Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
12 NOVEMBER 1987. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve betreffende bepaalde categorieën afvalstoffen. <Vertaling> (NOTA : opgeheven wat de giftige of gevaarlijke afvalstoffen betreft door BWG 1992-04-09/31, art. 74, °2, 004; ED 23-06-1992) (NOTA : opgeheven wat de PCB/PCT's betreft door BWG 1992-04-09/32, art. 16; Inwerkingtreding : 24-06-1992) (NOTA : opgeheven wat afgewerkte olie betreft door BWG 1992-04-09/33, art. 29, °2; Inwerkingtreding : 02-07-1992) (NOTA : opgeheven wat de afvalstoffen van de titaandioxyde-industrie betreft door BWG 1992-04-09/34, art. 19, °2; Inwerkingtreding : 16-07-1992)
Titre
12 NOVEMBRE 1987. - Arrêté de l'Exécutif régional wallon relatif à certaines catégories de déchets. (NOTE : abrogé en ce qui concerne les déchets toxiques ou dangereux par ARW 1992-04-09/31, art. 74, 2°, 004; En vigueur : 23-06-1992) (NOTE : abrogé en ce qui concerne les PCB/PCT par ARW 1992-04-09/32, art. 16; En vigueur : 24-06-1992) (NOTE : abrogé en ce qui concerne les huiles usagées par ARW 1992-04-09/33, art. 29, 2°; En vigueur : 02-07-1992)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (105)
Texte (105)
HOOFDSTUK I. - Algemeenheden.
CHAPITRE Ier. - Généralités.
Artikel 1. § 1. In de zin van dit besluit, dient te worden verstaan onder :
  1° decreet : het decreet van de Waalse Regionale Raad van 5 juli 1985 met betrekking tot de afval;
  2° afval : alle door het decreet bedoelde afval, met inbegrip van de giftige afval in de zin van de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval;
  3° giftige afval : alle giftige afval in de zin van de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval;
  4° gevaarlijke afval :
  a) alle afval die vatbaar is gestort te worden in stortplaatsen van klasse 1 zoals bepaald bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 juli 1987 met betrekking tot de gecontroleerde stortplaatsen. De criteria inzake gevaar zijn die bepaald in artikel 723bis, 3° van het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming; onverminderd deze bepaling worden eveneens als gevaarlijk afval beschouwd, de afvalhoudende stoffen vermeld in tabel 4 van bijlage 1 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 juli 1987 met betrekking tot de gecontroleerde stortplaatsen;
  b) afgewerkte olie;
  c) PCB's;
  d) afvalstoffen van de titaandioxyde-industrie;
  De huishoudelijke afvalstoffen bedoeld sub b) en c) worden, in de zin van artikel 3, 11° van het decreet, als bijzondere afval beschouwd.
  5° afgewerkte olie : alle soorten smeer- of industriële olie op minerale basis die ongeschikt zijn geworden voor het gebruik waarvoor zij oorspronkelijk waren bestemd en in het bijzonder afgewerkte olie van verbrandingsmotoren en van transmissiesystemen, alsmede minerale olie voor machines, turbines en hydraulische systemen;
  6° PCB's : polychloorbifenylen, polychloorterfenylen, of mengsels die polychloorbifenylen en/of polychloorterfenylen bevatten voor zover zij gebruikt zijn of zich in niet meer gebruikte voorwerpen of apparaten bevinden;
  7° inzameling : het inzamelen en het vervoer van afvalstoffen tot aan hun stortplaats;
  8° erkende ophaler : degene die tot de inzameling van afvalstoffen overgaat en die daartoe de door dit besluit voorziene erkenning gekregen heeft;
  9° verwijdering : de operaties inzake inzameling, vervoer, opslag, sorteren en behandeling van afvalstoffen, hetzij met het oog op het terugwinnen van herbruikbare elementen en materialen en van de energie die zij bevatten, hetzij met het oog op het afstoten ervan in het natuurlijke milieu onder omstandigheden die ertoe geëigend zijn de gezondheid van de mens en de bewaring van het leefmilieu te verzekeren;
  10° erkend vernietiger : degene die tot de wegwerking van afvalstoffen overgaat en die daartoe de door dit besluit voorziene erkenning gekregen heeft; wat de wegwerking van giftige afvalstoffen betreft, is voor de toepassing van dit besluit in de zin van het koninklijk besluit van 22 juli 1974, een centrum erkend voor de vernietiging, de neutralisering of de wegwerking van giftige afval, een centrum geëxploiteerd door een erkend vernietiger;
  11° minister : de Minister van het Waalse Gewest tot wiens bevoegdheid de bescherming van het Leefmilieu en de wegruiming en de behandeling van afval behoren;
  12° dienst afvalbeheer : de dienst afvalbeheer van het Ministerie van het Waalse Gewest;
  13° dienst : de Waalse Gewestelijke Dienst van niet uit de huishouding afkomstig afval;
  14° afvalcommissie : de commissie van advies inzake afval opgericht krachtens artikel 37 van het decreet;
  15° technisch ambtenaar : de directeur-generaal van de Algemene Directie Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest of zijn afgevaardigde.
  § 2. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-06-2002 en tekstbijwerking tot 27-09-2017)">Opgeheven art. 29 van 9 APRIL 1992. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve betreffende de afgewerkte olie. <Vertaling> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-06-2002 en tekstbijwerking tot 27-09-2017)
Article 1. § 1. Au sens du présent arrêté, on entend par :
  1° décret : le décret du Conseil régional wallon du 5 juillet 1985 relatif aux déchets;
  2° déchets : tous déchets visés par le décret, en ce compris les déchets toxiques au sens de la loi du 22 juillet 1974 sur les déchets toxiques;
  3° déchets toxiques : tous déchets toxiques au sens de la loi du 22 juillet 1974 sur les déchets toxiques;
  4° déchets dangereux :
  a) tous déchets susceptibles d'être accueillis en décharge de classe 1 telle que définie par l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 23 juillet 1987 relatif aux décharges contrôlées. Les critères de danger sont ceux définis par l'article 723bis, 3°, du Règlement général pour la Protection du Travail; sans préjudice de cette disposition, les déchets contenant des substances reprises au tableau 4 de l'annexe 1 de l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 23 juillet 1987 relatif aux décharges contrôlés sont également considérées comme dangereux;
  b) les huiles usagées;
  c) les PCB;
  d) les déchets provenant de l'industrie du dioxyde de titane.
