Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
12 JULI 1976. - Wet houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken. (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij WLW2014-03-27/65, art. D.418, 3°, 010; Inwerkingtreding : 03-07-2014, met ingang van de inwerkingtreding van titel 11, hoofdstuk 3, dat de artikelen D.266 tot D.352 inhoudt, van WLW2014-03-27/65, zie BWG2014-05-15/39, art. 26; zie ook de overgangsmaatregelen in art. D.424 en D.425) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-04-1991 en tekstbijwerking tot 10-07-2024)
Titre
12 JUILLET 1976. - Loi portant des mesures particulières en matière de remembrement légal de biens ruraux lors de l'exécution de grands travaux d'infrastructure. (NOTE : abrogé pour la Région wallonne par le CWA2014-03-27/65, art. D.418, 3°, 010; En vigueur : 03-07-2014, à partir de l'entrée en vigueur du titre 11, chapitre 3, comprenant les articles D.266 à D.352 du CWA2014-03-27/65, voir ARW2014-05-15/39, art. 26; voir aussi les dispositions transitoires dans les articles D.424 et D.425) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 05-04-1991 et mise à jour au 10-07-2024)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (125)
Texte (125)
Inleidende bepalingen.
Dispositions préliminaires.
Artikel 1. Deze wet verstaat onder "eigenaar", "gebruiker", "vroegere kavel", "nieuwe kavel", "kavelpan", "herverkavelingsplan", "blok" en "rechter", hetgeen daarover bepaald is in artikel 3 van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet.
  Daarenboven verstaat deze wet onder :
  - "in uitvoering zijnde ruilverkaveling", de ruilverkaveling uit kracht van de wet waarvoor het comité werd opgericht overeenkomstig artikel 12 van de wet van 22 juli 1970;
  - "de Minister", de Minister of Staatssecretaris die bevoegd is voor de ruilverkaveling in het gewest.
Article 1. la présente loi donne aux termes "propriétaire", "exploitant", "ancienne parcelle", "nouvelle parcelle", "plan parcellaire", "plan de relotissement", "bloc" et "juge", la même définition que celle que leur attribue l'article 3 de la loi du 22 juillet 1970 sur le remembrement légal de biens ruraux.
  Pour le surplus, dans la présente loi, on entend par :
  - "remembrement en cours d'exécution", le remembrement légal dont le comité a été institué conformément à l'article 12 de la loi du 22 juillet 1970;
  - "Le Ministre", le Ministre ou Secrétaire d'Etat qui, pour la région, a le remembrement dans ses attributions.
Art. 1_VLAAMS_GEWEST.    Deze wet verstaat onder "eigenaar", "gebruiker", "vroegere kavel", "nieuwe kavel", "kavelpan", "herverkavelingsplan", "blok" en "rechter", hetgeen daarover bepaald is in artikel 3 van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet.
  Daarenboven verstaat deze wet onder :
  - "in uitvoering zijnde ruilverkaveling", de ruilverkaveling uit kracht van de wet waarvoor het comité werd opgericht overeenkomstig artikel 12 van de wet van 22 juli 1970;
  - "de Minister", de Minister of Staatssecretaris die bevoegd is voor de ruilverkaveling in het gewest.
  [1 De procedures voor de opmaak, wijziging of opheffing van rooilijnplannen, of de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen, georganiseerd met toepassing van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, zijn niet van toepassing in het kader van de ruilverkavelingsverrichtingen die het voorwerp uitmaken van deze wet.]1
  
Art.1 _REGION_FLAMANDE.
   la présente loi donne aux termes "propriétaire", "exploitant", "ancienne parcelle", "nouvelle parcelle", "plan parcellaire", "plan de relotissement", "bloc" et "juge", la même définition que celle que leur attribue l'article 3 de la loi du 22 juillet 1970 sur le remembrement légal de biens ruraux.
  Pour le surplus, dans la présente loi, on entend par :
  - "remembrement en cours d'exécution", le remembrement légal dont le comité a été institué conformément à l'article 12 de la loi du 22 juillet 1970;
  - "Le Ministre", le Ministre ou Secrétaire d'Etat qui, pour la région, a le remembrement dans ses attributions.
  [1 Les procédures d'établissement, de modification ou de suppression des plans d'alignement, ou l'aménagement, la modification, le déplacement ou la suppression de routes communales, organisés en application du décret du 3 mai 2019 sur les routes communales, ne s'appliquent pas dans le cadre des opérations de remembrement qui font l'objet de la présente loi.]1
  
TITEL I. - Gebruiksruil.
TITRE I. - L'échange d'exploitation.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales.
Art.2. In afwachting van een ruilverkaveling uit kracht van de wet, kan betreffende de landeigendommen die gelegen zijn in zones waar de Koning tot grote infrastructuurwerken besloten heeft of daartoe machtiging verleend heeft, een gebruiksruil doorgevoerd worden tot bevordering, in het algemeen belang, van de economische exploitatie van die landeigendommen.
  De gebruiksruil beoogt het vormen van aaneensluitende kavels die zo dicht mogelijk bij de bedrijfszetel gelegen zijn en een eigen uitweg hebben.
  De gebruiksruil kan gepaard gaan met de aanleg en verbetering van wegen en afwateringen alsmede met grondverbeteringswerken en met maatregelen voor landschapszorg.
  De gebruiksruil wijzigt op geen manier de rechten en verplichtingen van de pachters en verpachters onderling en maakt geen onderpacht noch pachtoverdracht uit.
Art.2. En attendant qu'intervienne un remembrement légal, il peut être procédé à un échange d'exploitation de biens ruraux sis dans les zones où le Roi a décidé ou autorisé l'exécution de grands travaux d'infrastructure afin de favoriser, dans l'intérêt général, l'exploitation économique de ces biens.
  L'échange d'exploitation tend à la constitution de parcelles continues, aussi rapprochées que possible du siège de l'exploitation et jouissant d'accès indépendants.
  L'échange d'exploitation peut être accompagné de la création et de l'aménagement de chemins et de voies d'écoulement d'eau ainsi que de travaux d'amélioration foncière et de mesures assurant l'aménagement du site.
  L'échange d'exploitation ne modifie en aucune façon les droits et obligations réciproques des bailleurs et preneurs et n'est constitutif ni de sous-location ni de cession de bail.
Art. 2_WAALS_GEWEST.   In afwachting van een ruilverkaveling uit kracht van de wet, kan betreffende de landeigendommen die gelegen zijn in zones waar de Koning tot grote infrastructuurwerken besloten heeft of daartoe machtiging verleend heeft, een gebruiksruil doorgevoerd worden tot bevordering, in het algemeen belang, van de economische exploitatie van die landeigendommen.
  De gebruiksruil beoogt het vormen van aaneensluitende kavels die zo dicht mogelijk bij de bedrijfszetel gelegen zijn en een eigen uitweg hebben.
  De gebruiksruil kan gepaard gaan met de aanleg en verbetering van wegen en afwateringen alsmede met grondverbeteringswerken en met maatregelen voor landschapszorg.
  De gebruiksruil wijzigt op geen manier de rechten en verplichtingen van de pachters en verpachters onderling en maakt geen onderpacht noch pachtoverdracht uit.
  [2 De procedures betreffende de oprichting of de wijziging van rooiplannen of de aanleg, de wijziging of de opheffing van wegen georganiseerd bij het decreet van 6 februari 2014 betreffende de gemeentewegen zijn niet van toepassing in het kader van de ruilverkavelingsverrichtingen die het voorwerp uitmaken van deze wet.]2
  
Art. 2 _REGION_WALLONNE.
  En attendant qu'intervienne un remembrement légal, il peut être procédé à un échange d'exploitation de biens ruraux sis dans les zones où le Roi a décidé ou autorisé l'exécution de grands travaux d'infrastructure afin de favoriser, dans l'intérêt général, l'exploitation économique de ces biens.
  L'échange d'exploitation tend à la constitution de parcelles continues, aussi rapprochées que possible du siège de l'exploitation et jouissant d'accès indépendants.
  L'échange d'exploitation peut être accompagné de la création et de l'aménagement de chemins et de voies d'écoulement d'eau ainsi que de travaux d'amélioration foncière et de mesures assurant l'aménagement du site.
  L'échange d'exploitation ne modifie en aucune façon les droits et obligations réciproques des bailleurs et preneurs et n'est constitutif ni de sous-location ni de cession de bail.
  [2 Les procédures relatives à la création ou la modification des alignements ou à la création, la modification ou la suppression de voiries organisées par le décret du 6 février 2014 relatif à la voirie communale ne sont pas applicables dans le cadre des opérations de remembrement qui font l'objet de la présente loi.]2
  
Art. 2_VLAAMS_GEWEST.    In afwachting van een ruilverkaveling uit kracht van de wet, kan betreffende de landeigendommen die gelegen zijn in zones waar de Koning tot grote infrastructuurwerken besloten heeft of daartoe machtiging verleend heeft, een gebruiksruil doorgevoerd worden tot bevordering, in het algemeen belang, van de economische exploitatie van die landeigendommen.
  De gebruiksruil beoogt het vormen van aaneensluitende kavels die zo dicht mogelijk bij de bedrijfszetel gelegen zijn en een eigen uitweg hebben.
  [1 De gebruiksruil kan gepaard gaan met de aanleg en verbetering van wegen, met waterbeheersingswerken, met grondverbeteringswerken, met werken voor nutsvoorzieningen, met werken van landschapszorg en met andere maatregelen tot landinrichting.]1
  De gebruiksruil wijzigt op geen manier de rechten en verplichtingen van de pachters en verpachters onderling en maakt geen onderpacht noch pachtoverdracht uit.
  
Art. 2 _REGION_FLAMANDE.
   En attendant qu'intervienne un remembrement légal, il peut être procédé à un échange d'exploitation de biens ruraux sis dans les zones où le Roi a décidé ou autorisé l'exécution de grands travaux d'infrastructure afin de favoriser, dans l'intérêt général, l'exploitation économique de ces biens.
  L'échange d'exploitation tend à la constitution de parcelles continues, aussi rapprochées que possible du siège de l'exploitation et jouissant d'accès indépendants.
  [1 L'échange d'exploitation peut être accompagnée de l'aménagement et de l'amélioration de chemins, de travaux de maîtrise des eaux, de travaux d'amélioration foncière, de travaux d'équipements d'utilité publique, ainsi que de travaux d'aménagement des sites et d'autres mesures d'aménagement rural.]1
  L'échange d'exploitation ne modifie en aucune façon les droits et obligations réciproques des bailleurs et preneurs et n'est constitutif ni de sous-location ni de cession de bail.
  
HOOFDSTUK II. - Verrichtingen van gebruiksruil.
CHAPITRE II. - Des opérations de l'échange d'exploitation.
Art.3. De Koning kan beslissen, hetzij ambtshalve, hetzij op vraag van een betrokken gemeentebestuur, hetzij op verzoek van ten minste tien gebruikers, dat zal worden overgegaan tot gebruiksruil in de gemeenten die Hij aanwijst. De beslissing wordt in die gemeenten bekendgemaakt door middel van aanplakking.
  Voor de uitvoering van de gebruiksruil richt de Koning een ruilcomité op van zeven leden, die Hij als volgt benoemt :
  - de voorzitter op de voordracht van de Minister;
  - een lid op de voordracht van de Minister van Landbouw;
  - een lid op de voordracht van de Minister van Financiën;
  - een vertegenwoordiger van de opdrachtgever van de werken bedoeld in artikel 2, lid één, op de voordracht van de bevoegde Minister;
  - een lid op de voordracht van de Minister, op voorstel van de gouverneur van de provincie waarin het betrekkelijk grootste gedeelte van het blok is gelegen;
  - twee leden op de voordracht van de Minister van Landbouw uit een dubbele lijst van kandidaten voorgesteld door de provinciale landbouwkamer van de provincie waarin het betrekkelijk grootste gedeelte van het blok is gelegen; deze personen mogen noch gebruiker noch eigenaar zijn van één der percelen die voorkomen op de lijsten vermeld in artikel 12.
  De plaatsvervangende leden worden op dezelfde wijze benoemd.
  De secretaris en de plaatsvervangende secretaris van het comité worden door de Nationale Landmaatschappij aangewezen.
  De namen van de leden van het comité en van de secretaris, evenals van de plaatsvervangende leden en van de plaatsvervangende secretaris, worden in het "Belgisch Staatsblad" bekendgemaakt.
Art.3. Le roi peut décider, soit d'office, soit à la demande d'une administration communale intéressée, soit à la demande d'au moins dix exploitants, qu'il y a lieu de procéder à échange d'exploitation dans les communes qu'Il désigne. La décision est publiée dans ces communes par voie d'affichage.
  Pour l'exécution de l'échange d'exploitation, le Roi institue un comité d'échange composé de sept membres qu'Il nomme de la manière ci-après :
  - le président, sur la proposition du Ministre;
  - un membre, sur la proposition du Ministre de l'Agriculture;
  - un membre, sur la proposition du Ministre des Finances;
  - un représentant du maître de l'ouvrage des travaux visés à l'article 2, alinéa premier, sur la proposition du Ministre compétent;
  - un membre, sur la proposition du Ministre, présenté par le gouverneur de la province dans laquelle est située la partie relativement la plus importante du bloc;
  - deux membres, sur la proposition du Ministre de l'Agriculture, dont les noms figurent sur une liste double de candidats présentée par la chambre provinciale d'agriculture de la province du bloc; ces personnes ne peuvent être ni exploitant ni propriétaire d'une des parcelle figurant "aux tableaux" mentionnés à l'article 12. .
  Les membres suppléants sont nommés de la même manière.
  La Société nationale terrienne désigne le secrétaire et le secrétaire suppléant du comité.
  Les noms des membres du comité et du secrétaire, ainsi que des membres suppléants et du secrétaire suppléant, sont publiés au "Moniteur belge".
Art. 3_VLAAMS_GEWEST.   De Koning kan beslissen, hetzij ambtshalve, hetzij op vraag van een betrokken gemeentebestuur, hetzij op verzoek van ten minste tien gebruikers, dat zal worden overgegaan tot gebruiksruil in de gemeenten die Hij aanwijst. De beslissing wordt in die gemeenten bekendgemaakt door middel van aanplakking.
  Voor de uitvoering van de gebruiksruil richt de Koning een ruilcomité op van [2 tien]2 leden, die Hij als volgt benoemt :
  - de voorzitter op de voordracht van de Minister;
  - een lid op de voordracht van de Minister van Landbouw;
  - een lid op de voordracht van de Minister van Financiën;
  - een vertegenwoordiger van de opdrachtgever van de werken bedoeld in artikel 2, lid één, op de voordracht van de bevoegde Minister;
  - een lid op de voordracht van de Minister, op voorstel van de [1 deputatie]1 van de provincie waarin het betrekkelijk grootste gedeelte van het blok is gelegen;
  - twee leden op de voordracht van de Minister van Landbouw uit een dubbele lijst van kandidaten voorgesteld door de provinciale landbouwkamer van de provincie waarin het betrekkelijk grootste gedeelte van het blok is gelegen; deze personen mogen noch gebruiker noch eigenaar zijn van één der percelen die voorkomen op de lijsten vermeld in artikel 12;
  [1 - een lid op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening.]1
  De plaatsvervangende leden worden op dezelfde wijze benoemd.
  De secretaris en de plaatsvervangende secretaris van het comité worden door de Nationale Landmaatschappij aangewezen.
  De namen van de leden van het comité en van de secretaris, evenals van de plaatsvervangende leden en van de plaatsvervangende secretaris, worden in het "Belgisch Staatsblad" bekendgemaakt.
  [2 - een lid op de voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed;
   - een lid op de voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud.]2

  
Art. 3 _REGION_FLAMANDE.
  Le roi peut décider, soit d'office, soit à la demande d'une administration communale intéressée, soit à la demande d'au moins dix exploitants, qu'il y a lieu de procéder à échange d'exploitation dans les communes qu'Il désigne. La décision est publiée dans ces communes par voie d'affichage.
  Pour l'exécution de l'échange d'exploitation, le Roi institue un comité d'échange composé de [2 dix]2 membres qu'Il nomme de la manière ci-après :
  - le président, sur la proposition du Ministre;
  - un membre, sur la proposition du Ministre de l'Agriculture;
  - un membre, sur la proposition du Ministre des Finances;
  - un représentant du maître de l'ouvrage des travaux visés à l'article 2, alinéa premier, sur la proposition du Ministre compétent;
  - un membre, sur la proposition du Ministre, présenté par [1 la députation]1 de la province dans laquelle est située la partie relativement la plus importante du bloc;
  - deux membres, sur la proposition du Ministre de l'Agriculture, dont les noms figurent sur une liste double de candidats présentée par la chambre provinciale d'agriculture de la province du bloc; ces personnes ne peuvent être ni exploitant ni propriétaire d'une des parcelle figurant "aux tableaux" mentionnés à l'article 12;
  [1 - un membre, sur la proposition du Ministre de l'Aménagement du Territoire.]1
  Les membres suppléants sont nommés de la même manière.
  La Société nationale terrienne désigne le secrétaire et le secrétaire suppléant du comité.
  Les noms des membres du comité et du secrétaire, ainsi que des membres suppléants et du secrétaire suppléant, sont publiés au "Moniteur belge".
  [2 - un membre, sur la proposition du ministre flamand ayant le patrimoine immobilier dans ses attributions ;
   - un membre, sur la proposition du ministre flamand qui a la rénovation rurale et la conservation de la nature dans ses attributions.]2

  
Art. 3_WAALS_GEWEST.   De Koning kan beslissen, hetzij ambtshalve, hetzij op vraag van een betrokken gemeentebestuur, hetzij op verzoek van ten minste tien gebruikers, dat zal worden overgegaan tot gebruiksruil in de gemeenten die Hij aanwijst. De beslissing wordt in die gemeenten bekendgemaakt door middel van aanplakking.
  Voor de uitvoering van de gebruiksruil richt de Koning een ruilcomité op van zeven leden, die Hij als volgt benoemt :
  - de voorzitter op de voordracht van de Minister;
  - een lid op de voordracht van de Minister van Landbouw;
  - een lid op de voordracht van de Minister van Financiën;
  - een vertegenwoordiger van de opdrachtgever van de werken bedoeld in artikel 2, lid één, op de voordracht van de bevoegde Minister;
  - een lid op de voordracht van de Minister, op voorstel van de gouverneur van de provincie waarin het betrekkelijk grootste gedeelte van het blok is gelegen;
  - twee leden op de voordracht van de Minister van Landbouw uit een dubbele lijst van kandidaten voorgesteld door de provinciale landbouwkamer van de provincie waarin het betrekkelijk grootste gedeelte van het blok is gelegen; deze personen mogen noch gebruiker noch eigenaar zijn van één der percelen die voorkomen op de lijsten vermeld in artikel 12.
  De plaatsvervangende leden worden op dezelfde wijze benoemd.
  De secretaris en de plaatsvervangende secretaris van het comité worden door (het Waals Gewest) aangewezen.
  De namen van de leden van het comité en van de secretaris, evenals van de plaatsvervangende leden en van de plaatsvervangende secretaris, worden in het "Belgisch Staatsblad" bekendgemaakt.
Art. 3 _REGION_WALLONNE.
  Le roi peut décider, soit d'office, soit à la demande d'une administration communale intéressée, soit à la demande d'au moins dix exploitants, qu'il y a lieu de procéder à échange d'exploitation dans les communes qu'Il désigne. La décision est publiée dans ces communes par voie d'affichage.
  Pour l'exécution de l'échange d'exploitation, le Roi institue un comité d'échange composé de sept membres qu'Il nomme de la manière ci-après :
  - le président, sur la proposition du Ministre;
  - un membre, sur la proposition du Ministre de l'Agriculture;
  - un membre, sur la proposition du Ministre des Finances;
  - un représentant du maître de l'ouvrage des travaux visés à l'article 2, alinéa premier, sur la proposition du Ministre compétent;
  - un membre, sur la proposition du Ministre, présenté par le gouverneur de la province dans laquelle est située la partie relativement la plus importante du bloc;
  - deux membres, sur la proposition du Ministre de l'Agriculture, dont les noms figurent sur une liste double de candidats présentée par la chambre provinciale d'agriculture de la province du bloc; ces personnes ne peuvent être ni exploitant ni propriétaire d'une des parcelle figurant "aux tableaux" mentionnés à l'article 12. .
  Les membres suppléants sont nommés de la même manière.
  La (Région wallonne) désigne le secrétaire et le secrétaire suppléant du comité.
  Les noms des membres du comité et du secrétaire, ainsi que des membres suppléants et du secrétaire suppléant, sont publiés au "Moniteur belge".
Art.4. De Koning stelt het modelreglement van orde van de comités vast.
Art.4. Le Roi établit le règlement d'ordre intérieur type des comités.
Art.5. Het comité heeft rechtspersoonlijkheid.
  Het vestigt zijn zetel in één van de gemeenten op wier grondgebied de gebruiksruil uitgevoerd wordt.
  Het beraadslaagt en beslist over alles wat uitvoering van de gebruiksruil betreft.
  Het kan enkel geldig beslissen wanneer ten minste drie leden, eventueel vervangen door hun plaatsvervangers, aanwezig zijn. Bij staking van stemmen is die van de voorzitter beslissend.
  Ieder lid kan bij de Minister beroep indienen tegen elke beslissing van het comité.
  Het beroep wordt ingediend bij mondelinge verklaring ter vergadering zelf. Het veto van de Minister moet binnen vijftien dagen na deze verklaring worden gesteld. Na verloop van die termijn wordt de beslissing definitief.
  De voorzitter en de secretaris voeren de beslissingen van het comité uit; zij treden op voor het comité in alle openbare en onderhandse akten evenals in de rechtsvorderingen zonder tegenover derden te moeten doen blijken van een beslissing van het comité. De dagvaardingen en kennisgevingen aan het comité worden geldig gedaan aan de voorzitter, aan de secretaris of aan de Nationale Landmaatschappij.
Art.5. Le comité jouit de la personnalité juridique.
  Il fixe son siège dans une des communes sur le territoire desquelles l'échange sera exécuté.
  Il délibère et statue sur tout ce qui concerne l'exécution de l'échange d'exploitation.
  Il ne statue valablement que si trois membres au moins, éventuellement remplacés par leurs suppléants, sont présents. En cas de partage des voix, celle du président est prépondérante.
  Chacun des membres peut prendre son recours contre toute décision du comité auprès du Ministre.
  Le recours est exercé par une déclaration faite verbalement à la séance même. Le veto du Ministre doit intervenir dans les quinze jours de cette déclaration. Passé ce délai, la décision est définitive.
  Le président et le secrétaire exécutent les décisions du comité; ils représentent le comité dans tous les actes publics et sous seing privé, ainsi que dans les actions judiciaires, sans devoir justifier à l'égard des tiers d'une décision du comité. Les assignations et notifications au comité sont valablement remises au président, au secrétaire ou à la Société nationale terrienne.
Art. 5_WAALS_GEWEST.   Het comité heeft rechtspersoonlijkheid.
  Het vestigt zijn zetel in één van de gemeenten op wier grondgebied de gebruiksruil uitgevoerd wordt.
  Het beraadslaagt en beslist over alles wat uitvoering van de gebruiksruil betreft.
  Het kan enkel geldig beslissen wanneer ten minste drie leden, eventueel vervangen door hun plaatsvervangers, aanwezig zijn. Bij staking van stemmen is die van de voorzitter beslissend.
  Ieder lid kan bij de Minister beroep indienen tegen elke beslissing van het comité.
  Het beroep wordt ingediend bij mondelinge verklaring ter vergadering zelf. Het veto van de Minister moet binnen vijftien dagen na deze verklaring worden gesteld. Na verloop van die termijn wordt de beslissing definitief.
  De voorzitter en de secretaris voeren de beslissingen van het comité uit; zij treden op voor het comité in alle openbare en onderhandse akten evenals in de rechtsvorderingen zonder tegenover derden te moeten doen blijken van een beslissing van het comité. De dagvaardingen en kennisgevingen aan het comité worden geldig gedaan aan de voorzitter, aan de secretaris of aan (het Waals Gewest) .
Art. 5 _REGION_WALLONNE.
  Le comité jouit de la personnalité juridique.
  Il fixe son siège dans une des communes sur le territoire desquelles l'échange sera exécuté.
  Il délibère et statue sur tout ce qui concerne l'exécution de l'échange d'exploitation.
  Il ne statue valablement que si trois membres au moins, éventuellement remplacés par leurs suppléants, sont présents. En cas de partage des voix, celle du président est prépondérante.
  Chacun des membres peut prendre son recours contre toute décision du comité auprès du Ministre.
  Le recours est exercé par une déclaration faite verbalement à la séance même. Le veto du Ministre doit intervenir dans les quinze jours de cette déclaration. Passé ce délai, la décision est définitive.
  Le président et le secrétaire exécutent les décisions du comité; ils représentent le comité dans tous les actes publics et sous seing privé, ainsi que dans les actions judiciaires, sans devoir justifier à l'égard des tiers d'une décision du comité. Les assignations et notifications au comité sont valablement remises au président, au secrétaire ou à la (Région wallonne).
Art.6. De Nationale Landmaatschappij staat het comité bij. Zij verleent onder andere haar medewerking voor het opmaken van de bij artikel 12 bepaalde stukken. Zij deelt het comité de door haar opgemaakte stukken onverwijld mede, evenals elke vaststelling met betrekking tot het verloop van de verrichtingen.
  Zij is eveneens gemachtigd controle uit te oefenen op de verrichtingen van de ontwerpers, de aannemers en de technici die door het comité belast zijn met studies, werken of opdrachten die moeten worden uitgevoerd krachtens de bepalingen van deze wet.
  Zij opent een rekening voor de werkzaamheden van elk comité. Zij verstrekt, binnen de perken van haar beschikbare gelden, aan het comité de nodige kredieten voor de uitvoering van de werken en voor elke andere voor de uitvoering van de ruilverkavelingsverrichtingen nodige uitgave.
  De Minister van Financiën stelt, samen met de Minister, de voorwaarden en de modaliteiten van toekenning van die kredieten vast.
  De Nationale Landmaatschappij is rekenplichtig voor de uitgaven en ontvangsten waartoe het comité heeft besloten.
  Het Rekenhof stelt de voor ieder comité geopende rekeningen vast en is ermede belast daartoe alle nodige gegevens en boekhoudingsbescheiden in te zamelen.
Art.6. La Société nationale terrienne assiste le comité. Elle lui prête son concours en vue notamment de l'établissement des documents prévus à l'article 12. Elle communique sans tarder au comité les documents qu'elle a établis, ainsi que toutes les constatations relatives au déroulement des opérations.
  Elle est de même habilitée à contrôler les opérations des auteurs de projets, des entrepreneurs et des techniciens chargés par le comité, d'études, de travaux ou de missions à exécuter en vertu des dispositions de la présente loi.
  Elle ouvre un compte pour l'activité de chaque comité. Elle met à sa disposition, dans les limites de ses disponibilités, les crédits nécessaires pour l'exécution des travaux et pour toutes autres dépenses que nécessite l'exécution des opérations de remembrement.
  Le Ministre des Finances, conjointement avec le Ministre, fixe les conditions et les modalités d'octroi de ces crédits.
  La Société nationale terrienne est comptable des dépenses et des recettes décidées par le comité.
  La Cour des comptes arrête les comptes ouverts pour chaque comité et est chargée de recueillir à cet effet tous renseignements et toutes pièces comptables nécessaires.
Art. 6_WAALS_GEWEST.   (Het Waalse Gewest) staat het comité bij. Zij verleent onder andere haar medewerking voor het opmaken van de bij artikel 12 bepaalde stukken. Zij deelt het comité de door haar opgemaakte stukken onverwijld mede, evenals elke vaststelling met betrekking tot het verloop van de verrichtingen.
  Zij is eveneens gemachtigd controle uit te oefenen op de verrichtingen van de ontwerpers, de aannemers en de technici die door het comité belast zijn met studies, werken of opdrachten die moeten worden uitgevoerd krachtens de bepalingen van deze wet.
  Zij opent een rekening voor de werkzaamheden van elk comité. Zij verstrekt, binnen de perken van haar beschikbare gelden, aan het comité de nodige kredieten voor de uitvoering van de werken en voor elke andere voor de uitvoering van de ruilverkavelingsverrichtingen nodige uitgave.
  De Minister van Financiën stelt, samen met de Minister, de voorwaarden en de modaliteiten van toekenning van die kredieten vast.
  (Het Waalse Gewest) is rekenplichtig voor de uitgaven en ontvangsten waartoe het comité heeft besloten.
  Het Rekenhof stelt de voor ieder comité geopende rekeningen vast en is ermede belast daartoe alle nodige gegevens en boekhoudingsbescheiden in te zamelen.
Art. 6 _REGION_WALLONNE.
  La (Région wallonne) assiste le comité. Elle lui prête son concours en vue notamment de l'établissement des documents prévus à l'article 12. Elle communique sans tarder au comité les documents qu'elle a établis, ainsi que toutes les constatations relatives au déroulement des opérations.
  Elle est de même habilitée à contrôler les opérations des auteurs de projets, des entrepreneurs et des techniciens chargés par le comité, d'études, de travaux ou de missions à exécuter en vertu des dispositions de la présente loi.
  Elle ouvre un compte pour l'activité de chaque comité. Elle met à sa disposition, dans les limites de ses disponibilités, les crédits nécessaires pour l'exécution des travaux et pour toutes autres dépenses que nécessite l'exécution des opérations de remembrement.
  Le Ministre des Finances, conjointement avec le Ministre, fixe les conditions et les modalités d'octroi de ces crédits.
  La (Région wallonne) est comptable des dépenses et des recettes décidées par le comité.
  La Cour des comptes arrête les comptes ouverts pour chaque comité et est chargée de recueillir à cet effet tous renseignements et toutes pièces comptables nécessaires.
Art.7. Het comité stelt onverwijld de voorlopige grenzen van het blok vast en legt het plan hiervan ten zetel neer.
  Bij een ter post aangetekende brief geeft het comité de betrokken eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers kennis van het in artikel 3, eerste lid, bedoeld koninklijk besluit, verwittigt hen van de neerlegging ten zetel van het plan en geeft hun mededeling van het bepaalde in artikel 9.
  De eigenaars, vruchtgebruikers of verpachters zijn (verplicht) op verzoek van het comité, binnen vijftien dagen mededeling te doen van naam en adres van de gebruikers, van de door ieder van hen in bedrijf genomen oppervlakten en van elke andere inlichting die het comité nuttig acht, zoniet kan het comité de nodige opzoekingen doen, op de kosten van de in gebreke gebleven eigenaars, vruchtgebruikers en verpachters.
Art.7. Le comité fixe sans retard les limites provisoires du bloc et dépose le plan de celui-ci à son siège.
  Par lettre recommandée à la poste, le comité notifie aux propriétaires, usufruitiers et exploitants intéressés, l'arrêté royal visé à l'article 3, alinéa premier, les informe du dépôt du plan au siège et leur donne communication des dispositions de l'article 9.
  Les propriétaires, usufruitiers ou bailleurs sont tenus, à la demande du comité, de communiquer dans les quinze jours les noms et adresses des exploitants, les superficies occupées par chacun d'eux et tous autres renseignements que le comité juge utiles, sinon le comité pourra effectuer les recherches nécessaires aux frais des propriétaires, usufruitiers et bailleurs défaillants.
Art.8. Op grond van de inlichtingen die het bekomen heeft bij toepassing van artikel 7, derde lid, en op grond van de studie verricht ter voorbereiding van het ruilplan, kan het comité de grenzen van het blok wijzigen.
  Het comité brengt elke wijziging, bij een ter post aangetekende brief, ter kennis van de betrokken eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers.
Art.8. Sur base des renseignements qu'il a obtenus en application de l'article 7, alinéa trois, et sur la base des études préparatoires à l'établissement du plan d'échange, le comité peut modifier les limites du bloc.
  Le comité notifie toute modification, par lettre recommandée à la poste, aux propriétaires, usufruitiers et exploitants intéressés.
Art.9. Te rekenen naargelang van het geval, vanaf de kennisgeving bedoeld bij artikel 7, tweede lid, bij artikel 8, of bij artikel 15, derde lid, en totdat de ruilverkavelingsakte bedoeld in artikel 52 van deze wet of in artikel 37 van de wet van 22 juli 1970 verleden is, mogen de (eigenaars,) vruchtgebruikers of gebruikers geen werken uitvoeren die de bestemming of de plaatsgesteldheid zodanig wijzigen dat zij de ruilverkavelingsverrichtingen belemmeren, zoals bouwwerken, aanplanting van bomen, plaatsing van afsluitingen of wijzigingen van de waterhuishouding, aanleg en exploitatie van zandgroeven, steengroeven, graverijen en steenbakkerijen, profiel- of reliëfwijzigingen, zonder voorafgaande en schriftelijke toestemming van het comité.
  Behoudens het geval waarin de werken op regelmatige wijze reeds waren begonnen, geeft de weigering van deze toestemming geen recht op vergoeding.
  Werken uitgevoerd in strijd met het bepaalde in het eerste lid, leveren geen grond tot toekenning van enige meerwaarde.
  Het comité kan beslissen dat de oorspronkelijke toestand moet worden (hersteld;) het kan desnoods beslissen de hiertoe nodige werken op kosten van de overtreders te laten uitvoeren.
Art.9. A compter, selon le cas, de la notification visée à l'article 7, alinéa deux, à l'article 8 ou à l'article 15, alinéa trois, et jusqu'à la passation de l'acte de remembrement prévu à l'article 52 de la présente loi ou à l'article 37 de la loi du 22 juillet 1970, les propriétaires, usufruitiers ou exploitants ne peuvent apporter à la destination ni à l'état des lieux aucune modification qui soit de nature à entraver les opérations de remembrement, tels que travaux de construction, plantation d'arbres, établissement de clôtures, modification du régime des eaux, établissement et exploitation de sablières, de carrières, de minières ou de briqueteries, modification du profil ou du relief, sans l'accord préalable et écrit du comité.
  Sauf dans le cas où les travaux ont été régulièrement entamés, le refus de cet accord ne confère aucun droit à indemnité.
  Les travaux exécutés en violation de la disposition de l'alinéa premier ne donnent pas lieu à attribution d'une plus-value.
  Le comité peut décider la remise en état des lieux et, le cas échéant, l'exécution aux frais du contrevenant des travaux nécessaires à cet effet.
Art.10. Het opmaken van het ruilplan geschiedt derwijze dat aan iedere gebruiker zoveel mogelijk gronden met dezelfde oppervlakte en geschikt voor dezelfde teelten worden toegewezen.
  De globale oppervlakte van de aan de gebruiker toebedeelde kavels mag niet meer dan 10 pct. kleiner zijn dan de globale oppervlakte van zijn vroegere kavels, behoudens schriftelijke toestemming van zijnentwege.
  Het comité berekent de jaarlijkse vergoeding die aan of door de gebruiker verschuldigd is naargelang de globale oppervlakte van de hem toebedeelde kavels ten minste 5 pct. kleiner of ten minste 5 pct. groter is dan de globale oppervlakte van zijn vroegere kavels.
  Bovenvermelde vergoeding is verschuldigd door het comité of aan het comité tot bij het verlijden van de ruilverkavelingsakte bepaald bij artikel 52 van deze wet of bij artikel 37 van de wet van 22 juli 1970.
  Elke door het comité of door de gebruikers verschuldigde som wordt niet betaald wanneer het bedrag ervan kleiner is dan een door de Koning vastgesteld bedrag.
Art.10. L'établissement du plan d'échange se fait de manière à ce que chaque exploitant reçoive autant que possible des terres de même superficie et propres au mêmes cultures.
  La superficie globale des parcelles attribuées à l'exploitant ne peut pas, sauf accord écrit de sa part, être inférieure de plus de 10 p.c. à la superficie globale de ses anciennes parcelles.
  Le comité calcule l'indemnité annuelle qui est due à l'exploitant ou par celui-ci, selon que la superficie globale des parcelles qui lui sont attribuées est inférieure ou supérieure à 5 p.c. au moins à la superficie globale de ses anciennes parcelles.
  L'indemnité visée ci-dessus est due par le comité ou à celui-ci jusqu'à la passation de l'acte de remembrement prévu à l'article 52 de la présente loi, ou à l'article 37 de la loi du 22 juillet 1970.
  Toute somme due par le comité ou par les exploitants n'est pas payée pour autant qu'elle ne dépasse pas un montant fixé par le Roi.
Art.11. § 1. Het comité mag, in de mate dat het nodig is voor de verwezenlijking van de gebruiksruil, voorlopige maatregelen nemen van afwatering en overgang binnen het blok. In dezelfde mate mag het de uitoefening van bestaande erfdienstbaarheden van afwatering en overgang schorsen.
  Die maatregelen hebben uitwerking tot het verlijden van de ruilverkavelingsakte bedoeld in artikel 52 van deze wet of in artikel 37 van de wet van 22 juli 1970. Niemand mag er zich tegen verzetten. Een vergoeding is slechts verschuldigd wegens schade aan de gewassen of wanneer deze maatregelen hinderlijk zijn voor het genot van de gronden. Het comité stelt die vergoeding onverwijld vast en keert ze dadelijk uit. Bij betwisting stelt de rechter de vergoeding vast.
  § 2. Het comité is bevoegd om met eigenaars van buiten het blok gelegen kavels overeenkomsten te sluiten ten einde de toegang tot en de afwatering van binnen het blok gelegen kavels te waarborgen. Het comité tot aankoop van onroerende goederen is bevoegd om akte van die overeenkomsten te verlijden.
Art.11. § 1. A l'intérieur du bloc, le comité peut, dans la mesure requise pour l'exécution de l'échange d'exploitation, prendre des dispositions provisoires en matière d'écoulement des eaux et de passage. Dans la même mesure, il peut suspendre l'exercice de servitudes d'écoulement d'eau et de passage existantes.
  Ces mesures ont effet jusqu'à la passation de l'acte de remembrement prévu à l'article 52 de la présente loi ou à l'article 37 de la loi du 22 juillet 1970. Nul ne peut s'y opposer. Elles ne donnent lieu à indemnité que pour des dégâts aux cultures ou lorsqu'elles nuisent à la jouissance des terres. Le comité fixe aussitôt cette indemnité qui est immédiatement liquidée. En cas de contestation, l'indemnité est fixée par le juge.
  § 2. En dehors du bloc, le comité a qualité pour passer avec les propriétaires de parcelles, des conventions en vue d'assurer l'accès aux parcelles situées à l'intérieur du bloc et l'écoulement des eaux ce celles-ci. Le comité d'acquisition d'immeubles a qualité pour passer acte des conventions.
Art. 11_VLAAMS_GEWEST.    § 1. Het comité mag, in de mate dat het nodig is voor de verwezenlijking van de gebruiksruil, voorlopige maatregelen nemen van afwatering en overgang binnen het blok. In dezelfde mate mag het de uitoefening van bestaande erfdienstbaarheden van afwatering en overgang schorsen.  Die maatregelen hebben uitwerking tot het verlijden van de ruilverkavelingsakte bedoeld in artikel 52 van deze wet of in artikel 37 van de wet van 22 juli 1970. Niemand mag er zich tegen verzetten. Een vergoeding is slechts verschuldigd wegens schade aan de gewassen of wanneer deze maatregelen hinderlijk zijn voor het genot van de gronden. Het comité stelt die vergoeding onverwijld vast en keert ze dadelijk uit. Bij betwisting stelt de rechter de vergoeding vast.  § 2. Het comité is bevoegd om met eigenaars van buiten het blok gelegen kavels overeenkomsten te sluiten ten einde de toegang tot en de afwatering van binnen het blok gelegen kavels te waarborgen. [1 Een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1 is bevoegd om akte van die overeenkomsten te verlijden.
  
