Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
5 DECEMBER 1986. - Koninklijk besluit tot regeling van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen door de instellingen van openbaar nut die onder het Ministerie van Sociale Voorzorg ressorteren. (NOTA 1 : De woorden " Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " worden vervangen door de woorden " Kas der geneeskundige verzorging van N.M.B.S. Holding " ; zie KB 2004-10-18/32, art. 38 ; Inwerkingtreding : 01-01-2005) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-03-1992 en tekstbijwerking tot 26-09-2018)
Titre
5 DECEMBRE 1986. - Arrêté royal réglant l'utilisation du numéro d'identification du Registre national des personnes physiques par les organismes d'intérêt public relevant du Ministère de la Prévoyance sociale. (NOTE 1 : les mots " Caisse des soins de santé de la Société nationale des Chemins de fer belges " sont remplacés par les mots " Caisse des soins de santé de la S.N.C.B. Holding " ; voir AR 2004-10-18/32, art. 38 ; En vigueur : 01-01-2005) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 26-03-1992 et mise à jour au 26-09-2018)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (8)
Texte (8)
Artikel 1. De leidend ambtenaar, alsmede de ambtenaren en beambten van de diensten door hem aangewezen om reden van hun funkties en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden, van elk van de in het tweede lid opgesomde instellingen van openbaar nut, worden gemachtigd gebruik te maken van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen, binnen de perken, onder de voorwaarden en voor de doeleinden gesteld bij de artikelen 2 tot 6.
  De instellingen beoogd in het eerste lid zijn :
  1° de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  2° [1 ...]1
  3° (de Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen;) <KB 1992-03-06/31, art. 1,1°, 002; Inwerkingtreding : 05-04-1992>
  4° de Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders der diamantnijverheid;
  5° de Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders der ondernemingen voor binnenscheepvaart;
  6° de Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders gebezigd door de ladings- en lossingsondernemingen en door de stuwadoors in de havens, losplaatsen, stapelplaatsen en stations;
  7° [2 Fedris;]2
  8° [3 ...]3
  9° het Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers;
  10° het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  11° de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers;
  12° (de Rijksdienst voor pensioenen;) <KB 1992-03-06/31, art. 1,2°, 002; Inwerkingtreding : 05-04-1992>
  13° de Rijksdienst voor sociale zekerheid;
  14° de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
  15° de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie;
  (16° de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;
  17° de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid.) <KB 1992-03-06/31, art. 1,3°, 002; Inwerkingtreding : 05-04-1992>
  
Article 1. Le fonctionnaire dirigeant, ainsi que les fonctionnaires et agents des services désignés par celui-ci, en raison de leurs fonctions et dans les limites de leurs attributions respectives, de chacun des organismes d'intérêt public énumérés à l'alinéa 2, sont autorisés à faire usage du numéro d'identification du Registre national des personnes physiques, dans les limites, dans les conditions et aux fins fixées par les articles 2 à 6.
  Les organismes visés à l'alinéa 1er sont :
  1° la Caisse auxiliaire d'assurance maladie-invalidité;
  2° [1 ...]1
  3° (la Caisse des soins de santé de la Société nationale des Chemins de fer belges;) <AR 1992-03-06/31, art. 1,1°, 002; En vigueur : 05-04-1992>
  4° la Caisse spéciale de compensation pour allocations familiales en faveur des travailleurs de l'industrie diamantaire;
  5° la Caisse spéciale de compensation pour allocations familiales des travailleurs occupés dans les entreprises de batellerie;
  6° la Caisse spéciale de compensation pour allocations familiales en faveur des travailleurs occupés dans les entreprises de chargement, déchargement et manutention de marchandises dans les ports, débarcadères, entrepôts et stations;
  7° [2 Fedris;]2
  8° [3 ...]3
  9° le Fonds national de retraite des ouvriers mineurs;
  10° l'Institut national d'assurance maladie-invalidité;
  11° l'Office national d'allocations familiales pour travailleurs salariés;
  12° (l'Office national des pensions;) <AR 1992-03-06/31, art. 1,2°, 002; En vigueur : 05-04-1992>
  13° l'Office national de sécurité sociale;
  14° l'Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et locales;
  15° l'Office national des vacances annuelles;
  (16° l'Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités;
  17° l'Office de sécurité sociale d'Outre-mer.) <AR 1992-03-06/31, art. 1,3°, 002; En vigueur : 05-04-1992>
  
Art.2. De in artikel 1 aangewezen instellingen zijn, uitsluitend voor het vervullen van de taken die, binnen de perken van de wetgevingen met de toepassing waarvan zij belast zijn, tot hun respectieve bevoegdheden behoren, alsmede voor het vervullen van de taken die hun zijn opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling betreffende de sociale zekerheid, gemachtigd in hun bestanden en repertoria het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken, alleen als identificatiemiddel.