  Les déchets provenant des ménages et visés sur b) et c) sont considérés comme déchets spéciaux au sens de l'article 3, 11° du décret;
  5° huiles usagées : toutes les huiles industrielles ou lubrifiantes à base minérale, qui sont devenues impropres à l'usage auquel elles étaient initialement destinées, et notamment les huiles usagées des moteurs à combustion et des systèmes de transmission ainsi que les huiles minérales lubrifiantes, les huiles pour turbines et celles pour systèmes hydrauliques;
  6° PCB : polychlorobiphényles, polychloroterphényles, ou mélanges contenant des polychlorobiphényles et/ou des polychloroterphényles, en tant qu'ils sont usagés ou contenus dans des objets ou appareils hors d'usage;
  7° collecte : l'enlèvement des déchets et leur transport jusqu'au lieu de leur déchargement;
  8° collecteur agréé : celui qui procède à la collecte de déchets et a obtenu à cette fin l'agrément prévu par le présent arrêté;
  9° élimination : les opérations de collecte, transport, stockage, tri et traitement des déchets, soit en vue de la récupération des éléments et matériaux réutilisables et de l'énergie qu'ils contiennent, soit en vue de leur rejet dans le milieu naturel dans des conditions propres à assurer la santé de l'homme et la préservation de l'environnement;
  10° éliminateur agréé : celui qui procède à l'élimination des déchets et a obtenu à cette fin l'agrément prévu par le présent arrêté; en ce qui concerne l'élimination des déchets toxiques, un centre agréé pour la destruction, la neutralisation ou l'élimination des déchets toxiques au sens de la loi du 22 juillet 1974 est, pour l'application du présent arrêté, un centre exploité par un éliminateur agréé;
  11° Ministre : le Ministre de la Région wallonne qui a la protection de l'Environnement et l'enlèvement et le traitement des déchets dans ses attributions;
  12° Service de gestion des déchets : le Service de gestion des déchets du Ministère de la Région wallonne;
  13° Office : l'Office régional wallon des déchets non ménagers;
  14° Commission des déchets : la commission consultative en matière de déchets, instituée en vertu de l'article 37 du décret;
  15° Fonctionnaire technique : le directeur général de la Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement du Ministère de la Région wallonne ou son délégué.
  § 2. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-06-2002 en tekstbijwerking tot 27-09-2017)">Abrogé art. 29 van 9 APRIL 1992. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve betreffende de afgewerkte olie. <Vertaling> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-06-2002 en tekstbijwerking tot 27-09-2017)
Art.3. <NOTA : volgens de originele - franstalige - tekst wordt dit artikel opgeheven; evenwel is dit niet zo in de nederlandstalige versie van het BWG 1992-04-09/31, B.St. 23-06-1992; nog geen erratum verschenen>
  De kosten van de inzameling en de kosten van de verwijdering van giftige en gevaarlijke afvalstoffen afgegeven aan een derde, dienen te worden gedragen door de persoon die die afval afgeeft met inachtneming van de berekeningsregelen vastgesteld tot dit einde in de erkenningsakte als ophaler of vernietiger van giftige of gevaarlijke afvalstoffen.
Art.3.
  Le coût de la collecte et le coût de l'élimination de déchets toxiques ou dangereux remis à un tiers doivent être supportés par la personne qui les remet, dans le respect des règles de calcul de prix fixées à cette fin, dans l'acte d'agrément en qualité de collecteur ou d'éliminateur de déchets toxiques ou dangereux.
HOOFDSTUK Ibis. - De Erkenningscommissie inzake afvalstoffen.
CHAPITRE Ibis. - De la Commission d'agrément en matière de déchets.
Art. 3bis. <INGEVOEGD bij BWG 1990-09-28/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1991> § 1. Een Erkenningscommissie inzake afvalstoffen wordt opgericht. Zij is met name ermee belast de in de artikelen 6 en 7 bedoelde adviezen uit te brengen overeenkomstig de bepalingen van dit besluit over de aanvragen om erkenning als ophaal- of verwijderingsdienst van giftige afvalstoffen.
  De minister tot wiens bevoegdheid het afvalbeleid behoort, kan ook elk probleem met betrekking tot de toekenning van erkenningen die door andere reglementen inzake afvalstoffen zijn betrokken, aan het advies van de Commissie voorleggen.
  § 2. Die Commissie bestaat uit :
  1° de Directeur-generaal van de Dienst Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu die de Commissie voorzit of zijn afgevaardigde;
  2° de Directeur-generaal van de Dienst Technologieën en Onderzoek of zijn afgevaardigde;
  3° de Inspecteur-generaal van de Afdeling Voorkoming van de Verontreinigingen en van het Beheer van de Ondergrond of zijn afgevaardigde;
  4° de Inspecteur-generaal van de Afdeling Afvalstoffen of zijn afgevaardigde;
  5° de Inspecteur-generaal van de Afdeling Water of zijn afgevaardigde;
  6° de Inspecteur-generaal van de Afdeling Controle of zijn afgevaardigde;
  7° drie persoonlijkheden gekozen krachtens hun bijzondere wetenschappelijke bevoegdheid inzake de volgende materies : chemische techniek, toxicologie en landbouwkunde;
  8° een vertegenwoordiger van de laboratoria erkend krachtens het reglement betreffende de afvalstoffen;
  9° een secretaris gekozen onder de pool Afdeling Afvalstoffen.
  De personen bedoeld in de voormelde punten 8° tot 10° worden benoemd voor een termijn van zes jaar door de Minister van het Waalse Gewest tot wiens bevoegdheid het afvalbeleid behoort. Hun mandaat is vernieuwbaar na het verstrijken van de bepaalde termijn.
  Alle leden van de Commissie, met uitsluiting van de secretaris, hebben stemmende recht.
  De Commissie vergadert slechts geldig wanneer ten minste de helft van haar leden met stemmende recht aanwezig zijn. Het advies wordt gegeven bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
  § 3. De Commissie kan de erkenningsaanvrager, alsmede ieder ander persoon oproepen en horen.
  Zij brengt advies uit binnen twee maanden vanaf de dag waarop zij met de aanvraag aanhangig wordt gemaakt. Na het verstrijken van die termijn wordt het advies gunstig geacht te zijn.
  Wanneer zij een gunstig advies uitbrengt, kan zij ontginningsvoorwaarden alsmede financiële waarborgen opleggen.
  Wanneer zij een ongunstig advies uitbrengt, moet de Commissie op straffe van nietigheid haar advies met redenen omkleden.
Art. 3bis. § 1. Il est créé une Commission d'agrément en matière de déchets. Elle est notamment chargée de remettre les avis visés aux articles 6 et 17 sur les demandes d'agrément en qualité de collecteur ou d'éliminateur de déchets toxiques conformément aux dispositions du présent arrêté.
  Le Ministre ayant la politique des déchets dans ses attributions peut soumettre également à l'avis de la Commission toute question relative à l'octroi d'agréments visés par d'autres réglementations en matière de déchets.