Art.11 _REGION_FLAMANDE.    § 1. A l'intérieur du bloc, le comité peut, dans la mesure requise pour l'exécution de l'échange d'exploitation, prendre des dispositions provisoires en matière d'écoulement des eaux et de passage. Dans la même mesure, il peut suspendre l'exercice de servitudes d'écoulement d'eau et de passage existantes.  Ces mesures ont effet jusqu'à la passation de l'acte de remembrement prévu à l'article 52 de la présente loi ou à l'article 37 de la loi du 22 juillet 1970. Nul ne peut s'y opposer. Elles ne donnent lieu à indemnité que pour des dégâts aux cultures ou lorsqu'elles nuisent à la jouissance des terres. Le comité fixe aussitôt cette indemnité qui est immédiatement liquidée. En cas de contestation, l'indemnité est fixée par le juge.  § 2. En dehors du bloc, le comité a qualité pour passer avec les propriétaires de parcelles, des conventions en vue d'assurer l'accès aux parcelles situées à l'intérieur du bloc et l'écoulement des eaux ce celles-ci. [1 Un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1 a qualité pour passer acte des conventions.
  
Art.12. Het comité maakt op :
  1° een kavelplan waarop de vroegere kavels en de kadastrale percelen aangeduid zijn;
  2° lijsten waarop met betrekking tot ieder gebruiker vermeld zijn de kavels die hij in gebruik heeft, de oppervlakte ervan en hun globale oppervlakte, alsmede de naam van de eigenaars;
  3° een ruilplan waarop de nieuwe kavels aangeduid zijn;
  4° lijsten waarop met betrekking tot ieder gebruiker vermeld zijn de nieuwe kavels die hem toebedeeld worden, de oppervlakte ervan en hun globale oppervlakte, alsmede de naam van de eigenaars;
  5° lijsten waarop met betrekking tot ieder gebruiker vermeld is de jaarlijkse vergoeding die hij aan het comité of het comité aan hem moet betalen;
  6° een plan van de voorlopige maatregelen van overgang en afwatering binnen het blok en een plan van de erfdienstbaarheden op gronden buiten het blok, die door toedoen van het comité gevestigd, gewijzigd of afgeschaft worden tot nut van binnen het blok gelegen kavels;
  7° de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de meerwaarden en van de minderwaarden die in voorkomend geval worden toegekend op grond van artikel 47 van deze wet of van artikel 34 van de wet van 22 juli 1970.
  Die plannen en lijsten, evenals het plan bedoeld in artikel 7, worden opgemaakt volgens de kadastrale gegevens.
Art.12. Le comité établit :
  1° un plan parcellaire indiquant les anciennes parcelles et les parcelles cadastrales;
  2° des tableaux indiquant, par exploitant, les parcelles qu'il occupe, les superficies de ces parcelles et leur superficie globale, ainsi que le nom des propriétaires;
  3° un plan d'échange indiquant les nouvelles parcelles;
  4° des tableaux indiquant, par exploitant, les nouvelles parcelles qui lui sont attribuées, les superficies de ces parcelles et leur superficie globale ainsi que le nom des propriétaires;
  5° des tableaux, indiquant, par exploitant, l'indemnité annuelle qu'il est tenu de payer au comité ou qu'il doit recevoir de celui-ci;
  6° un plan des mesures provisoires en matière de passage et d'écoulement d'eau à l'intérieur du bloc ainsi qu'un plan des servitudes grevant les terres situées en dehors du bloc et établies, modifiées ou supprimées par le comité au profit de parcelles comprises dans le bloc;
  7° les éléments nécessaires au calcul des plus-values et des moins-values qui le cas échéant pourraient être accordées en vertu de l'article 47 de la présente loi ou de l'article 34 de la loi du 22 juillet 1970.
  Ces plans et tableaux, de même que le plan visé à l'article 7 sont établis d'après les données cadastrales.
Art.13. De stukken bedoeld in artikel 12 worden gedurende dertig dagen ter inzage neergelegd in de gemeenten waar het comité zijn zetel gevestigd heeft.
  De neerlegging van die stukken wordt in de gemeenten bedoeld in artikel 3, eerste lid, bekendgemaakt door aanplakking.
  Het comité stelt de op de lijsten vermelde gebruikers en eigenaars in kennis van die neerlegging bij een ter post aangetekende brief.
  In de kennisgeving en het aangeplakt bericht van de neerlegging worden de dagen, uren en plaats vermeld waarop de belanghebbende gebruikers opmerkingen en bezwaren kunnen indienen bij de voorzitter van het comité of zijn afgevaardigde.
Art.13. Les documents visés à l'article 12 sont soumis à enquête publique pendant trente jours dans la commune où le comité belge a établi son siège.
  Le dépôt de ces documents est annoncé par voie d'affichage dans les communes visées à l'article 3, alinéa 1er.
  Les exploitants et les propriétaires mentionnés aux tableaux sont avisés de ce dépôt par lettre recommandée à la poste par les soins du comité.
  L'avis notifié et l'avis affiché du dépôt mentionnent les jours, heures et endroits où les observations et réclamations des exploitants intéressés peuvent être reçues par le président du comité ou son délégué.
Art. 13_WAALS_GEWEST.   De stukken bedoeld in artikel 12 worden (ter inzage gelegd volgens de modaliteiten omschreven in Boek I van het Milieuwetboek).
  (Tweede lid opgeheven).
  Het comité stelt de op de lijsten vermelde gebruikers en eigenaars in kennis van die neerlegging bij een ter post aangetekende brief.
  (vierde lid opgeheven).
Art. 13 _REGION_WALLONNE.
  Les documents visés à l'article 12 sont soumis à enquête publique (selon les modalités définies au Livre Ier du Code de l'Environnement).
  (Alinéa 2 abrogé)
  Les exploitants et les propriétaires mentionnés aux tableaux sont avisés de ce dépôt par lettre recommandée à la poste par les soins du comité.
  (Alinéa 4 abrogé)
Art.14. De voorzitter en de secretaris van het comité openen het proces-verbaal waarin de verklaringen van de belanghebbenden, die ze ondertekenen, worden opgenomen. De tijdens het onderzoek schriftelijk ingediende opmerkingen en bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld en blijven eraan gehecht.
  Bij het verstrijken van de termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de verzending van de in artikel 13, derde lid, bedoelde kennisgevingen, wordt het proces-verbaal door de voorzitter en de secretaris van het comité gesloten.
Art.14. Le président et le secrétaire du comité ouvrent le procès-verbal destiné à recueillir les déclarations des intéressés, qui les contresignent. Les observations et réclamations écrites reçues au cours de l'enquête sont mentionnées au procès-verbal et y demeurent annexées.
  A l'expiration du délai de trente jours qui prend cours le lendemain du jour de l'expédition des notifications visées à l'article 13, alinéa 3, le procès-verbal est clos par le président et le secrétaire du comité.
Art. 14_WAALS_GEWEST.   (Opgeheven)
Art. 14 _REGION_WALLONNE.   (Abrogé)
Art.15. Het comité onderzoekt de ingediende bezwaren en opmerkingen, beslist dienaangaande en brengt de nodige wijzigingen aan in de in artikel 12 vermelde plans en lijsten.
  Indien het comité oordeelt dat de grenzen van het blok gewijzigd moeten worden, roept het, bij een ter post aangetekende brief, de gebruikers op van de goederen die ten gevolge van die wijzigingen binnen of buiten het blok zullen vallen, tot een aanvullend onderzoek. De bepalingen van het eerste lid zijn van toepassing op dit aanvullend onderzoek.
  Het comité brengt elke wijziging van het blok bij een ter post aangetekend schrijven ter kennis van de betrokken eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers.
Art.15. Le comité examine les observations et réclamations introduites, statue à leur sujet et apporte les corrections nécessaires aux plans et tableaux prévus à l'article 12.
  Si le comité estime qu'il y a lieu à modification du bloc qu'il a provisoirement délimité,il convoque à une enquête complémentaire par lettre recommandée à la poste, les exploitants des biens qui seront incorporés dans le bloc ou exclus du bloc par suite de ces modifications. Les dispositions du premier alinéa sont applicables à cette enquête complémentaire.
  Le comité notifie, par lettre recommandée à la poste, aux propriétaires, usufruitiers et exploitants intéressés, toute modification qu'il apporte au bloc.
Art.16. De Minister stelt het blok vast in gemeenschappelijk overleg met de Minister van Landbouw.
  Vervolgens stelt het comité de in artikel 12 bedoelde lijsten en plans vast en legt deze ten zetel neer. Het duidt op het terrein de grenzen aan van de nieuwe kavels.
  Van de neerlegging wordt aan de belanghebbende gebruikers en eigenaars bij een ter post aangetekende brief kennis gegeven.
  Ieder gebruiker en eigenaar kan van die plans en lijsten inzage nemen binnen dertig dagen na die kennisgeving. Na het verstrijken van die termijn kan ieder belanghebbende tijdens de ganse duur van de verrichtingen inzage nemen van die stukken, op verzoek gericht aan de voorzitter of aan de secretaris van het comité.
Art.16. Le Ministre arrête le bloc d'un commun accord avec le Ministre de l'Agriculture.
  Le comité arrête ensuite les tableaux et plans visés à l'article 12 et les dépose au siège. Il indique sur le terrain les limites des nouvelles parcelles.
  L'avis du (dépôt) est notifié aux exploitants et propriétaires intéressés par lettre recommandée à la poste. .
  Tout exploitant et propriétaire est admis à prendre connaissance de ces plans et tableaux dans les trente jours qui suivent cette notification. Passé ce délai, tout intéressé peut, pendant toute la durée des opérations, consulter ces documents, sur demande faite au président ou au secrétaire du comité.
Art.17. § 1. Ieder gebruiker kan de vaststelling van de oppervlakte van zijn vroegere kavels betwisten, doch enkel wanneer het comité voor een kavel een andere oppervlakte heeft vastgesteld dan diegene die blijkt uit de kadastrale stukken of uit een akte met vaste dagtekening en voor zover het verschil groter is dan 5 pct. van de totale oppervlakte van zijn vroegere kavels vermeld in de lijsten van artikel 12, 2°.
  Ieder gebruiker kan eveneens de vaststelling van de oppervlakte van zijn nieuwe kavels betwisten, doch enkel wanneer de globale oppervlakte van zijn nieuwe kavels ten minste 5 pct. kleiner is dan die opgegeven in de lijsten van artikel 12, 4°.
  Ieder gebruiker kan voor de rechter ook het bedrag betwisten van de vergoeding die hem door het comité op grond van artikel 10 wordt toegekend of opgelegd.
  § 2. Op straffe van verval richt de belanghebbende of zijn advocaat aan de rechter een verzoekschrift tot benoeming van een deskundige, binnen veertig dagen na de bij artikel 16, derde lid, bedoelde kennisgeving.
  Binnen vijftien dagen na het einde van de termijn bepaald voor de neerlegging van de verzoekschriften, neemt de rechter een beschikking waarbij hij dag en uur van de verschijning ter plaatse bepaalt en één of meer deskundigen benoemt; deze verschijning geschiedt tussen de dertigste en de veertigste dag volgend op de beschikking.
  Het verzoekschrift evenals de beschikking die voor geen beroep vatbaar is, worden binnen drie dagen bij gerechtsbrief van de griffier overeenkomstig artikel 46 van het Gerechtelijk Wetboek, betekend aan de belanghebbende en aan zijn advocaat, voor zover die in het verzoekschrift is vermeld, aan het comité evenals aan de door de rechter benoemde deskundige.
  De door de post afgestempelde lijst van de aangetekende brieven of afgiftebewijzen die van de bij artikel 16, derde lid, bedoelde kennisgevingen getuigen, worden door het comité ter griffie neergelegd uiterlijk de dag waarop de termijn voor de indiening van de verzoekschriften verstrijkt.
  Om de rechtsvordering in te stellen moet een dagvaarding om ter plaatse te verschijnen, op straffe van verval ten minste vijftien dagen vooraf aan het comité worden betekend. De dagvaarding, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vermeldt het onderwerp van de rechtsvordering en bevat een bondige uiteenzetting van de middelen.
  Zo de deskundigen hun verslag niet hebben neergelegd binnen dertig dagen na het verschijnen ter plaatse, vervangt de rechter, op verzoek van de meest gerede partij, de in gebreke gebleven deskundigen door één of meer andere deskundigen, onverminderd de schadevergoeding waarop de partijen aanspraak kunnen hebben ten laste van de deskundigen die hun opdracht niet binnen de vastgestelde termijn hebben vervuld.
  Zodra het verslag van de deskundigen is neergelegd, stelt de rechter de datum van de terechtzitting vast. De partijen en hun advocaten, evenals de deskundigen worden onverwijld bij gerechtsbrief van de griffier, overeenkomstig artikel 46 van het Gerechtelijk Wetboek, opgeroepen. Een afschrift van het verslag en een bericht ter herinnering aan de bepalingen van het volgende lid worden bij de aan de partijen en aan hun advocaten gestuurde oproepingsbrief gevoegd.
  De zaak wordt op die (terechtzitting( weerhouden tenzij een of meerdere partijen verklaren dat zij het verslag van de deskundige betwisten, in welk geval de zaak wordt vastgesteld op veertig dagen. Die partijen beschikken dan, om hun conclusies te nemen, over vijftien dagen na de (terechtzitting) en ieder partij heeft vijftien dagen om te antwoorden op de conclusies van de andere partij; die termijnen zijn opgelegd op straffe van verval.
  De deskundigen vermelden onderaan hun verslag, de staat van hun ereloon en de kosten van het deskundig onderzoek. Wordt die staat ten laatste op de terechtzitting bedoeld in het zevende lid van deze paragraaf, schriftelijk betwist door één van de partijen, dan bepaalt de rechter er het bedrag van in zijn vonnis.
  § 3. De rechter doet uitspraak binnen vier maanden na de dagvaarding. Hij bepaalt of, en in voorkomend geval, in welke mate de proceskosten ten laste van het comité vallen.
  Oordeelt de rechter de bezwaren, ingediend op grond van § 1, gegrond, dan bepaalt hij de jaarlijkse vergoeding die verschuldigd is overeenkomstig artikel 10.
  Tegen het vonnis is, behalve verzet, geen beroep mogelijk, onverminderd de bevoegdheid van de procureur-generaal bij het Hof van cassatie om zich te voorzien wegens machtsoverschrijding of in het belang van de wet, overeenkomstig artikel 1091 van het Gerechtelijk Wetboek.
  § 4. In zover het ruilcomité de lijsten van artikel 12, 5°, in de gebruiksruilakte niet aangepast heeft aan de uitspraak van de rechter, brengt het comité tot aankoop van onroerende goederen na het verlijden van die akte hierin de verbeteringen aan die voortvloeien uit het vonnis, op verzoek van de meest gerede partij.
  § 5. Het comité mag, ingevolge vaststelling van materiële fouten, aan de plans en lijsten de nodige verbeteringen aanbrengen.
Art.17. § 1. Tout exploitant peut contester la détermination de la superficie de ses anciennes parcelles mais uniquement lorsque le comité a fixé pour une parcelle une superficie autre que celle découlant des documents cadastraux ou d'un acte ayant date certaine et pour autant que la différence excède de 5 p.c. la superficie totale de ses anciennes parcelles mentionnée dans les tableaux de l'article 12, 2°.
  Tout exploitant peut aussi contester la détermination de la superficie de ses nouvelles parcelles mais uniquement lorsque la superficie totale de ses nouvelles parcelles est inférieure d'au moins 5 p.c. à celle qui est mentionnée dans les tableaux de l'article 12, 4°.
  Tout exploitant peut de même contester devant le juge le montant de l'indemnité qui lui est attribuée ou imposée par le comité en vertu de l'article 10.
  § 2. A peine de forclusion, l'intéressé ou son avocat adresse au juge une requête en nomination d'expert, dans les quarante jours de la notification prévue à l'article 16, alinéa 3.
  Dans les quinze jours qui suivent la clôture du délai pour le dépôt des requêtes, le juge rend une ordonnance par laquelle il fixe la date et l'heure de comparution sur les lieux et nomme un ou plusieurs experts; cette comparution a lieu entre le trentième et le quarantième jour suivant la date de l'ordonnance.
  La requête ainsi que l'ordonnance, qui n'est susceptible d'aucun recours, sont notifiées dans les trois jours par pli judiciaire du greffier, conformément à l'article 46 du Code judiciaire, à l'intéressé et à son avocat, si son nom figure à la requête, au comité ainsi qu'à l'expert nommé par le juge.
  La liste estampillée des lettres recommandées ou les récépissés de l'administration des postes afférents aux notifications prévues à l'article 16, alinéa 3, sont déposés au greffe par le comité au plus tard le jour de l'expiration du délai pour l'introduction des requêtes.
  Pour introduire l'action en justice, une citation à comparaître sur les lieux est, à peine de déchéance, notifiée au comité, au moins quinze jours d'avance. La citation, à peine d'irrecevabilité, mentionne l'objet de l'action et contient un exposé succinct des moyens.
  Si les experts n'ont pas déposé leur rapport dans les trente jours de la visite des lieux, le juge remplace les experts défaillants par un ou plusieurs experts, à la requête de la partie la plus diligente, sans préjudice des dommages et intérêts que les parties pourraient obtenir à charge des experts qui n'ont pas rempli leur mission dans le délai imparti.
  Dès que le rapport des experts est déposé, le juge fixe la date de l'audience; les parties et leurs avocats ainsi que les experts y sont convoqués sans délai, par pli judiciaire du greffier conformément à l'article 46 du Code judiciaire. A la convocation des parties et de leurs avocats sont joints une copie du rapport et un avis rappelant les dispositions de l'alinéa suivant.
  L'affaire est retenue à cette audience à moins qu'une ou plusieurs parties ne déclarent contester le rapport de l'expert, auquel cas elle est fixée à quarante jours plus tard. Ces parties disposent, pour conclure, d'un délai de quinze jours suivant l'audience et chaque partie a quinze jours pour répondre aux conclusions de l'autre partie; ces délais sont prescrits à peine de forclusion.
  Les experts inscrivent l'état de leurs honoraires et des frais d'expertise au bas de leur rapport. Si, au plus tard à l'audience visée à l'alinéa 7 de ce paragraphe, cet état est contesté par écrit par l'une des parties, le juge en fixe le montant dans son jugement.
  § 3. Le juge statue dans les quatre mois de la citation. Il détermine si, et le cas échéant, dans quelle mesure les dépens de la procédure sont à charge du comité.
  Si le juge estime fondées les réclamations introduites sur la base du par. 1er, il fixe l'indemnité annuelle qui est due conformément à l'article 10.
  Le jugement n'est susceptible d'aucun recours, hormis l'opposition, sans préjudice du droit du procureur général près la Cour de cassation d'exercer le pourvoi, du chef d'excès de pouvoir ou dans l'intérêt de la loi, conformément à l'article 1091 du Code judiciaire.
  § 4. Pour autant que le comité d'échange n'ait pas, dans l'acte d'échange d'exploitation, adapté les tableaux de l'article 12, 5°, à la décision du juge, le comité d'acquisition d'immeubles y apporte, après la passation de cet acte, à la requête de la partie la plus diligente, les corrections qui découlent du jugement.
  § 5. Le comité peut apporter aux plans et tableaux les corrections nécessaires à la suite de la constatation de fautes matérielles.
Art. 17_VLAAMS_GEWEST.    § 1. Ieder gebruiker kan de vaststelling van de oppervlakte van zijn vroegere kavels betwisten, doch enkel wanneer het comité voor een kavel een andere oppervlakte heeft vastgesteld dan diegene die blijkt uit de kadastrale stukken of uit een akte met vaste dagtekening en voor zover het verschil groter is dan 5 pct. van de totale oppervlakte van zijn vroegere kavels vermeld in de lijsten van artikel 12, 2°.
  Ieder gebruiker kan eveneens de vaststelling van de oppervlakte van zijn nieuwe kavels betwisten, doch enkel wanneer de globale oppervlakte van zijn nieuwe kavels ten minste 5 pct. kleiner is dan die opgegeven in de lijsten van artikel 12, 4°.
  Ieder gebruiker kan voor de rechter ook het bedrag betwisten van de vergoeding die hem door het comité op grond van artikel 10 wordt toegekend of opgelegd.
  § 2. Op straffe van verval richt de belanghebbende of zijn advocaat aan de rechter een verzoekschrift tot benoeming van een deskundige, binnen veertig dagen na de bij artikel 16, derde lid, bedoelde kennisgeving.
  Binnen vijftien dagen na het einde van de termijn bepaald voor de neerlegging van de verzoekschriften, neemt de rechter een beschikking waarbij hij dag en uur van de verschijning ter plaatse bepaalt en één of meer deskundigen benoemt; deze verschijning geschiedt tussen de dertigste en de veertigste dag volgend op de beschikking.
  Het verzoekschrift evenals de beschikking die voor geen beroep vatbaar is, worden binnen drie dagen bij gerechtsbrief van de griffier overeenkomstig artikel 46 van het Gerechtelijk Wetboek, betekend aan de belanghebbende en aan zijn advocaat, voor zover die in het verzoekschrift is vermeld, aan het comité evenals aan de door de rechter benoemde deskundige.
  De door de post afgestempelde lijst van de aangetekende brieven of afgiftebewijzen die van de bij artikel 16, derde lid, bedoelde kennisgevingen getuigen, worden door het comité ter griffie neergelegd uiterlijk de dag waarop de termijn voor de indiening van de verzoekschriften verstrijkt.
  Om de rechtsvordering in te stellen moet een dagvaarding om ter plaatse te verschijnen, op straffe van verval ten minste vijftien dagen vooraf aan het comité worden betekend. De dagvaarding, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vermeldt het onderwerp van de rechtsvordering en bevat een bondige uiteenzetting van de middelen.
  Zo de deskundigen hun verslag niet hebben neergelegd binnen dertig dagen na het verschijnen ter plaatse, vervangt de rechter, op verzoek van de meest gerede partij, de in gebreke gebleven deskundigen door één of meer andere deskundigen, onverminderd de schadevergoeding waarop de partijen aanspraak kunnen hebben ten laste van de deskundigen die hun opdracht niet binnen de vastgestelde termijn hebben vervuld.
  Zodra het verslag van de deskundigen is neergelegd, stelt de rechter de datum van de terechtzitting vast. De partijen en hun advocaten, evenals de deskundigen worden onverwijld bij gerechtsbrief van de griffier, overeenkomstig artikel 46 van het Gerechtelijk Wetboek, opgeroepen. Een afschrift van het verslag en een bericht ter herinnering aan de bepalingen van het volgende lid worden bij de aan de partijen en aan hun advocaten gestuurde oproepingsbrief gevoegd.
  De zaak wordt op die (terechtzitting( weerhouden tenzij een of meerdere partijen verklaren dat zij het verslag van de deskundige betwisten, in welk geval de zaak wordt vastgesteld op veertig dagen. Die partijen beschikken dan, om hun conclusies te nemen, over vijftien dagen na de (terechtzitting) en ieder partij heeft vijftien dagen om te antwoorden op de conclusies van de andere partij; die termijnen zijn opgelegd op straffe van verval.
  De deskundigen vermelden onderaan hun verslag, de staat van hun ereloon en de kosten van het deskundig onderzoek. Wordt die staat ten laatste op de terechtzitting bedoeld in het zevende lid van deze paragraaf, schriftelijk betwist door één van de partijen, dan bepaalt de rechter er het bedrag van in zijn vonnis.
  § 3. De rechter doet uitspraak binnen vier maanden na de dagvaarding. Hij bepaalt of, en in voorkomend geval, in welke mate de proceskosten ten laste van het comité vallen.
  Oordeelt de rechter de bezwaren, ingediend op grond van § 1, gegrond, dan bepaalt hij de jaarlijkse vergoeding die verschuldigd is overeenkomstig artikel 10.
  Tegen het vonnis is, behalve verzet, geen beroep mogelijk, onverminderd de bevoegdheid van de procureur-generaal bij het Hof van cassatie om zich te voorzien wegens machtsoverschrijding of in het belang van de wet, overeenkomstig artikel 1091 van het Gerechtelijk Wetboek.
  § 4. In zover het ruilcomité de lijsten van artikel 12, 5°, in de gebruiksruilakte niet aangepast heeft aan de uitspraak van de rechter, brengt [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1 na het verlijden van die akte hierin de verbeteringen aan die voortvloeien uit het vonnis, op verzoek van de meest gerede partij.
  § 5. Het comité mag, ingevolge vaststelling van materiële fouten, aan de plans en lijsten de nodige verbeteringen aanbrengen.
  