Art.2. Les organismes désignés à l'article 1 sont autorisés, exclusivement pour l'accomplissement des tâches qui relèvent de leurs compétences respectives dans les limites des législations qu'ils sont chargés d'appliquer, ainsi que pour l'accomplissement des tâches qui leur sont imposées par une disposition légale ou réglementaire relative à la sécurité sociale ou en vertu d'une telle disposition, à utiliser le numéro d'identification du Registre national des personnes physiques au seul titre d'identifiant dans leurs fichiers et leurs répertoires.
Art.3. Behalve het gebruik geregeld door artikel 2, mag het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen worden gebruikt, alleen als identificatiemiddel, in de interne en externe betrekkingen welke nodig zijn uitsluitend voor het vervullen van de taken bepaald in artikel 2, alsmede van de taken die behoren tot de respectieve bevoegdheden van de in het tweede lid, 2°, bedoelde overheden en instellingen.
  Onder "externe betrekkingen" dienen te worden verstaan, onverminderd de toepassing van de internationale overeenkomsten inzake sociale zekerheid, de betrekkingen die aan de in artikel 1 bedoelde instellingen zijn opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling :
  1° met de houder van dat nummer of diens wettelijke vertegenwoordigers;
  2° met de openbare overheden of de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983 of gemachtigd krachtens artikel 8 van dezelfde wet;
  3° met de natuurlijke personen of rechtspersonen en de feitelijke verenigingen die ertoe gehouden zijn informatie te ontvangen of te verstrekken omtrent de houder van dat identificatienummer, in het kader van de verplichtingen welke hun zijn opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling betreffende de sociale zekerheid, alsmede met elke instelling van Belgisch recht die een opdracht van algemeen belang vervult en erkend is voor het uitvoeren van voormelde verplichtingen, of die, voor het uitvoeren van de werken die haar in het raam van die verplichtingen worden toevertrouwd, nominatief is aangewezen door de Koning om mededeling te bekomen van de nodige gegevens.
  De in het tweede lid, 3°, vermelde personen, instellingen en verenigingen mogen slechts over dat nummer beschikken gedurende de tijd nodig voor de uitvoering van de bedoelde verplichtingen en werken, en enkel tot dat doel.
Art.3. Outre l'utilisation réglée par l'article 2, le numéro d'identification du Registre national des personnes physiques peut être utilisé au seul titre d'identifiant dans les relations internes et externes qui sont nécessaires uniquement pour l'accomplissement des tâches définies à l'article 2 et pour l'accomplissement des tâches qui relèvent des compétences respectives des autorités et organismes visés à l'alinéa 2, 2°.
  Par "relations externes", il faut entendre, sans préjudice de l'application des conventions internationales de sécurité sociale, les relations qui sont imposées aux organismes visés à l'article 1 par une disposition légale ou réglementaire ou en vertu d'une telle disposition :
  1° avec le titulaire de ce numéro ou avec ses représentants légaux;
  2° avec les autorités publiques ou les organismes désignés en vertu de l'article 5 de la loi du 8 août 1983 précitée ou autorisés en vertu de l'article 8 de la même loi;
  3° avec les personnes physiques ou morales et les associations de fait qui sont tenues de recevoir ou de fournir des renseignements au sujet du titulaire de ce numéro d'identification, dans le cadre des obligations qui leur sont imposées par une disposition légale ou réglementaire relative à la sécurité sociale ou en vertu d'une telle disposition, ainsi qu'avec tout organisme de droit belge qui remplit une mission d'intérêt général et est agréé pour l'exécution des obligations susvisées, ou qui a été désigné nominativement par le Roi pour obtenir communication des renseignements nécessaires pour exécuter les travaux qui lui sont confiés dans le cadre de ces obligations.
  Les personnes, les organismes et les associations visés à l'alinéa 2, 3°, ne sont autorisés à disposer de ce numéro que le temps nécessaire à l'exécution de ces obligations et travaux et à cette seule fin.