  § 2. Cette Commission est composée :
  1° du Directeur général des Ressources naturelles et de l'Environnement ou de son délégué, qui en assume la Présidence;
  2° du Directeur général des Technologies et de la Recherche ou de son délégué;
  3° de l'Inspecteur général de la Division de la Prévention des Pollutions et de la Gestion du Sous-Sol ou de son délégué;
  4° de l'Inspecteur général de la Division des Déchets ou de son délégué;
  5° de l'Inspecteur général de la Division de l'Eau ou de son délégué;
  6° de l'Inspecteur général de la Division Contrôle ou de son délégué;
  7° de trois personnalités choisies en vertu de leur compétence scientifique particulière, portant notamment sur les domaines suivants : génie chimique, toxicologie, agronomie;
  8° d'un représentant des laboratoires agréés en vertu de la réglementation relative aux déchets toxiques;
  9° d'un secrétaire choisi au sein du pool de la Division des Déchets.
  Les personnes visées aux points 8° à 10° ci-dessus sont nommées pour un terme de six ans par le Ministre de la Région Wallonne qui a la politique des déchets dans ses attributions. Leur mandat est renouvelable à l'expiration du délai prévu.
  Tous les membres de la Commission ont voix délibérative à l'exception du secrétaire.
  La Commission ne siège valablement que si la moitié au moins des membres ayant voix délibérative sont présents. L'avis est donné à la majorité simple des membres présents. En cas de parité des voix, celle du président est prépondérante.
  § 3. La Commission peut convoquer et entendre le demandeur d'agrément, ainsi que toute autre personne qu'elle juge utile.
  Elle émet son avis dans un délai de deux mois à dater du jour où elle a été saisie de la demande. Passé ce délai, l'avis est réputé favorable.
  Si elle émet un avis favorable, elle peut proposer les conditions d'exploitation ainsi que les garanties financières.
  Si elle émet un avis défavorable, la Commission doit motiver son avis sous peine de nullité.
HOOFDSTUK II. - Erkenning van ophalers van giftige of gevaarlijke afvalstoffen.
CHAPITRE II. - De l'agrément des collecteurs de déchets toxiques ou dangereux.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Section 1. - Dispositions générales.
Afdeling 2. - Erkenning van ophalers van bijzondere categorieën afvalstoffen.
Section 2. - De l'agrément des collecteurs de catégories particulières de déchets.
Art.12. Die afdeling is van toepassing op de inzameling van afgewerkte olie en van gebruikte PCB's of op PCB's die zich in niet meer gebruikte voorwerpen of apparaten bevinden.
Art.12. La présente section est applicable à la collecte des huiles usagées et des PCB usagés ou contenus dans des objets ou appareils hors d'usage.
Art.13. § 1. Onverminderd de aan iedere erkende ophaler opgelegde verbintenissen brengt de erkenning als ophaler van afgewerkte olie of van PCB's voor andermans rekening met zich mee de verplichting alle afgewerkte olie of PCB's, waarvan de minimumhoeveelheid in de akte van erkenning is bepaald, binnen een maximum termijn van vijftien dagen met ingang van de dag waarop de aanvraag om inzameling werd ingediend, en binnen het gehele gebied dat in de akte van erkenning is bepaald, op te halen.
  § 2. Een erkenning kan slechts verleend worden voor een gebied dat ten minste een provincie omvat of voor het arrondissement Nijvel.
Art.13. § 1. Sans préjudice des obligations imposées à tout collecteur agréé, l'agrément en qualité de collecteur d'huiles usagées ou de PCB pour compte d'autrui comporte l'obligation de collecter, dans un délai n'excédant pas quinze jours, à partir de la date de la demande de ramassage et sur l'ensemble du territoire désigné dans l'acte d'agrément, toutes huiles usagées ou tous PCB dont la quantité minimale est précisée dans l'acte d'agrément.
  § 2. Un agrément ne peut être octroyé que pour un territoire qui comprend au moins une province ou pour l'arrondissement de Nivelles.
Art.14. Het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte uittreksel van de beslissing tot erkenning als ophaler van afgewerkte olie of van PCB's vermeldt, naast de aanwijzingen vereist voor iedere beslissing tot erkenning als ophaler van afval, het gebied waarvoor die erkenning wordt verleend en de op te halen minimumhoeveelheid in geval van inzamelingsaanvraag.
Art.14. L'extrait publié au Moniteur belge, d'une décision d'agrément d'un collecteur d'huiles usagées ou de PCB mentionne, outre les indications requises pour toute décision d'agrément d'un collecteur de déchets, le territoire pour lequel l'agrément est octroyé et la quantité minimale à collecter en cas de demande de collecte.
Art.15. Iedere erkende ophaler die, op het gebied bepaald in de akte van erkenning, afgewerkte olie of PCB's geheel of gedeeltelijk stopt op te halen, brengt de Minister er op de hoogte van, die het acht. Het opgeven heeft uitwerking met ingang van de 90e dag na de betekening ervan.
  De beslissing die het opgeven van de erkenning acht, wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art.15. Tout collecteur agréé qui renonce, en tout ou en partie, à collecter des huiles usagées ou des PCB sur le territoire désigné dans l'acte d'agrément, en opère notification au Ministre, qui en prend acte. La renonciation prend cours à dater du 90e jour suivant la notification.
  La décision prenant acte de la renonciation à l'agrément est publiée au Moniteur belge.
HOOFDSTUK III. - Erkenning van ophalers van giftige of gevaarlijke afvalstoffen.
CHAPITRE III. - De l'agrément des éliminateurs de déchets toxiques ou dangereux.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Section 1. - Dispositions générales.
Afdeling 2. - De persoon die voor de verwijderingsverrichtingen verantwoordelijk is.
Section 2. - De la personne responsable des opérations d'élimination.
Afdeling 3. - Erkenning van vernietigers van bijzondere categorieën afvalstoffen.
Section 3. - De l'agrément des éliminateurs de catégories particulières de déchets.
Art.26. Die afdeling is van toepassing op het verwijderen, voor andermans rekening, van afgewerkte olie en van PCB's die zich in niet meer gebruikte voorwerpen of apparaten bevinden.
Art.26. La présente section est applicable à l'élimination pour compte d'autrui des huiles usagées et des PCB usagés ou contenus dans des objets ou appareils hors d'usage.
Art.27. § 1. Onverminderd de aan iedere erkende vernietiger opgelegde verplichtingen, brengt de erkenning als vernietiger van afgewerkte olie of van PCB's voor andermans rekening met zich mee de verplichting alle afgewerkte olie of PCB's, die hem door een houder of een erkende ophaler worden afgegeven en waarvan de minimum hoeveelheid in de akte van erkenning is bepaald, aan te nemen en te verwijderen. Een erkende vernietiger kan niet afgewerkte olie of PCB's aannemen indien hij die stoffen in een inrichting waarvan de vestiging en de exploitatie worden gemachtigd, niet kan verwijderen.