Art.17 _REGION_FLAMANDE.
   § 1. Tout exploitant peut contester la détermination de la superficie de ses anciennes parcelles mais uniquement lorsque le comité a fixé pour une parcelle une superficie autre que celle découlant des documents cadastraux ou d'un acte ayant date certaine et pour autant que la différence excède de 5 p.c. la superficie totale de ses anciennes parcelles mentionnée dans les tableaux de l'article 12, 2°.
  Tout exploitant peut aussi contester la détermination de la superficie de ses nouvelles parcelles mais uniquement lorsque la superficie totale de ses nouvelles parcelles est inférieure d'au moins 5 p.c. à celle qui est mentionnée dans les tableaux de l'article 12, 4°.
  Tout exploitant peut de même contester devant le juge le montant de l'indemnité qui lui est attribuée ou imposée par le comité en vertu de l'article 10.
  § 2. A peine de forclusion, l'intéressé ou son avocat adresse au juge une requête en nomination d'expert, dans les quarante jours de la notification prévue à l'article 16, alinéa 3.
  Dans les quinze jours qui suivent la clôture du délai pour le dépôt des requêtes, le juge rend une ordonnance par laquelle il fixe la date et l'heure de comparution sur les lieux et nomme un ou plusieurs experts; cette comparution a lieu entre le trentième et le quarantième jour suivant la date de l'ordonnance.
  La requête ainsi que l'ordonnance, qui n'est susceptible d'aucun recours, sont notifiées dans les trois jours par pli judiciaire du greffier, conformément à l'article 46 du Code judiciaire, à l'intéressé et à son avocat, si son nom figure à la requête, au comité ainsi qu'à l'expert nommé par le juge.
  La liste estampillée des lettres recommandées ou les récépissés de l'administration des postes afférents aux notifications prévues à l'article 16, alinéa 3, sont déposés au greffe par le comité au plus tard le jour de l'expiration du délai pour l'introduction des requêtes.
  Pour introduire l'action en justice, une citation à comparaître sur les lieux est, à peine de déchéance, notifiée au comité, au moins quinze jours d'avance. La citation, à peine d'irrecevabilité, mentionne l'objet de l'action et contient un exposé succinct des moyens.
  Si les experts n'ont pas déposé leur rapport dans les trente jours de la visite des lieux, le juge remplace les experts défaillants par un ou plusieurs experts, à la requête de la partie la plus diligente, sans préjudice des dommages et intérêts que les parties pourraient obtenir à charge des experts qui n'ont pas rempli leur mission dans le délai imparti.
  Dès que le rapport des experts est déposé, le juge fixe la date de l'audience; les parties et leurs avocats ainsi que les experts y sont convoqués sans délai, par pli judiciaire du greffier conformément à l'article 46 du Code judiciaire. A la convocation des parties et de leurs avocats sont joints une copie du rapport et un avis rappelant les dispositions de l'alinéa suivant.
  L'affaire est retenue à cette audience à moins qu'une ou plusieurs parties ne déclarent contester le rapport de l'expert, auquel cas elle est fixée à quarante jours plus tard. Ces parties disposent, pour conclure, d'un délai de quinze jours suivant l'audience et chaque partie a quinze jours pour répondre aux conclusions de l'autre partie; ces délais sont prescrits à peine de forclusion.
  Les experts inscrivent l'état de leurs honoraires et des frais d'expertise au bas de leur rapport. Si, au plus tard à l'audience visée à l'alinéa 7 de ce paragraphe, cet état est contesté par écrit par l'une des parties, le juge en fixe le montant dans son jugement.
  § 3. Le juge statue dans les quatre mois de la citation. Il détermine si, et le cas échéant, dans quelle mesure les dépens de la procédure sont à charge du comité.
  Si le juge estime fondées les réclamations introduites sur la base du par. 1er, il fixe l'indemnité annuelle qui est due conformément à l'article 10.
  Le jugement n'est susceptible d'aucun recours, hormis l'opposition, sans préjudice du droit du procureur général près la Cour de cassation d'exercer le pourvoi, du chef d'excès de pouvoir ou dans l'intérêt de la loi, conformément à l'article 1091 du Code judiciaire.
  § 4. Pour autant que le comité d'échange n'ait pas, dans l'acte d'échange d'exploitation, adapté les tableaux de l'article 12, 5°, à la décision du juge, [1 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1 y apporte, après la passation de cet acte, à la requête de la partie la plus diligente, les corrections qui découlent du jugement.
  § 5. Le comité peut apporter aux plans et tableaux les corrections nécessaires à la suite de la constatation de fautes matérielles.
  
Art.18. In voorkomend geval zijn de artikelen 37 en 38 van toepassing op de gebruiksruil. De kosten voor uitvoering worden verdeeld over de nieuwe kavels terzelfder tijd als de kosten voor uitvoering van de ruilverkavelingen bepaald bij artikel 28 en overeenkomstig de bepalingen van artikel 46 van deze wet of van artikel 40 van de wet van 22 juli 1970.
Art.18. S'il échet, les prescriptions des articles 37 et 38 sont d'application. Les frais d'exécution sont répartis sur les nouvelles parcelles en même temps que les frais d'exécution des remembrements prévus à l'article 28 et conformément aux dispositions de l'article 46 de la présente loi ou de l'article 40 de la loi du 22 juillet 1970.
Art.19. Wanneer de plans en lijsten zijn vastgesteld zoals bepaald bij artikel 16, belast het comité het comité tot aankoop van onroerende goederen dat hiertoe de bevoegdheid verwerft, met het verlijden van de akte van gebruiksruil.
  Deze akte omvat :
  1° de vaststelling van de rechten en verplichtingen zoals deze voortvloeien uit de bij artikel 16 bedoelde plans en lijsten;
  2° de door het comité vastgestelde data en voorwaarden van ingenottreding en ingebruikneming van de nieuwe kavels.
  De bij artikel 16 bedoelde plans en lijsten en de overeenkomsten, bedoeld in artikel 11, § 2, worden aan de akte van ruil gehecht.
  De bepalingen van artikel 12 van de wet van 10 oktober 1913 tot wijziging van de hypotheekwet, zijn van toepassing op de akte van gebruiksruil.
  De akte van gebruiksruil en de bijlagen ervan worden bewaard door het comité tot aankoop van onroerende goederen.
Art.19. Lorsque les plans et tableaux ont été arrêtés comme prévu à l'article 16, le comité charge de la passation de l'acte d'échange d'exploitation, le comité d'acquisition d'immeubles à qui compétence est attribuée à cette fin.
  Cet acte contient :
  1° la constatation des droits et obligations tels qu'ils découlent des plans et tableaux mentionnés à l'article 16;
  2° les dates et les conditions de l'entrée en jouissance et de l'occupation des nouvelles parcelles; ces dates et conditions sont déterminées par le comité.
  Les plans et tableaux visés à l'article 16, ainsi que les conventions visées à l'article 11, par. 2, sont annexés à l'acte d'échange d'exploitation.
  Les dispositions de l'article 12 de la loi du 10 octobre 1913 apportant des modifications à la loi hypothécaire sont applicables à l'acte d'échange d'exploitation.
  L'acte d'échange d'exploitation et ses annexes sont conservés par le comité d'acquisition d'immeubles.
Art. 19_VLAAMS_GEWEST.    Wanneer de plans en lijsten zijn vastgesteld zoals bepaald bij artikel 16, belast het comité [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1 dat hiertoe de bevoegdheid verwerft, met het verlijden van de akte van gebruiksruil.
  Deze akte omvat :
  1° de vaststelling van de rechten en verplichtingen zoals deze voortvloeien uit de bij artikel 16 bedoelde plans en lijsten;
  2° de door het comité vastgestelde data en voorwaarden van ingenottreding en ingebruikneming van de nieuwe kavels.
  De bij artikel 16 bedoelde plans en lijsten en de overeenkomsten, bedoeld in artikel 11, § 2, worden aan de akte van ruil gehecht.
  De bepalingen van artikel 12 van de wet van 10 oktober 1913 tot wijziging van de hypotheekwet, zijn van toepassing op de akte van gebruiksruil.
  De akte van gebruiksruil en de bijlagen ervan worden bewaard door [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1.
  
Art.19 _REGION_FLAMANDE.
   Lorsque les plans et tableaux ont été arrêtés comme prévu à l'article 16, le comité charge de la passation de l'acte d'échange d'exploitation, [1 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1 à qui compétence est attribuée à cette fin.
  Cet acte contient :
  1° la constatation des droits et obligations tels qu'ils découlent des plans et tableaux mentionnés à l'article 16;
  2° les dates et les conditions de l'entrée en jouissance et de l'occupation des nouvelles parcelles; ces dates et conditions sont déterminées par le comité.
  Les plans et tableaux visés à l'article 16, ainsi que les conventions visées à l'article 11, par. 2, sont annexés à l'acte d'échange d'exploitation.
  Les dispositions de l'article 12 de la loi du 10 octobre 1913 apportant des modifications à la loi hypothécaire sont applicables à l'acte d'échange d'exploitation.
  L'acte d'échange d'exploitation et ses annexes sont conservés par [1 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1.
  
Art.20. De akte van gebruiksruil geldt als titel voor de ingebruikneming van de nieuwe kavels tot op het ogenblik van de overschrijving van de ruilverkavelingsakte bedoeld bij artikel 52 van deze wet of bij artikel 37 van de wet van 22 juli 1970.
Art.20. L'acte d'échange d'exploitation forme titre pour l'occupation des nouvelles parcelles jusqu'au moment de la transcription de l'acte de remembrement visé à l'article 52 de la présente loi, ou à l'article 37 de la loi du 22 juillet 1970.
Art.21. Het ruilcomité geeft onverwijld kennis aan de verpachters van de wijzigingen in het gebruik van hun kavels, welke voortvloeien uit de akte van gebruiksruil.
  Het comité tot aankoop van onroerende goederen overhandigt een eensluidend verklaard uittreksel uit de akte van gebruiksruil en uit de bijlagen ervan aan ieder belanghebbende gebruiker. Op deze uittreksels komt het formulier van tenuitvoerlegging voor.
Art.21. Le comité d'échange informe sans délai les bailleurs des changements dans l'exploitation de leurs parcelles qui découlent de l'acte d'échange d'exploitation.
  Le comité d'acquisition d'immeubles délivre à chacun des exploitants intéressés un extrait conforme de l'acte d'échange d'exploitation et de ses annexes. Ces extraits sont revêtus de la formule exécutoire.
Art. 21_VLAAMS_GEWEST.    Het ruilcomité geeft onverwijld kennis aan de verpachters van de wijzigingen in het gebruik van hun kavels, welke voortvloeien uit de akte van gebruiksruil.  [1 Een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1 overhandigt een eensluidend verklaard uittreksel uit de akte van gebruiksruil en uit de bijlagen ervan aan ieder belanghebbende gebruiker. Op deze uittreksels komt het formulier van tenuitvoerlegging voor.
  
Art.21 _REGION_FLAMANDE.    Le comité d'échange informe sans délai les bailleurs des changements dans l'exploitation de leurs parcelles qui découlent de l'acte d'échange d'exploitation.  [1 Un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1 délivre à chacun des exploitants intéressés un extrait conforme de l'acte d'échange d'exploitation et de ses annexes. Ces extraits sont revêtus de la formule exécutoire.
  
Art.22. Het comité keert aan de gebruikers uit of vordert van hen de vergoeding die verschuldigd is overeenkomstig artikel 10, op het tijdstip dat in de gebruiksruilakte bepaald is. Dat tijdstip valt samen met dat waarop, naar plaatselijke of gewestelijke gewoonte, de pachtprijs aan de verpachters betaald wordt.
Art.22. Le comité verse aux exploitants ou réclame à ceux-ci l'indemnité due en vertu de l'article 10, à l'époque qui est fixée dans l'acte d'échange d'exploitation. Cette époque coïncide avec celle à laquelle, selon l'usage local ou régional, le fermage est payé aux bailleurs.
Art.23. De ingebruikneming van de nieuwe kavels heeft plaats op de tijdstippen en onder de voorwaarden bepaald in de akte van gebruiksruil.
Art.23. L'occupation des nouvelles parcelles se fait aux dates et conditions fixées dans l'acte d'échange d'exploitation.
Art.24. De overname van navetten en culturen zoals weiden en groenbemestingen wordt geregeld tussen de intredende en uittredende gebruikers. De overname van afsluitingen wordt geregeld tussen de belanghebbenden.
  Wanneer tussen deze partijen geen overeenkomst is bereikt, treedt het comité, op verzoek van één hunner, bemiddelend op.
  Het comité kan ter zake van de overname van navetten en culturen of van de afsluitingen tot geen vergoeding veroordeeld worden.
Art.24. Les reprises d'arrière-engrais et de cultures telles que prairies et engrais verts sont réglées entre les exploitants sortants et entrants. Les reprises de clôtures sont réglées entre les intéressés.
  En cas de désaccord, le comité s'efforce de concilier les parties, à la demande de l'une d'elles.
  Le comité ne peut pas être condamné au paiement d'indemnités du chef de reprises d'arrière-engrais et de cultures ou de clôtures.
Art.25. Wanneer aan een pacht een einde wordt gemaakt, bepaalt het comité, voor zover als nodig, de nieuwe kavels of gedeelten hiervan waarop de opzegging betrekking heeft. In geval van betwisting kan elk der partijen het geschil bij de rechter aanhangig maken.
Art.25. Lorsqu'il est mis fin à un bail à ferme, le comité détermine, s'il y a lieu, les nouvelles parcelles ou parties de nouvelles parcelles sur lesquelles le congé est reporté. En cas de contestation, chacune des parties peut saisir le juge du litige.
Art.26. Vanaf de bekendmaking van het koninklijk besluit waarbij tot gebruiksruil is besloten en tot op het ogenblik van de overschrijving van de ruilverkavelingsakte bedoeld bij artikel 52 van deze wet of bij artikel 37 van de wet van 22 juli 1970, wijzigt de ingebruikneming van de nieuwe kavels, verplichtend gemaakt ingevolge de akte van gebruiksruil, op geen enkele wijze de rechten en verplichtingen noch van de pachters, noch van de verpachters en maakt deze geen onderpacht noch pachtoverdracht uit.
Art.26. A partir de la publication de l'arrêté royal décrétant l'échange d'exploitation et jusqu'au moment de la transcription de l'acte de remembrement visé à l'article 52 de la présente loi, ou à l'article 37 de la loi du 22 juillet 1970, l'occupation des nouvelles parcelles, rendue obligatoire par l'acte d'échange d'exploitation, ne modifie en aucune manière les droits et obligations ni des preneurs ni des bailleurs et ne constitue ni une sous-location ni une cession de bail.
HOOFDSTUK III. - Gebruiksruil van gronden begrepen in een in uitvoering zijnde ruilverkaveling.
CHAPITRE III. - De l'échange d'exploitation de terres comprises dans un remembrement en cours d'exécution.
Art.27. Wanneer grote infrastructuurwerken waartoe de Koning besloten heeft of machtiging verleend heeft, uitgevoerd moeten worden in een in uitvoering zijnde ruilverkaveling, kan de Koning beslissen dat tot een gebruiksruil overgegaan wordt; in dat geval duidt Hij de daarbij betrokken gronden aan.
  In dit geval, is het comité, ingesteld bij toepassing van artikel 12 van de wet van 22 juli 1970, bevoegd om de verrichtingen voor de gebruiksruil uit te voeren.
  Tijdens de uitvoering ervan wordt het comité evenwel aangevuld door een vertegenwoordiger van de opdrachtgever van de werken bedoeld in artikel 2, eerste lid, benoemd op de voordracht van de bevoegde Minister.
  Na de uitvoering van de gebruiksruil maakt het ruilverkavelingscomité voor de gronden die daarbij betrokken waren, het bij artikel 26 van de wet van 22 juli 1970 bedoeld (herverkavelingsplan) op of vervolledigt het en zet het de ruilverkaveling voort overeenkomstig die wet. Het ruilverkavelingscomité treedt in de rechten en verplichtingen van het ruilcomité en staat in voor de vereffening van de rekeningen.
Art.27. Lorsque de grands travaux d'infrastructure décidés ou autorisés par le Roi affectent un remembrement en cours d'exploitation; dans ce cas, il désigne les terres sur lesquelles porte cet échange.
  Dans ce cas, le comité, institue en application de l'article 12 de la loi du 22 juillet 1970 est compétent pour l'exécution de l'échange d'exploitation.
  Toutefois, pendant l'exécution de celui-ci, le comité est complété par un représentant du maître de l'ouvrage des travaux visés à l'article 2, alinéa 1er, nommé sur la proposition du Ministre compétent.
  Après l'exécution de l'échange d'exploitation, le comité de remembrement établi ou complète le plan de relotissement prévu par l'article 26 de la loi du 22 juillet 1970, pour les terres ayant fait l'objet de cet échange et poursuit le remembrement conformément à cette loi. Le comité de remembrement succède aux droits et obligations du comité d'échange et assure la liquidation des comptes.
TITEL II. - De op de gebruiksruil volgende ruilverkaveling.
TITRE II. - Le remembrement consécutif à l'échange d'exploitation.
Art.28. Na de gebruiksruil beslist de Koning dat de gronden of een gedeelte ervan begrepen in het blok zoals vastgesteld in artikel 16 :
  1° hetzij het voorwerp zullen uitmaken van een ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet overeenkomstig de wet van 22 juli 1970. In dat geval zijn de artikelen 1, 12 en volgende van de wet van 22 juli 1970 van toepassing op de ruilverkavelingsverrichtingen;
  Indien een gedeelte van de gronden niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een gebruiksruil, worden deze gronden onderworpen aan het onderzoek voorzien in hoofdstuk II van de wet van 22 juli 1970;
  2° hetzij zullen worden opgenomen of in een in uitvoering zijnde ruilverkaveling of in een in uitvoering zijnde onderzoek naar het nut van een ruilverkaveling;
  3° hetzij het voorwerp zullen uitmaken van een vereenvoudigde ruilverkaveling.
Art.28. Après l'échange d'exploitation, le Roi décide quelles terres faisant partie du bloc tel qu'il a été arrêté à l'article 16 :
  1° soit feront l'objet d'un remembrement légal de biens ruraux en exécution de la loi du 22 juillet 1970. Dans ce cas, les articles 1er, 12 et suivants de la loi du 22 juillet 1970 sont d'application pour l'exécution de ce remembrement;
  Si une partie des terres n'a pas fait l'objet d'un échange d'exploitation, ces terres seront soumises à l'enquête prévue au chapitre II de la loi du 22 juillet 1970;
  2° soit seront incorporées ou dans un remembrement en exécution ou dans une enquête en cours sur l'utilité d'un remembrement;
  3° soit feront l'objet d'un remembrement simplifié.
HOOFDSTUK I. - Vereenvoudigde ruilverkaveling.
CHAPITRE I. - Le remembrement simplifié.
Afdeling I. - Algemene bepalingen.
Section 1. - Dispositions générales.
Art.29. Van de gronden waaromtrent de Koning beslist heeft dat zij het voorwerp zullen zijn van een vereenvoudigde ruilverkaveling, wordt de ruilverkaveling uitgevoerd volgens de regelen bepaald in dit hoofdstuk.
  De vereenvoudigde ruilverkaveling kan gepaard gaan met werken als bedoeld door artikel 1, derde lid, van de wet van 22 juli 1970.
Art.29. Le remembrement des terres appelées, par décision du Roi, à faire l'objet d'un remembrement simplifié, s'opère selon les règles prévues par le présent chapitre.
  Le remembrement simplifié peut être accompagné des travaux visés à l'article 1er, alinéa 3, de la loi du 22 juillet 1970.
Afdeling 2. - Ruilverkavelingsverrichtingen.
Section 2. - Des opérations de remembrement.
Art.30. Het comité opgericht overeenkomstig artikel 3 is bevoegd voor de uitvoering van de vereenvoudigde ruilverkaveling. Op dit comité zijn de bepalingen van artikel 5 van toepassing.
Art.30. Le comité institué conformément à l'article 3 est compétent pour l'exécution du remembrement simplifié et les dispositions de l'article 5 lui sont applicables.
Art.31. De Nationale Landmaatschappij staat het comité bij. Zij verleent onder andere haar medewerking voor het opmaken van de stukken bedoeld bij de artikelen 32, 34, 35, 37, 38, § 1, tweede en derde lid, 39, 40, 44, 46 tot 49, 51, 55 en 56.
  De overige bepalingen van artikel 6 zijn van toepassing.
Art.31. La Société nationale terrienne assiste le comité. Elle lui prête son concours notamment en vue de l'établissement des documents prévus aux articles 32, 34, 35, 37, 38, par. 1er, alinéas 2 et 3, 39, 40, 44, 46 à 49, 51, 55 et 56.
  Les autres dispositions de l'article 6 sont applicables.
Art. 31_WAALS_GEWEST.   (Het Waalse Gewest) staat het comité bij. Zij verleent onder andere haar medewerking voor het opmaken van de stukken bedoeld bij de artikelen 32, 34, 35, 37, 38, § 1, tweede en derde lid, 39, 40, 44, 46 tot 49, 51, 55 en 56.   De overige bepalingen van artikel 6 zijn van toepassing.
Art. 31 _REGION_WALLONNE.   La (Région wallonne) assiste le comité. Elle lui prête son concours notamment en vue de l'établissement des documents prévus aux articles 32, 34, 35, 37, 38, par. 1er, alinéas 2 et 3, 39, 40, 44, 46 à 49, 51, 55 et 56.   Les autres dispositions de l'article 6 sont applicables.
Art.32. Het comité stelt bij een ter post aangetekende brief de belanghebbende eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers ervan in kennis dat tot de vereenvoudigde ruilverkaveling is besloten en geeft hun kennis van het bepaalde in artikel 9.
  Het koninklijk besluit waarbij tot de vereenvoudigde ruilverkaveling wordt besloten, wordt in de betrokken gemeenten bekend gemaakt door aanplakking.
Art.32. Le comité avise, par lettre recommandée à la poste, les propriétaires, usufruitiers et exploitants intéressés que le remembrement simplifié a été décrété et les informe des dispositions de l'article 9.
  L'arrêté royal, décrétant le remembrement simplifié est annoncé par voies d'affichage dans les communes intéressées.
Art.33. De betrokken eigenaars, vruchtgebruikers of verpachters zijn verplicht, op verzoek van het comité, binnen vijftien dagen, mededeling te doen van naam en adres van de gebruikers, van de door ieder van hen in bedrijf genomen totale oppervlakten en van elke andere inlichting die het nuttig acht; zoniet kan het comité de nodige opzoekingen doen op de kosten van de in gebreke gebleven eigenaars, vruchtgebruikers of verpachters.
Art.33. Les propriétaires, usufruitiers ou bailleurs intéressés sont tenus, à la demande du comité, de communiquer, dans les quinze jours, les noms et adresses des exploitants, les superficies totales occupées par chacun d'eux et tous autres renseignements qui lui paraissent utiles; sinon, le comité peut effectuer les recherches nécessaires, aux frais des propriétaires, usufruitiers ou bailleurs défaillants.
Art.34. Het comité gaat zo nodig over tot de algehele of gedeeltelijke afpaling van de blokgrens. In dat geval wordt van het plan van afpaling bij een ter post aangetekende brief kennis gegeven aan de eigenaars van de kavels die aan weerszijden van de grens zijn gelegen en die bij de afpaling zijn betrokken.
  Binnen vijftien dagen na de kennisgeving kan ieder van de voormelde eigenaars bij een ter post aangetekende brief de afpaling betwisten. De bepalingen van dit lid worden vermeld in de aangetekende brief waarbij die kennisgeving door het comité wordt gedaan.
  In dat geval lokt het comité een gerechtelijke afpaling uit door de betrokken eigenaars voor de rechter te dagvaarden.
  Zo de door de rechter benoemde deskundige zijn verslag niet heeft neergelegd binnen veertig dagen na de kennisgeving van zijn benoeming door de griffier bij gerechtsbrief overeenkomstig artikel 46 van het Gerechtelijk Wetboek, vervangt de rechter hem, op verzoek van de meest gerede partij, door een ander deskundige, onverminderd de schadevergoeding waarop de partijen aanspraak kunnen maken ten laste van de deskundige die zijn opdracht niet binnen de toegewezen termijn heeft vervuld.
  De bepalingen van artikel 17, § 3, lid één en lid drie, van deze wet zijn van toepassing op die rechtsvorderingen.
Art.34. Le comité, s'il y a lieu, procède au bornage total ou partiel du périmètre du bloc. Dans ce cas, le plan de bornage est notifié par lettre recommandée à la poste aux propriétaires des parcelles situées de part et d'autre du périmètre et faisant l'objet de ce bornage.
  Dans les quinze jours de la notification, chacun des propriétaires précités peut, par lettre recommandée à la poste, contester le bornage. Les dispositions du présent alinéa figurent dans la lettre recommandée portant cette notification par le comité.
  Dans ce cas, le comité provoque un bornage judiciaire, en citant les propriétaires intéressés devant le juge.
  Si l'expert nommé par le juge n'a pas déposé son rapport dans les quarante jours qui suivent la notification de sa nomination, faite par le greffier, sous pli judiciaire conformément à l'article 46 du Code judiciaire, le juge le remplace par un autre expert, à la requête de la partie la plus diligente, sans préjudice de tous dommages et intérêts que les parties pourraient obtenir à charge de l'expert qui n'a pas rempli sa mission dans le délai imparti.
  Les dispositions du par. 3, alinéas 1er et 3, de l'article 17 de la présente loi sont applicables à ces actions en justice.
Art.35. Het comité maakt volgens hun cultuur- en bedrijfswaarde de classificatie op van het geheel van de kavels in hun toestand voor de gebruiksruil en van de tot het openbaar domein behorende goederen die in het blok zijn begrepen; deze classificatie wordt aangeduid op een kavelplan waarop de waardezones, gevormd door het groeperen van gronden van dezelfde klasse, in tekening worden gebracht.
  Dit kavelplan wordt naar de kadastrale gegevens opgemaakt, behoudens de vergissingen die het comité vaststelt, gebeurlijk op aanwijzing van een belanghebbende.
Art.35. Le comité établit le classement d'après leur valeur culturale et d'exploitation de l'ensemble des parcelles telles qu'elles existaient avant l'échange d'exploitation ainsi que des biens appartenant au domaine public compris dans le bloc; ce classement figure sur un plan parcellaire où sont dessinées les zones de valeur formées par le groupement des terres de même classe.
  Ce plan est établi à partir des indications cadastrales, sauf les erreurs que le comité relève, éventuellement sur indication d'un intéressé.
Art.36. Bij de classificatie van de gronden houdt het comité geen rekening met gegevens die geen verband houden met de cultuur- of bedrijfswaarde van de grond, zoals de aanwezigheid van gebouwen, afsluitingen, alleenstaande bomen of hagen, het bestaan van een pacht, van een erfdienstbaarheid van overgang of van een recht van gebruik of van opstal of de bedrijfstoestand, noch met gegevens die geen verband houden met de landbouwbestemming van het goed, zoals het bestaan van minerale of fossiele stoffen.
  Deze gegevens, die als meer- of minderwaarden van de kavels worden aangezien, worden na de toewijzing van de nieuwe kavels afzonderlijk geschat.
Art.36. Lorsqu'il établit le classement des terres, le comité ne tient compte ni d'éléments étrangers à la valeur culturale et d'exploitation des terres, tels la présence de bâtiments, de clôtures, d'arbres isolés ou de haies, l'existence d'un bail, d'une servitude de passage, d'un droit d'usage ou de superficie, ou l'état d'exploitation, ni d'éléments sans rapport avec la destination agricole du bien, telle l'existence de substances minérales ou fossiles.
  Ces éléments, considérés comme plus-values ou moins-values des parcelles, sont estimés séparément après l'attribution des nouvelles parcelles.
Art.37. Het comité stelt, in voorkomend geval, het plan vast van de nieuwe wegen en afwateringen met de daarbij behorende kunstwerken; de bestaande wegen en afwateringen en de daarbij behorende kunstwerken die moeten verdwijnen, worden eveneens op dit plan aangegeven.
  Het bij het voorgaande lid bedoelde plan wordt goedgekeurd door de Koning, op de voordracht van de Minister na advies van de Minister van Landbouw en in overleg met de Minister of Staatssecretaris die bevoegd is voor de ruimtelijke ordening in dit gewest; te dien einde vraagt het comité het advies van de betrokken gemeenteraad, dat wordt gegeven na een onderzoek de commodo et incommodo, aangekondigd door aanplakking, en het advies van de bestendige deputatie. Wanneer de gemeenteraad of de bestendige deputatie niet binnen vijfenveertig dagen na verzending van het dossier kennis geven van hun advies aan het comité, wordt het advies geacht gunstig te zijn.
  Het koninklijk besluit tot goedkeuring of een afzonderlijk koninklijk besluit bepaalt tot welke groep van wegen de nieuwe wegen zullen behoren en rangschikt eventueel de nieuwe afwateringen in één van de categorieën bepaald in artikel 2 van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
  Het koninklijk besluit tot goedkeuring of een afzonderlijk koninklijk besluit bepaalt aan het domein van welk openbaar bestuur de nieuwe werken worden toegewezen. Deze besturen zijn verplicht de werken te beheren overeenkomstig de bestemming ervan en met inachtneming van de ter zake geldende wetten en reglementen.
  Het koninklijk besluit tot goedkeuring of een afzonderlijk koninklijk besluit schaft eveneens de buiten gebruik gestelde wegen en afwateringen en de daarbij behorende kunstwerken af en bepaalt dat zij in het geheel van de tot de ruilverkaveling behorende gronden worden opgenomen.
  De Koning, op de voordracht van de Minister(s) of van de Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en de ruimtelijke ordening in dit gewest, brengt in voorkomend geval de nodige wijzigingen aan in de gewestplannen en in de algemene en bijzondere plannen van aanleg die overeenkomstig de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw opgemaakt zijn, evenals in de legger van de buurtwegen en in de beschrijvende tabellen opgemaakt in uitvoering van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
Art.37. Le comité établit, le cas échéant, le plan des nouveaux chemins et des nouvelles voies d'écoulement d'eau ainsi que des ouvrages connexes; ce plan indique également les chemins, voies d'écoulement d'eau et ouvrages connexes existants à supprimer.
  Le plan visé à l'alinéa précédent est approuvé par le Roi, sur la proposition du Ministre après avis du Ministre de l'Agriculture et d'un commun accord avec le Ministre ou Secrétaire d'Etat qui, pour cette région, a l'aménagement du territoire dans ses attributions; à cet effet, le comité sollicite l'avis du conseil communal intéressé, donné sur enquête de commodo et incommodo annoncée par voie d'affichage, et l'avis de la députation permanente. Si le conseil communal ou la députation permanente ne notifient pas leur avis au comité dans les quarante-cinq jours de l'envoi du dossier, l'avis est réputé favorable.
  L'arrêté royal d'approbation ou un arrêté royal séparé détermine la voirie à laquelle les nouveaux chemins appartiendront et classe, s'il y a lieu, les nouvelles voies d'écoulement d'eau dans une des catégories prévues à l'article 2 de la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d'eau non navigables.
  L'arrêté royal d'approbation ou un arrêté royal séparé indique les administrations publiques au domaine desquelles les nouveaux ouvrages sont attribués. Ces administrations ont l'obligation de gérer ces ouvrages conformément à leur destination et aux lois et règlements en la matière.
  L'arrêté royal d'approbation ou un arrêté royal séparé décrète également la suppression des chemins et voies d'écoulement d'eau et des ouvrages connexes désaffectés et leur incorporation dans l'ensemble des terres à remembrer.
  Le Roi, sur la proposition du ou des Ministres ou Secrétaires d'état qui, pour cette région, ont le remembrement et l'aménagement du territoire dans leurs attributions, apporte le cas échéant, les modifications nécessaires aux plans de secteur et aux plans généraux et particuliers d'aménagement, établis conformément à la loi du 29 mars 1962 organique de l'aménagement du territoire et de l'urbanisme, ainsi qu'à l'atlas des chemins vicinaux et aux tableaux descriptifs dressés en exécution de la loi du 23 décembre 1967 relative aux cours d'eau non navigables.
Art. 37_WAALS_GEWEST.   Het comité stelt, in voorkomend geval, het plan vast van de nieuwe wegen en afwateringen met de daarbij behorende kunstwerken; de bestaande wegen en afwateringen en de daarbij behorende kunstwerken die moeten verdwijnen, worden eveneens op dit plan aangegeven.
  Het bij het voorgaande lid bedoelde plan wordt goedgekeurd door de Koning, op de voordracht van de Minister na advies van de Minister van Landbouw en in overleg met de Minister of Staatssecretaris die bevoegd is voor de ruimtelijke ordening in dit gewest; (te dien einde verzoekt het comité de betrokken gemeenteraad om advies en gaat het over tot een openbaar onderzoek volgens de modaliteiten omschreven in Boek I van het Milieuwetboek). Wanneer de gemeenteraad of de bestendige deputatie niet binnen vijfenveertig dagen na verzending van het dossier kennis geven van hun advies aan het comité, wordt het advies geacht gunstig te zijn.
  Het koninklijk besluit tot goedkeuring of een afzonderlijk koninklijk besluit bepaalt tot welke groep van wegen de nieuwe wegen zullen behoren en rangschikt eventueel de nieuwe afwateringen in één van de categorieën bepaald in artikel 2 van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
  Het koninklijk besluit tot goedkeuring of een afzonderlijk koninklijk besluit bepaalt aan het domein van welk openbaar bestuur de nieuwe werken worden toegewezen. Deze besturen zijn verplicht de werken te beheren overeenkomstig de bestemming ervan en met inachtneming van de ter zake geldende wetten en reglementen.
  Het koninklijk besluit tot goedkeuring of een afzonderlijk koninklijk besluit schaft eveneens de buiten gebruik gestelde wegen en afwateringen en de daarbij behorende kunstwerken af en bepaalt dat zij in het geheel van de tot de ruilverkaveling behorende gronden worden opgenomen.
  [2 Het besluit tot goedkeuring wordt aan de beheerder van de atlas meegedeeld.]2
  De Koning, op de voordracht van de Minister(s) of van de Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en de ruimtelijke ordening in dit gewest, brengt in voorkomend geval de nodige wijzigingen aan in de gewestplannen en in de algemene en bijzondere plannen van aanleg die overeenkomstig de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw opgemaakt zijn, evenals [2 ...]2 in de beschrijvende tabellen opgemaakt in uitvoering van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
  