Art.4. Wanneer een instelling bedoeld in artikel 1, een openbare overheid of een instelling bedoeld in artikel 3, tweede lid, 2°, aan een derde de uitvoering toevertrouwt van werken die nodig zijn uitsluitend voor het vervullen van de taken bepaald in artikel 3, eerste lid, onverminderd de toepassing van artikel 3, tweede lid, en van de internationale overeenkomsten inzake sociale zekerheid, is de instelling bedoeld in artikel 1, de openbare overheid of de instelling bedoeld in artikel 3, tweede lid, 2°, gemachtigd, uitsluitend voor de uitvoering van die werken, om het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken, alleen als identificatiemiddel.
  Onder "derde" dient te worden verstaan :
  1° een andere instelling bedoeld in artikel 1;
  2° een openbare overheid of een instelling bedoeld in artikel 3, tweede lid, 2°;
  3° de Belgische Maatschappij voor mechanografie ter toepassing van de sociale wetten, v.z.w., uitsluitend voor het uitvoeren van werken die haar worden toevertrouwd door een instelling aangewezen in artikel 1 of door een openbare overheid of een instelling bedoeld in 2°;
  4° elke instelling van Belgisch recht die een opdracht vervult van algemeen belang, en die door de Koning nominatief is aangewezen om mededeling te bekomen van de nodige gegevens, uitsluitend voor de uitvoering van die werken.
  De in het tweede lid, 3° en 4°, bedoelde derden mogen over dat nummer slechts beschikken gedurende de tijd nodig voor de uitvoering van die werken en enkel tot dat doel.
Art.4. Lorsqu'un organisme visé à l'article 1, une autorité publique ou un organisme visés à l'article 3, alinéa 2, 2°, confient à un tiers l'exécution de travaux nécessaires exclusivement pour l'accomplissement des tâches définies à l'article 3, alinéa 1er, sans préjudice de l'application de l'article 3, alinéa 2, et de l'application des conventions internationales de sécurité sociale, l'organisme visé à l'article 1, l'autorité publique ou l'organisme visés à l'article 3, alinéa 2, 2°, sont autorisés, exclusivement pour l'exécution de ces travaux, à utiliser au seul titre d'identifiant le numéro d'identification du Registre national des personnes physiques.
  Par "tiers", il faut entendre :
  1° un autre organisme visé à l'article 1;
  2° une autorité publique ou un organisme visés à l'article 3, alinéa 2, 2°;
  3° la Société belge de mécanographie pour l'application des lois sociales, a.s.b.l., exclusivement pour l'exécution de travaux qui lui sont confiés par un organisme désigné à l'article 1 ou par une autorité publique ou un organisme visés au 2°;
  4° tout organisme de droit belge qui remplit une mission d'intérêt général et qui a été désigné nominativement par le Roi pour obtenir communication des renseignements nécessaires, exclusivement pour l'exécution de ces travaux.
  Les tiers visés à l'alinéa 2, 3° et 4°, ne sont autorisés à disposer de ce numéro que le temps nécessaire à l'exécution de ces travaux, et à cette seule fin.
Art.5. § 1. Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister door de natuurlijke persoon op wie het betrekking heeft of door diens wettelijke vertegenwoordigers is toegelaten in de betrekkingen met een instelling beoogd in artikel 1 of met de natuurlijke personen of rechtspersonen en de feitelijke verenigingen bedoeld in artikel 3, tweede lid, 3°.
  § 2. De vermelding van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen is verplicht :
  1° in hoofde van de natuurlijke personen of rechtspersonen en de feitelijke verenigingen in de betrekkingen met een instelling beoogd in artikel 1 die hun worden opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling betreffende de sociale zekerheid of in hun betrekkingen met een instelling beoogd in artikel 1 die gericht zijn op het vervullen van de taken bedoeld in artikel 3, eerste lid, voorzover deze vermelding geschiedt ingevolge een mededeling die zelf dat identificatienummer vermeldt en die uitgaat van een instelling beoogd in artikel 1, of van een openbare overheid of een instelling aangewezen krachtens artikel 8 van de voormelde wet van 8 augustus 1983;
  2° wanneer deze vermelding geschiedt ingevolge een mededeling die dat nummer vermeldt en uitgaat van de persoon beoogd in § 1, van een houder van de machtiging beoogd in artikel 1 of van een openbare overheid of een instelling aangewezen krachtens artikel 8 van de voormelde wet van 8 augustus 1983;
  3° indien het een vermelding betreft van het identificatienummer van het Rijksregister op het resultaat van de werken uitgevoerd voor de naleving van de verplichtingen beoogd in artikel 3, tweede lid, 3°;
  4° indien het een vermelding betreft van het identificatienummer van het Rijksregister op het resultaat van de werken uitgevoerd door de derde bedoeld in artikel 4.
