Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
1 SEPTEMBER 1971. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de werken uitgevoerd door de ruilverkavelingscomités. (NOTA : Opgeheven voor het Vlaamse Gewest bij BVR1994-07-20/35, art. 4, Inwerkingtreding : 12-09-1994) (NOTA : Opgeheven voor de het Waalse Gewest bij BWG2014-05-15/39, art. 25, 10°, Inwerkingtreding : 03-07-2014) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-03-2008 en tekstbijwerking tot 23-06-2014)
Titre
1 SEPTEMBRE 1971. - Arrêté ministériel déterminant la part d'intervention de l'Etat dans les dépenses pour les travaux exécutés par les comités de remembrement. (NOTE : Abrogé pour la Région flamande par AGF 1994-07-20/35, art .4, En vigueur : 12-09-1994) (NOTE : Abrogé pour la Région wallonne par ARW2014-05-15/39, art. 25, 10°, En vigueur : 03-07-2014) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 14-03-2008 et mise à jour au 23-06-2014)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (4)
Texte (4)
Artikel 1. De bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de werken goedgekeurd door Ons en uitgevoerd door de ruilverkavelingscomités in toepassing van artikel 1, alinea 3, van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet wordt vastgesteld als volgt :
  1° 45 tot 60 pct. van het totaal bedrag van de uitgaven voor de aanleg, verbetering en afschaffing van wegen en van waterlopen en de ermede samengaande kunstwerken, de grondverbeteringswerken, de effenings- en ontginningswerken, de kavelinrichtingswerken en de drooglegging door middel van open grachten;
  2° 45 pct. van het totaal bedrag van de uitgaven voor de saneringswerken door middel van draineringsbuizen en voor de bevloeiingswerken;
  3° 30 pct. van het totaal bedrag der uitgaven voor de werken van landschapszorg en voor de aanleg van de primaire verdelingsnetten voor elektriciteits- en watervoorziening.
  ++++++++++
  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
  ==========================
  Artikel 1. (WAALSE GEWEST)
  De bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de werken goedgekeurd door Ons en uitgevoerd door de ruilverkavelingscomités in toepassing van artikel 1, alinea 3, van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet wordt vastgesteld als volgt :
  1° 45 tot 60 pct. van het totaal bedrag van de uitgaven voor de aanleg, verbetering en afschaffing van wegen en van waterlopen en de ermede samengaande kunstwerken, de grondverbeteringswerken, de effenings- en ontginningswerken, de kavelinrichtingswerken en de drooglegging door middel van open grachten;
  2° 45 pct. van het totaal bedrag van de uitgaven voor de saneringswerken door middel van draineringsbuizen en voor de bevloeiingswerken;
  3° 30 pct. van het totaal bedrag der uitgaven voor de werken van landschapszorg en voor de aanleg van de primaire verdelingsnetten voor elektriciteits- en watervoorziening.
  (8° 70 pct. van het totaal bedrag van de uitgave bij de uitvoering van cemontbetonverhardingen op twee banen voor de werken voor de oprichting en de inrichting van wegen bedoeld in punt 1°.)
  ++++++++++
Article 1. La part de l'intervention de l'Etat dans les dépenses pour les travaux approuvés par Nous et exécutés par les comités de remembrement en application de l'article 1er, alinéa 3, de la loi du 22 juillet 1970 sur le remembrement légal de biens ruraux, est fixée comme suit :
  1° 45 à 60 p.c. du montant total de la dépense pour les travaux de création, d'aménagement et de suppression de chemins, voies d'écoulement d'eau et ouvrages d'art connexes, pour les travaux d'amélioration foncière, de nivellement, de défrichement, d'aménagement du parcellaire et pour les travaux d'assèchement au moyen de fossés;
  2° 45 p.c. du montant total de la dépense pour les travaux d'assainissement au moyen de tuyaux de drainage et pour les travaux d'irrigation;
  3° 30 p.c. du montant total de la dépense pour les travaux d'aménagement du sites et pour les travaux d'installation des réseaux primaires de distribution d'électricité et d'adduction d'eau.