Art. 37 _REGION_WALLONNE.
  Le comité établit, le cas échéant, le plan des nouveaux chemins et des nouvelles voies d'écoulement d'eau ainsi que des ouvrages connexes; ce plan indique également les chemins, voies d'écoulement d'eau et ouvrages connexes existants à supprimer.
  Le plan visé à l'alinéa précédent est approuvé par le Roi, sur la proposition du Ministre après avis du Ministre de l'Agriculture et d'un commun accord avec le Ministre ou Secrétaire d'Etat qui, pour cette région, a l'aménagement du territoire dans ses attributions; (a cet effet, le comité sollicite l'avis du conseil communal intéressé et procède à une enquête publique selon les modalités définies au Livre Ier du Code de l'Environnement). Si le conseil communal ou la députation permanente ne notifient pas leur avis au comité dans les quarante-cinq jours de l'envoi du dossier, l'avis est réputé favorable.
  L'arrêté royal d'approbation ou un arrêté royal séparé détermine la voirie à laquelle les nouveaux chemins appartiendront et classe, s'il y a lieu, les nouvelles voies d'écoulement d'eau dans une des catégories prévues à l'article 2 de la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d'eau non navigables.
  L'arrêté royal d'approbation ou un arrêté royal séparé indique les administrations publiques au domaine desquelles les nouveaux ouvrages sont attribués. Ces administrations ont l'obligation de gérer ces ouvrages conformément à leur destination et aux lois et règlements en la matière.
  L'arrêté royal d'approbation ou un arrêté royal séparé décrète également la suppression des chemins et voies d'écoulement d'eau et des ouvrages connexes désaffectés et leur incorporation dans l'ensemble des terres à remembrer.
  [2 L'arrêté d'approbation est notifié au gestionnaire de l'atlas.]2
  Le Roi, sur la proposition du ou des Ministres ou Secrétaires d'état qui, pour cette région, ont le remembrement et l'aménagement du territoire dans leurs attributions, apporte le cas échéant, les modifications nécessaires aux plans de secteur et aux plans généraux et particuliers d'aménagement, établis conformément à la loi du 29 mars 1962 organique de l'aménagement du territoire et de l'urbanisme, ainsi qu'[2 ...]2 aux tableaux descriptifs dressés en exécution de la loi du 23 décembre 1967 relative aux cours d'eau non navigables.
  
Art. 37_VLAAMS_GEWEST.   Het comité stelt, in voorkomend geval, het plan vast van de nieuwe wegen en afwateringen met de daarbij behorende kunstwerken; de bestaande wegen en afwateringen en de daarbij behorende kunstwerken die moeten verdwijnen, worden eveneens op dit plan aangegeven.
  Het bij het voorgaande lid bedoelde plan wordt goedgekeurd door de Koning, op de voordracht van de Minister [1 ...]1; te dien einde vraagt het comité het advies van de betrokken gemeenteraad, dat wordt gegeven na een onderzoek de commodo et incommodo, aangekondigd door aanplakking, en het advies van de bestendige deputatie. Wanneer de gemeenteraad of de bestendige deputatie niet binnen vijfenveertig dagen na verzending van het dossier kennis geven van hun advies aan het comité, wordt het advies geacht gunstig te zijn.
  Het koninklijk besluit tot goedkeuring of een afzonderlijk koninklijk besluit bepaalt tot welke groep van wegen de nieuwe wegen zullen behoren en rangschikt eventueel de nieuwe afwateringen in één van de categorieën bepaald in artikel 2 van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
  Het koninklijk besluit tot goedkeuring of een afzonderlijk koninklijk besluit bepaalt aan het domein van welk openbaar bestuur de nieuwe werken worden toegewezen. Deze besturen zijn verplicht de werken te beheren overeenkomstig de bestemming ervan en met inachtneming van de ter zake geldende wetten en reglementen.
  Het koninklijk besluit tot goedkeuring of een afzonderlijk koninklijk besluit schaft eveneens de buiten gebruik gestelde wegen en afwateringen en de daarbij behorende kunstwerken af en bepaalt dat zij in het geheel van de tot de ruilverkaveling behorende gronden worden opgenomen.
  De Koning, op de voordracht van de Minister(s) of van de Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en de ruimtelijke ordening in dit gewest, brengt in voorkomend geval de nodige wijzigingen aan in de gewestplannen en in de algemene en bijzondere plannen van aanleg die overeenkomstig de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw opgemaakt zijn, evenals in de legger van de buurtwegen en in de beschrijvende tabellen opgemaakt in uitvoering van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
  
Art. 37 _REGION_FLAMANDE.
  Le comité établit, le cas échéant, le plan des nouveaux chemins et des nouvelles voies d'écoulement d'eau ainsi que des ouvrages connexes; ce plan indique également les chemins, voies d'écoulement d'eau et ouvrages connexes existants à supprimer.
  Le plan visé à l'alinéa précédent est approuvé par le Roi, sur la proposition du Ministre [1 ...]1; à cet effet, le comité sollicite l'avis du conseil communal intéressé, donné sur enquête de commodo et incommodo annoncée par voie d'affichage, et l'avis de la députation permanente. Si le conseil communal ou la députation permanente ne notifient pas leur avis au comité dans les quarante-cinq jours de l'envoi du dossier, l'avis est réputé favorable.
  L'arrêté royal d'approbation ou un arrêté royal séparé détermine la voirie à laquelle les nouveaux chemins appartiendront et classe, s'il y a lieu, les nouvelles voies d'écoulement d'eau dans une des catégories prévues à l'article 2 de la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d'eau non navigables.
  L'arrêté royal d'approbation ou un arrêté royal séparé indique les administrations publiques au domaine desquelles les nouveaux ouvrages sont attribués. Ces administrations ont l'obligation de gérer ces ouvrages conformément à leur destination et aux lois et règlements en la matière.
  L'arrêté royal d'approbation ou un arrêté royal séparé décrète également la suppression des chemins et voies d'écoulement d'eau et des ouvrages connexes désaffectés et leur incorporation dans l'ensemble des terres à remembrer.
  Le Roi, sur la proposition du ou des Ministres ou Secrétaires d'état qui, pour cette région, ont le remembrement et l'aménagement du territoire dans leurs attributions, apporte le cas échéant, les modifications nécessaires aux plans de secteur et aux plans généraux et particuliers d'aménagement, établis conformément à la loi du 29 mars 1962 organique de l'aménagement du territoire et de l'urbanisme, ainsi qu'à l'atlas des chemins vicinaux et aux tableaux descriptifs dressés en exécution de la loi du 23 décembre 1967 relative aux cours d'eau non navigables.
  
Art.38. § 1. Het comité laat de werken voor aanleg of verbetering van wegen en afwateringen en de grondverbeteringswerken uitvoeren.
  Wanneer voor de ruilverkaveling werken buiten het blok moeten worden uitgevoerd en geen overeenkomst is bereikt, kan het comité door de Koning worden gemachtigd om bij wijze van onteigening te algemenen nutte de nodige innemingen te doen.
  Wanneer er ten gevolge van de uitvoering van de werken reden bestaat om bepaalde gronden gelegen binnen of buiten de blokgrens, bij het blok te voegen of uit het blok uit te sluiten, kan het comité, wanneer geen overeenkomst wordt bereikt, door de Koning worden gemachtigd om deze gronden te onteigenen ten einde ze te voegen bij het blok of uit het blok uit te sluiten en ze bij wijze van ruiling of op een andere wijze over te dragen. Het comité gaat ambtshalve en zonder verdere formaliteit over tot de classificatie van de gronden die bij het blok zijn gevoegd.
  Niemand mag zich verzetten tegen de uitvoering van de werken noch tegen de plaatsing van de voor de uitvoering van de werken vereiste materialen, gereedschappen en werktuigen; evenmin mogen de palen of de piketten worden weggenomen of verplaatst.
  In voorkomend geval is een vergoeding verschuldigd wegens schade aan de gewassen of wanneer de werken hinderlijk zijn voor het genot van de gronden, of nog wanneer het comité, ten gevolge van de werken, onroerende goederen moet afbreken gelegen in kavels die deel uitmaken van het blok. Het comité stelt die vergoeding onverwijld vast en keert ze dadelijk uit. Bij betwisting stelt de rechter de vergoeding vast.
  De aangelanden, de gebruikers en de eigenaars van kunstwerken moeten toelaten dat de uit de bedding van waterlopen gehaalde stoffen op hun gronden of eigendommen gestort en over een strook van vijf meter vanaf de oever opengespreid worden.
  De verkrijgingen, overdrachten of onteigeningen van onroerende goederen waartoe in uitvoering van dit artikel moet worden overgegaan, worden door het comité opgedragen aan het comité tot aankoop van onroerende goederen, dat bevoegd is om de akten te verlijden.
  § 2. 1. De bepalingen van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, uitgezonderd deze van het hoofdstuk I, zijn niet van toepassing in het blok gedurende de termijn bepaald in gemeenschappelijk overleg door de Minister(s) of Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en voor de onbevaarbare waterlopen.
  2. Het comité, of met zijn instemming ieder ander privaat- of publiekrechtelijke persoon, mag in het blok gewone en buitengewone werken, als bedoeld in artikelen 6 en 10, § 1, van de voornoemde wet van 28 december 1967, laten uitvoeren aan geklasseerde onbevaarbare waterlopen.
  3. De kosten veroorzaakt door de gewone werken uitgevoerd in het blok, worden gedragen door de openbare besturen die krachtens de bepalingen van artikel 7 van voornoemde wet van 28 december 1967 met de uitvoering van die werken zijn belast. Een bijdrage echter in die kosten mag worden ten laste gelegd van de privaat- of publiekrechtelijke personen die gebruiker zijn van de waterloop of die eigenaar zijn van een kunstwerk dat zich op de waterloop bevindt, en dit in verhouding tot de verzwaring van de kosten van die werken welke het gevolg is van het gebruik van de waterloop of van het bestaan van het kunstwerk.
  Die bijdrage wordt, in gemeenschappelijk overleg, bepaald door de Minister(s) of de Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en de onbevaarbare waterlopen voor wat de waterlopen van eerste categorie betreft en door de bevoegde bestendige deputatie wat de waterlopen van tweede en van derde categorie betreft.
  4. Het comité mag geen buitengewone werken in het blok laten uitvoeren dan na hiertoe te zijn gemachtigd door de Koning, op de voordracht voorgesteld in gemeenschappelijk overleg door de Minister(s) of de Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en de onbevaarbare waterlopen.
  Wanneer het een waterloop van de tweede of van de derde categorie betreft, geeft de bestendige deputatie haar advies. Wanneer de bestendige deputatie niet binnen de vijfenveertig dagen na de verzending van het dossier, kennis geeft van haar advies aan het comité, wordt het advies geacht gunstig te zijn.
  Onverminderd de door de openbare besturen of elk ander organisme verleende toelagen worden de door die werken veroorzaakte kosten gedragen door de Staat, voor waterlopen van de eerste categorie, en door de provincie voor waterlopen van tweede en van derde categorie.
  De Minister(s) of Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en de onbevaarbare waterlopen in dit gewest voor wat de waterlopen van de eerste categorie betreft, en de bestendige deputatie wat de andere waterlopen betreft, kunnen een deel van de kosten ten laste leggen van de provincies, van de gemeenten, van de openbare instellingen of zelfs van de particulieren die uit bedoelde werken voordeel halen of deze noodzakelijk hebben gemaakt.
  5. Wanneer tot gewone werken aan onbevaarbare waterlopen buiten het blok moet worden overgegaan, kan het comité bij ontstentenis van overeenkomst, daartoe door de Koning worden gemachtigd. In dat geval worden de kosten verdeeld overeenkomstig het bepaalde in 3 van deze paragraaf.
  6. Het comité mag buiten het blok geen buitengewone werken laten uitvoeren aan onbevaarbare waterlopen dan na hiertoe te zijn gemachtigd ofwel door de Koning voor waterlopen van de eerste categorie, ofwel door de bestendige deputatie van de bevoegde provincie voor waterlopen van de tweede categorie, ofwel, mits goedkeuring door de bestendige deputatie, door de gemeenteraad van de gemeente op het grondgebied waarvan de werken moeten worden uitgevoerd voor waterlopen van de derde categorie.
  Het comité kan, wat de waterlopen van tweede en derde categorie betreft, door de Koning tot uitvoering van die werken worden gemachtigd indien de bevoegde bestendige deputatie of de bevoegde gemeenteraad hem niet, binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van het dossier, bij ter post aangetekende brief van hun beslissing in kennis hebben gesteld.
  Ingeval de bestendige deputatie of de gemeenteraad hem binnen de in het voorgaande lid bepaalde termijn in kennis stellen van hun weigering, kan het comité, binnen één maand na die kennisgeving, bij de Koning hoger beroep indienen tegen die weigering, bij een met redenen omkleed verzoekschrift.
  Onverminderd de door de openbare besturen of elk ander organisme verleende toelagen, worden de door (die) werken veroorzaakte kosten gedragen door het comité.
  De Minister(s) of Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en de onbevaarbare waterlopen in dit gewest voor wat de waterlopen van de eerste categorie betreft, en de bestendige deputatie wat de andere waterlopen betreft, kunnen een deel van de kosten ten laste leggen van de provincies, van de gemeenten, van de openbare instellingen of zelfs van de particulieren die uit bedoelde werken voordeel halen of deze noodzakelijk hebben gemaakt.
Art.38. § 1. Le comité fait exécuter les travaux de création et d'aménagement de chemins et voies d'écoulement d'eau et les travaux d'amélioration foncière.
  Lorsque le remembrement requiert l'exécution de travaux en dehors du bloc, le comité peut, à défaut d'accord amiable, être autorisé par le Roi à faire les emprises nécessaires par voie d'expropriation pour cause d'utilité publique.
  Lorsque, par suite de l'exécution des travaux, il y a lieu d'inclure dans le bloc certaines terres situées de part et d'autre du périmètre, le comité peut, à défaut d'accord amiable, être autorisé par le Roi à exproprier ces terres pour les incorporer dans le bloc ou les prélever sur le bloc, et les céder par voie d'échange ou autrement. Le comité procède d'office et sans autre formalité au classement des terres incorporées au bloc.
  Nul ne peut s'opposer à l'exécution des travaux ou au dépôt des matériaux, de l'outillage et des engins nécessaires pour l'exécution des travaux, ni enlever ou déplacer les bornes et les piquets.
  Une indemnité est due éventuellement pour dégâts aux cultures, ou lorsque les travaux nuisent à la jouissance des terres, ou encore lorsque, par suite des travaux, le comité doit supprimer des biens immeubles situés sur des parcelles faisant partie du bloc. Le comité fixe aussitôt cette indemnité qui est immédiatement liquidée. En cas de contestation, l'indemnité est fixée par le juge.
  Les riverains, les usagers et les propriétaires d'ouvrages d'art sont obligés de laisser déposer sur leurs terres ou propriétés et épandre sur une bande de cinq mètres à compter de la rive, les matières enlevées du lit des cours d'eau.
  Les acquisitions, cessions et expropriations d'immeubles à effectuer en exécution du présent article sont confiées par le comité au comité d'acquisition d'immeubles, qui a qualité pour passer les actes.
  § 2. 1. Les dispositions de la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d'eau non navigables, à l'exception de celles du chapitre Ier, ne sont pas d'application dans le bloc pendant le délai fixé d'un commun accord par le ou les Ministres ou Secrétaires d'Etat qui, pour cette région, ont le remembrement et les cours d'eau non navigables dans leurs attributions.
  2. Le comité ou, avec son accord, toute autre personne de droit privé ou public, peut faire exécuter, dans le bloc, aux cours d'eau non navigables classés, les travaux ordinaires et extraordinaires visés aux articles 6 et 10, par. 1er, de la loi du 28 décembre 1967 précitée.
  3. Les frais occasionnés par les travaux ordinaires exécutés dans le bloc sont supportés par les pouvoirs publics qui, en vertu des dispositions de l'article 7 de la loi du 28 décembre 1967 précitée, ont la charge de leur exécution. (Toutefois,) une part contributive dans ces frais peut être mise à charge des personnes de droit privé ou public qui font usage du cours d'eau ou qui sont propriétaires d'un ouvrage d'art qui se trouve sur le cours d'eau, et ce au prorata de l'aggravation des frais provoquée par l'usage du cours d'eau ou par l'existence de l'ouvrage d'art. .
  Cette part contributive est fixée d'un commun accord par le ou les Ministres ou Secrétaires d'Etat qui, pour cette région, ont le remembrement et les cours d'eau non navigables dans leurs attributions, en ce qui concerne les cours d'eau de première catégorie, et par la députation permanente en ce qui concerne les cours d'eau de deuxième et de troisième catégorie.
  4. Le comité ne peut faire exécuter des travaux extraordinaires dans le bloc qu'après y avoir été autorisé par le Roi, sur la proposition présentée d'un commun accord par le ou les Ministres ou Secrétaires d'Etat qui, pour cette région, ont le remembrement et les cours d'eau non navigables dans leurs attributions.
  Lorsqu'il s'agit d'un cours d'eau de deuxième ou de troisième catégorie, la députation permanente donne son avis. Lorsque la députation permanente ne notifie pas son avis au comité dans les quarante-cinq jours de l'envoi du dossier, l'avis est réputé favorable.
  Sans préjudice des subsides alloués par les pouvoirs publics ou tous autres organismes, les frais occasionnés par ces travaux sont supportés par l'Etat pour les cours d'eau de première catégorie, et par la province pour les cours d'eau de deuxième et de troisième catégorie.
  Le ou les Ministres ou Secrétaires d'Etat qui, pour cette région, ont le remembrement et les cours d'eau non navigables dans leurs attributions en ce qui concerne les cours d'eau de première catégorie, et la députation permanente en ce qui concerne les autres cours d'eau, peuvent mettre une partie de la dépense à charge des provinces, des communes, des établissements publics ou même des particuliers qui bénéficient de ces travaux ou qui les ont rendus nécessaires.
  5. Lorsqu'il est nécessaire de procéder, en dehors du bloc, à des travaux ordinaires aux cours d'eau non navigables, le comité peut, à défaut d'accord, y être autorisé par le Roi. Dans ce cas, les frais sont répartis conformément aux dispositions du 3 du présent paragraphe.
  6. Le comité ne peut faire exécuter les travaux extraordinaires en dehors du bloc aux cours d'eau non navigables qu'après y avoir été autorisé par le Roi pour les cours d'eau de première catégorie, ou par la députation permanente de la province compétente pour les cours d'eau de deuxième catégorie ou, après approbation par la députation permanente, par le conseil communal de la commune sur le territoire de laquelle ces travaux doivent être exécutés pour les cours d'eau de troisième catégorie.
  Le comité peut, en ce qui concerne les cours d'eau de deuxième et de troisième catégorie, être autorisé par le Roi à exécuter ces travaux si la députation permanente compétente ou le conseil communal compétent ne lui ont pas, dans les quarante-cinq jours de la réception du dossier, notifié leur décision par lettre recommandée à la poste.
  Au cas où la députation ou le conseil communal lui notifie leur refus d'autorisation dans le délai prévu à l'alinéa précédent, le comité peut, dans le mois de cette notification, par requête motivée, interjeter appel auprès du Roi contre ce refus.
  Sans préjudice des subsides alloués par les pouvoirs publics ou tous autres organismes, les frais occasionnés par ces travaux sont supportés par le comité.
  Le ou les Ministres ou Secrétaires d'Etat qui, pour cette région, ont le remembrement et les cours d'eau non navigables dans leurs attributions en ce qui concerne les cours d'eau de première catégorie, et la députation permanente en ce qui concerne les autres cours d'eau, peuvent mettre une partie de la dépense à charge des provinces, des communes, des établissements publics ou même des particuliers qui bénéficient de ces travaux ou qui les ont rendus nécessaires.
Art. 38_VLAAMS_GEWEST.    § 1. Het comité laat de werken voor aanleg of verbetering van wegen en afwateringen en de grondverbeteringswerken uitvoeren.
  Wanneer voor de ruilverkaveling werken buiten het blok moeten worden uitgevoerd en geen overeenkomst is bereikt, kan het comité door de Koning worden gemachtigd om bij wijze van onteigening te algemenen nutte de nodige innemingen te doen.
  Wanneer er ten gevolge van de uitvoering van de werken reden bestaat om bepaalde gronden gelegen binnen of buiten de blokgrens, bij het blok te voegen of uit het blok uit te sluiten, kan het comité, wanneer geen overeenkomst wordt bereikt, door de Koning worden gemachtigd om deze gronden te onteigenen ten einde ze te voegen bij het blok of uit het blok uit te sluiten en ze bij wijze van ruiling of op een andere wijze over te dragen. Het comité gaat ambtshalve en zonder verdere formaliteit over tot de classificatie van de gronden die bij het blok zijn gevoegd.
  Niemand mag zich verzetten tegen de uitvoering van de werken noch tegen de plaatsing van de voor de uitvoering van de werken vereiste materialen, gereedschappen en werktuigen; evenmin mogen de palen of de piketten worden weggenomen of verplaatst.
  In voorkomend geval is een vergoeding verschuldigd wegens schade aan de gewassen of wanneer de werken hinderlijk zijn voor het genot van de gronden, of nog wanneer het comité, ten gevolge van de werken, onroerende goederen moet afbreken gelegen in kavels die deel uitmaken van het blok. Het comité stelt die vergoeding onverwijld vast en keert ze dadelijk uit. Bij betwisting stelt de rechter de vergoeding vast.
  De aangelanden, de gebruikers en de eigenaars van kunstwerken moeten toelaten dat de uit de bedding van waterlopen gehaalde stoffen op hun gronden of eigendommen gestort en over een strook van vijf meter vanaf de oever opengespreid worden.
  De verkrijgingen, overdrachten of onteigeningen van onroerende goederen waartoe in uitvoering van dit artikel moet worden overgegaan, worden door het comité opgedragen aan [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1, dat bevoegd is om de akten te verlijden.
  § 2. 1. De bepalingen van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, uitgezonderd deze van het hoofdstuk I, zijn niet van toepassing in het blok gedurende de termijn bepaald in gemeenschappelijk overleg door de Minister(s) of Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en voor de onbevaarbare waterlopen.
  2. Het comité, of met zijn instemming ieder ander privaat- of publiekrechtelijke persoon, mag in het blok gewone en buitengewone werken, als bedoeld in artikelen 6 en 10, § 1, van de voornoemde wet van 28 december 1967, laten uitvoeren aan geklasseerde onbevaarbare waterlopen.
  3. De kosten veroorzaakt door de gewone werken uitgevoerd in het blok, worden gedragen door de openbare besturen die krachtens de bepalingen van artikel 7 van voornoemde wet van 28 december 1967 met de uitvoering van die werken zijn belast. Een bijdrage echter in die kosten mag worden ten laste gelegd van de privaat- of publiekrechtelijke personen die gebruiker zijn van de waterloop of die eigenaar zijn van een kunstwerk dat zich op de waterloop bevindt, en dit in verhouding tot de verzwaring van de kosten van die werken welke het gevolg is van het gebruik van de waterloop of van het bestaan van het kunstwerk.
  Die bijdrage wordt, in gemeenschappelijk overleg, bepaald door de Minister(s) of de Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en de onbevaarbare waterlopen voor wat de waterlopen van eerste categorie betreft en door de bevoegde bestendige deputatie wat de waterlopen van tweede en van derde categorie betreft.
  4. Het comité mag geen buitengewone werken in het blok laten uitvoeren dan na hiertoe te zijn gemachtigd door de Koning, op de voordracht voorgesteld in gemeenschappelijk overleg door de Minister(s) of de Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en de onbevaarbare waterlopen.
  Wanneer het een waterloop van de tweede of van de derde categorie betreft, geeft de bestendige deputatie haar advies. Wanneer de bestendige deputatie niet binnen de vijfenveertig dagen na de verzending van het dossier, kennis geeft van haar advies aan het comité, wordt het advies geacht gunstig te zijn.
  Onverminderd de door de openbare besturen of elk ander organisme verleende toelagen worden de door die werken veroorzaakte kosten gedragen door de Staat, voor waterlopen van de eerste categorie, en door de provincie voor waterlopen van tweede en van derde categorie.
  De Minister(s) of Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en de onbevaarbare waterlopen in dit gewest voor wat de waterlopen van de eerste categorie betreft, en de bestendige deputatie wat de andere waterlopen betreft, kunnen een deel van de kosten ten laste leggen van de provincies, van de gemeenten, van de openbare instellingen of zelfs van de particulieren die uit bedoelde werken voordeel halen of deze noodzakelijk hebben gemaakt.
  5. Wanneer tot gewone werken aan onbevaarbare waterlopen buiten het blok moet worden overgegaan, kan het comité bij ontstentenis van overeenkomst, daartoe door de Koning worden gemachtigd. In dat geval worden de kosten verdeeld overeenkomstig het bepaalde in 3 van deze paragraaf.
  6. Het comité mag buiten het blok geen buitengewone werken laten uitvoeren aan onbevaarbare waterlopen dan na hiertoe te zijn gemachtigd ofwel door de Koning voor waterlopen van de eerste categorie, ofwel door de bestendige deputatie van de bevoegde provincie voor waterlopen van de tweede categorie, ofwel, mits goedkeuring door de bestendige deputatie, door de gemeenteraad van de gemeente op het grondgebied waarvan de werken moeten worden uitgevoerd voor waterlopen van de derde categorie.
  Het comité kan, wat de waterlopen van tweede en derde categorie betreft, door de Koning tot uitvoering van die werken worden gemachtigd indien de bevoegde bestendige deputatie of de bevoegde gemeenteraad hem niet, binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van het dossier, bij ter post aangetekende brief van hun beslissing in kennis hebben gesteld.
  Ingeval de bestendige deputatie of de gemeenteraad hem binnen de in het voorgaande lid bepaalde termijn in kennis stellen van hun weigering, kan het comité, binnen één maand na die kennisgeving, bij de Koning hoger beroep indienen tegen die weigering, bij een met redenen omkleed verzoekschrift.
  Onverminderd de door de openbare besturen of elk ander organisme verleende toelagen, worden de door (die) werken veroorzaakte kosten gedragen door het comité.
  De Minister(s) of Staatssecretaris(sen) die bevoegd zijn voor de ruilverkaveling en de onbevaarbare waterlopen in dit gewest voor wat de waterlopen van de eerste categorie betreft, en de bestendige deputatie wat de andere waterlopen betreft, kunnen een deel van de kosten ten laste leggen van de provincies, van de gemeenten, van de openbare instellingen of zelfs van de particulieren die uit bedoelde werken voordeel halen of deze noodzakelijk hebben gemaakt.
  