  § 2. Voor zover mogelijk en wat afgewerkte olie betreft, moet ieder beslissing om erkenning ervoor zorgen dat de verwijdering door het regenereren of de verbranding wordt uitgevoerd.
Art.27. § 1. Sans préjudice des obligations imposées à tout éliminateur agréé, l'agrément en qualité d'éliminateur d'huiles usagées ou de PCB comporte l'obligation d'accepter et d'éliminer les huiles usagées ou les PCB, qui lui sont remis par un détenteur ou par un collecteur agréé et dont la quantité minimale est précisée dans l'acte d'agrément. Un éliminateur agréé ne peut accepter d'huiles usagées ou de PCB s'il ne peut les éliminer dans une installation dont l'implantation et l'exploitation sont autorisées.
  § 2. Dans la mesure du possible, et pour ce qui concerne les huiles usagées, toute décision d'agrément d'un éliminateur doit veiller à ce que l'élimination soit effectuée par régénération et/ou combustion.
Art.28. Het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte uittreksel van een beslissing tot erkenning als vernietiger van afgewerkte olie of van PCB's vermeldt, naast de aanwijzingen vereist voor iedere beslissing tot erkenning als vernietiger van afval, de minimumhoeveelheid die de vernietiger moet aannemen in geval van inzamelingsaanvraag.
Art.28. L'extrait, publié au Moniteur belge, d'une décision d'agrément d'un éliminateur d'huiles usagées ou de PCB mentionne, outre les indications requises pour toute décision d'agrément d'un éliminateur de déchets, la quantité minimale à accepter en cas de demande de prise en charge.
Art.29. Iedere erkende vernietiger die afgewerkte olie PCB's geheel of gedeeltelijk stopt te verwijderen, brengt de Minister er op de hoogte van, die het acht. Het opgeven heeft uitwerking met ingang van de 90e dag na betekening ervan.
  De beslissing die het opgeven van de erkenning acht, wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art.29. Tout éliminateur agréé qui renonce, en tout ou en partie, à éliminer des huiles usagées ou des PCB, en opère notification au Ministre, qui en prend acte. La renonciation prend cours à dater du 90e jour suivant la notification.
  La décision prenant acte de la renonciation à l'agrément est publiée au Moniteur belge.
HOOFDSTUK IV. - Informaties betreffende het bezit en de afgifte van giftige en gevaarlijke afvalstoffen.
CHAPITRE IV. - Des informations relatives à la détention et à la livraison des déchets toxiques et dangereux.
Afdeling 1. - Melding van bezit van giftige en gevaarlijke afvalstoffen.
Section 1. - De la déclaration de détention de déchets toxiques et dangereux.
Art.30. § 1. Iedereen die giftige of gevaarlijke afvalstoffen, met uitsluiting van afgewerkte olie, in bezit heeft, hetzij omdat hij die afval voortgebracht heeft, hetzij omdat die afval aan hem werd afgegeven, verklaart dit bezit aan de dienst afvalbeheer aan de hand van een formulier dat de volgende gegevens omvat :
  1° hoeveelheid, aard en natuurkundige en scheikundige kenmerken van de afvalstoffen die hij bezit;
  2° herkomst en localisatie van de afvalstoffen;
  3° verwijderingsmethoden en -plaats van die afvalstoffen;
  4° in voorkomend geval, de datum van ontvangst van die afvalstoffen met vermelding van de naam of benaming, van het adres of van de maatschappelijke zetel van de natuurlijke persoon of van de rechtspersoon die die afval heeft afgegeven.
  De technische ambtenaar kan opleggen dat een analyseverslag van de afvalstof bij het meldingsformulier wordt gevoegd ter verduidelijking van de aard of samenstelling van die afval.
  § 2. Ingeval zich wijzigingen voordoen in aard of samenstelling van afval die reeds gemeld werden en ingeval wanneer er nieuwe afval bij de afvalvoortbrenger ontstaat, dient die afval aan de dienst afvalbeheer te worden gemeld vooraleer tot afgifte kan worden overgegaan.
  § 3. De Minister stelt het model van het meldingsformulier vast, alsmede de modaliteiten waarvolgens dit formulier ter beschikking van de betrokkenen gesteld wordt. Hij gebruikt voor het opmaken van het formulier de gegevens vermeld in bijlage 1 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 juli 1987 met betrekking tot de gecontroleerde stortplaatsen.
Art.30. § 1. Tout qui détient des déchets toxiques ou dangereux, à l'exception d'huiles usagées, soit parce qu'il les a produits, soit parce qu'ils lui ont été remis, opère déclaration de cette détention au Service de gestion des déchets, au moyen d'un formulaire comportant les indications suivantes :
  1° la quantité, la nature et les caractéristiques physiques et chimiques des déchets détenus;
  2° l'origine et la localisation de ces déchets;
  3° les méthodes et le site d'élimination de ces déchets;
  4° le cas échéant, la date de réception de ces déchets, avec indication du nom ou de la dénomination, de l'adresse ou du siège social de la personne physique ou morale qui les a cédés.
  Le fonctionnaire technique peut exiger qu'un rapport d'analyse des déchets soit annexé au formulaire de déclaration, afin de mieux définir la nature ou la composition des déchets.
  § 2. En cas de modifications de la nature ou de la composition de déchets qui ont déjà été déclarés et au cas où de nouveaux déchets sont produits par le producteur, déclaration doit en être faite au Service de gestion des déchets avant de procéder à la livraison de ces déchets.
  § 3. Le Ministre établit un modèle de formulaire de déclaration et établit les modalités de sa mise à disposition des intéressés. Il utilise pour la mise au point du formulaire les indications reprises à l'annexe I de l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 23 juillet 1987 relatif aux décharges contrôlées.
Art.31. De door de afvalvoortbrenger zelf opgestelde verklaring van bezit van afval moet binnen de tien eerste dagen van de tweede maand van elk jaar worden afgelegd; die melding omvat gegevens met betrekking tot het verstreken jaar, alsmede een raming voor het lopende jaar.
  De eerste verklaring wordt afgelegd binnen zes maanden met ingang van de bekendmaking van dit besluit. Zij omvat de beschikbare gegevens voor het jaar 1987 en een raming voor het jaar 1988.
Art.31. Lorsqu'elle est faite par le producteur des déchets, la déclaration de détention s'effectue dans les dix premiers jours du deuxième mois de chaque année; elle contient les données concernant l'année écoulée et une estimation pour l'année en cours.
  La première déclaration s'effectue dans les six mois à partir de la publication du présent arrêté. Elle contient les données disponibles pour l'année 1987 et une estimation pour l'année 1988.
