Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
23 JANUARI 1976. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de maximumprijs per bed voor het subsidiëren van de bouw, de aanpassing en de uitrusting van speciale inrichtingen voor intellectueel of fysisch gehandicapten. (NOTA: Opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door <BESL2024-04-18/35, art. 31, 006; Inwerkingtreding : 09-09-2024>) (NOTA : opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap bij BDG1988-11-16/34, art. 5,7, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1988) (NOTA : opgeheven voor de Vlaamse regering bij BVR1994-07-06/43, art. 16, Inwerkingtreding : 01-07-1994) (NOTA : opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij BESL2011-07-14/31, art. 46, 1°, 004; Inwerkingtreding : 03-10-2011) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2017-09-21/07, art. 3,7°, 005; Inwerkingtreding : 22-09-2017)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-05-1989 en tekstbijwerking tot 30-08-2024)
Titre
23 JANVIER 1976. - Arrêté ministériel portant fixation du prix maximum par lit pour le calcul des subsides à la construction, l'aménagement et l'équipement d'établissements spéciaux pour handicapés mentaux ou physiques. (NOTE: Abrogé pour la Région de Bruxelles-Capitale par <ARR2024-04-18/35, art. 31, 006; En vigueur : 09-09-2024>) (NOTE : abrogé pour la Communauté germanophone par ACG1988-11-16/34, art. 5,7, 002; En vigueur : 01-09-1988) (NOTE : abrogé pour le Gouvernement flamand par AGF1994-07-06/43, art. 16, En vigueur : 01-07-1994) (NOTE : abrogé pour la Région de Bruxelles-Capitale par ARR2011-07-14/31, art. 46, 1°, 004; En vigueur : 03-10-2011) (NOTE : abrogé pour la Région wallonne par ARW2017-09-21/07, art. 3,7°, 005; En vigueur : 22-09-2017)(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 04-05-1989 et mise à jour au 30-08-2024)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (4)
Texte (4)
Artikel 1. (zie NOTA onder TITEL) § 1. In toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 april 1971 wordt, voor de subsidiëring, de maximum kostprijs bepaald op :
  - 660 000 F per bed voor internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10, 11 en 14 voorzien bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten en de inrichtingen die minderjarige gehandicapten opnemen voorzien bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 september 1970 tot uitbreiding van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten ten gunste van de kinderen, aangetast door lichamelijke niet besmettelijke chronische aandoening, die geen verzorging in een dienst voor kindergeneeskunde meer vereist;
  - 795 000 F per bed voor internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën, 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967;
  - 795 000 F per bed voor internaten bestemd voor meerderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10 en 11 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit;
  - 1 190 000 F per bed voor internaten bestemd voor meerderjarige gehandicapten der categorieën, 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit;
  - 435 000 F per kind voor semi-internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10, 11 en 14 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit;
  - 580 000 F per kind voor semi-internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit en voor meerderjarige gehandicapten der categorie 13.
  § 2. De vastgestelde maximabedragen worden berekend op 1 januari 1975 en dekken de algemene onkosten alsmede allerhande taksen. Zij omvatten de aankoop van materieel en apparatuur.
  § 3. Zij evolueren rekening houdende met de schommelingen van de lonen en sociale lasten, alsmede van index " i " der materialen, gegevens die worden uitgegeven door het departement van Openbare Werken.
  (NOTA : Artikel 1 geldig voor het Waals Gewest :
  Artikel 1. § 1. In toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 april 1971 wordt, voor de subsidiëring, de maximum kostprijs bepaald op :
  - (16 360 euro)
per bed voor internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10, 11 en 14 voorzien bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten en de inrichtingen die minderjarige gehandicapten opnemen voorzien bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 september 1970 tot uitbreiding van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten ten gunste van de kinderen, aangetast door lichamelijke niet besmettelijke chronische aandoening, die geen verzorging in een dienst voor kindergeneeskunde meer vereist;
  - (19 700 euro) per bed voor internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën, 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967;
  - (19 700 euro) per bed voor internaten bestemd voor meerderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10 en 11 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit;
  - (29 500 euro) per bed voor internaten bestemd voor meerderjarige gehandicapten der categorieën, 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit;
  - (10 785 euro) per kind voor semi-internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10, 11 en 14 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit;
  - (14 380 euro) per kind voor semi-internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit en voor meerderjarige gehandicapten der categorie 13.
  § 2. De vastgestelde maximabedragen worden berekend op 1 januari 1975 en dekken de algemene onkosten alsmede allerhande taksen. Zij omvatten de aankoop van materieel en apparatuur.
  § 3. Zij evolueren rekening houdende met de schommelingen van de lonen en sociale lasten, alsmede van index " i " der materialen, gegevens die worden uitgegeven door het departement van Openbare Werken.)