Art.38 _REGION_FLAMANDE.
   § 1. Le comité fait exécuter les travaux de création et d'aménagement de chemins et voies d'écoulement d'eau et les travaux d'amélioration foncière.
  Lorsque le remembrement requiert l'exécution de travaux en dehors du bloc, le comité peut, à défaut d'accord amiable, être autorisé par le Roi à faire les emprises nécessaires par voie d'expropriation pour cause d'utilité publique.
  Lorsque, par suite de l'exécution des travaux, il y a lieu d'inclure dans le bloc certaines terres situées de part et d'autre du périmètre, le comité peut, à défaut d'accord amiable, être autorisé par le Roi à exproprier ces terres pour les incorporer dans le bloc ou les prélever sur le bloc, et les céder par voie d'échange ou autrement. Le comité procède d'office et sans autre formalité au classement des terres incorporées au bloc.
  Nul ne peut s'opposer à l'exécution des travaux ou au dépôt des matériaux, de l'outillage et des engins nécessaires pour l'exécution des travaux, ni enlever ou déplacer les bornes et les piquets.
  Une indemnité est due éventuellement pour dégâts aux cultures, ou lorsque les travaux nuisent à la jouissance des terres, ou encore lorsque, par suite des travaux, le comité doit supprimer des biens immeubles situés sur des parcelles faisant partie du bloc. Le comité fixe aussitôt cette indemnité qui est immédiatement liquidée. En cas de contestation, l'indemnité est fixée par le juge.
  Les riverains, les usagers et les propriétaires d'ouvrages d'art sont obligés de laisser déposer sur leurs terres ou propriétés et épandre sur une bande de cinq mètres à compter de la rive, les matières enlevées du lit des cours d'eau.
  Les acquisitions, cessions et expropriations d'immeubles à effectuer en exécution du présent article sont confiées [1 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1, qui a qualité pour passer les actes.
  § 2. 1. Les dispositions de la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d'eau non navigables, à l'exception de celles du chapitre Ier, ne sont pas d'application dans le bloc pendant le délai fixé d'un commun accord par le ou les Ministres ou Secrétaires d'Etat qui, pour cette région, ont le remembrement et les cours d'eau non navigables dans leurs attributions.
  2. Le comité ou, avec son accord, toute autre personne de droit privé ou public, peut faire exécuter, dans le bloc, aux cours d'eau non navigables classés, les travaux ordinaires et extraordinaires visés aux articles 6 et 10, par. 1er, de la loi du 28 décembre 1967 précitée.
  3. Les frais occasionnés par les travaux ordinaires exécutés dans le bloc sont supportés par les pouvoirs publics qui, en vertu des dispositions de l'article 7 de la loi du 28 décembre 1967 précitée, ont la charge de leur exécution. (Toutefois,) une part contributive dans ces frais peut être mise à charge des personnes de droit privé ou public qui font usage du cours d'eau ou qui sont propriétaires d'un ouvrage d'art qui se trouve sur le cours d'eau, et ce au prorata de l'aggravation des frais provoquée par l'usage du cours d'eau ou par l'existence de l'ouvrage d'art. .
  Cette part contributive est fixée d'un commun accord par le ou les Ministres ou Secrétaires d'Etat qui, pour cette région, ont le remembrement et les cours d'eau non navigables dans leurs attributions, en ce qui concerne les cours d'eau de première catégorie, et par la députation permanente en ce qui concerne les cours d'eau de deuxième et de troisième catégorie.
  4. Le comité ne peut faire exécuter des travaux extraordinaires dans le bloc qu'après y avoir été autorisé par le Roi, sur la proposition présentée d'un commun accord par le ou les Ministres ou Secrétaires d'Etat qui, pour cette région, ont le remembrement et les cours d'eau non navigables dans leurs attributions.
  Lorsqu'il s'agit d'un cours d'eau de deuxième ou de troisième catégorie, la députation permanente donne son avis. Lorsque la députation permanente ne notifie pas son avis au comité dans les quarante-cinq jours de l'envoi du dossier, l'avis est réputé favorable.
  Sans préjudice des subsides alloués par les pouvoirs publics ou tous autres organismes, les frais occasionnés par ces travaux sont supportés par l'Etat pour les cours d'eau de première catégorie, et par la province pour les cours d'eau de deuxième et de troisième catégorie.
  Le ou les Ministres ou Secrétaires d'Etat qui, pour cette région, ont le remembrement et les cours d'eau non navigables dans leurs attributions en ce qui concerne les cours d'eau de première catégorie, et la députation permanente en ce qui concerne les autres cours d'eau, peuvent mettre une partie de la dépense à charge des provinces, des communes, des établissements publics ou même des particuliers qui bénéficient de ces travaux ou qui les ont rendus nécessaires.
  5. Lorsqu'il est nécessaire de procéder, en dehors du bloc, à des travaux ordinaires aux cours d'eau non navigables, le comité peut, à défaut d'accord, y être autorisé par le Roi. Dans ce cas, les frais sont répartis conformément aux dispositions du 3 du présent paragraphe.
  6. Le comité ne peut faire exécuter les travaux extraordinaires en dehors du bloc aux cours d'eau non navigables qu'après y avoir été autorisé par le Roi pour les cours d'eau de première catégorie, ou par la députation permanente de la province compétente pour les cours d'eau de deuxième catégorie ou, après approbation par la députation permanente, par le conseil communal de la commune sur le territoire de laquelle ces travaux doivent être exécutés pour les cours d'eau de troisième catégorie.
  Le comité peut, en ce qui concerne les cours d'eau de deuxième et de troisième catégorie, être autorisé par le Roi à exécuter ces travaux si la députation permanente compétente ou le conseil communal compétent ne lui ont pas, dans les quarante-cinq jours de la réception du dossier, notifié leur décision par lettre recommandée à la poste.
  Au cas où la députation ou le conseil communal lui notifie leur refus d'autorisation dans le délai prévu à l'alinéa précédent, le comité peut, dans le mois de cette notification, par requête motivée, interjeter appel auprès du Roi contre ce refus.
  Sans préjudice des subsides alloués par les pouvoirs publics ou tous autres organismes, les frais occasionnés par ces travaux sont supportés par le comité.
  Le ou les Ministres ou Secrétaires d'Etat qui, pour cette région, ont le remembrement et les cours d'eau non navigables dans leurs attributions en ce qui concerne les cours d'eau de première catégorie, et la députation permanente en ce qui concerne les autres cours d'eau, peuvent mettre une partie de la dépense à charge des provinces, des communes, des établissements publics ou même des particuliers qui bénéficient de ces travaux ou qui les ont rendus nécessaires.
  
Art.39. Het comité maakt een herverkavelingsplan op onderscheidenlijk voor de eigenaars en (vruchtgebruikers,) en voor de gebruikers.
  De waardezones van het in artikel 35 bedoelde kavelplan, worden op deze plans aangebracht.
  Het comité wijst de nieuwe kavels toe aan de eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers.
  De nieuwe kavels worden voorlopig afgepaald op het terrein.
  De Minister bepaalt, na raadpleging van de Minister van Financiën, de toelaatbare verschillen betreffende de opmetingen en de berekening van de oppervlakten van de nieuwe kavels.
Art.39. Le comité procède à l'établissement d'un plan de relotissement, respectivement pour les propriétaires et usufruitiers d'une part, et pour les exploitants, d'autre part.
  Les zones de valeur du plan parcellaire prévu à l'article 35 sont reportées sur ces plans.
  Le comité attribue les nouvelles parcelles aux propriétaires, aux usufruitiers et aux exploitants.
  Les nouvelles parcelles font l'objet d'un bornage provisoire.
  Le Ministre, après consultation du Ministre des Finances, fixe les tolérances autorisées pour les mesurages et le calcul des superficies concernant les nouvelles parcelles.
Art.40. Het comité kan in het ruilverkavelingsblok erfdienstbaarheden in stand houden, wijzigen of vestigen; alle andere erfdienstbaarheden zijn afgeschaft.
  Het comité is bevoegd om met eigenaars van buiten het blok gelegen kavels overeenkomsten te sluiten met het oog op de vestiging, de wijziging, of de afschaffing van actieve of passieve erfdienstbaarheden tot nut van binnen het blok gelegen kavels.
  Het comité is eveneens bevoegd om, met instemming van de belanghebbende eigenaars en gebruikers, gronden gelegen binnen het blok te ruilen met gronden die buiten de blokgrens zijn gelegen.
  De bepalingen van het artikel 72 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten worden van toepassing voor deze ruilingen.
  Het comité tot aankoop van onroerende goederen is bevoegd om akte van die overeenkomsten te verlijden.
Art.40. Le comité peut maintenir, modifier ou établir des servitudes dans le bloc; toutes les autres servitudes sont supprimées.
  Le comité a qualité pour passer des conventions avec des propriétaires de parcelles situées en dehors du bloc, en vue de l'établissement, de la modification ou de la suppression de servitudes actives ou passives pour l'utilité de parcelles situées à l'intérieur du bloc.
  Le comité a également qualité pour procéder, moyennant l'accord des propriétaires et des exploitants concernés, à l'échange des terres situees dans le bloc et de terres situées en dehors de celui-ci.
  Les dispositions de l'article 72 du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe sont d'application pour ces échanges.
  Le comité d'acquisition d'immeubles a qualité pour passer acte de ces conventions.
Art. 40_VLAAMS_GEWEST.   Het comité kan in het ruilverkavelingsblok erfdienstbaarheden in stand houden, wijzigen of vestigen; alle andere erfdienstbaarheden zijn afgeschaft.
  Het comité is bevoegd om met eigenaars van buiten het blok gelegen kavels overeenkomsten te sluiten met het oog op de vestiging, de wijziging, of de afschaffing van actieve of passieve erfdienstbaarheden tot nut van binnen het blok gelegen kavels.
  Het comité is eveneens bevoegd om, met instemming van de belanghebbende eigenaars en gebruikers, gronden gelegen binnen het blok te ruilen met gronden die buiten de blokgrens zijn gelegen.
  De bepalingen van [1 artikel 2.9.4.2.8, § 1, artikel 2.9.6.0.4, en artikel 3.12.3.0.1, § 1, 2° en 3°, § 3, vierde lid, en § 5, vijfde lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013]1 worden van toepassing voor deze ruilingen.
  [2 Een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]2 is bevoegd om akte van die overeenkomsten te verlijden.
  
Art. 40 _REGION_FLAMANDE.
  Le comité peut maintenir, modifier ou établir des servitudes dans le bloc; toutes les autres servitudes sont supprimées.
  Le comité a qualité pour passer des conventions avec des propriétaires de parcelles situées en dehors du bloc, en vue de l'établissement, de la modification ou de la suppression de servitudes actives ou passives pour l'utilité de parcelles situées à l'intérieur du bloc.
  Le comité a également qualité pour procéder, moyennant l'accord des propriétaires et des exploitants concernés, à l'échange des terres situees dans le bloc et de terres situées en dehors de celui-ci.
  Les dispositions de [1 l'article 2.9.4.2.8, § 1er, l'article 2.9.6.0.4 et l'article 3.12.3.0.1, § 1er, 2° et 3°, § 3, alinéa 4, et § 5, alinéa 5, du Code flamand de la Fiscalité du 13 décembre 2013]1 sont d'application pour ces échanges.
  [2 Un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]2 a qualité pour passer acte de ces conventions.
  
Art.41. De toewijzing aan de eigenaars en de vruchtgebruikers geschiedt derwijze dat de globale waarde van de aan ieder van hen toebedeelde kavels naar verhouding zoveel mogelijk gelijk is aan de waarde van de kavels die zij voor de ruilverkaveling bezaten, met inachtneming van de waarde zowel van de gronden die uit het blok werden gesloten als van die welke later bij het blok werden gevoegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 38, § 1, derde lid, evenals van de waarde van de aan het openbaar domein toe te wijzen of te onttrekken wegen, afwateringen en kunstwerken.
  Wanneer die gelijkwaardigheid niet kan worden verwezenlijkt zonder een toegift of een ristorno in geld, wordt een opleg toegekend. Die opleg mag voor geen enkele eigenaar of vruchtgebruiker 10 pct. van de waarde in kavels, die hen had moeten worden toebedeeld, overschrijden, behoudens schriftelijke instemming van deze laatsten.
Art.41. L'attribution aux propriétaires et aux usufruitiers se fait de manière à leur attribuer autant que possible les parcelles d'une valeur globale proportionnellement égale à celle des parcelles qu'ils possédaient avant le remembrement, compte tenu de la valeur tant des terres détachées du bloc que de celles qui y ont été incorporées ultérieurement, conformément aux dispositions de l'article 38, par. 1er, alinéa trois, ainsi que de la valeur des chemins, des voies d'écoulement d'eau et des ouvrages connexes à attribuer au domaine public ou à soustraire de celui-ci.
  Lorsqu'il n'est pas possible d'établir cette équivalence sans un appoint ou une ristourne en espèces, une soulte est allouée. Cette soulte ne peut dépasser, pour aucun propriétaire ou usufruitier, 10 p.c. de la valeur en parcelles qui aurait dû leur être attribuée, sauf accord écrit de ces derniers.
Art.42. De kavels worden op zodanige wijze onder de gebruikers verdeeld dat aan ieder van hen zoveel mogelijk gronden van dezelfde hoedanigheid, dezelfde oppervlakte en geschikt voor dezelfde teelten worden toegewezen.
  Een vergoeding wegens gebruiksverlies is verschuldigd aan de gebruiker wanneer de globale waarde van de hem toebedeelde kavels naar verhouding ten minste 2 pct. kleiner is dan de globale waarde van zijn vroegere kavels, met inachtneming van de waarde zowel van de gronden die uit het blok werden gesloten als van die welke later bij het blok werden gevoegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 38, § 1, derde lid, evenals van de waarde van de aan het openbaar domein toe te wijzen of te onttrekken wegen, afwateringen en kunstwerken.
Art.42. La répartition des parcelle entre les exploitants se fait de manière à attribuer autant que possible à chaque exploitant des terres de même qualité, de même superficie et propres aux mêmes cultures.
  Une indemnité pour perte de jouissance est due à l'exploitant lorsque la valeur globale des parcelles qui lui sont attribuées est proportionnellement inférieure à 2 p.c. au moins à la valeur globale de ses anciennes parcelles, compte tenu de la valeur tant des terres détachées du bloc que de celles qui y ont été incorporées ultérieurement, conformément aux dispositions de l'article 38, par. 1er, alinéa trois, ainsi que de la valeur des chemins, des voies d'écoulement d'eau et des ouvrages connexes à attribuer au domaine public ou à soustraire de celui-ci.
Art.43. De toewijzing van de kavels aan de eigenaars en de gebruikers geschiedt zoveel mogelijk derwijze dat de ruilverkaveling van de eigendom en die van het gebruik parallel verlopen en vermindering mee brengen van het aantal verpachters voor eenzelfde pachter. Het comité kan, in het belang van de ruilverkaveling, aan de pachter een nieuwe verpachter toewijzen, ongeacht of de pachter op de gronden blijft die hij voordien in bedrijf had, dan wel of hem nieuwe gronden worden toegewezen.
Art.43. L'attribution des parcelles aux propriétaires et aux exploitants se fait autant que possible de manière que le remembrement de la propriété et celui de l'exploitation soient parallèles et apportent une réduction du nombre de bailleurs pour un même preneur. Le comité peut, dans l'intérêt du remembrement, assigner à un preneur un nouveau bailleur, soit qu'il maintienne le preneur sur les terres qu'il exploitait précédemment, soit qu'il lui attribue de nouvelles terres.
Art.44. _ Indien wijzigingen moeten worden aangebracht aan de pacht, inzonderheid met betrekking tot de pachtprijs en de duur van de pacht, of nog met betrekking tot de vergoedingen die overeenkomstig de pachtwet verschuldigd zijn aan de pachter die de kosten voor aanplantingen, bouwwerken, en alle werken die noodzakelijk zijn voor de bewoonbaarheid van het gepachte goed of dienstig zijn voor de exploitatie van dat goed en stroken met de bestemming ervan, hebben gedragen, roept het comité de belanghebbenden op en doet hun zodanige voorstellen dat zij ermee kunnen instemmen.
  Wordt een overeenstemming (bereikt,) dan stelt het comité dit in een door de partijen ondertekend stuk vast; dit stuk vermeldt de termen van de overeenkomst zo de partijen erom verzoeken.
  Wanneer de partijen geen overeenkomst bereiken, verzoekt het comité hen, bij een ter post aangetekende brief, het geschil voor de rechter te brengen. Indien binnen één maand, te rekenen van de dag van dat verzoek, geen van de partijen de zaak voor de rechter heeft gebracht, kan het comité, bij een verzoekschrift dat in zoveel exemplaren wordt ingediend als er ter zake op te roepen partijen zijn, ze bij de rechter aanhangig maken. Deze bepaalt de datum van de terechtzitting waartoe de griffier bij gerechtsbrief de partijen binnen de gewone termijn van dagvaarding oproept. Een afschrift van het verzoekschrift wordt bij de oproepingsbrief gevoegd. Voor het overige zijn de regels betreffende het geding van toepassing.
  De bepalingen van artikel (17), § 3, lid 1 en 3, zijn van toepassing op die rechtsvordering.
  De rechterlijke beslissing wordt aan de ruilverkavelingsakte gehecht.
  Bij het opmaken van pachtovereenkomsten voor kavels die tengevolge van ruilverkaveling op een andere verpachter of pachter zijn overgegaan, kunnen de partijen of, ingeval er geen overeenkomst wordt bereikt, de (rechter,) afwijken van het bepaalde in de wetgeving met betrekking tot de duur van pachtovereenkomsten; zij kunnen namelijk voor de nieuwe huurcelen dezelfde duur bepalen als deze van het pachtrecht dat op andere door dezelfde pachter geëxploiteerde kavels bestaat, krachtens huurovereenkomsten gesloten door dezelfde verpachter of door andere verpachters.
Art.44. Lorsqu'il y a lieu d'apporter des modifications au bail, notamment en ce qui concerne le fermage et la durée du bail, ou encore, en ce qui concerne les indemnités qui, conformément à la loi sur le bail à ferme, sont dues aux preneurs qui ont supporté les frais des plantations, constructions, travaux et tous ouvrages nécessaires à l'habitabilité du bien loué ou utiles à l'exploitation du bien et conformes à sa destination, le comité convoque les intéressés et leur fait des propositions propres à rallier leur accord.
  En cas d'accord, le comité le constate dans un document signé par les parties; ce document reproduit les termes de la convention si les parties le demandent.
  En cas de désaccord, le comité invite les parties, par lettre recommandée à la poste, à saisir le juge du litige. Si, dans un délai d'un mois à partir du jour de cette invitation, aucune des parties n'a saisi le juge, le comité peut, sur requête déposée en autant d'exemplaires qu'il y a de parties à appeler a la cause, saisir lui-même le juge. celui-ci fixe la date de l'audience à laquelle le greffier convoque les parties par pli judiciaire, dans le délai ordinaire des citations. A la convocation est jointe une copie de la requête. Pour le surplus, les règles relatives à l'instance sont applicables.
  Les dispositions du par. 3, alinéas 1er et 3, de l'article 17 sont applicables à cette action en justice.
  La décision du juge est annexée à l'acte (de) remembrement. .
  Dans l'élaboration des baux relatifs à des parcelles qui, par suite de remembrement, auront change de bailleur ou de preneur, les parties et, à défaut d'accord, le juge, sont autorisés à déroger aux dispositions de la législation concernant la durée des baux à ferme; ils peuvent notamment assigner aux baux nouveaux une durée identique à celle du droit de bail existant relativement à d'autres parcelles exploitées par le même preneur, en vertu de baux consentis soit par le même bailleur, soit par d'autres bailleurs.
Art. 44_VLAAMS_GEWEST.    _ Indien wijzigingen moeten worden aangebracht aan de pacht, inzonderheid met betrekking tot de pachtprijs en de duur van de pacht, of nog met betrekking tot de vergoedingen die overeenkomstig [1 het Vlaams Pachtdecreet van 13 oktober 2023]1 verschuldigd zijn aan de pachter die de kosten voor aanplantingen, bouwwerken, en alle werken die noodzakelijk zijn voor de bewoonbaarheid van het gepachte goed of dienstig zijn voor de exploitatie van dat goed en stroken met de bestemming ervan, hebben gedragen, roept het comité de belanghebbenden op en doet hun zodanige voorstellen dat zij ermee kunnen instemmen.
  Wordt een overeenstemming (bereikt,) dan stelt het comité dit in een door de partijen ondertekend stuk vast; dit stuk vermeldt de termen van de overeenkomst zo de partijen erom verzoeken.
  Wanneer de partijen geen overeenkomst bereiken, verzoekt het comité hen, bij een ter post aangetekende brief, het geschil voor de rechter te brengen. Indien binnen één maand, te rekenen van de dag van dat verzoek, geen van de partijen de zaak voor de rechter heeft gebracht, kan het comité, bij een verzoekschrift dat in zoveel exemplaren wordt ingediend als er ter zake op te roepen partijen zijn, ze bij de rechter aanhangig maken. Deze bepaalt de datum van de terechtzitting waartoe de griffier bij gerechtsbrief de partijen binnen de gewone termijn van dagvaarding oproept. Een afschrift van het verzoekschrift wordt bij de oproepingsbrief gevoegd. Voor het overige zijn de regels betreffende het geding van toepassing.
  De bepalingen van artikel (17), § 3, lid 1 en 3, zijn van toepassing op die rechtsvordering.
  De rechterlijke beslissing wordt aan de ruilverkavelingsakte gehecht.
  Bij het opmaken van pachtovereenkomsten voor kavels die tengevolge van ruilverkaveling op een andere verpachter of pachter zijn overgegaan, kunnen de partijen of, ingeval er geen overeenkomst wordt bereikt, de (rechter,) afwijken van het bepaalde in de wetgeving met betrekking tot de duur van pachtovereenkomsten; zij kunnen namelijk voor de nieuwe huurcelen dezelfde duur bepalen als deze van het pachtrecht dat op andere door dezelfde pachter geëxploiteerde kavels bestaat, krachtens huurovereenkomsten gesloten door dezelfde verpachter of door andere verpachters.
  
Art.44 _REGION_FLAMANDE.
   Lorsqu'il y a lieu d'apporter des modifications au bail, notamment en ce qui concerne le fermage et la durée du bail, ou encore, en ce qui concerne les indemnités qui, conformément [1 au décret flamand sur le Bail à ferme du 13 octobre 2023]1, sont dues aux preneurs qui ont supporté les frais des plantations, constructions, travaux et tous ouvrages nécessaires à l'habitabilité du bien loué ou utiles à l'exploitation du bien et conformes à sa destination, le comité convoque les intéressés et leur fait des propositions propres à rallier leur accord.
  En cas d'accord, le comité le constate dans un document signé par les parties; ce document reproduit les termes de la convention si les parties le demandent.
  En cas de désaccord, le comité invite les parties, par lettre recommandée à la poste, à saisir le juge du litige. Si, dans un délai d'un mois à partir du jour de cette invitation, aucune des parties n'a saisi le juge, le comité peut, sur requête déposée en autant d'exemplaires qu'il y a de parties à appeler a la cause, saisir lui-même le juge. celui-ci fixe la date de l'audience à laquelle le greffier convoque les parties par pli judiciaire, dans le délai ordinaire des citations. A la convocation est jointe une copie de la requête. Pour le surplus, les règles relatives à l'instance sont applicables.
  Les dispositions du par. 3, alinéas 1er et 3, de l'article 17 sont applicables à cette action en justice.
  La décision du juge est annexée à l'acte (de) remembrement. .
  Dans l'élaboration des baux relatifs à des parcelles qui, par suite de remembrement, auront change de bailleur ou de preneur, les parties et, à défaut d'accord, le juge, sont autorisés à déroger aux dispositions de la législation concernant la durée des baux à ferme; ils peuvent notamment assigner aux baux nouveaux une durée identique à celle du droit de bail existant relativement à d'autres parcelles exploitées par le même preneur, en vertu de baux consentis soit par le même bailleur, soit par d'autres bailleurs.
  