Art.32. De door een andere persoon dan de afvalvoortbrenger opgestelde verklaring wordt afgelegd iedere maand, binnen tien dagen na het vervallen van de referentiemaand.
Art.32. Lorsqu'elle est faite par une personne autre que le producteur des déchets, la déclaration de détention s'effectue tous les mois, dans les dix jours après l'expiration du mois de référence.
Afdeling 2. - Informaties betreffende de afgifte van giftige of gevaarlijke afvalstoffen.
Section 2. - Des informations relatives à la livraison de déchets toxiques et dangereux.
Art.33. § 1. Bij iedere afvalafgifte wordt iedere voortbrenger, ophaler en vernietiger van afval andere dan uit de huishouding afkomstige afvalstoffen, met uitsluiting van afgewerkte olie, ertoe gehouden, overeenkomstig de bepalingen van die afdeling, formulieren in te vullen waarvan de Minister het model vaststelt.
  § 2. De Minister kan iedere bepaling treffen om het gebruik van de informatica toe te laten ten einde de bepalingen van die afdeling in acht te nemen.
  § 3. Elk formulier omvat de volgende gegevens :
  1° hoeveelheid, aard, natuurkundige en scheikundige kenmerken van de afgegeven afvalstoffen;
  2° plaats waarop die afval wordt geproduceerd en naam van de producent van die afval;
  3° verwijderingsmethoden en -plaatsen van die afvalstoffen;
  4° naam of benaming, adres of maatschappelijke zetel van de natuurlijke persoon die die afvalstoffen afgeeft;
  5° naam of benaming, adres of maatschappelijke zetel van de natuurlijke of rechtspersoon aan wie die afvalstoffen worden afgegeven;
  6° datum, uur en plaats van de afgifte;
  7° datum, uur en plaats van de afvalontvangst;
  8° wat het vervoer van de afvalstoffen betreft : datum van het vervoer, nauwkeurige eenzelvigheid van de vervoerder en van het gebruikte vervoermiddel, alsmede de eventuele tussenopslagplaatsen indien het vervoer niet in een ruk wordt verricht;
  9° prijs waartegen de afvalstoffen worden afgegeven indien de Minister daartoe prijsberekeningsregelen heeft vastgesteld.
  De technische ambtenaar kan opleggen dat een analyseverslag van de afvalstof bij het afgifteformulier wordt gevoegd ter verduidelijking van de aard en samenstelling van die afval.
  De bepalingen van die afdeling zijn niet van toepassing indien de afvalvoortbrenger ook erkende vernietiger is, en indien de verwijdering van die afvalstoffen in een inrichting gelokaliseerd binnen de exploitatiezetel gebeurt.
Art.33. § 1. Tout producteur, tout collecteur et tout éliminateur de déchets non ménagers, à l'exception d'huiles usagées sont tenus, lors de chaque livraison de déchets, de remplir, conformément aux dispositions de la présente section, des formulaires dont le Ministre arrête le modèle.
  § 2. Le Ministre peut prendre toute disposition pour permettre l'utilisation des techniques informatiques aux fins de respecter les dispositions de la présente section.
  § 3. Chaque formulaire comporte les indications suivantes :
  1° la quantité, la nature et les caractéristiques physiques et chimiques des déchets qui sont remis;
  2° le lieu de production et le nom du producteur des déchets;
  3° les méthodes et le site d'élimination de ces déchets;
  4° le nom ou la dénomination, l'adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui remet les déchets;
  5° le nom ou la dénomination, l'adresse ou le siège social de la personne physique ou morale à qui les déchets sont remis;
  6° la date, l'heure et le lieu de la livraison des déchets;
  7° la date, l'heure et le lieu de la réception des déchets;
  8° en ce qui concerne le transport des déchets : la date du transport, l'identification précise du transporteur et du moyen de transport utilisé, ainsi que le lieu de stockage intermédiaire éventuel si le transport n'est pas effectué de manière continue;
  9° le prix auquel les déchets sont remis, si le Ministre a fixé à cet égard des règles de calcul des prix.
  Le fonctionnaire technique peut exiger qu'un rapport d'analyse des déchets soit annexé au formulaire de livraison, afin de mieux définir la nature et la composition des déchets.
  Les dispositions de la présente section ne sont pas d'application si le producteur de déchets est également éliminateur agréé et que l'élimination des déchets s'effectue dans une installation localisée dans le siège de production.
Art.34. § 1. Er zijn drie formulieren : een groen formulier A, een geel formulier B en een rood formulier C; elk formulier bestaat uit twee delen.
  § 2. Het groen formulier A blijft, op het ogenblik van de afgifte, in het bezit van de voortbrenger. Het geel formulier B, het rood formulier C en, indien het nodig is, het analyseverslag begeleiden de afvalstoffen tot bij de verwijderingsplaats.
  De ophaler maakt het formulier C over aan de vernietiger en behoudt het formulier B.
  § 3. De groene luiken A1, gele luiken B1 en rode luiken C1 worden respectievelijk bewaard door de afvalvoortbrenger, de -ophaler en de -vernietiger gedurende een duur van vijf jaar. De technische ambtenaar of de, krachtens artikel 2 van het besluit van de Executieve van 9 juli 1987 betreffende het toezicht op de uitvoering van de bepalingen inzake afval en giftige afval, aangewezen ambtenaren kunnen op aanvraag onverwijld van die stukken kennis nemen.
  De groene luiken A2, gele luiken B2 en rode luiken C2 worden binnen drie maanden aan de Dienst Afvalbeheer gestuurd.
Art.34. § 1. Les formulaires sont au nombre de trois : un formulaire vert A, un formulaire jaune B et un formulaire rouge C, chaque formulaire comportant deux volets.
  § 2. Le formulaire vert A reste, au moment dela livraison, en la possession du producteur. Le formulaire jaune B, le formulaire rouge C et, le cas échéant, le rapport d'analyse, accompagnent les déchets jusqu'au site d'élimination.
  Le collecteur remet le formulaire C à l'éliminateur et conserve le formulaire B.
  § 3. Les volets verts A1, les volets jaunes B1 et les volets rouges C1 sont conservés respectivement par le producteur, le collecteur et l'éliminateur des déchets, pendant une durée de cinq ans. A toute demande du fonctionnaire technique ou de tout fonctionnaire désigné en vertu de l'article 2 de l'arrêté de l'Exécutif du 9 juillet 1987 relatif à la surveillance de l'exécution des dispositions en matière de déchets et de déchets toxiques, ils lui sont accessibles sans délai.
  Les volets verts A2, les volets jaunes B2 et les volets rouges C2 sont envoyés dans les trois mois au service de gestion des déchets.
