer au sujet de la situation sociale du travailleur et examiner sur place quels mesures et aménagements permettront au travailleur d'être maintenu à son poste de travail malgré ses défectuosités. Il communique à l'employeur et au travailleur quelles mesures sont nécessaires afin d'adapter le poste de travail.
Si une adaptation du poste de travail ne s'avère pas possible, le médecin du travail effectue les examens nécessaires pour déterminer si le travailleur peut exercer une autre fonction dans l'entreprise. Il communique à l'employeur et au travailleur quelles mesures sont nécessaires à cet effet.
Le médecin du travail peut, moyennant l'accord du travailleur, demander l'avis d'un centre de réadaptation ou d'autres personnes compétentes.
L'avis du médecin du travail est repris dans une attestation, qui doit être communiquée au travailleur dans un délai de trois jours après la fin des examens. Une copie de cette attestation doit être communiquée à l'employeur dans le même délai.
L'attestation comprend les éléments suivants :
1° la confirmation que le travailleur est en incapacité de travail;
2° la confirmation que cette incapacité de travail répond aux conditions visées à l'article 4;
3° les propositions concernant l'adaptation du poste de travail ou le transfert dans une autre fonction.
Cette attestation ne vaut que pour l'application du présent arrêté.
L'article 146bis, § 3, du Règlement général pour la protection du travail s'applique par analogie à l'examen médical précité. Le travailleur peut faire appel à la procédure de concertation organisée par l'article précité, après avoir reçu communication de l'attestation du médecin du travail.
§ 2. Pour l'octroi de la subvention visée par le présent arrêté, les dispositions concernant l'examen médical visées par le Règlement général pour la protection du travail s'appliquent aux travailleurs visés à l'article 124, § 1er de ce règlement général et ceci par dérogation au § 1er.
§ 3. Le médecin du travail donne les avis visés aux §§ 1er et 2 dans un délai de quatorze jours à partir de la demande de l'examen médical par l'employeur. Ce délai peut être prolongé de sept jours si l'avis d'un centre de réadaptation ou d'autres personnes compétentes est demandé.
Art.6. De werkgever neemt de maatregelen tot aanpassing van de werkpost of waardoor de werknemer een andere functie kan uitoefenen, na het in artikel 5 bedoelde advies van de arbeidsgeneesheer te hebben ingewonnen.
Art.6. L'employeur prend les mesures en vue de l'adaptation du poste de travail ou permettant au travailleur d'exercer une autre fonction, après avoir demandé l'avis du médecin du travail, visé à l'article 5.
Art.7. De werkgever is er toe gehouden de werknemer verder tewerk te stellen met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en is er toe gehouden de werknemer gedurende ten minste één jaar vanaf de hertewerkstelling in de aangepaste werkpost of in de andere functie te werk te stellen.
De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd moet schriftelijk worden vastgesteld uiterlijk op het ogenblik van de hertewerkstelling van de werknemer.
De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd moet schriftelijk worden vastgesteld uiterlijk op het ogenblik van de hertewerkstelling van de werknemer.
Art.7. L'employeur est tenu de continuer à occuper le travailleur dans un contrat de travail à durée indéterminée et de l'occuper au poste de travail adapté ou dans l'autre fonction, pendant au moins un an à partir de la remise au travail.
Le contrat de travail à durée indéterminée doit être constaté par écrit au plus tard au moment de la remise au travail du travailleur.
Le contrat de travail à durée indéterminée doit être constaté par écrit au plus tard au moment de la remise au travail du travailleur.
Art.8. De werknemer wiens werkpost wordt aangepast of aan wie een andere functie wordt aangeboden in toepassing van dit besluit, verbindt er zich toe de aangepaste werkpost te aanvaarden of de andere functie uit te oefenen.
Art.8. Le travailleur dont le poste de travail est adapté ou à qui une autre fonction est proposée en application du présent arrêté, s'engage à accepter le poste de travail adapté ou à exercer l'autre fonction.
HOOFDSTUK III. - Bedrag van de toelage.
CHAPITRE III. - Montant de la subvention.
Art.9. De toelage is vastgesteld op vijftig procent van de bijkomende uitgaven die de werkgever heeft verricht met het oog op de aanpassing van de werkpost of het overplaatsen naar een andere functie met een maximum van vijfenzeventigduizend frank.
Zij kan niet worden gecumuleerd met een ander voordeel dat de werkgever voor dezelfde werknemer en voor hetzelfde doel ontvangt met toepassing van een andere wet, van een decreet, een ordonnantie of een besluit.