Art.45. De regelen van artikel 44 van deze wet zijn van toepassing op de erfpacht evenals op het opstal- en het gebruiksrecht.
Art.45. Les règles de l'article 44 de la présente loi s'appliquent a l'emphytéose ainsi qu'aux droits de superficie et d'usage.
Art.46. Het comité verdeelt over de nieuwe kavels, volgens de waarde ervan, de kosten voor uitvoering van de ruilverkaveling, die noch door de Staat ingevolge artikel 58 noch eventueel door de ondergeschikte openbare besturen of door enig ander organisme ten laste zijn genomen.
  Indien sommige kavels aanzienlijk meer of aanzienlijk minder dan andere voordeel halen uit de naar aanleiding van de ruilverkaveling uitgevoerde werken, neemt het comité dit in (aanmerking) bij de kostenomslag.
  Indien te verwachten is dat de stand van de werken of de regeling van sommige betwiste rekeningen het opmaken van de eindrekening zou kunnen vertragen, kan het comité, met de goedkeuring van de Minister, onder de kosten die zullen worden omgeslagen, een provisie voor te betalen kosten opnemen.
Art.46. Le comité répartit sur les nouvelles parcelles, sur base de leur valeur, les frais d'exécution du remembrement qui ne sont pas supportés par l'Etat en vertu de l'article 58, ni éventuellement par les pouvoirs publics subordonnés ou par tout autre organisme.
  Lorsque certaines parcelles profitent notablement plus ou notablement moins que d'autres des travaux réalisés à l'occasion du remembrement, le comité en tient compte dans la répartition des frais.
  S'il est à prévoir que l'état des travaux ou le règlement de certains comptes litigieux risquent de retarder l'établissement du compte final, le comité peut, avec approbation du Ministre, comprendre dans les frais à répartir une provision pour frais à liquider.
Art.47. Het comité maakt op :
  1° lijsten waarop zijn aangeduid :
  a) met betrekking tot elke kavel in zijn toestand voor de gebruiksruil en tot elke nieuwe kavel, de naam van de eigenaar, de naam van de vruchtgebruiker, de naam van de gebruiker, de oppervlakten in elke waardezone, de globale oppervlakte en de overeenstemmende waarden;
  b) met betrekking tot elke kavel in zijn toestand voor de gebruiksruil en tot elke nieuwe kavel, de vergoedingen voor meer- en minderwaarden;
  2° lijsten waarop met betrekking tot ieder eigenaar en ieder vruchtgebruiker aangeduid zijn :
  a) zowel voor de door hem ingebrachte als voor de aan hem toebedeelde kavels : de oppervlakten in elke waardezone, de globale oppervlakten en de overeenstemmende waarden;
  b) voor de aan hem toebedeelde kavels, het aandeel in de kosten;
  c) de opleg en de vergoedingen voor meer- en minderwaarden;
  d) het batig of nadelig saldo van opleggen, vergoedingen en kosten;
  3° lijsten waarop met betrekking tot ieder gebruiker zijn aangeduid de door hem ingebrachte en de aan hem toebedeelde kavels, de oppervlakten in elke waardezone, de globale oppervlakten, de overeenstemmende waarden en de vergoeding voor gebruiksverlies;
  4° een kavelplan waarop de vroegere kavels voorkomen die met voorrechten, hypotheken, bevelen, onroerende beslagen of vorderingen of met erfpacht, opstal- of nieuwe gebruiksrecht zijn bezwaard, en een herkavelingsplan waarop de nieuwe kavels of gedeelten van nieuwe kavels voorkomen die met voorrechten, hypotheken, bevelen, onroerende beslagen of vorderingen of met erfpacht-, opstal- of gebruiksrecht zullen worden bezwaard;
  5° lijsten waarop met betrekking tot ieder eigenaar en ieder vruchtgebruiker zijn aangeduid : de voorrechten, hypotheken, bevelen, onroerende beslagen of vorderingen, de erfpacht-, opstal- en gebruiksrechten, met vermelding van de kavels in hun toestand voor de gebruiksruil en de nieuwe of gedeelten van nieuwe kavels die in de plaats hiervan komen.
Art.47. Le comité dresse :
  1° des tableaux indiquant :
  a) pour chaque parcelle telle qu'elle existait avant l'échange d'exploitation et pour chaque nouvelle parcelle, le nom du propriétaire, le nom de l'usufruitier, le nom de l'exploitant, les superficies dans chaque zone de valeur, la superficie globale et les valeurs correspondantes;
  b) pour chaque parcelle telle qu'elle existait avant l'échange d'exploitation et pour chaque nouvelle parcelle les indemnités pour plus-values et moins-values;
  2° des tableaux indiquant par propriétaire et par usufruitier :
  a) tant pour les parcelles qu'il a apportées que pour celles qui lui sont attribuées, les superficies dans chaque zone de valeur, les superficies globales et les valeurs correspondantes;
  b) pour les parcelles qui lui sont attribuées, la part contributive dans les frais;
  c) la soulte et les indemnités pour plus-values et moins-values;
  d) le solde créditeur ou débiteur des soultes, indemnités et frais;
  3° des tableaux indiquant, par exploitant, pour les anciennes parcelles qu'il occupe et les nouvelles parcelles qui lui sont attribuées, les superficies dans chaque zone de valeur, les superficies globales, les valeurs correspondantes et l'indemnité pour perte de jouissance;
  4° un plan parcellaire sur lequel figurent les anciennes parcelles affectées à des privilèges ou hypothèques ou faisant l'objet de commandements, saisies ou actions immobilières, ou de droit d'emphytéose, de superficie ou d'usage et un plan de relotissement sur lequel figurent les nouvelles parcelles ou parties de nouvelles parcelles qui seront affectées à ces privilèges et hypothèques ou qui feront l'objet de ces commandements, saisies ou actions immobilières ou de droit d'emphytéose, de superficie ou d'usage;
  5° des tableaux mentionnant, par propriétaire et par usufruitier, les privilèges, hypothèques, commandements, saisies ou actions immobilières, et les droits d'emphytéose, de superficie et d'usage, avec indication des parcelles anciennes et des nouvelles parcelles ou parties de nouvelles parcelles qui s'y substituent.
Art.48. De plans en lijsten vermeld in de artikelen 35, 39 en 47 1° 2° en 3°, worden gedurende dertig dagen ter inzage neergelegd ten zetel van het comité.
  De neerlegging van bedoelde stukken wordt in alle bij de vereenvoudigde ruilverkaveling betrokken gemeenten bekendgemaakt door aanplakking.
  De op de lijsten vermelde eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers worden van die neerlegging in kennis gesteld door het comité bij een ter post aangetekende brief.
  In die kennisgeving worden de dag, uren en plaats vermeld waarop de belanghebbenden opmerkingen en bezwaren kunnen indienen bij de voorzitter van het comité of zijn afgevaardigde.
  De voorzitter en de secretaris van het comité openen het proces-verbaal waarin de verklaringen van de belanghebbenden, die ze ondertekenen, worden opgenomen. De tijdens het onderzoek schriftelijk ingediende opmerkingen en bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld en blijven eraan gehecht.
  Bij het verstrijken van de termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de verzending van de in artikel 13, derde lid, bedoelde kennisgevingen, wordt het proces-verbaal door de voorzitter en de secretaris van het comité gesloten.
  Nadat het onderzoek is afgesloten, onderzoekt het comité de gemaakte opmerkingen en bezwaren en beslist dienaangaande.
  Het comité stelt de in de artikelen 35, 39 en 47, 1°, 2° en 3°, vermelde plans en lijsten vast en legt deze neer ten zetel, waar ieder belanghebbende er tijdens de ganse duur van de verrichtingen inzage kan van nemen op een aan de voorzitter of aan de secretaris gerichte aanvraag.
  Van de neerlegging wordt aan de belanghebbende eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers bij een ter post aangetekende brief kennis gegeven.
Art.48. Les plans et tableaux prévus aux articles 35, 39 et 47, 1°, 2° et 3°, sont soumis à enquête publique pendant trente jours dans la commune où le comité a fixé son siège.
  Le dépôt de ces documents est annoncé par voie d'affichage dans toutes les communes concernées par le remembrement simplifié.
  Les propriétaires, usufruitiers et exploitants mentionnés aux tableaux sont avisés de ce dépôt par lettre recommandée à la poste par les soins du comité.
  L'avis mentionne les jour, heures et endroit où les observations et réclamations des intéressés peuvent être reçues par le président du comité ou son délégué.
  Le président et le secrétaire du comité ouvrent le procès-verbal destiné à recueillir les déclarations des intéressés, qui les contresignent. Les observations et réclamation écrites reçues au cours de l'enquête sont mentionnées au procès-verbal et y demeurent annexées.
  A l'expiration du délai de trente jours qui prend cours le lendemain du jour de l'expédition des notifications visées à l'article 13, alinéa trois, le procès-verbal est clos par le président et le secrétaire du comité.
  Après clôture de l'enquête, le comité examine les observations et réclamations qu'elle a suscitées et statue à leur sujet.
  Le comité arrête les plans et tableaux prévus aux articles 35, 39 et 47, 1°, 2° et 3°, et les dépose à son siège, où tout intéressé est admis à en prendre connaissance pendant toute la durée des opérations, sur demande faite au président ou au secrétaire.
  L'avis du dépôt est notifié aux propriétaires, usufruitiers et exploitants intéressés par lettre recommandée à la poste.
Art. 48_WAALS_GEWEST.   De plans en lijsten vermeld in de artikelen 35, 39 en 47 1° 2° en 3°, worden (ter inzage gelegd volgens de modaliteiten omschreven in Boek I van het Milieuwetboek).
  (Tweede lid opgeheven).
  De op de lijsten vermelde eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers worden van die neerlegging in kennis gesteld door het comité bij een ter post aangetekende brief.
  (Vierde lid opgeheven).
  (Vijfde lid opgeheven).
  (Zesde lid opgeheven).
  Nadat het onderzoek is afgesloten, onderzoekt het comité de gemaakte opmerkingen en bezwaren en beslist dienaangaande.
  Het comité stelt de in de artikelen 35, 39 en 47, 1°, 2° en 3°, vermelde plans en lijsten vast en legt deze neer ten zetel, waar ieder belanghebbende er tijdens de ganse duur van de verrichtingen inzage kan van nemen op een aan de voorzitter of aan de secretaris gerichte aanvraag.
  Van de neerlegging wordt aan de belanghebbende eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers bij een ter post aangetekende brief kennis gegeven.
Art. 48 _REGION_WALLONNE.
  Les plans et tableaux prévus aux articles 35, 39 et 47, 1°, 2° et 3°, sont soumis à enquête publique (selon les modalités définies au Livre Ier du Code de l'Environnement).
  (Alinéa 2 abrogé).
  Les propriétaires, usufruitiers et exploitants mentionnés aux tableaux sont avisés de ce dépôt par lettre recommandée à la poste par les soins du comité.
  (Alinéa 4 abrogé).
  (Alinéa 5 abrogé).
  (Alinéa 6 abrogé).
  Après clôture de l'enquête, le comité examine les observations et réclamations qu'elle a suscitées et statue à leur sujet.
  Le comité arrête les plans et tableaux prévus aux articles 35, 39 et 47, 1°, 2° et 3°, et les dépose a son siège, où tout intéressé est admis à en prendre connaissance pendant toute la durée des opérations, sur demande faite au président ou au secrétaire.
  L'avis du dépôt est notifié aux propriétaires, usufruitiers et exploitants intéressés par lettre recommandée à la poste.
Art.49. Bij een ter post aangetekende brief verzoekt het comité de belanghebbende eigenaars en houders van zakelijke rechten inzage te nemen van de plans en lijsten vermeld in artikel 47, 4° en 5°.
  Die stukken berusten gedurende vijftien dagen ten zetel van het comité.
  Het comité stelt een proces-verbaal op waarin de door de belanghebbende ondertekende bezwaren worden opgenomen. De tijdens het onderzoek ingediende schriftelijke bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld en blijven eraan gehecht. Na het verstrijken van de termijn van vijftien dagen wordt het onderzoek afgesloten.
  Het comité onderzoekt de ingediende bezwaren, stelt de plans en de lijsten vast en bewaart deze ten zetel.
  Van de beslissing van het comité wordt aan de eigenaars van bezwaarde goederen en de houders van zakelijke rechten bij een ter post aangetekende brief kennis gegeven. Zij kunnen van de plans en lijsten inzage nemen op een aan de voorzitter of aan de secretaris gerichte aanvraag.
Art.49. Le comité invite, par lettre recommandée à la poste, les propriétaires et les titulaires de droits réels intéressés à prendre connaissance des plans et tableaux prévus à l'article 47, 4° et 5°.
  Ces documents sont déposés pendant quinze jours au siège du comité.
  Le comité dresse un procès-verbal destiné à recueillir les réclamations des intéressés, qui les contresignent. Les réclamations écrites reçues au cours de l'enquête sont mentionnées au procès-verbal et y demeurent annexées. A l'expiration du délai de quinze jours, l'enquête est clôturée.
  Le comité examine les réclamations présentées, arrête les plans et tableaux, qu'il conserve à son siège.
  La décision du comité est notifiée par lettre recommandée à la poste aux propriétaires de biens grevés et aux titulaires de droits réels intéressés. Ils sont admis à prendre connaissance des plans et tableaux sur demande faite au président ou au secrétaire.
Art.50. Wanneer de herverkavelingsplans en de lijsten zijn vastgesteld zoals bepaald in de artikelen 48 en 49, gaat het comité over tot de definitieve afpaling van de nieuwe kavels.
Art.50. Lorsque les plans de relotissement et les tableaux ont été arrêtés, comme prévu aux articles 48 et 49, le comité procède au bornage définitif des nouvelles parcelles.
Art.51. § 1. Ieder belanghebbende kan de vaststelling betwisten van de cultuur- en bedrijfswaarden, vastgesteld door het comité bij artikel 35.
  § 2. Ieder belanghebbende kan de vaststelling (van de oppervlakte) van zijn kavels in hun toestand voor de gebruiksruil betwisten, doch enkel wanneer het comité voor een kavel een andere oppervlakte heeft vastgesteld dan diegene die blijkt uit de kadastrale stukken, of wanneer het comité in zijn lijsten de kadastrale oppervlakte van een kavel heeft overgenomen dan wanneer het kadaster in zijn stukken geen rekening heeft gehouden met een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing die de oppervlakte van die kavel heeft vastgesteld of voor een kavel een oppervlakte vermeldde die ten minste 2 pct. kleiner is dan ofwel de oppervlakte vermeld in een akte met vaste dagtekening, ofwel de door natrekking gewijzigde oppervlakte. Die 2 pct. worden berekend voor een zelfde geheel waarvan een zelfde belanghebbende alleen of in onverdeeldheid, ofwel, eigenaar, ofwel blote eigenaar of vruchtgebruiker is.
  Hij kan ook de vaststelling van de oppervlakte in elke waardezone van zijn kavels in hun toestand voor de gebruiksruil betwisten.
  Kunnen eveneens door ieder belanghebbende betwist worden de oppervlakte van de nieuwe kavels die hem in elke waardezone worden toegewezen, de berekening van de globale waarden en van de opleg die eruit voortspruit, het bedrag van de vergoedingen wegens meer- of minderwaarden, evenals de vergoeding voor gebruiksverlies en het aandeel in de kosten dat hem overeenkomstig de bepalingen van artikel 47, 2°, ten laste wordt gelegd.
  § 3. Voor de betwistingen bedoeld in §§ 1 en 2 van dit artikel, richt de betrokkene of zijn advokaat, op straffe van verval, aan de rechter een verzoekschrift tot benoeming van een deskundige, binnen de dertig dagen na de verzending van de bij artikel 48, laatste lid, bepaalde kennisgeving.
  De door de post afgestempelde lijst van de aangetekende brieven of afgiftebewijzen die getuigen van de in artikel 48, laatste lid, bedoelde kennisgeving, worden door het comité ter griffie neergelegd, uiterlijk de dag waarop de termijn voor de indiening van de verzoekschriften verstrijkt.
  De bepalingen van artikel 17, § 2, tweede en derde lid, vijfde tot negende lid en § 3, eerste en derde lid, zijn van toepassing op de hiervoren bedoelde rechtsvorderingen.
  Oordeelt de rechter de bezwaren gegrond, dan verbetert hij naargelang van het geval, de opleg, de vergoeding wegens meer- of minderwaarde, de vergoeding wegens gebruiksverlies of het bedrag van de ten laste van de betrokkene gelegde kosten; het verschil maakt deel uit van de uitvoeringskosten van de ruilverkaveling.
  § 4. Ieder belanghebbende kan de overdracht van de zakelijke rechten, zoals die werden bepaald overeenkomstig artikel 49, vierde lid, betwisten.
  Om de rechtsvordering in te stellen, moet een dagvaarding om voor de rechter te verschijnen, op straffe van verval aan het comité worden betekend binnen dertig dagen na verzending van het in artikel 49, vijfde lid, bepaalde bericht. De dagvaarding, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vermeldt het onderwerp van de rechtsvordering en bevat een bondige uiteenzetting van de middelen.
  Op straffe van verval wordt die dagvaarding ten minste vijftien dagen vooraf betekend.
  De bepalingen van artikel 17, § 3, eerste en derde lid, evenals die van hetzelfde artikel, § 2, zesde tot negende lid, ingeval de rechter één of meer deskundigen aanstelt, zijn toepasselijk op die rechtsvorderingen.
  De rechter bepaalt, in voorkomend geval, de nieuwe kavels of delen hiervan waarop de zakelijke rechten worden overgedragen; hij kan aan de eisende partij bevelen ieder belanghebbende persoon die hij aanduidt, bij de zaak te roepen.
  § 5. Het comité mag, ingevolge vaststelling van materiële fouten, aan de plans en lijsten de nodige verbeteringen aanbrengen.
Art.51. § 1. Tout intéressé peut contester la détermination des valeurs culturales et d'exploitation établies par le comité à l'article 35.
  § 2. Tout intéressé peut contester la détermination de la superficie de ses parcelles telles qu'elles existaient avant l'échange d'exploitation mais uniquement lorsque le comité a fixé pour une parcelle une superficie autre que celle découlant des documents cadastraux ou lorsque le comité a repris dans ses tableaux la superficie cadastrale d'une parcelle alors que le cadastre n'a pas tenu compte dans ses documents d'une décision judiciaire coulée en force de chose jugée fixant la superficie de cette parcelle, ou a reproduit dans ses documents pour une parcelle une superficie inférieure de 2 p.c. au moins, soit à la superficie figurant dans un acte ayant date certaine, soit à la superficie modifiée par suite d'accession. Cette quotité de 2 p.c. se calcule par ensemble d'un seul tenant dont un même intéressé est, seul ou en indivision, soit propriétaire, soit nu-propriétaire ou usufruitier.
  Il peut aussi contester la détermination de la superficie de ses parcelles telles qu'elles existaient avant l'échange d'exploitation dans chaque zone de valeur.
  Tout intéressé peut également contester les superficies des nouvelles parcelles qui lui sont attribuées dans chaque zone de valeur, le calcul des valeurs globales et de la soulte qui en résulte, le montant des indemnités pour plus-value ou moins-value, ainsi que l'indemnité pour perte de jouissance et la part contributive dans les frais mise à sa charge selon les dispositions de l'article 47, 2°.
  § 3. Pour les contestations visées aux par. 1er et 2 du présent article, à peine de forclusion, l'intéressé ou son avocat adresse au juge une requête en nomination d'expert dans le trente jours de l'envoi de l'avis prévu à l'article 48, dernier alinéa.
  La liste estampillée des lettres recommandées ou les récépissés de l'administration des postes, afférents à la notification prévue à l'article 48, dernier alinéa, sont déposés au greffe par le comité, au plus tard, le jour de l'expiration du délai pour l'introduction des requêtes.
  Les dispositions de l'article 17, par. 2, alinéas 2 et 3, 5 à 9, et par. 3, alinéas 1er et 3, sont applicables aux actions en justice visées ci-dessus.
  Si le juge estime les griefs fondés, il rectifie, selon le cas, la soulte, les indemnités pour plus-values ou moins-values, l'indemnité pour perte de jouissance ou le montant des frais mis à charge de l'intéressé; la différence fait partie des frais d'exécution du remembrement.
  § 4. Tout intéressé peut contester le report des droits réels tels qu'ils ont été arrêtés conformément à l'article 49, alinéa 4.
  Pour introduire l'action, une citation à comparaître devant le juge est à peine de forclusion, notifiée au comité dans les trente jours de l'envoi de l'avis prévu à l'article 49, alinéa 5. La citation, à peine d'irrecevabilité, mentionne l'objet de l'action et contient un exposé succinct des moyens.
  A peine de déchéance, cette citation est notifiée au moins quinze jours d'avance.
  Sont applicables a ces actions en justice, les dispositions du par. 3, alinéas 1er et 3, de l'article 17, ainsi que les dispositions du par. 2, alinéas 6 a 9, du même article au cas où le juge désigne un ou plusieurs experts.
  Le juge détermine, s'il y a lieu, les nouvelles parcelles ou parties de nouvelles parcelles sur lesquelles les droits réels sont reportés; il peut ordonner à la partie demanderesse d'appeler à la cause toute personne intéressée qu'il désigne.
  § 5. Le comité peut apporter aux plans et tableaux les corrections nécessaires à la (suite) de la constatation de fautes matérielles. .
Art.52. § 1. Het comité belast het comité tot aankoop van onroerende goederen met het verlijden van de ruilverkavelingsakte.
  Deze ruilverkavelingsakte omvat :
  1° de vaststelling van de rechten en verplichtingen zoals deze voortvloeien uit de in artikelen 35, 39, 44, 45 en 47 bedoelde ruilverkavelingsplannen, lijsten en overeenkomsten. Die plannen, lijsten en overeenkomsten, evenals de rechterlijke beslissingen bedoeld door de artikelen 44 en 45, worden aan de akte gehecht;
  2° de vermelding van het getuigschrift waarin wordt bevestigd dat de gelden overeenkomstig artikel 56, derde lid, bij de Deposito- en Consignatiekas zijn gedeponeerd;
  3° de tijdstippen en voorwaarden van ingenottreding en ingebruikneming van de nieuwe kavels; deze tijdstippen en voorwaarden worden door het comité vastgesteld;
  4° de door de Nationale Landmaatschappij toegestane voorwaarden en termijnen van betaling der in artikel 47, 2°, bedoelde nadelige saldo's.
  § 2. Tot zekerheid van het door een eigenaar of vruchtgebruiker aan de Nationale Landmaatschappij verschuldigd saldo en tot zekerheid van de intresten en van de kosten van eventuele gedwongen uitvoering, wordt van rechtswege ten voordele van die maatschappij, tenzij zij er afstand van doet, een hypotheek ingeschreven op de goederen welke aan die eigenaar of vruchtgebruiker werden toegewezen.
  De Nationale Landmaatschappij mag die hypothecaire inschrijving evenwel tot één of meer door haar aangeduide nieuwe kavels beperken.
  Op verzoekschrift van de eigenaar of van de vruchtgebruiker mag de rechter nochtans een goed aanwijzen, waarvan hij oordeelt dat de waarde toereikend is om de schuldvordering van de Nationale Landmaatschappij te waarborgen.
  Onverminderd de bepalingen van het volgend lid, is de hypotheekwet van 16 december 1851 van toepassing op de hierboven bedoelde hypothecaire inschrijvingen.
  De doorhaling of de vermindering van de hypothecaire inschrijving mag worden gedaan krachtens een akte die voor het comité tot aankoop van onroerende goederen is verleden.
  § 3. De bepalingen van de artikelen (139 tot 141 van de hypotheekwet van 16 december 1851) zijn van toepassing op de ruilverkavelingsakte. <W 1995-02-09/35, art. 6, § 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2001>
  De hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de overschrijving van de aan de ruilverkavelingsakte gehechte stukken.
  De ruilverkavelingsakte en de bijlagen ervan worden bewaard door het comité tot aankoop van onroerende goederen.
Art.52. § 1. Le comité charge le comité d'acquisition d'immeubles de la passation de l'acte de remembrement.
  Cet acte de remembrement contient :
  1° la constatation des droits et obligations tels qu'ils découlent des plans de remembrement, des tableaux et des conventions visés aux articles 35, 39, 44, 45 et 47. Ces plans, tableaux et conventions ainsi que les décisions judiciaires visées aux articles 44 et 45 sont annexés à l'acte;
  2° la mention du certificat suivant lequel les fonds ont été déposés à la Caisse des dépôts et consignations comme prévu à l'article 56, alinéa 3;
  3° les dates et les conditions de l'entrée en jouissance et de l'occupation des nouvelles parcelles; ces dates et conditions sont déterminées par le comité;
  4° les conditions et délais de paiement consentis par la Société nationale terrienne pour les soldes débiteurs visés à l'article 47, 2°.
  § 2. Pour sûreté du solde dû par un propriétaire ou un usufruitier à la Société nationale terrienne, et pour sûreté des intérêts et des frais d'exécution forcée éventuelle, une hypothèque est inscrite de plein droit en faveur de cette société, sauf renonciation de sa part, sur les biens attribués à ce propriétaire ou à cet usufruitier.
  Toutefois, la Société nationale terrienne peut limiter cette inscription hypothécaire à une ou plusieurs nouvelles parcelles qu'elle détermine.
  Sur requête du propriétaire ou de l'usufruitier, le juge peut néanmoins désigner tel bien dont il estime la valeur suffisante pour garantir la créance de la Société nationale terrienne.
  Sans préjudice des dispositions de l'alinéa suivant, la loi hypothécaire du 16 décembre 1851 est applicable aux inscriptions hypothécaires visées ci-dessus.
  La radiation ou la réduction de l'inscription hypothécaire peut être opérée en vertu d'un acte passé devant le comité d'acquisition d'immeubles.
  § 3. Les dispositions des articles (139 à 141 de la loi hypothécaire du 16 décembre 1851) sont applicables à l'acte de remembrement. <L 1995-02-09/35, art. 6, § 3, 003; En vigueur : 01-01-2001>
  Le conservateur des hypothèques est dispensé de transcrire les documents annexés à l'acte de remembrement.
  L'acte de remembrement et ses annexes sont conservés par le comité d'acquisition d'immeubles.
Art. 52_VLAAMS_GEWEST.    § 1. Het comité belast [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1 met het verlijden van de ruilverkavelingsakte.
  Deze ruilverkavelingsakte omvat :
  1° de vaststelling van de rechten en verplichtingen zoals deze voortvloeien uit de in artikelen 35, 39, 44, 45 en 47 bedoelde ruilverkavelingsplannen, lijsten en overeenkomsten. Die plannen, lijsten en overeenkomsten, evenals de rechterlijke beslissingen bedoeld door de artikelen 44 en 45, worden aan de akte gehecht;
  2° de vermelding van het getuigschrift waarin wordt bevestigd dat de gelden overeenkomstig artikel 56, derde lid, bij de Deposito- en Consignatiekas zijn gedeponeerd;
  3° de tijdstippen en voorwaarden van ingenottreding en ingebruikneming van de nieuwe kavels; deze tijdstippen en voorwaarden worden door het comité vastgesteld;
  4° de door de Nationale Landmaatschappij toegestane voorwaarden en termijnen van betaling der in artikel 47, 2°, bedoelde nadelige saldo's.
  § 2. Tot zekerheid van het door een eigenaar of vruchtgebruiker aan de Nationale Landmaatschappij verschuldigd saldo en tot zekerheid van de intresten en van de kosten van eventuele gedwongen uitvoering, wordt van rechtswege ten voordele van die maatschappij, tenzij zij er afstand van doet, een hypotheek ingeschreven op de goederen welke aan die eigenaar of vruchtgebruiker werden toegewezen.
  De Nationale Landmaatschappij mag die hypothecaire inschrijving evenwel tot één of meer door haar aangeduide nieuwe kavels beperken.
  Op verzoekschrift van de eigenaar of van de vruchtgebruiker mag de rechter nochtans een goed aanwijzen, waarvan hij oordeelt dat de waarde toereikend is om de schuldvordering van de Nationale Landmaatschappij te waarborgen.
  Onverminderd de bepalingen van het volgend lid, is de hypotheekwet van 16 december 1851 van toepassing op de hierboven bedoelde hypothecaire inschrijvingen.
  De doorhaling of de vermindering van de hypothecaire inschrijving mag worden gedaan krachtens een akte die voor [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1 is verleden.
  § 3. De bepalingen van de artikelen (139 tot 141 van de hypotheekwet van 16 december 1851) zijn van toepassing op de ruilverkavelingsakte. <W 1995-02-09/35, art. 6, § 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2001>
  [2 De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie]2 wordt ontslagen van de overschrijving van de aan de ruilverkavelingsakte gehechte stukken.
  De ruilverkavelingsakte en de bijlagen ervan worden bewaard door [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1.
  
Art.52 _REGION_FLAMANDE.
   § 1. Le comité charge [1 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1 de la passation de l'acte de remembrement.
  Cet acte de remembrement contient :
  1° la constatation des droits et obligations tels qu'ils découlent des plans de remembrement, des tableaux et des conventions visés aux articles 35, 39, 44, 45 et 47. Ces plans, tableaux et conventions ainsi que les décisions judiciaires visées aux articles 44 et 45 sont annexés à l'acte;
  2° la mention du certificat suivant lequel les fonds ont été déposés à la Caisse des dépôts et consignations comme prévu à l'article 56, alinéa 3;
  3° les dates et les conditions de l'entrée en jouissance et de l'occupation des nouvelles parcelles; ces dates et conditions sont déterminées par le comité;
  4° les conditions et délais de paiement consentis par la Société nationale terrienne pour les soldes débiteurs visés à l'article 47, 2°.
  § 2. Pour sûreté du solde dû par un propriétaire ou un usufruitier à la Société nationale terrienne, et pour sûreté des intérêts et des frais d'exécution forcée éventuelle, une hypothèque est inscrite de plein droit en faveur de cette société, sauf renonciation de sa part, sur les biens attribués à ce propriétaire ou à cet usufruitier.
  Toutefois, la Société nationale terrienne peut limiter cette inscription hypothécaire à une ou plusieurs nouvelles parcelles qu'elle détermine.
  Sur requête du propriétaire ou de l'usufruitier, le juge peut néanmoins désigner tel bien dont il estime la valeur suffisante pour garantir la créance de la Société nationale terrienne.
  Sans préjudice des dispositions de l'alinéa suivant, la loi hypothécaire du 16 décembre 1851 est applicable aux inscriptions hypothécaires visées ci-dessus.
  La radiation ou la réduction de l'inscription hypothécaire peut être opérée en vertu d'un acte passé devant [1 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand.]1.
  § 3. Les dispositions des articles (139 à 141 de la loi hypothécaire du 16 décembre 1851) sont applicables à l'acte de remembrement. <L 1995-02-09/35, art. 6, § 3, 003; En vigueur : 01-01-2001>
  [2 L'Administration générale de la Documentation patrimoniale]2 est dispensée de transcrire les documents annexés à l'acte de remembrement.
  L'acte de remembrement et ses annexes sont conservés par [1 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1.
  
Art. 52_WAALS_GEWEST.   § 1. Het comité belast het comité tot aankoop van onroerende goederen met het verlijden van de ruilverkavelingsakte.
  Deze ruilverkavelingsakte omvat :
  1° de vaststelling van de rechten en verplichtingen zoals deze voortvloeien uit de in artikelen 35, 39, 44, 45 en 47 bedoelde ruilverkavelingsplannen, lijsten en overeenkomsten. Die plannen, lijsten en overeenkomsten, evenals de rechterlijke beslissingen bedoeld door de artikelen 44 en 45, worden aan de akte gehecht;
  2° de vermelding van het getuigschrift waarin wordt bevestigd dat de gelden overeenkomstig artikel 56, derde lid, bij de Deposito- en Consignatiekas zijn gedeponeerd;
  3° de tijdstippen en voorwaarden van ingenottreding en ingebruikneming van de nieuwe kavels; deze tijdstippen en voorwaarden worden door het comité vastgesteld;
  4° de door (het Waalse Gewest) toegestane voorwaarden en termijnen van betaling der in artikel 47, 2°, bedoelde nadelige saldo's.
  § 2. Tot zekerheid van het door een eigenaar of vruchtgebruiker aan (het Waalse Gewest) verschuldigd saldo en tot zekerheid van de intresten en van de kosten van eventuele gedwongen uitvoering, wordt van rechtswege ten voordele van die maatschappij, tenzij zij er afstand van doet, een hypotheek ingeschreven op de goederen welke aan die eigenaar of vruchtgebruiker werden toegewezen.
  (Het Waalse Gewest) mag die hypothecaire inschrijving evenwel tot één of meer door haar aangeduide nieuwe kavels beperken.
  Op verzoekschrift van de eigenaar of van de vruchtgebruiker mag de rechter nochtans een goed aanwijzen, waarvan hij oordeelt dat de waarde toereikend is om de schuldvordering van (het Waalse Gewest) te waarborgen.
  Onverminderd de bepalingen van het volgend lid, is de hypotheekwet van 16 december 1851 van toepassing op de hierboven bedoelde hypothecaire inschrijvingen.
  De doorhaling of de vermindering van de hypothecaire inschrijving mag worden gedaan krachtens een akte die voor het comité tot aankoop van onroerende goederen is verleden.
  § 3. De bepalingen van de artikelen (139 tot 141 van de hypotheekwet van 16 december 1851) zijn van toepassing op de ruilverkavelingsakte. <W 1995-02-09/35, art. 6, § 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2001>
  De hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de overschrijving van de aan de ruilverkavelingsakte gehechte stukken.
  De ruilverkavelingsakte en de bijlagen ervan worden bewaard door het comité tot aankoop van onroerende goederen.
Art. 52 _REGION_WALLONNE.
  § 1. Le comité charge le comité d'acquisition d'immeubles de la passation de l'acte de remembrement.
  Cet acte de remembrement contient :
  1° la constatation des droits et obligations tels qu'ils découlent des plans de remembrement, des tableaux et des conventions visés aux articles 35, 39, 44, 45 et 47. Ces plans, tableaux et conventions ainsi que les décisions judiciaires visées aux articles 44 et 45 sont annexés à l'acte;
  2° la mention du certificat suivant lequel les fonds ont été déposés à la Caisse des dépôts et consignations comme prévu à l'article 56, alinéa 3;
  3° les dates et les conditions de l'entrée en jouissance et de l'occupation des nouvelles parcelles; ces dates et conditions sont déterminées par le comité;
  4° les conditions et délais de paiement consentis par la (Région wallonne) pour les soldes débiteurs visés à l'article 47, 2°.
  § 2. Pour sûreté du solde dû par un propriétaire ou un usufruitier à la (Région wallonne), et pour sûreté des intérêts et des frais d'exécution forcée éventuelle, une hypothèque est inscrite de plein droit en faveur de cette société, sauf renonciation de sa part, sur les biens attribués à ce propriétaire ou à cet usufruitier.
  Toutefois, la (Région wallonne) peut limiter cette inscription hypothécaire à une ou plusieurs nouvelles parcelles qu'elle détermine.
  Sur requête du propriétaire ou de l'usufruitier, le juge peut néanmoins désigner tel bien dont il estime la valeur suffisante pour garantir la créance de la (Région wallonne).
  Sans préjudice des dispositions de l'alinéa suivant, la loi hypothécaire du 16 décembre 1851 est applicable aux inscriptions hypothécaires visées ci-dessus.
  La radiation ou la réduction de l'inscription hypothécaire peut être opérée en vertu d'un acte passé devant le comité d'acquisition d'immeubles.
  § 3. Les dispositions des articles (139 à 141 de la loi hypothécaire du 16 décembre 1851) sont applicables à l'acte de remembrement. <L 1995-02-09/35, art. 6, § 3, 003; En vigueur : 01-01-2001>
  Le conservateur des hypothèques est dispensé de transcrire les documents annexés à l'acte de remembrement.
  L'acte de remembrement et ses annexes sont conservés par le comité d'acquisition d'immeubles.
Art.53. De ruilverkavelingsakte geldt als titel voor de eigendom, de zakelijke rechten en de schuldvorderingen welke erdoor worden geregeld.
  Nadat de hypothecaire formaliteiten zijn vervuld, overhandigt het comité tot aankoop van onroerende goederen een eensluidend verklaard uittreksel uit de ruilverkavelingsakte en uit de bijlagen ervan aan ieder belanghebbende. Op de uittreksels afgegeven aan de gebruikers die de nieuwe kavels in gebruik zullen nemen, komt het formulier van tenuitvoerlegging voor.
Art.53. L'acte de remembrement forme titre pour la propriété et les droits réels et de créance dont il règle le sort.
  Après l'accomplissement des formalités hypothécaires, le comité d'acquisition d'immeubles délivre à chacun des intéressés un extrait conforme de l'acte de remembrement et de ses annexes. Les extraits (délivrés) aux exploitants qui occuperont les nouvelles parcelles sont revêtus de la formule exécutoire. .
Art. 53_VLAAMS_GEWEST.    De ruilverkavelingsakte geldt als titel voor de eigendom, de zakelijke rechten en de schuldvorderingen welke erdoor worden geregeld.  Nadat de hypothecaire formaliteiten zijn vervuld, overhandigt [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1 een eensluidend verklaard uittreksel uit de ruilverkavelingsakte en uit de bijlagen ervan aan ieder belanghebbende. Op de uittreksels afgegeven aan de gebruikers die de nieuwe kavels in gebruik zullen nemen, komt het formulier van tenuitvoerlegging voor.
  