Art.35. § 1. De afvalvoortbrenger verstrekt, op ieder formulier dat hij moet invullen, de in artikel 33, § 2, eerste lid, 1° tot 3° van dit besluit vermelde gegevens en ondertekent het formulier.
  § 2. Degene die afvalstoffen afgeeft, verstrekt, op ieder formulier dat hij moet invullen, de in artikel 33, § 2, eerste lid, 1°, 4°, 6°, 8° (behalve indien het om de voortbrenger gaat) en 9° van dit besluit vermelde gegevens en ondertekent het formulier.
  § 3. Degene aan wie afvalstoffen worden afgegeven, verstrekt, op ieder formulier dat hij moet invullen, de in artikel 33, § 2, eerste lid, 1°, 5°, 7°, 8° (behalve indien het om de vernietiger gaat) en 9° van dit besluit vermelde gegevens en ondertekent het formulier.
  § 4. De aan de bepalingen van die afdeling onderworpen voortbrengers, ophalers en vernietigers kunnen, voor wat hun handtekening betreft, delegatie verlenen.
Art.35. § 1. Sur chaque formulaire, le producteur des déchets complète les indications mentionnées à l'article 33, § 2, alinéa 1er, 1° à 3° du présent arrêté, et signe le formulaire.
  § 2. Sur chaque formulaire qu'il est tenu de remplir, celui qui livre les déchets complète les indications mentionnées à l'article 33, § 2, alinéa 1er, 1°, 4°, 6°, 8° (sauf s'il s'agit du producteur) et 9° du présent arrêté et signe le formulaire.
  § 3. Sur chaque formulaire qu'il est tenu de remplir, celui à qui les déchets sont livrés, complète les indications mentionnées à l'article 33, § 2, alinéa 1er, 1°, 5°, 7°, 8° (sauf lorsqu'il s'agit de l'éliminateur) et 9° du présent arrêté, et signe le formulaire.
  § 4. Les producteurs, collecteurs et éliminateurs soumis aux dispositions de la présente section peuvent déléguer leurs pouvoirs en matière de signature.
Art.36. Het in die afdeling bedoelde formulier vervangt de in de artikelen 53 tot 55, 84 tot 86 en 112 tot 114 van het besluit van de Executieve van 23 juli 1987 met betrekking tot de gecontroleerde stortplaatsen bedoelde erkende transportbrief.
Art.36. Le formulaire visé à la présente section tient lieu du bordereau de transport agréé visé aux articles 53 à 55, 84 à 86 et 112 à 114 de l'arrêté de l'Exécutif du 3 juillet 1987 relatif aux décharges contrôlées.
HOOFDSTUK V. - Verschillende bepalingen betreffende de ophaling en de verwijdering van giftige en gevaarlijke afvalstoffen.
CHAPITRE V. - Dispositions diverses relatives à la collecte et à l'élimination des déchets toxiques et dangereux.
Art.37. Giftige en gevaarlijke afvalstoffen worden, bij het ophalen of storten ervan, zo nodig, van andere stoffen en residuen gescheiden.
Art.37. Les déchets toxiques et dangereux sont, si nécessaire, séparés des autres matières et résidus lors de leur collecte ou de leur mise en décharge.
Art.38. De giftige of gevaarlijke afvalstoffen moeten op zulke wijze vervoerd en, in voorkomend geval, verpakt worden dat elk gevaar en elke verontreiniging onder invloed van het vervoer worden vermeden.
  Iedere verpakking houdende giftige of gevaarlijke afval wordt gesloten en op zulke wijze geconditioneerd dat elk verlies van de inhoud wordt belet. Elke verpakking is voorzien van een aanduiding die toelaat de aard, de samenstelling en de hoeveelheid afval van de inhoud te identificeren.
Art.38. Le mode de transport et le cas échéant , d'emballage des déchets toxiques ou dangereux, doit être tel que tout danger et toute contamination résultant du transport soient écartés.
  Chaque emballage de déchets toxiques ou dangereux est fermé et conditionné de manière à empêcher toute déperdition du contenu. Il est pourvu d'un marquage permettant d'identifier la nature, la composition et la quantité des déchets qu'il contient.
Art.39. Ten laatste één jaar na de inwerkingtreding van dit besluit moet iedere exploitant of eigenaar van plaatsen waarin giftige of gevaarlijke afvalstoffen worden of werden gestort, geloosd of opgeslagen, alle inlichtingen aan de Dienst Afvalbeheer verstrekken waarmee die afvalstoffen geïventariseerd en geïdentificeerd kunnen worden. De Minister bepaalt de modaliteiten voor de toepassing van dit besluit.
Art.39. Au plus tard, un an après la mise en vigueur du présent arrêté, tout exploitant ou tout propriétaire de sites où, soit le dépôt, soit le déversement, soit l'entreposage de déchets toxiques ou dangereux est ou a été effectué, fournit au service de gestion des déchets, tous renseignements permettant le recensement et l'identification des déchets. Le Ministre détermine les modalités d'application du présent article.
Art.40. Een ieder die gevaarlijke maar ongiftige afvalstoffen in zijn bezit heeft en die geen vergunning verkregen heeft om een opslagplaats, een erkende stortplaats of een afvalverwerkingsinstallatie te exploiteren, moet die stoffen, ten laatste tien maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, aan een erkende vernietiger afgeven.
Art.40. Quiconque détient des déchets dangereux, mais non toxiques et qui n'aurait pas reçus d'autorisation pour implanter et exploiter un dépôt, une décharge contrôlée ou une installation de traitement de ces déchets, doit, au plus tard, six mois après la mise ne vigueur du présent arrêté, les remettre à un éliminateur agréé.
HOOFDSTUK VI. - Bijzondere bepalingen betreffende afvalstoffen afkomstig van de titaandioxyde-industrie.
CHAPITRE VI. - Dispositions particulières relatives aux déchets provenant de l'industrie du dioxyde de titane.
Afdeling 1. - De vergunning vereist voor het opslaan, het storten of de injectie van afvalstoffen afkomstig van de titaandioxyde-industrie.
Section 1. - De l'autorisation requise en cas de stockage, de mise en décharge ou d'injection de déchets, provenant de l'industrie du dioxyde de titane.
Afdeling 2. - Controle van de opgeslagen, gestorte of geïnjecteerde afvalstoffen, alsmede controle van de betrokken milieus.
Section 2. - Du contrôle des déchets stockés, mis en décharge ou injectés, ainsi que des milieux concernés.
Afdeling 3. - Voorwaarden vereist van een vestiging die titaandioxyde produceert.
Section 3. - Des conditions requises d'un établissement qui produit du dioxyde de titane.
HOOFDSTUK VII. - Bijzondere bepalingen betreffende afvalolie.