  ++++++++++
  COMMUNAUTES ET REGIONS
  ======================
  Article 1. (REGION WALLONNE)
  La part de l'intervention de l'Etat dans les dépenses pour les travaux approuvés par Nous et exécutés par les comités de remembrement en application de l'article 1er, alinéa 3, de la loi du 22 juillet 1970 sur le remembrement légal de biens ruraux, est fixée comme suit :
  1° 45 à 60 p.c. du montant total de la dépense pour les travaux de création, d'aménagement et de suppression de chemins, voies d'écoulement d'eau et ouvrages d'art connexes, pour les travaux d'amélioration foncière, de nivellement, de défrichement, d'aménagement du parcellaire et pour les travaux d'assèchement au moyen de fossés;
  2° 45 p.c. du montant total de la dépense pour les travaux d'assainissement au moyen de tuyaux de drainage et pour les travaux d'irrigation;
  3° 30 p.c. du montant total de la dépense pour les travaux d'aménagement du sites et pour les travaux d'installation des réseaux primaires de distribution d'électricité et d'adduction d'eau.
  (8° 70 p.c. du montant total de la dépense lors de la mise en oeuvre de revêtements en béton de ciment bi-bandes pour les travaux de création et d'aménagement de chemins mentionnés sub. 1°.)
  ++++++++++
Art.2. Het totaal bedrag van de uitgaven omvat :
  a) de werkelijke kostprijs der werken vastgesteld door de eindafrekening, met dien verstande dat deze kostprijs, voor de berekening van de toelage en zonder rekening te houden met de prijsherzieningen, niet hoger mogen zijn dan het bedrag van de goedgekeurde inschrijving of aanbieding vermeerderd enerzijds met de kostprijs van de voorafgaandelijk door Ons goedgekeurde meerwerken en vermeerderd anderzijds met 5 pct. voor de werken van minder dan 2 000 000 F, met 4 pct. voor de werken van 2 000 000 F tot 5 000 000 F, met 3 pct. voor de werken van 5 000 000 F tot 10 000 000 F en met 2,5 pct. voor de werken van meer dan 10 000 000 F, ten einde de kosten te dekken voor onvoorziene en noodzakelijke bijwerken;
  b) de algemene onkosten van de aanneming waarin onder meer bevat zijn de erelonen vor de ontwerper, de kosten voor geotechnische proeven en studies, de kosten voor publicatie en aanbesteding, voor controle, voor toezicht en voor proeven op materialen, de kosten voor cultuurschade en voor genotsderving, de kosten voor onteigening en inname en de kosten voor het verplaatsen van leidingen.
  (NOTA : Artikel 2 geldig voor het Waalse Gewest :
  Art. 2. Het totaal bedrag van de uitgaven omvat :
  a)
de werkelijke kostprijs der werken vastgesteld door de eindafrekening, met dien verstande dat deze kostprijs, voor de berekening van de toelage en zonder rekening te houden met de prijsherzieningen, niet hoger mogen zijn dan het bedrag van de goedgekeurde inschrijving of aanbieding vermeerderd enerzijds met de kostprijs van de voorafgaandelijk door Ons goedgekeurde meerwerken en vermeerderd anderzijds met 5 pct. voor de werken van minder dan (50.000 euro), met 4 pct. voor de werken van (50.000 euro tot 125.000 euro), met 3 pct. voor de werken van (125.000 euro tot 250.000 euro) en met 2,5 pct. voor de werken van meer dan (250.000 euro), ten einde de kosten te dekken voor onvoorziene en noodzakelijke bijwerken;
  b) de algemene onkosten van de aanneming waarin onder meer bevat zijn de erelonen vor de ontwerper, de kosten voor geotechnische proeven en studies, de kosten voor publicatie en aanbesteding, voor controle, voor toezicht en voor proeven op materialen, de kosten voor cultuurschade en voor genotsderving, de kosten voor onteigening en inname en de kosten voor het verplaatsen van leidingen.)