Zij kan niet worden gecumuleerd met een ander voordeel dat de werkgever voor dezelfde werknemer en voor hetzelfde doel ontvangt met toepassing van een andere wet, van een decreet, een ordonnantie of een besluit.
Art.9. La subvention est fixée à cinquante pourcent des dépenses supplémentaires effectuées par l'employeur en vue de l'adaptation du poste de travail ou du transfert à une autre fonction, avec un maximum de septante cinq mille francs.
Elle ne peut pas être cumulée avec un autre avantage que l'employeur percoit dans le chef du même travailleur et dans le même but, en application d'une autre loi, d'un décret, d'une ordonnance ou d'un arrêté.
Elle ne peut pas être cumulée avec un autre avantage que l'employeur percoit dans le chef du même travailleur et dans le même but, en application d'une autre loi, d'un décret, d'une ordonnance ou d'un arrêté.
HOOFDSTUK IV. - Procedure.
CHAPITRE IV. - Procédure.
Art.10. De werkgever die een beroep wenst te doen op de toelage dient bij een ter post aangetekend schrijven een aanvraag in bij de Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. De postdatum bepaalt de volgorde waarin de aanvragen worden onderzocht.
Art.10. L'employeur qui veut faire appel à la subvention introduit, par lettre recommandée à la poste, une demande auprès de l'Administration de l'hygiène et de la médecine du travail du Ministère de l'Emploi et du Travail. La date de la poste détermine l'ordre dans lequel les demandes sont examinées.
Art.11. De aanvraag omvat :
1° de identiteit van de werkgever en inzonderheid naam, adres en telefoonnummer van de natuurlijke persoon die de aanvraag doet in naam van en voor rekening van de werkgever, het bank- of postrekeningnummer, het R.I.Z.I.V.-nummer en het paritair comité waaronder de onderneming ressorteert;
2° de identiteit van de werknemer;
3° het advies van de arbeidsgeneesheer bedoeld in artikel 5;
4° een opgave van de maatregelen genomen met het oog op de aanpassing van de werkpost of waardoor de werknemer een andere functie kan uitoefenen;
5° een afschrift van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd;
6° de verbintenis van de werknemer bedoeld in artikel 8;
7° de stukken ter staving van de gedane uitgaven;
8° het advies van het comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen of bij ontstentenis van de syndicale afvaardiging;
9° een verklaring van de werkgever dat hij voor dezelfde werknemer en voor hetzelfde doel geen ander voordeel ontvangt met toepassing van een andere wet, van een decreet, een ordonnantie of een besluit.
1° de identiteit van de werkgever en inzonderheid naam, adres en telefoonnummer van de natuurlijke persoon die de aanvraag doet in naam van en voor rekening van de werkgever, het bank- of postrekeningnummer, het R.I.Z.I.V.-nummer en het paritair comité waaronder de onderneming ressorteert;
2° de identiteit van de werknemer;
3° het advies van de arbeidsgeneesheer bedoeld in artikel 5;
4° een opgave van de maatregelen genomen met het oog op de aanpassing van de werkpost of waardoor de werknemer een andere functie kan uitoefenen;
5° een afschrift van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd;
6° de verbintenis van de werknemer bedoeld in artikel 8;
7° de stukken ter staving van de gedane uitgaven;
8° het advies van het comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen of bij ontstentenis van de syndicale afvaardiging;
9° een verklaring van de werkgever dat hij voor dezelfde werknemer en voor hetzelfde doel geen ander voordeel ontvangt met toepassing van een andere wet, van een decreet, een ordonnantie of een besluit.
Art.11. La demande comprend :
1° l'identité de l'employeur et notamment le nom, l'adresse et le numéro de téléphone de la personne physique introduisant la demande au nom de et pour le compte de l'employeur, le numéro du compte bancaire ou postal, le numéro I.N.A.M.I. et la commission paritaire à laquelle ressortit l'entreprise;
2° l'identité du travailleur;
3° l'avis du médecin du travail, visé à l'article 5;
4° un relevé des mesures prises en vue de l'adaptation du poste de travail ou permettant au travailleur d'exercer une autre fonction;
5° une copie du contrat de travail à durée indéterminée;
6° l'engagement du travailleur, visé à l'article 8;
7° les documents établissant la preuve des dépenses faites;
8° l'avis du comité de sécurité, d'hygiène et d'embellissement des lieux de travail ou, à son défaut, de la délégation syndicale;
9° une déclaration de l'employeur selon laquelle il ne percoit pas dans le chef du même travailleur et dans le même but, un autre avantage, en application d'une autre loi, d'un décret, d'une ordonnance ou d'un arrêté.
