Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
19 MAART 1987. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve betreffende het storten van sommige afvalstoffen in het Waalse Gewest.
Titre
19 MARS 1987. - Arrêté de l'Exécutif régional wallon concernant la mise en décharge de certains déchets en Région wallonne.
Informations sur le document
Info du document
Tekst (12)
Texte (12)
Artikel 1. (Opgeheven)
Article 1. (Abrogé)
Art.2. (Opgeheven)
Art.2. (Abrogé)
Art.3. Het is verboden afval afkomstig uit een ander gewest dan het Waalse Gewest op te slaan, te storten of te lozen, te doen opslaan, doen storten of doen lozen, in de (opslag-, berg- en stortplaatsen van afvalstoffen, erkend overeenkomstig het decreet van 5 juli 1985 betreffende de afvalstoffen, met uitzondering van opslagplaatsen opgericht naast een hergroeperings-, voorbehandelings-, verwijderings- of valorisatie-installatie, en in landbouwbedrijen in het kader van de uitstrooiing van afvalstoffen ten bate van de landbouw of de ecologie).
  Het is de exploitanten van de vermelde inrichtingen verboden toe te staan of te dulden, dat afval uit een ander gewest dan het Waalse Gewest wordt opgeslagen, gestort of geloosd in de door hen geëxploiteerde inrichtingen.
  Uitzonderingen kunnen door de Executieve vastgesteld worden in toepassing van akkoorden die gesloten werden met het doel het opslaan en het lozen van afvalstoffen tussen de Waalse Gewestexecutieve en de bevoegde overheid voor het Vlaamse Gewest of de bevoegde overheid voor het Brusselse Gewest. Dit protocol werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Art.3. Il est interdit d'entreposer, de déposer ou de déverser, de faire entreposer, de faire déposer ou de faire déverser des déchets provenant d'une région autre que la Région wallonne dans les (dépôts, entrepôts et décharges de déchets soumis à autorisation, en vertu du décret du 5 juillet 1985 relatif aux déchets, à l'exception des dépôts annexés à une istallation de regroupement, de prétraitement, d'élimination ou de valorisation de déchets toxiques ou dangereux, et dans des établissements agricoles dans le cadre d'opérations d'épandage de déchets au profit de l'agriculture ou de l'écologie).
  Il est interdit aux exploitants desdits établissements d'autoriser ou de tolérer que des déchets provenant d'une région autre que la Région wallonne soient déposés, entreposés ou déversés dans les établissements qu'ils exploitent.
  Des exceptions peuvent être établies par l'Exécutif en application d'accords conclus en vue d'organiser le dépôt et le déversage de déchets, entre l'Exécutif régional wallon et l'autorité compétente pour la Région flamande ou l'autorité compétente pour la Région bruxelloise. Ces protocoles sont publiés au Moniteur belge.
Art.4. Op verzoek van de ambtsdrager of particulier die afval produceert, ophaalt of verwijdert, kan de Minister een afwijking van artikel 3 toestaan.
  De afwijking kan slechts voor een bepaalde termijn worden toegestaan en voor maximum twee jaar voor inrichtingen waar afval mag worden gestort van het type waarvoor de aanvraag om afwijking is ingediend. De afwijking moet gerechtvaardigd worden door ernstige en uitzonderlijke omstandigheden.
  In de aanvraag om afwijking dient de aard, de hoeveelheid, de oorsprong, en bij industriële afval de samenstelling ervan te worden vermeld, alsmede de duur en de frequentie van de werkzaamheden, alsook de inrichtingen die voor de uitvoering ervan worden voorgesteld.
  Deze aanvraag om afwijking moet door de producent of de houder van de afvalstoffen worden ingediend op een door de bevoegde diensten van het Gewest vastgesteld formulier. Op straf van nietigverklaring zal de aanvrager er de ernstige en uitzonderlijke omstandigheden uiteenzetten.
  De beslissing van de Waalse Gewestexecutieve wordt binnen de drie maanden vanaf de aanvraag om afwijking ter kennis gebracht van de aanvrager en van de uitbaters.
  Artikel 3 blijft van toepassing tot de kennisgeving van de beslissing van afwijking. De ontstentenis van een beslissing binnen de termijn voorzien in lid 5 staat gelijk met een weigering.
Art.4. A la demande de la personne publique ou privée qui produit, collecte ou enlève des déchets, l'Exécutif régional wallon peut accorder une dérogation à l'article 3.
  La dérogation ne peut être accordée que pour une durée déterminée, et au maximum deux ans, pour des établissements dans lesquels est autorisé le dépôt de déchets du type de ceux pour lesquels la demande de dérogation est introduite. La dérogation doit être justifiée par des circonstances graves et exceptionnelles.
  La demande de dérogation mentionne la nature, la quantité, l'origine des déchets, leur composition s'il s'agit de déchets industriels, la durée et la fréquence des opérations, ainsi que les établissements ou il est proposé de les effectuer.
  Cette demande de dérogation doit être introduite par le producteur ou le détenteur des déchets, sur un formulaire établi par les services compétents de la Région wallonne. Sous peine de nullité de sa demande, le demandeur y exposera les circonstances graves et exceptionnelles.
  La décision de l'Exécutif régional wallon est notifiée au demandeur, ainsi qu'aux exploitants, dans les trois mois à dater de la demande de dérogation.
  L'article 3 reste applicable jusqu'à la notification de la décision de dérogation. L'absence de décision dans le délai prévu à l'alinéa 5 équivaut à un refus.
Art.5. Wordt geacht afkomstig te zijn (...) uit een ander gewest dan het Waalse Gewest, de afval die niet in het Waalse Gewest geproduceerd is.