Art.2. Le montant total de la dépense comprend :
  a) le coût réel des travaux fixé par le décompte de ceux-ci, sans toutefois que ce coût puisse, pour le calcul du subside et sans tenir compte de la révision des prix, dépasser le montant de l'offre ou de la soumission approuvée, augmenté, d'une part, du coût des travaux supplémentaires, préalablement autorisés par Nous, et d'autre part, de 5 p.c. pour des travaux de moins de 2 000 000 F, de 4 p.c. pour des travaux de 2 000 000 F à 5 000 000 F, de 3 p.c. pour des travaux de 5 000 000 F à 10 000 000 F et 2,5 p.c. pour des travaux de plus de 10 000 000 F, en vue de couvrir des travaux complémentaires, imprévisibles et indispensables;
  b) les frais généraux de l'entreprise comprennent notamment les honoraires de l'auteur de projet, les essais et études géotechniques, les frais de publication et d'adjudication, les frais de contrôle, de surveillance et d'essais sur matériaux, les frais pour dégâts aux cultures et pour pertes de jouissances, les frais pour expropriation et emprises et les frais pour déplacement de conduites.
  (NOTE : Article 2 valable pour la Région wallonne :
  Art. 2. Le montant total de la dépense comprend :
  a) le coût réel des travaux fixé par le décompte de ceux-ci, sans toutefois que ce coût puisse, pour le calcul du subside et sans tenir compte de la révision des prix, dépasser le montant de l'offre ou de la soumission approuvée, augmenté, d'une part, du coût des travaux supplémentaires, préalablement autorisés par Nous, et d'autre part, de 5 p.c. pour des travaux de moins de (50.000 euros), de 4 p.c. pour des travaux de (50.000 euros à 125.000 euros), de 3 p.c. pour des travaux de (125.000 euros à 250.000 euros) et 2,5 p.c. pour des travaux de plus de (250.000 euros), en vue de couvrir des travaux complémentaires, imprévisibles et indispensables;
  b) les frais généraux de l'entreprise comprennent notamment les honoraires de l'auteur de projet, les essais et études géotechniques, les frais de publication et d'adjudication, les frais de contrôle, de surveillance et d'essais sur matériaux, les frais pour dégâts aux cultures et pour pertes de jouissances, les frais pour expropriation et emprises et les frais pour déplacement de conduites.)
Art.3. Om redenen van algemeen nut of van openbaar nut, of wanneer de werken andere voordelen van algemeen belang dan deze van de ruilverkaveling bijbrengen, kan de bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de werken, vermeld in artikel 1, door Ons verhoogd worden.
Art.3. Pour cause d'utilité publique ou lorsque les travaux présentent des avantages d'intérêt général autres que ceux du remembrement, la part d'intervention de l'Etat dans les dépenses pour les travaux mentionnés à l'article 1er peut être augmentée par Nous.
Art. 4. Bij wijze van overgangsmaatregel wordt voor de ruilverkavelingen, waarvoor de Koning, in toepassing van de wet van 25 juni 1956 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet, beslist heeft dat zal worden overgegaan tot de ruilverkaveling, een bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de werken toegekend, zoals bepaald in Ons besluit, waarbij het onderzoek naar het nut van de ruilverkaveling werd ingesteld. Wanneer dit laatste besluit de bijdrage van de Staat niet vermeldt, wordt deze vastgesteld op 60 pct.
Art. 4. En tant que dispositions transitoires la part d'intervention de l'Etat pour les remembrements, pour lesquels le Roi, en application de la loi du 25 juin 1956 sur le remembrement légal de biens ruraux, a décrété qu'il y a lieu de procéder au remembrement, est allouée, comme il est stipulé dans Notre arrêté prescrivant l'enquête sur l'utilité du remembrement. Si ce dernier arrêté ne mentionne pas la part d'intervention de l'Etat, celle-ci est fixée à 60 p.c.