CHAPITRE VII. - Dispositions particulières relatives aux huiles usagées.
Afdeling 1. - In het algemeen.
Section 1. - Généralités.
Afdeling 2. - Opslaan van afgewerkte olie.
Section 2. - De l'entreposage des huiles usagées.
Afdeling 3. - Verplichtingen die aan de erkende vernietigers van afvalolie toekomen.
Section 3. - Des obligations incombant aux éliminateurs agréés d'huiles usagées.
Afdeling 4. - Afgifteattest en afvalolieregister.
Section 4. - De l'attestation de remise et du registre des huiles usagées.
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen.
CHAPITRE VIII. - Dispositions finales.
Art.71. Overtredingen van het in dit besluit bepaalde, worden overeenkomstig het decreet opgespoord, geconstateerd, vervolgd en bestraft. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit die verband hebben met giftige afval onderworpen aan de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval worden opgespoord, geconstateerd, vervolgd en bestraft overeenkomstig die wet.
Art.71. Les infractions aux dispositions du présent arrêté sont recherchées, constatées, poursuivies et réprimées conformément au décret, sauf en ce qui concerne les déchets toxiques soumis à la loi du 22 juillet 1974 sur les déchets toxiques, quant auxquels les infractions aux dispositions du présent arrêté sont recherchées, constatées, poursuivies et réprimées conformément à cette loi.
Art.72. Alles wat in strijd is met de voorwaarden die gepaard zijn met de verlening van een vergunning of herkenning krachtens dit besluit, vormt een overtreding die strafrechtelijk mag worden vervolgd.
Art.72. Commet une infraction susceptible d'être pénalement réprimée, tout qui ne respecte pas les conditions attachées à l'octroi d'une autorisation ou d'un agrément accordés en vertu du présent arrêté.
Art.73. Wordt gestraft met een boete van honderd tot honderdduizend frank, alles wat in strijd is met de verplichtingen die krachtens dit besluit worden opgelegd en waarvan de inbreuk geen overtreding vormt hoofdens dit artikel 51, § 1 van het decreet.
Art.73. Est puni d'une amende de cent francs à cent mille francs, tout qui ne respecte pas l'une des obligations qui lui sont imparties en vertu du présent arrêté et dont la violation n'est pas constitutive d'infraction en vertu de l'article 51, § 1er, du décret.
Art.74. § 1. <wijzigingsbepaling van artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 februari 1976 houdende algemeen reglement op de giftige afval>
  § 2. <wijzigingsbepaling : een artikel 27bis wordt bij het koninklijk besluit van 9 februari 1976 houdende algemeen reglement op de giftige afval gevoegd>
  § 3. <wijzigingsbepaling van artikel 33 van het koninklijk besluit van 9 februari 1976 houdende algemeen reglement op de giftige afval> (Opgeheven)
  § 4. <wijzigingsbepaling : een artikel 37 wordt bij het koninklijk besluit van 9 februari 1976 houdende algemeen reglement op de giftige afval toegevoegd>
  § 5. Iedere voor de inwerkingtreding van dit besluit verleende erkenning van een center voor vernietiging, neutralisering of verwijdering van giftige afval, heeft uitwerking tot de dag waarop een beslissing over de erkenningsaanvraag als vernietiger van giftige of gevaarlijke afval, die de betrokkene binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van dit besluit moet indienen, wordt genomen.
  § 6. Iedere voor de inwerkingtreding van dit besluit verleende vergunning voor de verwerving van giftige afval, heeft uitwerking tot de dag waarop een beslissing over de erkenningsaanvraag als ophaler van giftige of gevaarlijke afval, die de betrokkene binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van dit besluit moet indienen, wordt genomen.
  § 7. Iedere voor de inwerkingtreding van dit besluit verleende erkenning van een persoon die verantwoordelijk is voor de verrichtingen voor de vernietiging, neutralisering of verwijdering van giftige afval, kan uitwerking hebben tot het vervallen van de vastgestelde termijn.
Art.74. § 1.
  § 2.
  § 3. (abrogé)
  § 4.
  § 5. Toute agréation d'un centre de destruction, de neutralisation ou d'élimination de déchets toxiques délivrée avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, continue à produire ses effets jusqu'au jour où une décision est prise sur la demande d'agrément en qualité d'éliminateur de déchets toxiques ou dangereux, que l'intéressé est tenu d'introduire dans les douze mois suivant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
  § 6. Toute autorisation d'acquisition de déchets toxiques délivrée avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, continue à produire ses effets jusqu'au jour où une décision est prise sur la demande d'agrément en qualité de collecteur de déchets toxiques ou dangereux, que l'interessé est tenu d'introduire dans les douze mois suivant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
  § 7. Toute agréation d'une personne responsable pour les opérations de destruction, de neutralisation ou d'élimination de déchets toxiques, délivrée avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, peut continuer à produire ses effets, jusqu'à l'expiration du terme fixé.
Art.75. Het koninklijk besluit van 3 oktober 1975 betreffende de voorkoming van de oppervlaktewaterverontreiniging door afvalolie is niet meer van toepassing in het Waalse Gewest.
  
Art.75. L'arrêté royal du 3 octobre 1975 relatif à la prévention de la pollution des eaux de surface par les huiles usagées cesse d'être applicable en Région wallonne.
  
Art.76. Onverminderd het naleven van het decreet, van de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval, alsmede alle internationale akten die het Waalse Gewest in acht moet nemen, kan de Minister bij een met redenen omklede beslissing :
  1° de afvalcategories bepalen waarop de bepalingen van dit besluit, die hij vaststelt, niet van toepassing zijn wegens de geringe risico's die die afval voor de gezondheid van de mens en het leefmilieu kunnen veroorzaken;
  2° de bepalingen van dit besluit aan te passen wat de verrichtingen of activiteiten betreft die hij bepaalt, wegens toevallig of ongevaarlijk karakter van die verrichtingen of activiteiten.
Art.76. Sans préjudice du respect du décret, de la loi du 22 juillet 1974 sur les déchets toxiques, ainsi que de tous actes internationaux dont le respect s'impose à la Région wallonne, le Ministre peut, par une décision motivée :
  1° définir des catégories de déchets quant auxquelles les dispositions du présent arrêté qu'il détermine ne sont pas applicables, en raison du risque minime que ces déchets présentent pour la santé de l'homme et pour l'environnement;
  2° modaliser des dispositions du présent arrêté en ce qui concerne les opérations ou activités qu'il détermine, en raison du caractère occasionnel ou non dangereux de ces opérations ou activités.
Art.77. De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.77. Le Ministre est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Art.78. Dit besluit treedt in werking de dag waarop hij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.78. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. N1. Bijlage I. : Inlichtingen die dienen te worden verstrekt met het oog op het verlenen van de vergunning vereist in geval van opslag, storting of injectie van afvalstoffen afkomstig van de titaandioxyde-industrie.