Article 1. (voir NOTE sous TITRE) § 1er. En application de l'article 3 de l'arrêté royal du 27 avril 1971, le prix maximum pour le calcul des subsides est fixé à :
  - 660 000 F par lit pour les internats destinés à des handicapés mineurs des catégories 3, 4, 7, 10, 11, et 14 prévues à l'article 3 de l'arrêté royal n° 81 du 10 novembre 1967 créant un Fonds de soins médico-socio-pédagogiques pour handicapés et les établissements hébergeant des handicapés mineurs prévus à l'article 1er de l'arrêté royal du 8 september 1970 étendant l'intervention du Fonds de soins médico-socio-pédagogiques pour handicapés aux enfants atteints d'une affection physique chronique non contagieuse ne nécessitant plus de soins dans un service de pédiatrie;
  - 795 000 F par lit pour les internats destinés à des handicapés mineurs des catégories 1, 2, 5, 6, 8, 9 et 12 prévues à l'article 3 de l'arrêté royal n° 81 du 10 novembre 1967;
  - 795 000 F par lit pour les internats destinés à des handicapés majeurs des catégories 3, 4, 7, 10 et 11 prévues à l'article 3 du même arrêté;
  - 1 190 000 F par lit pour les internats destinés à des handicapés majeurs des catégories 1, 2, 5, 6, 8, 9 et 12 prévues à l'article 3 du même arrêté;
  - 435 000 F par enfant pour les semi-internats destinés à des handicapés mineurs des catégories 3, 4, 7, 10, 11 et 14 prévues à l'article 3 du même arrêté;
  - 580 000 F par enfant pour semi-internats destinés à des handicapés mineurs des catégories 1, 2, 5, 6, 8, 9 et 12 prévues à l'article 3 du même arrêté et à des handicapés majeurs de la catégorie 13.
  § 2. Les montants maxima précités sont calculés au 1er janvier 1975 et couvrent les frais généraux, ainsi que les taxes généralement quelconques. Ils comprennent l'acquisition de matériel et d'appareillage.
  § 3. Ils évoluent compte tenu des fluctuations des salaires et charges sociales et de l'indice " i " des matériaux, données qui sont publiées par le département des Travaux publics.
  (NOTE : Article 1er valable pour la Région wallonne :
  Article 1. § 1er. En application de l'article 3 de l'arrêté royal du 27 avril 1971, le prix maximum pour le calcul des subsides est fixé à :
  - (16 360 euros) par lit pour les internats destinés à des handicapés mineurs des catégories 3, 4, 7, 10, 11, et 14 prévues à l'article 3 de l'arrêté royal n° 81 du 10 novembre 1967 créant un Fonds de soins médico-socio-pédagogiques pour handicapés et les établissements hébergeant des handicapés mineurs prévus à l'article 1er de l'arrêté royal du 8 september 1970 étendant l'intervention du Fonds de soins médico-socio-pédagogiques pour handicapés aux enfants atteints d'une affection physique chronique non contagieuse ne nécessitant plus de soins dans un service de pédiatrie;
  - (19 700 euros) par lit pour les internats destinés à des handicapés mineurs des catégories 1, 2, 5, 6, 8, 9 et 12 prévues à l'article 3 de l'arrêté royal n° 81 du 10 novembre 1967;
  - (19 700 euros) par lit pour les internats destinés à des handicapés majeurs des catégories 3, 4, 7, 10 et 11 prévues à l'article 3 du même arrêté;
  - (29 500 euros) par lit pour les internats destinés à des handicapés majeurs des catégories 1, 2, 5, 6, 8, 9 et 12 prévues à l'article 3 du même arrêté;
  - (10 785 euros) par enfant pour les semi-internats destinés à des handicapés mineurs des catégories 3, 4, 7, 10, 11 et 14 prévues à l'article 3 du même arrêté;
  - (14 380 euros) par enfant pour semi-internats destinés à des handicapés mineurs des catégories 1, 2, 5, 6, 8, 9 et 12 prévues à l'article 3 du même arrêté et à des handicapés majeurs de la catégorie 13.
  § 2. Les montants maxima précités sont calculés au 1er janvier 1975 et couvrent les frais généraux, ainsi que les taxes généralement quelconques. Ils comprennent l'acquisition de matériel et d'appareillage.
  § 3. Ils évoluent compte tenu des fluctuations des salaires et charges sociales et de l'indice " i " des matériaux, données qui sont publiées par le département des Travaux publics.)
Art.2. (zie NOTA onder TITEL) Zullen voor subsidiëring vatbaar zijn, de herzieningen ingevolge de schommelingen van de lonen en van de sociale lasten, alsmede van de materialenprijzen zoals zij voortvloeien uit de toepassing van het speciaal lastenkohier van de gesubsidieerde aanneming, voor zover dit dokument het voorwerp heeft uitgemaakt van een voorafgaande ministeriële goedkeuring.
Art.2. (voir NOTE sous TITRE) Seront admises au bénéfice du subside les révisions résultant des fluctuations des salaires et charges sociales ainsi que des prix des matériaux, telles qu'elles résultent de l'application du cahier spécial des charges régissant l'entreprise subsidiée, pour autant que ce document ait fait l'objet d'une approbation ministérielle préalable.
Art.3. (zie NOTA onder TITEL) De bij het ministerieel besluit van 15 december 1972 vastgestelde maximumprijs blijft toepasselijk op de overeenkomsten waarvoor een eerste toelagevastlegging werd verleend vóór 1 januari 1974.
Art.3. (voir NOTE sous TITRE) Le coût maximum fixé par l'arrêté ministériel du 15 décembre 1972 reste applicable aux marchés pour lesquels un premier engagement de subside a été accordé avant le 1er janvier 1974.
Art. 4.
Art. 4. Abrogé l'AM du 19-12-1975