Art.53 _REGION_FLAMANDE.    L'acte de remembrement forme titre pour la propriété et les droits réels et de créance dont il règle le sort.  Après l'accomplissement des formalités hypothécaires, [1 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1 délivre à chacun des intéressés un extrait conforme de l'acte de remembrement et de ses annexes. Les extraits (délivrés) aux exploitants qui occuperont les nouvelles parcelles sont revêtus de la formule exécutoire. .
  
Art.54. De ingebruikneming van de nieuwe kavels heeft plaats op de tijdstippen en onder de voorwaarden bepaald in de ruilverkavelingsakte. De rechten en verplichtingen van de afgaande pachter tegenover de verpachter worden geregeld overeenkomstig de bepalingen van de pachtwet.
  Wanneer de partijen geen overeenkomst bereiken, treedt het comité, op verzoek van een hunner, bemiddelend op.
Art.54. L'occupation des nouvelles parcelles se fait aux dates et conditions fixées dans l'acte de remembrement. Les droits et obligations du preneur sortant à l'égard du bailleur sont réglés conformément aux dispositions de la loi sur le bail à ferme.
  En cas de désaccord, le comité s'efforce de concilier les parties, à la demande de l'une d'elles.
Art. 54_VLAAMS_GEWEST.    De ingebruikneming van de nieuwe kavels heeft plaats op de tijdstippen en onder de voorwaarden bepaald in de ruilverkavelingsakte. De rechten en verplichtingen van de afgaande pachter tegenover de verpachter worden geregeld overeenkomstig de bepalingen van [1 het Vlaams Pachtdecreet van 13 oktober 2023]1.  Wanneer de partijen geen overeenkomst bereiken, treedt het comité, op verzoek van een hunner, bemiddelend op.
  
Art.54 _REGION_FLAMANDE.    L'occupation des nouvelles parcelles se fait aux dates et conditions fixées dans l'acte de remembrement. Les droits et obligations du preneur sortant à l'égard du bailleur sont réglés conformément aux dispositions [1 du décret flamand sur le Bail à ferme du 13 octobre 2023]1.  En cas de désaccord, le comité s'efforce de concilier les parties, à la demande de l'une d'elles.
  
Art.55. Wanneer het vonnis gewezen overeenkomstig artikel 51, § 3, lid vier, meer dan dertig dagen voor de dag vastgesteld voor het verlijden van de ruilverkavelingsakte is uitgesproken, brengt het comité aan de lijsten bepaald in artikel 47, 1°, 2° en 3°, de verbeteringen aan die uit het vonnis voortvloeien. In het tegenovergestelde geval verlijdt het comité tot aankoop van onroerende goederen een verbeterende akte aan de ruilverkavelingsakte bevattende de verbeteringen die uit het vonnis voortvloeien.
  Wanneer het vonnis gewezen overeenkomstig artikel 51, § 4, lid vijf, ten minste dertig dagen voor de dag vastgesteld voor het verlijden van de ruilverkavelingsakte is uitgesproken, brengt het comité op de plannen en lijsten bepaald in artikel 47, 4° en 5°, de verbeteringen aan die uit het vonnis voortvloeien. In het tegenovergestelde geval wordt het vonnis op verzoek van de meest gerede partij op de hypotheekbewaring overgeschreven of ingeschreven.
Art.55. Lorsqu'un jugement prononce conformément à l'article 51, par. 3, alinéa quatre, est rendu au moins trente jours avant la date fixée pour la passation de l'acte de remembrement, le comité apporte aux tableaux prévus à l'article 47, 1°, 2° et 3°, les corrections qui en découlent. Dans le cas contraire, le comité d'acquisition d'immeubles passe un acte rectificatif à l'acte de remembrement, comportant les modifications découlant du jugement.
  Lorsqu'un jugement prononce conformément à l'article 51, par. 4, alinéa cinq, est rendu au moins trente jours avant la date fixée pour la passation de l'acte de remembrement, le comité apporte aux plans et tableaux visés à l'article 47, 4° et 5°, les corrections qui en découlent. Dans le cas contraire, le jugement est transcrit ou inscrit à la conservation des hypothèques, à la requête de la partie la plus diligente.
Art. 55_VLAAMS_GEWEST.    Wanneer het vonnis gewezen overeenkomstig artikel 51, § 3, lid vier, meer dan dertig dagen voor de dag vastgesteld voor het verlijden van de ruilverkavelingsakte is uitgesproken, brengt het comité aan de lijsten bepaald in artikel 47, 1°, 2° en 3°, de verbeteringen aan die uit het vonnis voortvloeien. In het tegenovergestelde geval verlijdt [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1 een verbeterende akte aan de ruilverkavelingsakte bevattende de verbeteringen die uit het vonnis voortvloeien.  Wanneer het vonnis gewezen overeenkomstig artikel 51, § 4, lid vijf, ten minste dertig dagen voor de dag vastgesteld voor het verlijden van de ruilverkavelingsakte is uitgesproken, brengt het comité op de plannen en lijsten bepaald in artikel 47, 4° en 5°, de verbeteringen aan die uit het vonnis voortvloeien. In het tegenovergestelde geval wordt het vonnis op verzoek van de meest gerede partij op [2 het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie]2 overgeschreven of ingeschreven.
  
Art.55 _REGION_FLAMANDE.   Lorsqu'un jugement prononce conformément à l'article 51, par. 3, alinéa quatre, est rendu au moins trente jours avant la date fixée pour la passation de l'acte de remembrement, le comité apporte aux tableaux prévus à l'article 47, 1°, 2° et 3°, les corrections qui en découlent. Dans le cas contraire, [1 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1 passe un acte rectificatif à l'acte de remembrement, comportant les modifications découlant du jugement.  Lorsqu'un jugement prononce conformément à l'article 51, par. 4, alinéa cinq, est rendu au moins trente jours avant la date fixée pour la passation de l'acte de remembrement, le comité apporte aux plans et tableaux visés à l'article 47, 4° et 5°, les corrections qui en découlent. Dans le cas contraire, le jugement est transcrit ou inscrit [2 au bureau compétent de l'Administration générale de la Documentation patrimoniale]2, à la requête de la partie la plus diligente.
  
Art.56. Na de uitspraak van de vonnissen, gewezen op grond van artikel 51, § 2, maakt het comité met inachtneming van de bepalingen betreffende de wettelijke schuldvergelijking, de rekening van ieder belanghebbende en stelt het batig of nadelig saldo vast dat eruit voortvloeit.
  Die rekening omvat, voor de eigenaars en (vruchtgebruikers,) de bedragen van de opleg, van de vergoedingen voor meer- of voor minderwaarden, van de kosten, evenals het batig of nadelig saldo van opleggen, vergoedingen en kosten bedoeld in artikel 47, 2°, en voor de gebruikers, de bedragen van de vergoeding voor gebruiksverlies, bedoeld in artikel 47, 3°.
  Het comité, onverminderd de bepalingen van artikel 59 en van het vierde lid van onderhavig artikel, stort bij de Deposito- en Consignatiekas de sommen nodig voor de uitkering van de saldo's die aan de eigenaars en vruchtgebruikers verschuldigd zijn, en betaalt rechtstreeks aan de pachters het bedrag van het hun verschuldigde saldo; het vordert van de eigenaars, vruchtgebruikers en pachters, het bedrag van het door hen verschuldigde saldo, behoudens de termijnen en voorwaarden van betaling die eventueel door de Nationale Landmaatschappij overeenkomstig artikel 52, § 1, 4°, zijn verleend.
  De Koning stelt het bedrag vast van de sommen die de comités zonder de tussenkomst van de Deposito- en Consignatiekas, rechtstreeks aan de eigenaars en vruchtgebruikers mogen uitkeren. De (Deposito-) en Consignatiekas mag de gelden aan de belanghebbende eigenaars of vruchtgebruikers niet ter hand stellen dan tegen overlegging van één door de hypotheekbewaarder afgegeven getuigschrift, dat overeenkomstig artikel 127 van de hypotheekwet van 16 december 1851 verklaart dat er voor de aan die eigenaars of vruchtgebruikers toebedeelde goederen geen inschrijving of overschrijving bestaat.
  Ingevolge de ruilverkavelingsakte wordt het comité gecrediteerd met de in artikel 47, 2°, vermelde nadelige saldo's.
Art.56. Après le prononcé des jugements rendus sur la base de l'article 51, par. 2, le comité établit le compte de chaque intéressé ainsi que le solde créditeur ou débiteur qui en résulte, compte tenu des dispositions relatives à la compensation légale.
  Ce compte est constitué, pour les propriétaires et usufruitiers, par les montants de la soulte, des indemnités pour plus-values et moins-values, des frais ainsi que par le solde créditeur ou débiteur des soultes, indemnités et frais visés à l'article 47, 2°, et pour les exploitants, par les montants de l'indemnité pour perte de jouissance, visée à l'article 47, 3°.
  Sans préjudice des dispositions de l'article 59 et du quatrième alinéa du présent article, le comité verse à la Caisse des dépôts et consignations les sommes nécessaires au paiement des soldes dus aux propriétaires et aux usufruitiers, et règle directement aux preneurs le montant du solde dont ils sont créditeurs; il réclame aux propriétaires et aux usufruitiers le montant du solde dont ils sont débiteurs, sous réserve des délais et conditions de paiement éventuellement consentis par la Société nationale terrienne, conformément à l'article 52, par. 1er, 4°.
  Le Roi détermine le montant des sommes que les comités peuvent régler directement aux propriétaires et usufruitiers intéressés que sur la production d'un certificat délivré par le conservateur des hypothèques (constatant,) conformément à l'article 127 de la loi hypothécaire du 16 décembre 1851, qu'il n'existe point d'inscription ou de transcription relative aux biens attribués à ces propriétaires ou usufruitiers. .
  (Ensuite) de l'acte de remembrement, le comité est crédité des soldes débiteurs visés à l'article 47, 2°. .
Art. 56_VLAAMS_GEWEST.    Na de uitspraak van de vonnissen, gewezen op grond van artikel 51, § 2, maakt het comité met inachtneming van de bepalingen betreffende de wettelijke schuldvergelijking, de rekening van ieder belanghebbende en stelt het batig of nadelig saldo vast dat eruit voortvloeit.
  Die rekening omvat, voor de eigenaars en (vruchtgebruikers,) de bedragen van de opleg, van de vergoedingen voor meer- of voor minderwaarden, van de kosten, evenals het batig of nadelig saldo van opleggen, vergoedingen en kosten bedoeld in artikel 47, 2°, en voor de gebruikers, de bedragen van de vergoeding voor gebruiksverlies, bedoeld in artikel 47, 3°.
  Het comité, onverminderd de bepalingen van artikel 59 en van het vierde lid van onderhavig artikel, stort bij de Deposito- en Consignatiekas de sommen nodig voor de uitkering van de saldo's die aan de eigenaars en vruchtgebruikers verschuldigd zijn, en betaalt rechtstreeks aan de pachters het bedrag van het hun verschuldigde saldo; het vordert van de eigenaars, vruchtgebruikers en pachters, het bedrag van het door hen verschuldigde saldo, behoudens de termijnen en voorwaarden van betaling die eventueel door de Nationale Landmaatschappij overeenkomstig artikel 52, § 1, 4°, zijn verleend.
  De Koning stelt het bedrag vast van de sommen die de comités zonder de tussenkomst van de Deposito- en Consignatiekas, rechtstreeks aan de eigenaars en vruchtgebruikers mogen uitkeren. De (Deposito-) en Consignatiekas mag de gelden aan de belanghebbende eigenaars of vruchtgebruikers niet ter hand stellen dan tegen overlegging van één door [1 de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie]1 afgegeven getuigschrift, dat overeenkomstig artikel 127 van de hypotheekwet van 16 december 1851 verklaart dat er voor de aan die eigenaars of vruchtgebruikers toebedeelde goederen geen inschrijving of overschrijving bestaat.
  Ingevolge de ruilverkavelingsakte wordt het comité gecrediteerd met de in artikel 47, 2°, vermelde nadelige saldo's.
  
Art.56 _REGION_FLAMANDE.
   Après le prononcé des jugements rendus sur la base de l'article 51, par. 2, le comité établit le compte de chaque intéressé ainsi que le solde créditeur ou débiteur qui en résulte, compte tenu des dispositions relatives à la compensation légale.
  Ce compte est constitué, pour les propriétaires et usufruitiers, par les montants de la soulte, des indemnités pour plus-values et moins-values, des frais ainsi que par le solde créditeur ou débiteur des soultes, indemnités et frais visés à l'article 47, 2°, et pour les exploitants, par les montants de l'indemnité pour perte de jouissance, visée à l'article 47, 3°.
  Sans préjudice des dispositions de l'article 59 et du quatrième alinéa du présent article, le comité verse à la Caisse des dépôts et consignations les sommes nécessaires au paiement des soldes dus aux propriétaires et aux usufruitiers, et règle directement aux preneurs le montant du solde dont ils sont créditeurs; il réclame aux propriétaires et aux usufruitiers le montant du solde dont ils sont débiteurs, sous réserve des délais et conditions de paiement éventuellement consentis par la Société nationale terrienne, conformément à l'article 52, par. 1er, 4°.
  Le Roi détermine le montant des sommes que les comités peuvent régler directement aux propriétaires et usufruitiers intéressés que sur la production d'un certificat délivré par [1 l'Administration générale de la Documentation patrimoniale]1 (constatant,) conformément à l'article 127 de la loi hypothécaire du 16 décembre 1851, qu'il n'existe point d'inscription ou de transcription relative aux biens attribués à ces propriétaires ou usufruitiers. .
  (Ensuite) de l'acte de remembrement, le comité est crédité des soldes débiteurs visés à l'article 47, 2°. .
  
Art. 56_WAALS_GEWEST.   Na de uitspraak van de vonnissen, gewezen op grond van artikel 51, § 2, maakt het comité met inachtneming van de bepalingen betreffende de wettelijke schuldvergelijking, de rekening van ieder belanghebbende en stelt het batig of nadelig saldo vast dat eruit voortvloeit.
  Die rekening omvat, voor de eigenaars en (vruchtgebruikers,) de bedragen van de opleg, van de vergoedingen voor meer- of voor minderwaarden, van de kosten, evenals het batig of nadelig saldo van opleggen, vergoedingen en kosten bedoeld in artikel 47, 2°, en voor de gebruikers, de bedragen van de vergoeding voor gebruiksverlies, bedoeld in artikel 47, 3°.
  Het comité, onverminderd de bepalingen van artikel 59 en van het vierde lid van onderhavig artikel, stort bij de Deposito- en Consignatiekas de sommen nodig voor de uitkering van de saldo's die aan de eigenaars en vruchtgebruikers verschuldigd zijn, en betaalt rechtstreeks aan de pachters het bedrag van het hun verschuldigde saldo; het vordert van de eigenaars, vruchtgebruikers en pachters, het bedrag van het door hen verschuldigde saldo, behoudens de termijnen en voorwaarden van betaling die eventueel door (het Waalse Gewest) overeenkomstig artikel 52, § 1, 4°, zijn verleend.
  De Koning stelt het bedrag vast van de sommen die de comités zonder de tussenkomst van de Deposito- en Consignatiekas, rechtstreeks aan de eigenaars en vruchtgebruikers mogen uitkeren. De (Deposito-) en Consignatiekas mag de gelden aan de belanghebbende eigenaars of vruchtgebruikers niet ter hand stellen dan tegen overlegging van één door de hypotheekbewaarder afgegeven getuigschrift, dat overeenkomstig artikel 127 van de hypotheekwet van 16 december 1851 verklaart dat er voor de aan die eigenaars of vruchtgebruikers toebedeelde goederen geen inschrijving of overschrijving bestaat.
  Ingevolge de ruilverkavelingsakte wordt het comité gecrediteerd met de in artikel 47, 2°, vermelde nadelige saldo's.
Art. 56 _REGION_WALLONNE.
   Après le prononcé des jugements rendus sur la base de l'article 51, par. 2, le comité établit le compte de chaque intéressé ainsi que le solde créditeur ou débiteur qui en résulte, compte tenu des dispositions relatives à la compensation légale.
  Ce compte est constitué, pour les propriétaires et usufruitiers, par les montants de la soulte, des indemnités pour plus-values et moins-values, des frais ainsi que par le solde créditeur ou débiteur des soultes, indemnités et frais visés à l'article 47, 2°, et pour les exploitants, par les montants de l'indemnité pour perte de jouissance, visée à l'article 47, 3°.
  Sans préjudice des dispositions de l'article 59 et du quatrième alinéa du présent article, le comité verse à la Caisse des dépôts et consignations les sommes nécessaires au paiement des soldes dus aux propriétaires et aux usufruitiers, et règle directement aux preneurs le montant du solde dont ils sont créditeurs; il réclame aux propriétaires et aux usufruitiers le montant du solde dont ils sont débiteurs, sous réserve des délais et conditions de paiement éventuellement consentis par la (Région wallonne), conformément à l'article 52, par. 1er, 4°.
  Le Roi détermine le montant des sommes que les comités peuvent régler directement aux propriétaires et usufruitiers intéressés que sur la production d'un certificat délivré par le conservateur des hypothèques (constatant,) conformément à l'article 127 de la loi hypothécaire du 16 décembre 1851, qu'il n'existe point d'inscription ou de transcription relative aux biens attribués à ces propriétaires ou usufruitiers. .
  (Ensuite) de l'acte de remembrement, le comité est crédité des soldes débiteurs visés à l'article 47, 2°. .
Art.57. Op de voordracht van de Minister kondigt de Koning de ontbinding van het comité af wanneer dit zijn werkzaamheden heeft beëindigd.
  De Nationale Landmaatschappij staat in voor de vereffening van de rekening en treedt in de rechten en verplichtingen van het comité. Het eindsaldo van de rekeningen komt ten goede of ten laste van de Staat.
Art.57. Sur la proposition du Ministre, le Roi décrète la dissolution du comité lorsque celui-ci a terminé ses opérations.
  La liquidation des comptes est assurée par la Société nationale terrienne qui succède aux droits et obligations du comité. Le solde final des comptes profite à l'Etat ou est à charge de celui-ci.
Art. 57_WAALS_GEWEST.   Op de voordracht van de Minister kondigt de Koning de ontbinding van het comité af wanneer dit zijn werkzaamheden heeft beëindigd.  (Het Waalse Gewest) staat in voor de vereffening van de rekening en treedt in de rechten en verplichtingen van het comité. Het eindsaldo van de rekeningen komt ten goede of ten laste van de Staat.
Art. 57 _REGION_WALLONNE.   Sur la proposition du Ministre, le Roi décrète la dissolution du comité lorsque celui-ci a terminé ses opérations.  La liquidation des comptes est assurée par la (Région wallonne) qui succède aux droits et obligations du comité. Le solde final des comptes profite à l'Etat ou est à charge de celui-ci.
Afdeling 3. - Kosten van uitvoering.
Section 3. - Des frais d'exécution.
Art.58. De kosten van uitvoering van de ruilverkaveling, de administratieve kosten van het comité, de uitgaven en kosten bedoeld bij de artikelen 1017 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, die het comité moet dragen, de kosten van de ruilverkavelingsakte, de kosten van de hypothecaire formaliteiten en van het getuigschrift tot vaststelling dat de ophaling van de op de Deposito- en Consignatiekas gestorte gelden vrij van hypothecaire lasten geschiedt, evenals de kosten van afpaling, vallen ten laste van de Staat.
  Bovendien bepaalt de Minister van Landbouw, in gemeenschappelijk overleg met de Minister, de bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de in artikel 29, tweede lid, bedoelde werken.
  De reglementering ter zake van de tewerkstelling van werklozen is toepasselijk op de werken die voor de uitvoering van de ruilverkaveling zijn vereist.
Art.58. Les frais d'exécution du remembrement, les frais d'administration du comité, les frais et dépenses visés aux articles 1017 et suivants du Code judiciaire incombant au comité, les frais de l'acte de remembrement, des formalités hypothécaires et du certificat de liberté hypothécaire pour le retrait des sommes versées à la Caisse des dépôts et consignations, ainsi que les frais de bornage sont à charge de l'Etat.
  Le Ministre de l'Agriculture, d'un commun accord avec le Ministre, détermine en outre la part d'intervention de l'Etat dans les dépenses pour les travaux visés à l'article 29, alinéa 2.
  Les dispositions réglementaires organisant la mise au travail des chômeurs sont applicables aux travaux que requiert l'exécution du remembrement.
Art. 58_VLAAMS_GEWEST.    De kosten van uitvoering van de ruilverkaveling, de administratieve kosten van het comité, de uitgaven en kosten bedoeld bij de artikelen 1017 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, die het comité moet dragen, de kosten van de ruilverkavelingsakte, de kosten van de hypothecaire formaliteiten en van het getuigschrift tot vaststelling dat de ophaling van de op de Deposito- en Consignatiekas gestorte gelden vrij van hypothecaire lasten geschiedt, evenals de kosten van afpaling, vallen ten laste van de Staat.  Bovendien bepaalt de Minister van Landbouw, in gemeenschappelijk overleg met de Minister, de bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de in artikel 29, tweede lid, [1 en artikel 2, derde lid]1, bedoelde werken.  De reglementering ter zake van de tewerkstelling van werklozen is toepasselijk op de werken die voor de uitvoering van de ruilverkaveling zijn vereist.
  
Art. 58 _REGION_FLAMANDE.    Les frais d'exécution du remembrement, les frais d'administration du comité, les frais et dépenses visés aux articles 1017 et suivants du Code judiciaire incombant au comité, les frais de l'acte de remembrement, des formalités hypothécaires et du certificat de liberté hypothécaire pour le retrait des sommes versées à la Caisse des dépôts et consignations, ainsi que les frais de bornage sont à charge de l'Etat.  Le Ministre de l'Agriculture, d'un commun accord avec le Ministre, détermine en outre la part d'intervention de l'Etat dans les dépenses pour les travaux visés à l'article 29, alinéa 2 [1 et à l'article 2, alinéa 3.]1.  Les dispositions réglementaires organisant la mise au travail des chômeurs sont applicables aux travaux que requiert l'exécution du remembrement.
  
Art.59. Elke door het comité, de (eigenaars) de vruchtgebruikers of door de pachters verschuldigde som wordt niet betaald wanneer het bedrag ervan kleiner is dan een door de Koning vastgesteld bedrag. Het verschil in meer of in min, dat hieruit voortvloeit, komt ten goede of ten laste van het Comité.
Art.59. Toute somme due par le comité, par les propriétaires, par les usufruitiers ou par les preneurs n'est pas payée pour autant qu'elle ne dépasse pas un montant fixé par le Roi. La différence en plus ou en moins qui en résulte profite ou est à charge du comité.
Afdeling 4. - Overgang van de zakelijke rechten en van de pachtovereenkomsten.
Section 4. - Du report des droits réels et des baux à ferme.
Art.60. Tengevolge van de ruilverkaveling treedt het geheel van de nieuwe kavels, die aan een eigenaar worden toegewezen, in de plaats van het geheel van de vroegere kavels van die eigenaar.
  Het vruchtgebruik, dat slaat op het geheel van de vroegere kavels van een eigenaar, gaat over op het geheel van de nieuwe kavels van die eigenaar.
  De voorrechten en hypotheken, de bevelen en beslagen, en de onroerende vorderingen betreffende het geheel van de vroegere kavels van een eigenaar of van een vruchtgebruiker gaan over op het geheel van de nieuwe kavels en op het aan die eigenaar of vruchtgebruiker verschuldigd saldo.
Art.60. Par l'effet du remembrement, l'ensemble des nouvelles parcelles attribuées à un propriétaire est substitué à l'ensemble des anciennes parcelles de ce propriétaire.
  L'usufruit relatif à l'ensemble des anciennes parcelles d'un propriétaire est reporté sur l'ensemble des nouvelles parcelles de ce propriétaire.
  Les privilèges et hypothèques, les commandements et saisies et les actions immobilières relatifs à l'ensemble des anciennes parcelles d'un propriétaire ou d'un usufruitier sont reportés sur l'ensemble des nouvelles parcelles et sur le solde qui est dû à ce propriétaire ou usufruitier.
Art.61. Wanneer een vruchtgebruik één of sommige van de vroegere kavels van een eigenaar bezwaart, bepaalt het comité de nieuwe kavels van die eigenaar waarop dit recht overgaat.
  Wanneer voorrechten en hypotheken, bevelen en beslagen, en onroerende vorderingen een vroegere kavel van een eigenaar of van een vruchtgebruiker bezwaren, bepaalt het comité ten aanzien van die eigenaar of vruchtgebruiker de nieuwe kavel of het gedeelte van de nieuwe kavel, en het gedeelte van het batig saldo, waarop die rechten overgaan.
Art.61. Lorsqu'un usufruit grève une ou certaines des anciennes parcelles d'un propriétaire, le comité détermine les nouvelles parcelles de ce propriétaire sur lesquelles ce droit est reporté.
  Lorsque des privilèges et hypothèques, des commandements et saisies, et des actions immobilières grèvent une ancienne parcelle d'un propriétaire ou d'un usufruitier, le comité fixe pour ce propriétaire ou usufruitier la nouvelle parcelle ou partie de nouvelle parcelle et la partie du solde créditeur, sur lesquelles ces droits sont reportes.
Art.62. De bepalingen van de artikelen 60 en 61 betreffende het vruchtgebruik zijn van toepassing op het gebruiks-, opstal- en erfpachtrecht.
  De rechten die een pachter op zijn kavels in hun toestand voor de gebruiksruil bezit, worden op zijn nieuwe kavels overgedragen, rekening houdend met de bepalingen van artikel 44.
Art.62. Les dispositions de articles 60 et 61 concernant l'usufruit s'appliquent aux droits d'usage, de superficie et d'emphytéose.
  Les droits qu'un preneur possède sur ses parcelles telles qu'elles existaient avant l'échange d'exploitation, sont reportés sur ses nouvelles parcelles, compte tenu des dispositions de l'article 44.
Art.63. Wanneer personen op vroegere kavels rechten bezitten waarmede in de ruilverkavelingsakte geen rekening is gehouden tengevolge ofwel van vergissingen, onnauwkeurigheden of weglatingen in de akte, ofwel van overdrachten of vestigingen van rechten voor de datum van de overschrijving van die akte of nog van vernietigingen, verbrekingen of herroepingen van rechten, bepaalt de rechter, op verzoek van de belanghebbenden, op welke nieuwe kavels of gedeelten hiervan deze rechten overgaan. In dat geval kan de rechter, ambtshalve of op verzoek, na de belanghebbenden te hebben opgeroepen, de nadelige of batige saldo's herzien evenals de rechten en verplichtingen met de voorwaarden en termijnen van betaling, die eruit voortvloeien.
  Behalve wanneer de partijen vrijwillig verschijnen, kan de vordering worden ingeleid bij verzoekschrift, ingediend ter griffie of bij aangetekende brief gericht aan de rechter, in zoveel exemplaren als er ter zake op te roepen partijen zijn. De rechter bepaalt een terechtzitting waartoe de griffier de partijen binnen de gewone termijn van dagvaarding bij gerechtsbrief oproept; een afschrift van het verzoekschrift wordt bij de oproepingsbrief gevoegd. Gedurende het geding kan de rechter, ambtshalve of op mondeling of schriftelijk verzoek van een der partijen, alle belanghebbende personen bij gerechtsbrief oproepen. Voor het overige zijn de regels betreffende het geding van toepassing.
  De rechterlijke beslissingen worden, zo hiervoor verplichting bestaat, op verzoek van de meest gerede partij, op de hypotheekbewaring overgeschreven of ingeschreven.
  Ingeval er een overeenkomst wordt bereikt, omtrent de onderwerpen van betwisting bedoeld in het eerste lid, kan het comité tot aankoop van onroerende goederen, op aanvraag van de belanghebbende partijen, akte van die overeenkomsten verlijden.
Art.63. Lorsque des personnes possèdent sur des anciennes parcelles des droits dont il n'a pas été tenu compte dans l'acte de remembrement à la suite soit d'erreurs, d'inexactitudes ou d'omissions dans l'acte, soit de transmissions ou de constitutions de droits antérieures à la date de sa transcription, soit encore d'annulations, de résiliations ou de révocations de droits, le juge, à la demande des intéressés, détermine les nouvelles parcelles ou les parties de nouvelles parcelles sur lesquelles ces droits sont reportés. Dans ce cas, s'il y a lieu, le juge peut, d'office ou sur requête, les intéressés convoqués, réviser les soldes débiteurs ou créditeurs, ainsi que les droits et obligations avec les conditions et délais de paiement qui en résultent.
  Sauf comparution volontaire des parties, l'action peut être introduite par voie de requête, déposée au greffe ou adressée au juge sous pli recommandé, en autant d'exemplaires qu'il y a de parties à appeler à la cause. Le juge fixe une audience à laquelle le greffier convoque les parties par pli judiciaire, dans le délai ordinaire des citations; une copie de la requête est jointe à la convocation. En cours d'instance, le juge peut, soit d'office, soit sur requête verbale ou écrite d'une des parties, appeler à la cause, par pli judiciaire, toutes personnes intéressées. Pour le surplus, les règles relatives à l'instance sont applicables.
  Les décisions du juge sont, s'il y a lieu, transcrites ou inscrites à la conservation des hypothèques, à la requête de la partie la plus diligente.
  En cas d'accord sur les objets de litige visés à l'alinéa premier, le comité d'acquisition d'immeubles peut à la demande des parties intéressées, passer acte de cet accord.
Art. 63_VLAAMS_GEWEST.    Wanneer personen op vroegere kavels rechten bezitten waarmede in de ruilverkavelingsakte geen rekening is gehouden tengevolge ofwel van vergissingen, onnauwkeurigheden of weglatingen in de akte, ofwel van overdrachten of vestigingen van rechten voor de datum van de overschrijving van die akte of nog van vernietigingen, verbrekingen of herroepingen van rechten, bepaalt de rechter, op verzoek van de belanghebbenden, op welke nieuwe kavels of gedeelten hiervan deze rechten overgaan. In dat geval kan de rechter, ambtshalve of op verzoek, na de belanghebbenden te hebben opgeroepen, de nadelige of batige saldo's herzien evenals de rechten en verplichtingen met de voorwaarden en termijnen van betaling, die eruit voortvloeien.
  Behalve wanneer de partijen vrijwillig verschijnen, kan de vordering worden ingeleid bij verzoekschrift, ingediend ter griffie of bij aangetekende brief gericht aan de rechter, in zoveel exemplaren als er ter zake op te roepen partijen zijn. De rechter bepaalt een terechtzitting waartoe de griffier de partijen binnen de gewone termijn van dagvaarding bij gerechtsbrief oproept; een afschrift van het verzoekschrift wordt bij de oproepingsbrief gevoegd. Gedurende het geding kan de rechter, ambtshalve of op mondeling of schriftelijk verzoek van een der partijen, alle belanghebbende personen bij gerechtsbrief oproepen. Voor het overige zijn de regels betreffende het geding van toepassing.
  De rechterlijke beslissingen worden, zo hiervoor verplichting bestaat, op verzoek van de meest gerede partij, op [2 het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie]2 overgeschreven of ingeschreven.
  Ingeval er een overeenkomst wordt bereikt, omtrent de onderwerpen van betwisting bedoeld in het eerste lid, kan [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1, op aanvraag van de belanghebbende partijen, akte van die overeenkomsten verlijden.
  