  A. Kenmerken en samenstelling van de stof :
  1. Totale hoeveelheid en gemiddelde samenstelling van de stof (bij voorbeeld per jaar).
  2. Vorm (bij voorbeeld vast, modderig, vloeibaar of gasvormig).
  3. Fysische eigenschappen (zoals oplosbaarheid en soortelijk gewicht), chemische of biochemische eigenschappen (zoals zuurstofverbruik) en biologische eigenschappen.
  4. Toxiciteit.
  5. Persistentie : fysische, chemische en biologische.
  6. Accumulatie en biologische omzetting in biologische stoffen en sedimenten.
  7. Gevoeligheid voor fysische, chemische en biochemische omzettingen en wisselwerking in het betrokken milieu met andere organische en anorganische stoffen.
  B. Kenmerken van de plaats van storting, opslag of injectie en wijze van verwijdering :
  1. Aardrijkskundige ligging.
  2. Kenmerken van de aangrenzende zones.
  3. Verpakkingswijze, indien relevant.
  4. Kenmerken van de wijze van storting, opslag en injectie, inclusief een beoordeling van de voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van verontreiniging van het water, van de bodem en van de atmosfeer.
Art. N1. Annexe I. Renseignements à fournir en vue de la délivrance de l'autorisation requise en cas de stockage, de mise en décharge ou d'injection de déchets provenant de l'industrie du dioxyde de titane
  A. Caractéristiques et composition de la matière :
  1. Quantité totale et composition moyenne de la matière (par exemple par an).
  2. Forme (par exemple solide, boueuse, liquide ou gazeuse).
  3. Propriétés physiques (telles que solubilité et densité), chimiques et biochimiques (telles que demande en oxygène) et biologiques.
  4. Toxicité.
  5. Persistance : physique, chimique et biologique.
  6. Accumulation et transformation biologique dans les matières biologiques ou sédiments.
  7. Sensibilité aux transformations physiques, chimiques et biochimiques et interaction dans le milieu concerné avec d'autres matières organiques et inorganiques.
  B. Caractéristiques du lieu de mise en décharge, de stockage ou d'injection et méthodes d'élimination.
  1. Situation géographique.
  2. Caractéristiques des zones adjacentes.
  3. Méthodes d'emballage et de conditionnement, le cas échéant.
  4. Caractéristiques des méthodes de mise en décharge, de stockage et d'injection, y compris évaluation des précautions prises pour éviter la pollution des eaux, du sol et de l'atmosphère.
Art. N2. Bijlage II. : Controle en toezicht op de verwijdering van afvalstoffen afkomstig van de titaandioxyde-industrie.
  A. Controle van de afvalstoffen.
  De verwijdering gaat gepaard met :
  1. Een controle op de hoeveelheid, de samenstelling en de toxiciteit van de afvalstoffen om na te gaan of aan de in de artikelen 4, 5 en 6 bedoelde voorwaarden voor de voorafgaande vergunning is voldaan.
  2. Proeven inzake acute toxiciteit op bepaalde soorten weekdieren, schaaldieren, vissen en plankton en bij voorkeur op soorten die normaal voorkomen in de lozingsgebieden. Bovendien moeten proeven worden genomen op exemplaren van de pekelkreeft (artemia salina).
  Bij deze proeven mag gedurende een periode van 36 uur en bij een verdunningsgraad van het afval van 1/5000 :
  - geen sterfte voorkomen van meer dan 20 % onder de volwassen exemplaren van de geteste soorten;
  - geen grotere sterfte onder de larven voorkomen dan in een controlegroep.
  B. Controle en bewaking van het betrokken milieu.
  In geval van opslag, storting of injectie omvat de controle met name :
  1. Proeven om na te gaan of er geen schadelijke gevolgen zijn geweest voor de oppervlaktewateren of de grondwateren. Deze proeven moeten onder meer betrekking hebben op :
  - de zuurgraad;
  - het ijzergehalte (opgelost en in suspensie);
  - het calciumgehalte;
  - eventueel de concentratie van toxische metalen (opgelost en in suspensie).
  2. Eventueel proeven om de eventuele schade na te gaan die aan de structuur van de ondergrond is aangericht.
  3. Een beoordeling van de algemene ecologische situatie van de omgeving van de plaats van storting, opslag of injectie.
Art. N2. Annexe II. Surveillance et contrôle des opérations d'élimination des déchets provenant de l'industrie du dioxyde de titane.
  A. Contrôle des déchets :
  Les opérations d'élimination seront accompagnées :
  1. D'un contrôle portant sur la quantité, la composition et la toxicité des déchets, afin de s'assurer que les conditions de l'autorisation de stockage, de mise en décharge ou d'injection sont remplies.
  2. De tests de toxicité aiguë sur certaines espèces de mollusques, crustacés, poissons et plancton, et de préférence sur des espèces qui sont communes dans les zones de rejet. En outre, des tests seront effectués sur des exemplaires de l'espèce artémie (Artemia salina).
  Ces tests ne doivent pas faire apparaître, pour une période de trente-six heures et à une dilution d'effluent de 1/5 000 :
  - plus de 20 % de mortalité en ce qui concerne les individus adultes des espèces testées;
  - une mortalité plus élevée que d'un groupe de contrôle, en ce qui concerne les larves.
  B. Surveillance et contrôle du milieu concerné :
  Dans le cas de stockage, mise en décharge ou injection, le contrôle inclura notamment :
  1. Des tests pour s'assurer qu'il n'y a pas eu d'effet préjudiciable sur les eaux de surface ou les eaux souterraines. Ces tests doivent porter entre autres sur :
  - l'acidité;
  - la teneur en fer (dissous et en suspension);
  - la teneur en calcium;
  - le cas échéant, la concentration en métaux toxiques (dissous et en suspension).
  2. Le cas échéant, des tests pour déterminer le préjudice éventuellement apporté à la structure du sous-sol.
  3. Une évaluation générale de l'écologie de la zone à proximité du lieu de mise en décharge, de stockage ou d'injection.
Art. N3. Bijlage III. 1. Wijze van verwijdering van afvalstoffen afkomstig van de titaandioxyde-industrie : lozing in de lucht.
  2. Wijze van verwijdering van afvalstoffen : opslag en storting op de bodem.
  3. Wijze van verwijdering van afvalstoffen : injectering in de bodem.
Art. N3. Annexe III.
  1. Mode d'élimination de déchets provenant de l'industrie du dioxyde de titane : rejet dans l'air.
  2. Mode d'élimination de déchets : stockage et mise en décharge sur le sol.
  3. Mode d'élimination de déchets : injection dans le sol.