1° l'identité de l'employeur et notamment le nom, l'adresse et le numéro de téléphone de la personne physique introduisant la demande au nom de et pour le compte de l'employeur, le numéro du compte bancaire ou postal, le numéro I.N.A.M.I. et la commission paritaire à laquelle ressortit l'entreprise;
2° l'identité du travailleur;
3° l'avis du médecin du travail, visé à l'article 5;
4° un relevé des mesures prises en vue de l'adaptation du poste de travail ou permettant au travailleur d'exercer une autre fonction;
5° une copie du contrat de travail à durée indéterminée;
6° l'engagement du travailleur, visé à l'article 8;
7° les documents établissant la preuve des dépenses faites;
8° l'avis du comité de sécurité, d'hygiène et d'embellissement des lieux de travail ou, à son défaut, de la délégation syndicale;
9° une déclaration de l'employeur selon laquelle il ne percoit pas dans le chef du même travailleur et dans le même but, un autre avantage, en application d'une autre loi, d'un décret, d'une ordonnance ou d'un arrêté.
Art.12. De Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde onderzoekt de aanvraag en brengt binnen een termijn van éénentwintig dagen vanaf het ogenblik dat ze in het bezit is van alle elementen bedoeld in artikel 11, advies uit over de aanvraag bij de Minister van Tewerkstelling en Arbeid.
Dit advies stelt inzonderheid vast of aan de toekenningsvoorwaarden is voldaan en vermeldt het bedrag van de toelage.
Dit advies stelt inzonderheid vast of aan de toekenningsvoorwaarden is voldaan en vermeldt het bedrag van de toelage.
Art.12. L'Administration de l'hygiène et de la médecine du travail examine la demande et donne son avis au Ministre de l'Emploi et du Travail dans un délai de vingt et un jours à partir du moment où elle est en possession de tous les éléments visés à l'article 11.
Cet avis constate notamment s'il est satisfait aux conditions d'octroi et mentionne le montant de la subvention.
Cet avis constate notamment s'il est satisfait aux conditions d'octroi et mentionne le montant de la subvention.
Art.13. De Minister neemt een beslissing over de aanvraag. Deze beslissing is met redenen omkleed en wordt bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding ter kennis gebracht van de werkgever. De kennisgeving wordt geacht te hebben plaats gevonden de derde werkdag die volgt op de dag van de afgifte ter post van het aangetekend schrijven.
Wanneer de toelage wordt toegekend, vermeldt de beslissing eveneens het bedrag van de toelage.
Wanneer de toelage wordt toegekend, vermeldt de beslissing eveneens het bedrag van de toelage.
Art.13. Le Ministre statue sur la demande. Cette décision est motivée et est notifiée à l'employeur par lettre recommandée à la poste avec accusé de réception. La notification est censée être reçue le troisième jour ouvrable qui suit le jour de la remise à la poste du pli recommandé.
Lorsque la subvention est accordée, la décision mentionne également le montant de la subvention.
Lorsque la subvention est accordée, la décision mentionne également le montant de la subvention.
Art.14. De toelage wordt slechts uitbetaald nadat de maatregelen met het oog op de aanpassing van de werkpost of het overplaatsen naar een andere functie werden getroffen en nadat de werknemer op de aangepaste werkpost of in de nieuwe functie werd tewerkgesteld.
Art.14. La subvention n'est payée que lorsque les mesures concernant l'adaptation du poste de travail ou le transfert à une autre fonction ont été prises et lorsque le travailleur est occupé au poste de travail adapté ou dans sa nouvelle fonction.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
CHAPITRE V. - Dispositions finales.
Art.15. De ambtenaren van de Medische Inspectie van de Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit besluit.
Art.15. Les fonctionnaires de l'Inspection médicale de l'Administration de l'hygiène et de la médecine du travail sont chargés du contrôle du respect des dispositions du présent arrêté.
Art.16. De geldigheidsduur van de bepalingen van titel II, hoofdstuk V van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen wordt verlengd tot 31 december 1992.
Art.16. La durée de validité des dispositions du titre II, chapitre V de la loi du 29 décembre 1990 portant dispositions sociales est prorogée jusqu'au 31 décembre 1992.
Art.17. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.17. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 18. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 18. Notre Ministre de l'Emploi et du Travail est chargé de l'exécution du présent arrêté.