Art.63 _REGION_FLAMANDE.
   Lorsque des personnes possèdent sur des anciennes parcelles des droits dont il n'a pas été tenu compte dans l'acte de remembrement à la suite soit d'erreurs, d'inexactitudes ou d'omissions dans l'acte, soit de transmissions ou de constitutions de droits antérieures à la date de sa transcription, soit encore d'annulations, de résiliations ou de révocations de droits, le juge, à la demande des intéressés, détermine les nouvelles parcelles ou les parties de nouvelles parcelles sur lesquelles ces droits sont reportés. Dans ce cas, s'il y a lieu, le juge peut, d'office ou sur requête, les intéressés convoqués, réviser les soldes débiteurs ou créditeurs, ainsi que les droits et obligations avec les conditions et délais de paiement qui en résultent.
  Sauf comparution volontaire des parties, l'action peut être introduite par voie de requête, déposée au greffe ou adressée au juge sous pli recommandé, en autant d'exemplaires qu'il y a de parties à appeler à la cause. Le juge fixe une audience à laquelle le greffier convoque les parties par pli judiciaire, dans le délai ordinaire des citations; une copie de la requête est jointe à la convocation. En cours d'instance, le juge peut, soit d'office, soit sur requête verbale ou écrite d'une des parties, appeler à la cause, par pli judiciaire, toutes personnes intéressées. Pour le surplus, les règles relatives à l'instance sont applicables.
  Les décisions du juge sont, s'il y a lieu, transcrites ou inscrites [2 au bureau compétent de l'Administration générale de la Documentation patrimoniale]2, à la requête de la partie la plus diligente.
  En cas d'accord sur les objets de litige visés à l'alinéa premier, [1 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1 peut à la demande des parties intéressées, passer acte de cet accord.
  
Art.64. De ruilverkavelingsakte wordt van kracht en kan aan derden worden tegengeworpen vanaf de dag van de overschrijving ervan op het kantoor voor bewaring van hypotheken in het ambtsgebied waarvan de goederen zijn gelegen. De hypotheekbewaarder gaat ambtshalve over tot de kanttekening van de voorrechten en hypotheken, van de bevelen, beslagen en onroerende vorderingen evenals van de erfpacht-, opstal- en gebruiksrechten die overgaan, volgens de door het comité tot aankoop van onroerende goederen verstrekte (aanwijzingen.)
  Wanneer de nieuwe kavels zijn gelegen in een ander hypothecair ambtsgebied dan dat van de vroegere kavels, laat het comité tot aankoop van onroerende goederen de ruilverkavelingsakte dezelfde dag overschrijven in de verschillende kantoren. In dat geval worden de overschrijvingen en inschrijvingen waardoor een overgedragen recht of vordering slaande op de vroegere kavels bekend zijn gemaakt, bij volledige overschrijving, met de vermeldingen waarmede zij zijn gekanttekend, in de registers van het hypotheekkantoor van het ambtsgebied waar de nieuwe kavels zijn gelegen, bekendgemaakt. Daartoe legt het comité tot aankoop van onroerende goederen een afschrift over van de overschrijving of van de inschrijving en hun kanttekeningen dat door de bewaarder van het ambtsgebied waarin de vroegere kavels zijn gelegen, wordt afgeleverd.
Art.64. L'acte de remembrement produit ses effets et est opposable aux tiers à dater de sa transcription au bureau de la conservation des hypothèques dans le ressort duquel sont situés les biens. Le conservateur des hypothèques opère d'office l'émargement des privilèges et hypothèques, des commandements et saisies et des actions immobilières, ainsi que des droits d'emphytéose, de superficie ou d'usage qui sont reportés, selon les indications fournies par le comité d'acquisition d'immeubles.
  Si les nouvelles parcelles sont situées dans un ressort hypothécaire autre que celui où sont situées les anciennes parcelles, le comité d'acquisition d'immeubles fait transcrire l'acte de remembrement aux différents bureaux le même jour. Dans ce cas, les transcriptions et inscriptions relatives aux anciennes parcelles et qui publient un droit ou une action qui sont reportés, sont publiées par transcription intégrale, avec les mentions dont elles sont émargées, dans les registres de la conservation des hypothèques dans le ressort de laquelle sont situées les nouvelles parcelles. Le comité d'acquisition d'immeubles produit, à cet effet, une copie de la transcription ou de l'inscription et de leurs émargements, remise par le conservateur du ressort où sont situées les anciennes parcelles.
Art. 64_VLAAMS_GEWEST.    De ruilverkavelingsakte wordt van kracht en kan aan derden worden tegengeworpen vanaf de dag van de overschrijving ervan op [2 het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie]2 in het ambtsgebied waarvan de goederen zijn gelegen. [2 De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie]2 gaat ambtshalve over tot de kanttekening van de voorrechten en hypotheken, van de bevelen, beslagen en onroerende vorderingen evenals van de erfpacht-, opstal- en gebruiksrechten die overgaan, volgens de door [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1 verstrekte (aanwijzingen.)   Wanneer de nieuwe kavels zijn gelegen in een ander hypothecair ambtsgebied dan dat van de vroegere kavels, laat [1 een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex]1 de ruilverkavelingsakte dezelfde dag overschrijven in de verschillende kantoren. In dat geval worden de overschrijvingen en inschrijvingen waardoor een overgedragen recht of vordering slaande op de vroegere kavels bekend zijn gemaakt, bij volledige overschrijving, met de vermeldingen waarmede zij zijn gekanttekend, in [2 de registers van het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie]2 van het ambtsgebied waar de nieuwe kavels zijn gelegen, bekendgemaakt. Daartoe legt het comité tot aankoop van onroerende goederen een afschrift over van de overschrijving of van de inschrijving en hun kanttekeningen dat door [2 de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie]2 van het ambtsgebied waarin de vroegere kavels zijn gelegen, wordt afgeleverd.
  
Art.64 _REGION_FLAMANDE.   L'acte de remembrement produit ses effets et est opposable aux tiers à dater de sa transcription [3 au bureau compétent de l'Administration générale de la Documentation patrimoniale]3 dans le ressort duquel sont situés les biens. [3 L'Administration générale de la Documentation patrimoniale]3 opère d'office l'émargement des privilèges et hypothèques, des commandements et saisies et des actions immobilières, ainsi que des droits d'emphytéose, de superficie ou d'usage qui sont reportés, selon les indications fournies par [2 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]2.  Si les nouvelles parcelles sont situées dans un ressort hypothécaire autre que celui où sont situées les anciennes parcelles, [2 un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]2 fait transcrire l'acte de remembrement aux différents bureaux le même jour. Dans ce cas, les transcriptions et inscriptions relatives aux anciennes parcelles et qui publient un droit ou une action qui sont reportés, sont publiées par transcription intégrale, avec les mentions dont elles sont émargées, dans [3 les registres du bureau compétent de l'Administration générale de la Documentation patrimoniale]3 dans le ressort de laquelle sont situées les nouvelles parcelles. [1 Un commissaire flamand tel que visé à l'article 2, 2°, du décret du 19 décembre 2014 portant le Code Immobilier flamand]1 produit, à cet effet, une copie de la transcription ou de l'inscription et de leurs émargements, remise par [3 l'Administration générale de la Documentation patrimoniale]3 du ressort où sont situées les anciennes parcelles.
  
HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen betreffende de opneming in een op grond van de wet van 22 juli 1970 in uitvoering zijnde onderzoek naar het nut van een ruilverkaveling en betreffende de opneming in een in uitvoering zijnde ruilverkaveling.
CHAPITRE II. - Dispositions particulières concernant l'incorporation dans une enquête sur l'utilité du remembrement en cours en application de la loi du 22 juillet 1970 et l'incorporation dans un remembrement en cours d'exécution.
Afdeling 1. - Opneming in een in uitvoering zijnde onderzoek naar het nut van een ruilverkaveling.
Section 1. - Incorporation dans une enquête en cours sur l'utilité d'un remembrement.
Art.65. De Minister maakt het in artikel 5 van de wet van 22 juli 1970 bedoeld kavelplan op van het geheel van de gronden waarvan de Koning overeenkomstig artikel 28, 2°, van deze wet, beslist heeft dat zij het voorwerp zullen uitmaken van een onderzoek naar het nut van de ruilverkaveling; het onderzoek geschiedt volgens de regelen bepaald in de artikelen 6 tot 10 van de wet van 22 juli 1970.
Art.65. Le Ministre établit le plan parcellaire visé à l'article 5 de la loi du 22 juillet 1970 pour l'ensemble des terres que le Roi décide, conformément à l'article 28, 2°, de la présente loi, de soumettre à l'enquête sur l'utilité du remembrement; cette enquête s'effectue selon les règles prévues par les articles 6 à 10 de la loi du 22 juillet 1970.
Art.66. Indien de Minister beslist dat de ruilverkaveling van het geheel of van een gedeelte van de in vorig artikel bedoelde gronden, evenals van het geheel van de goederen die het voorwerp uitmaken van een ander onderzoek overeenkomstig het hoofdstuk II van de wet van 22 juli 1970, nuttig is, stelt hij een kavelplan vast omvattende het geheel of een gedeelte van de goederen die het voorwerp van een onderzoek hebben uitgemaakt.
  Indien de Minister beslist dat de ruilverkaveling van het geheel of van een gedeelte van de gronden die het voorwerp van een gebruiksruil hebben uitgemaakt, niet nuttig is, wordt overgegaan tot de vereenvoudigde ruilverkaveling van de gronden die niet zijn opgenomen in het kavelplan bedoeld in het eerste lid, volgens de regels bepaald in titel II, hoofdstuk I, van deze wet.
Art.66. Si le Ministre décide qu'il est utile de procéder au remembrement de tout ou partie de l'ensemble des terres visées à l'article précédent, ainsi que de l'ensemble des biens faisant l'objet d'une autre enquête conformément au chapitre II de la loi du 22 juillet 1970, il arrête un plan parcellaire comprenant tout ou partie des biens ayant fait l'objet d'une enquête.
  Si le Ministre décide qu'il n'est pas utile de procéder au remembrement de tout ou partie de l'ensemble des terres ayant fait l'objet d'un échange d'exploitation, il est procédé à un remembrement simplifié des terres non reprises dans le plan parcellaire visé à l'alinéa 1er, selon les règles prévues au titre II, chapitre 1er, de la présente loi.
Afdeling 2. - Opneming in een in uitvoering zijnde ruilverkaveling.
Section 2. - Incorporation dans un remembrement en cours d'exécution.
Art.67. De Minister legt een nieuw kavelplan vast als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de wet van 22 juli 1970 :
  1. van de gronden die de Koning overeenkomstig artikel 28, 2°, van deze wet beslist heeft op te nemen in een in uitvoering zijnde ruilverkaveling, en
  2. van de gronden die reeds in die ruilverkaveling begrepen zijn.
  Samen vormen die gronden het nieuwe blok.
  Het nieuwe kavelplan vervangt het kavelplan dat oorspronkelijk vastgelegd werd op grond van artikel 11 van de wet van 22 juli 1970.
Art.67. Le Ministre arrête un nouveau plan parcellaire comme prévu à l'article 11, alinéa 2, de la loi du 22 juillet 1970 :
  1. des terres dont le Roi a décidé, conformément à l'article 28, 2°, de la présente loi, l'incorporation dans un remembrement en cours d'exécution, et
  2° des terres déjà comprises dans ce remembrement.
  L'ensemble de ces terres forme le nouveau bloc.
  Le nouveau plan parcellaire se substitue au plan parcellaire arrêté initialement en vertu de l'article 11 de la loi du 22 juillet 1970.
Art.68. Zoals het nieuwe kavelplan bedoeld in artikel 67, vastgelegd is, strekt de bevoegdheid van het ruilverkavelingscomité en van de commissie van advies die met het oog op de in uitvoering zijnde ruilverkaveling opgericht werden, zich uit tot het nieuwe blok.
  Dat ruilverkavelingscomité treedt in de rechten en verplichtingen van het ruilcomité en staat in voor de vereffening van de rekeningen.
Art.68. Dès que le nouveau plan parcellaire visé à l'article 67 a été arrêté, la compétence du comité de remembrement et de la commission consultative créés pour le remembrement en cours d'exécution s'étend au nouveau bloc.
  Le comité de remembrement succède aux droits et obligations du comité d'échange et assure la liquidation des comptes.
Art.69. Indien voor de in uitvoering zijnde ruilverkaveling het openbaar onderzoek bedoeld in artikel 21 van de wet van 22 juli 1970 nog niet beëindigd is op het ogenblik dat het nieuwe kavelplan met toepassing van artikel 67 van deze wet vastgelegd is, maakt het comité voor het geheel van de gronden het plan en de lijsten op van artikel 19 van de wet van 22 juli 1970 volgens de regelen bepaald in artikel 20 van die wet.
  De ruilverkaveling van het geheel van de gronden wordt dan voorgezet overeenkomstig de artikelen 21 en volgende van de wet van 22 juli 1970.
Art.69. Si, pour le remembrement en cours d'exécution, l'enquête publique prévue à l'article 21 de la loi du 22 juillet 1970 n'est pas encore terminée au moment où le nouveau plan parcellaire est arrêté en application de l'article 67 de la présente loi, le comité établit pour l'ensemble des terres le plan et les tableaux de l'article 19 de la loi du 22 juillet (1970) conformément aux règles fixées par l'article 20 de cette loi. .
  Le remembrement de l'ensemble des terres est alors poursuivi conformément aux articles 21 et suivants de la loi du 22 juillet 1970.
Art.70. Indien voor de in uitvoering zijnde ruilverkaveling het openbaar onderzoek bedoeld in artikel 21 van de wet van 22 juli 1970 reeds beëindigd is op het ogenblik dat het nieuwe kavelplan met toepassing van artikel 67 van deze wet vastgelegd is, maakt het comité met betrekking tot de gronden die in de in uitvoering zijnde ruilverkaveling opgenomen werden, het plan en de lijsten op van artikel 19 van de wet van 22 juli 1970 volgens de regelen bepaald in artikel 20 van die wet.
  Dat plan en die lijsten worden onderworpen aan een openbaar onderzoek overeenkomstig artikel 21 van de wet van 22 juli 1970. Bij dat onderzoek worden enkel betrokken de eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers wier gronden opgenomen werden in de in uitvoering zijnde ruilverkaveling. Niettemin kan ieder belanghebbende van bij de aanvang van het onderzoek kennis nemen van de neergelegde stukken. Voorts zijn de artikelen 22 tot 25 van de wet van 22 juli 1970 toepasselijk.
  Nadat zij door het comité definitief vastgesteld zijn, worden dat plan en die lijsten tot een geheel samengevoegd met het gelijkaardig plan en de gelijkaardige lijsten opgemaakt voor de gronden begrepen in de in uitvoering zijnde ruilverkaveling, en wordt de verruimde ruilverkaveling voortgezet overeenkomstig de artikelen 26 en volgende van de wet van 22 juli 1970.
Art.70. Si, pour le remembrement en cours d'exécution, l'enquête publique prévue à l'article 21 de la loi du 22 juillet 1970 est déjà terminée au moment ou le nouveau plan parcellaire est arrêté en application de l'article 67 de la présente loi, le comité établit, pour les terres incorporées dans le remembrement en cours d'exécution, le plan et les tableaux de l'article 19 de la loi du 22 juillet 1970, selon les règles fixées par l'article 20 de cette loi.
  Ce plan et ces tableaux sont soumis à enquête publique conformément à l'article 21 de la loi du 22 juillet 1970. Seuls sont associés à cette enquête, les propriétaires, usufruitiers et exploitants dont les terres ont été incorporées dans le remembrement en cours d'exécution. Tout intéressé est cependant admis, dès le début de l'enquête, à consulter les documents déposés. De plus, les articles 22 à 25 de la loi du 22 juillet 1970 sont applicables.
  Ce plan et ces tableaux étant arrêtés définitivement par le comité, ils sont réunis de manière à former un tout avec le plan et les tableaux similaires établis pour les terres comprises dans le remembrement en cours d'exécution, et le remembrement élargi est poursuivi conformément aux articles 26 et suivants de la loi du 22 juillet 1970.
Art.71. Artikel 14 van de wet van 22 juli 1970 is toepasselijk met betrekking tot de handelingen die het ruilverkavelingscomité moet verrichten ter uitvoering van de artikelen 69 en 70 van deze wet.
Art.71. L'article 14 de la loi du 22 juillet 1970 est applicable aux actes qu'il appartient au comité de remembrement d'accomplir en exécution des articles 69 et 70 de la présente loi.
TITEL III. - Slotbepalingen.
TITRE III. - Dispositions finales.
Art.72. In het koninklijk besluit nr. 64 van 30 november 1939 houdende het Wetboek der registratie-, hypotheek en griffierechten, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1947, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° Artikel 61/2, tweede lid, in het Wetboek ingevoegd bij de wet van 26 juli 1952 en gewijzigd bij de wet van 25 juni 1956, wordt aangevuld met de volgende zin :
  "In geval van gebruiksruil bij toepassing van titel I van de wet houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken, treedt, voor de toepassing van de artikelen 60 en 61/1, het bij de akte van ruiling voor gebruik toebedeeld goed in de plaats van het verkregen goed."
  2° Artikel 161, 9°, in het Wetboek ingevoegd bij de wet van 25 juni 1956, wordt aangevuld met de woorden "en der wet houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken."
Art.72. Les modifications suivantes sont apportées à l'arrêté royal n° 64 du 30 novembre 1939 contenant le Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, confirmé par la loi du 16 juin 1947;
  1° l'article 61/2, alinéa 2, inséré dans le Code par la loi du 26 juillet 1952 et modifié par la loi du 25 juin 1956, est complété par la phrase suivante :
  "En cas d'échange d'exploitation en application du titre I de la loi portant des mesures particulières en matière de remembrement légal de biens ruraux lors de l'exécution de grands travaux d'infrastructure, le bien attribué pour exploitation, par l'acte d'échange, est, pour l'application des articles 60 et 61/1, substitué à celui qui a été acquis."
  2° l'article 161, 9°, inséré dans le Code par la loi du 25 juin 1956, est complété par les mots "et de la loi portant des mesures particulières en matière de remembrement légal de biens ruraux lors de l'exécution de grands travaux d'infrastructure."
Art.73. In het besluit van de Regent van 26 juni 1947 houdende het Wetboek der zegelrechten bekrachtigd bij de wet van 14 juli 1951, wordt artikel 59/1, 5°bis, in het Wetboek ingevoegd bij de wet van 25 juni 1956, aangevuld met de woorden "en der wet houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken."
Art.73. Dans l'arrêté du Régent du 26 juin 1947 contenant le Code des droits de timbre, confirmé par la loi du 14 juillet 1951, l'article 59/1, 5°bis, inséré dans le Code par la loi du 25 juin 1956, est complété par les mots "et de la loi portant des mesures particulières en matière de remembrement légal de biens ruraux lors de l'exécution de grands travaux d'infrastructure."
Art.74. De kennisgevingen bedoeld in de artikelen 13, derde lid, 16, derde lid, 32, 34, eerste lid, 44, derde lid, 48, derde en negende lid, en 49, eerste en vijfde lid, worden, ondanks bewijs van het tegendeel, geacht te zijn geschied vijf dagen na de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Art.74. Les notifications prévues aux articles 13, alinéa 3, 16, alinéa 3, 32, 34, alinéa 1er,44, alinéa 3, 48, alinéas 3 et 9, et 49, alinéas 1er et 5, sont nonobstant toute preuve contraire, présumées accomplies cinq jours après celui de la remise du pli recommandé à la poste.
Art.75. De Koning stelt de voorwaarden voor toekenning van de presentiegelden aan de leden van het comité vast, evenals de voorwaarden voor terugbetaling van hun reis- en verblijfkosten.
Art.75. Le Roi fixe les conditions d'octroi de jetons de présence aux membres du comité, ainsi que les conditions de remboursement de leurs frais de parcours et de séjour.
Art.76. Ten einde bij te dragen tot de verbetering van de agrarische structuur, kan de Nationale Landmaatschappij het eigendoms- of gebruiksrecht verwerven van landeigendommen gelegen in de gemeenten waarin gronden het voorwerp uitmaken van een vereenvoudigde ruilverkaveling of van een gebruiksruil.
  Een recht van voorkoop wordt aan de Nationale Landmaatschappij toegekend in geval van verkoop van landeigendommen bedoeld in het eerste lid, uitgezonderd in de gevallen bedoeld in artikel 56, § 2, 1, 1°, 2°, 3° en 4°, van de wet van 22 juli 1970.
  Verder zijn te dien einde de bepalingen van artikel 56, § 2, 2, 3, 4, 5 en 6 en van artikel 57 van de wet van 22 juli 1970 van toepassing.
Art.76. Dans le but de contribuer a l'amélioration des structures agraires, la Société nationale terrienne peut acquérir le droit de propriété ou d'occupation de biens ruraux situés dans les communes dans lesquelles des terres font l'objet d'un remembrement simplifié ou d'un échange d'exploitation.
  Un droit de préemption est attribué à la Société nationale terrienne lors de la vente de biens ruraux visés au premier alinéa sauf dans les cas visés à l'article 56, par. 2, 1, 1°, 2°, 3° et 4°, de la loi du 22 juillet 1970.
  En outre, à cet effet, les dispositions des articles 56, par. 2, 2, 3, 4, 5 et 6 et de l'article 57 de la loi du 22 juillet 1970 sont d'application.
Art. 76_VLAAMS_GEWEST.   Ten einde bij te dragen tot de verbetering van de agrarische structuur [2 en van de landinrichting, vermeld in artikel 2, derde lid]2 , kan (de Vlaamse Grondenbank, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen,) het eigendoms- of gebruiksrecht verwerven van landeigendommen gelegen in de gemeenten waarin gronden het voorwerp uitmaken van een vereenvoudigde ruilverkaveling of van een gebruiksruil.   [1 Een recht van voorkoop wordt aan de Vlaamse Grondenbank toegekend in geval van verkoop van landeigendommen bedoeld in het eerste lid. Verder zijn te dien einde de bepalingen van artikel 56, § 2, en van artikel 57 van de wet van 22 juli 1970 van toepassing.]1  Verder zijn te dien einde de bepalingen van artikel 56, § 2, 2, 3, 4, 5 en 6 en van artikel 57 van de wet van 22 juli 1970 van toepassing.
  
Art. 76 _REGION_FLAMANDE.   Dans le but de contribuer à l'amélioration des structures agraires [2 et de la rénovation rurale, visée à l'article 2, troisième alinéa]2 , (la Banque foncière flamande, créée par le décret du 16 juin 2006 portant création d'une "Vlaamse Grondenbank" (Banque foncière flamande) et portant modification de diverses dispositions) peut acquérir le droit de propriété ou d'occupation de biens ruraux situés dans les communes dans lesquelles des terres font l'objet d'un remembrement simplifié ou d'un échange d'exploitation.   [1 Le décret du 25 mai 2007 portant harmonisation des procédures relatives aux droits de préemption s'applique au présent droit de préemption.]1  En outre, à cet effet, les dispositions des articles 56, par. 2, 2, 3, 4, 5 et 6 et de l'article 57 de la loi du 22 juillet 1970 sont d'application.
  
Art. 76_WAALS_GEWEST.   Ten einde bij te dragen tot de verbetering van de agrarische structuur, kan (het Waalse Gewest) het eigendoms- of gebruiksrecht verwerven van landeigendommen gelegen in de gemeenten waarin gronden het voorwerp uitmaken van een vereenvoudigde ruilverkaveling of van een gebruiksruil.
  Een recht van voorkoop wordt aan (het Waalse Gewest) toegekend in geval van verkoop van landeigendommen bedoeld in het eerste lid, uitgezonderd in de gevallen bedoeld in artikel 56, § 2, 1, 1°, 2°, 3° en 4°, van de wet van 22 juli 1970.
  Verder zijn te dien einde de bepalingen van artikel 56, § 2, 2, 3, 4, 5 en 6 en van artikel 57 van de wet van 22 juli 1970 van toepassing.
Art. 76 _REGION_WALLONNE.
   Dans le but de contribuer a l'amélioration des structures agraires, la (Région wallonne) peut acquérir le droit de propriété ou d'occupation de biens ruraux situés dans les communes dans lesquelles des terres font l'objet d'un remembrement simplifié ou d'un échange d'exploitation.
  Un droit de préemption est attribué à la (Région wallonne) lors de la vente de biens ruraux visés au premier alinéa sauf dans les cas visés à l'article 56, par. 2, 1, 1°, 2°, 3° et 4°, de la loi du 22 juillet 1970.
  En outre, à cet effet, les dispositions des articles 56, par. 2, 2, 3, 4, 5 et 6 et de l'article 57 de la loi du 22 juillet 1970 sont d'application.
Art. 77. Artikel 23 van de wet van 17 april 1835 op de onteigening ten algemenen nutte wordt aangevuld met een vierde, vijfde, zesde, zevende en achtste lid waarvan de tekst als volgt luidt :
  "In afwijking van het eerste lid, is het bestuur verplicht voorafgaandelijk de Nationale Landmaatschappij de mogelijkheid te geven zich in de plaats te stellen van de vroegere eigenaars, wanneer de gronden verworven ten algemenen nutte die deze bestemming niet krijgen, gelegen zijn :
  "1° hetzij in de gemeenten bedoeld in artikel 76 van de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken;
  "2° hetzij in de gemeenten bedoeld in een ministerieel besluit genomen in uitvoering van artikel 56, § 1, van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet.
  "De prijs van de gronden wordt vastgesteld na overeenkomst tussen het bestuur en de Nationale Landmaatschappij. Hij mag in geen geval het bedrag van de vergoeding die de vroegere eigenaar heeft ontvangen overschrijden.
  "Te dien einde moet het bestuur kennis geven van de prijs en van de voorwaarden waartegen het bereid is het goed te verkopen. Deze kennisgeving geldt als aanbod van verkoop. Zij moet, op straffe van niet-bestaan, bij ter post aangetekende brief geschieden.
  "Aanvaardt de Nationale Landmaatschappij het aanbod, dan moet zij daarvan aan het bestuur kennis geven binnen drie maand na de kennisgeving bedoeld in het vorig lid, in welk geval de verkoop tussen partijen voltrokken is, zodra de aanvaarding van de Nationale Landmaatschappij ter kennis is gekomen van het bestuur.
  "Indien binnen die termijn het aanbod niet aanvaard is of er geen overeenkomst over de prijs is bereikt, zijn de leden één, twee en drie van dit artikel van toepassing."
Art. 77. L'article 23 de la loi du 17 avril 1835 sur l'expropriation pour cause d'utilité publique est complété par les alinéas 4, 5, 6, 7 et 8, libellés comme suit :
  "Par dérogation à l'alinéa 1er, l'administration doit mettre préalablement la Société nationale terrienne en mesure de se substituer aux anciens propriétaires, lorsque les terrains acquis pour cause d'utilité publique, qui ne reçoivent pas cette destination, sont :
  "1° soit compris dans les communes visées à l'article 76 de la loi du 12 juillet 1976 portant des mesures particulières en matière de remembrement légal de biens ruraux lors de l'exécution de grands travaux d'infrastructure;
  "2° soit compris dans les communes visées dans un arrêté ministériel pris en exécution de l'article 56, par. 1er, de la loi du 22 juillet 1970 sur le remembrement légal de biens ruraux.
  "Le prix des terrains est fixé d'un commun accord entre l'administration et la Société nationale terrienne. Il ne peut en aucun cas excéder le montant de l'indemnité reçue par l'ancien propriétaire.
  "A cet effet, l'administration doit notifier le prix et les conditions auxquels elle est disposée à vendre le bien. Cette notification vaut offre de vente. Elle a lieu, à peine d'inexistence, par lettre recommandée à la poste.
  "Si la Société nationale terrienne accepte l'offre, elle doit notifier son acceptation à l'administration dans les trois mois de la notification visée à l'alinéa précédent, auquel cas la vente est parfaite entre parties dès que l'acceptation de la Société nationale terrienne est arrivée à la connaissance de l'administration.
  "Si l'offre n'est pas acceptée ou si un accord sur le prix n'est pas réalisé dans le susdit délai, les alinéas premier, deux et trois du présent article s'appliquent."