Art.5. § 1er. L'utilisation du numéro d'identification du Registre national par la personne physique qu'il concerne ou par ses représentants légaux est autorisée dans les relations avec un organisme visé à l'article 1 ou avec les personnes physiques ou morales et les associations de fait visées à l'article 3, alinéa 2, 3°.
  § 2. La reproduction du numéro d'identification du Registre national des personnes physiques est obligatoire :
  1° dans le chef des personnes physiques ou morales et des associations de fait dans les relations qui leur sont imposées avec un organisme visé à l'article 1 par une disposition légale ou réglementaire relative à la sécurité sociale ou en vertu d'une telle disposition ou dans leurs relations avec un organisme visé à l'article 1 dans le cadre de l'accomplissement des tâches définies à l'article 3, alinéa 1er, lorsque cette reproduction fait suite à une communication mentionnant ce numéro et adressée par un organisme visé à l'article 1, une autorité publique ou un organisme autorisés en vertu de l'article 8 de la loi du 8 août 1983 précitée;
  2° lorsqu'elle fait suite à une communication mentionnant ce numéro et adressée par la personne visée au § 1er, par un titulaire de l'autorisation visée à l'article 1, par une autorité publique ou un organisme autorisés en vertu de l'article 8 de la loi du 8 août 1983 précitée;
  3° lorsqu'il s'agit de la mention du numéro d'identification du Registre national sur le résultat des travaux effectués pour l'exécution des obligations visées à l'article 3, alinéa 2, 3°;
  4° lorsqu'il s'agit de la mention du numéro d'identification du Registre national sur le résultat des travaux exécutés par le tiers visé à l'article 4.
Art.6. De instellingen beoogd in artikel 1 zijn ertoe gehouden het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken, alleen als identificatiemiddel, in de interne en externe betrekkingen beoogd in artikel 3.De toepassing van het eerste lid moet uiterlijk op 1 januari 1990 verwezenlijkt zijn. (Zij dient uiterlijk op 1 juli 1992 verwezenlijkt te zijn wat betreft de instellingen beoogd in artikel 1, tweede lid, 3°, 16° en 17°.) <KB 1992-03-06/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 05-04-1992>
Art.6. Les organismes visés à l'article 1 sont tenus de faire usage, au seul titre d'identifiant, du numéro d'identification du Registre national des personnes physiques dans les relations internes et externes visées à l'article 3.L'application de l'alinéa 1er doit être réalisée au plus tard au 1er janvier 1990. (Elle doit être réalisée au plus tard au 1 juillet 1992 en ce qui concerne les organismes visés à l'article 1, alinéa 2, 3°, 16° et 17°.) <AR 1992-03-06/31, art. 2, 002; En vigueur : 05-04-1992>
Art.7. Voor de toepassing van artikel 1, eerste lid, dient te worden verstaan :
  1° wat betreft de instellingen beoogd in artikel 1, tweede lid, 4° tot 6°, onder "de leidend ambtenaar" en "de ambtenaren en beambten" respectievelijk : "de persoon belast met de leiding" en "de personeelsleden";
  2° wat betreft de instelling beoogd in artikel 1, tweede lid, 10°, onder "de leidend ambtenaar" : "de leidend ambtenaar in de zin bedoeld in de artikelen 109, 110 of 111 van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering".
Art.7. Pour l'application de l'article 1, alinéa 1er, il faut entendre :
  1° en ce qui concerne les organismes visés à l'article 1, alinéa 2, 4° à 6°, par "le fonctionnaire dirigeant" et "les fonctionnaires et agents" respectivement : "la personne chargée de la direction" et "les membres du personnel";
  2° en ce qui concerne l'organisme visé à l'article 1, alinéa 2, 10°, par "le fonctionnaire dirigeant" : "le fonctionnaire dirigeant au sens des articles 109, 110 ou 111 de la loi du 9 août 1963 instituant et organisant un régime d'assurance obligatoire contre la maladie et l'invalidité".
Art. 8. Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Openbaar Ambt en Decentralisatie, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8. Notre Ministre de la Justice, Notre Ministre de l'Intérieur, de la Fonction publique et de la Décentralisation, Notre Ministre des Affaires sociales et Notre Secrétaire d'Etat aux Pensions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.