  Als de afval het resultaat is van een proces waarbij (...) gewesten betrokken waren, wordt hij geacht afkomstig te zijn (...) uit het gewest waar de laatste substentiële economisch verantwoorde norm van verwerking heeft plaatsgehad, in een daartoe uitgeruste onderneming.
Art.5. Proviennent (...) d'une autre région que la Région wallonne, les déchets qui ne sont pas produits dans la Région wallonne.
  Si le déchet est issu d'un processus ou sont intervenus deux ou plusieurs (...) régions, il est réputé provenir (...) de la région ou a eu lieu la dernière transformation substantielle, économiquement justifiée, effectuée dans une entreprise équipée à cet effet.
Art.6. Elke exploitant van een inrichting moet te allen tijde kunnen aantonen waar de afval vandaan is gekomen die tijdens de drie jaar die aan de indiening van de aanvraag om afwijking zijn voorafgegaan, is gestort of geloosd in de door hem geëxploiteerde inrichting.
  Het bewijs moet worden geleverd aan de hand van ondertekende en gedateerde stukken, die zijn opgemaakt door degene die de afval heeft gestort of geloosd.
  In die bewijsstukken moeten zijn vermeld:
  1. de identiteit van degene die de afval heeft gestort of geloosd, respectievelijk laten storten of lozen;
  2. de plaats waar hij is geproduceerd, als het om industriële afval (of landbouwafval) gaat;
  3. de plaats waar hij is opgehaald, als het om huishoudelijke afval gaat;
  4. de hoeveelheid afval;
  5. de aard van de afval;
  6. de datum van het transport naar de inrichting, de juiste identiteit van de vervoerder en van het gebruikte vervoermiddel.
  De modellen van bewijs worden afgeleverd door de bevoegde diensten van het Waalse Bestuur.
  De uitbaters van inrichtingen die afvalstoffen ontvangen bedoeld (in artikel) 3 zijn gehouden om op het einde van elke maand afschriften van deze bewijzen te doen geworden aan het bestuur.
  Het origineel moet gedurende vijf jaar bewaard worden door de uitbater.
Art.6. Tout exploitant d'un établissement doit pouvoir justifier, à tout moment, l'origine des déchets qui, pendant les trois dernières années précédant la demande de justification, ont été déposés, entreposés ou déversés dans l'établissement qu'il exploite.
  Cette justification doit être faite à l'aide d'attestations écrites, signées et datées, émanant de celui qui a déposé, entreposé ou déverser les déchets.
  Ces attestations doivent mentionner:
  1. l'identité de celui qui a déposé, entreposé ou déversé, fait déposer, entreposer ou déverser les déchets;
  2. le lieu de production et le nom du producteur, s'il s'agit de déchets industriels (ou de déchets agricoles);
  3. le lieu d'enlèvement s'il s'agit de déchets ménagers;
  4. la quantité de déchets;
  5. la nature des déchets;
  6. la date du transport au lieu de l'établissement, l'identification précise du transporteur et du moyen de transport utilisé.
  Les modèles d'attestation sont délivrés par les services compétents de l'Administration wallonne.
  Les exploitants des établissements qui recueillent des déchets visés (à l'article) 3 sont tenus de faire parvenir copies de ces attestations à l'Administration à l'expiration de chaque mois.
  L'original doit être conservé pendant cinq ans par l'exploitant.
Art.7. § 1. Overtredingen van het in dit besluit bepaalde, die verband houden met het opslaan, het storten of lozen van giftige afval, worden geconstateerd, vervolgd en bestraft overeenkomstig de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval.
  § 2. Overtredingen van het in dit besluit bepaalde, die verband houden met het storten of lozen van andere dan giftige afval, worden geconstateerd, vervolgd en bestraft overeenkomstig het decreet van 5 juli 1985 betreffende de afvalstoffen.(...)
Art.7. § 1er. Les infractions aux dispositions du présent arrêté qui sont relatives à l'entreposage, au dépôt ou au déversement de déchets toxiques sont constatées, poursuivies et punies conformément à la loi du 22 juillet 1974 sur les déchets toxiques.
  § 2. Les infractions aux dispositions du présent arrêté qui sont relatives à l'entreposage, au dépôt ou au déversement de déchets autres que des déchets toxiques sont constatées, poursuivies ou punies conformément au décret du 5 juillet 1985 relatif aux déchets.(...)
Art.8. (opgeheven)
Art.8. (abrogé)
Art.9. Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 17 mei 1983 betreffende het opslaan van sommige afvalstoffen in het Waalse Gewest, gewijzigd door het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 december 1986, wordt ingetrokken.
Art.9. L'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 17 mai 1983 concernant le dépôt de certains déchets en Région wallonne modifié par l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 5 décembre 1986, est abrogé.
Art.10. De afwijkingen toegestaan op de datum van de publikatie van het huidig besluit krachtens het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 17 mei 1983, eindigen drie maanden na het in voege treden van dit besluit. De aanvragen ingediend vóór de datum van het in voege treden van dit besluit en voor dewelke geen verordening werd opgemaakt, moeten opnieuw worden ingediend.
Art.10. Les dérogations accordées à la date de publication du présent arrêté, en vertu de l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 17 mai 1983, prennent fin trois mois après l'entrée en vigueur du présent arrêté. Les demandes introduites avant la date d'entrée en vigueur du présent arrêté et sur lesquelles il n'a pas été statué doivent être réintroduites.
Art.11. Dit besluit treedt in werking op de dag van het verschijnen in het Belgisch Staatsblad.
Art.11. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 12. De Minister van het Waalse Gewest die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 12. Le Ministre de la Région wallonne qui a l'environnement dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.