Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
26 MAART 1971. - Wet op de bescherming van het grondwater (NOTA 1 : Deze wet werd voor het Vlaamse Gewest opgeheven bij DVR1984-01-24/32,art. 31,§1, B.St. 05-06-1984, p. 8156) (NOTA 2 : opgeheven voor het Waalse Gewest bij DWG1990-04-30/30, art. 24, 3°, 002; Inwerkingtreding : 30-06-1990) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-06-1990 en tekstbijwerking tot 18-06-2014)
Titre
26 MARS 1971. - Loi sur la protection des eaux souterraines (NOTE 1 : Cette loi a été abrogée pour la Région flamande par DCFL1984-01-24/32,art. 31,§1, M.B. 05-06-1984, p. 8156) (NOTE 2 : abrogée pour la Région wallonne par DRW1990-04-30/30, art. 24, 3°, 002; En vigueur : 30-06-1990) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 30-06-1990 et mise à jour au 18-06-2014)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (13)
Texte (13)
Artikel 1. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:
  "grondwater", alle water dat niet tot het hydrografisch net behoort, en bij gelijkstelling daarmede, alle water in de toevoerleidingen voor de drinkwatervoorziening;
  "waterwingebied", het overeenkomstig artikel 2, 1, afgebakend geografisch gebied waar gevestigd zijn of zullen worden de kunstwerken en inrichtingen voor het winnen en vergaren van grondwater, die hoofdzakelijk worden aangewend of aanwendbaar zijn voor de drinkwatervoorziening;
  "beschermingszone", het geografisch gebied dat overeenkomstig artikel 2, 1, is afgebakend om het grondwater van het waterwingebied evenals het in de toevoerleidingen bevatte en voor de voeding bestemde water tegen alle gevaar van bederf te vrijwaren.
Article 1. Pour l'application de la présente loi, il faut entendre par:
  "eau souterraine", toute eau qui n'appartient pas au réseau hydrographique, et par assimilation toute eau contenue dans des conduis d'adduction et destinée à l'alimentation;
  "zone de captage", l'aire géographique délimitée conformément à l'article 2, 1, dans laquelle sont ou seront implantés les ouvrages et installations destinés au prélèvement et au stockage des eaux souterraines utilisées ou susceptibles d'être utilisées en ordre principal pour la distribution d'eau alimentaire;
  "zone de protection", l'aire géographique délimitée conformément à l'article 2, 1, et destinée à prémunir contre tout risque d'altération les eaux souterraines de la zone de captage ainsi que les eaux contenues dans les conduites d'adduction et destinées à l'alimentation.
Art.2. In het belang van de volksgezondheid kan de Koning, op advies van een door Hem ingestelde Hoge Raad voor de waterleidingen, maatregelen nemen om het grondwater te beschermen met het oog op het eventuele gebruik ervan voor voedings- en huishoudelijke doeleinden.
  Daartoe kan hij met name:
  1. om reden van openbaar nut, waterwingebieden en zones voor de bescherming van het grondwater afbakenen;
  2. in die gebieden en zones verbieden, reglementeren of aan vergunning onderwerpen:
  a) het vervoeren, opslaan, deponeren, afvoeren, bedelven, uitstorten, lozen en uitstrooien van stoffen die het grondwater kunnen doen bederven;
  b) de werken, inrichtingen, kunstwerken en werkzaamheden, alsmede de wijzigingen in de grond of de ondergrond die een oorzaak van of een gevaar voor bederf van het grondwater kunnen zijn;
  buiten de waterwingebieden en de beschermingszones verbieden, reglementeren of aan vergunning onderwerpen, het op of in de grond lozen of rechtstreeks of onrechtstreeks deponeren van stoffen waarvan Hij verklaart dat zij het grondwater kunnen doen bederven.
Art.2. Dans l'intérêt de la santé publique, le Roi peut, sur avis d'un Conseil supérieur des distributions d'eau créé par Lui, prendre des mesures destinées à protéger les eaux souterraines en vue de leur utilisation éventuelle à des fins alimentaire et domestique.
  Dans ce but, il peut notamment:
  1. délimiter pour cause d'utilité publique des zones de captage et des zones de protection des eaux souterraines;
  2. dans ces zones, interdire, réglementer ou soumettre à autorisation;
  a) le transport, l'entreposage, le dépôt, l'évacuation, l'enfouissement, le rejet, le déversement et l'épandage de matières susceptibles d'altérer les eaux souterraines;
  b) les travaux, installations, ouvrages et activités ainsi que les modifications du sol et du sous-sol qui peuvent constituer une cause ou un risque d'altération des eaux souterraines;
  3. en dehors des zones de captage et des zones de protection, interdire, réglementer au soumettre à autorisation, le déversement ou le dépôt direct ou indirect sur le sol et dans le sol de matières qu'Il déclare susceptibles d'altérer les eaux souterraines.
Art. 2bis. <INGEVOEGD voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij ORD 1992-07-30/34, art. 79; Inwerkingtreding : onbepaald > Met betrekking tot het direct of indirect lozen van stoffen afkomstig van een inrichting, in de zin van (de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen), geldt de milieuvergunning als de vergunning bedoeld in artikel 2, lid 2, 2° en 3°, indien deze vereist is. <ORD 2001-12-06/57, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 12-02-2002>
Art. 2bis. En ce qui concerne les rejets directs ou indirects de substances en provenance d'une installation au sens de (l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement), le permis d'environnement tient lieu de l'autorisation visée à l'article 2, alinéa 2, 2° et 3°, lorsque celle-ci est requise. <ORD 2001-12-06/57, art. 26, 003; En vigueur : 12-02-2002>
Art.3. In de waterwingebieden en in de op grond van artikel 2, 1, afgebakende beschermingszones is de exploitant belast met de bescherming van het grondwater.
  Met vergunning van de Koning kan de exploitant, overeenkomstig de wetten op de onteigeningen voor rekening van de Staat, de onteigening te algemenen nutte van de voor de uitvoering van deze wet onontbeerlijke onroerende goederen vorderen.
  Deze onteigeningen kunnen geschieden door toedoen van de comités voor de aankoop van onroerende goederen voor rekening van de Staat, waarvan de ambtenaren bevoegd zullen zijn om in naam van de exploit akten te verlijden, alsook rechtsvervolgingen en onteigeningsprocedures in te stellen.
Art.3. Dans les zones de captage et dans les zones de protection délimitées en vertu de l'article 2, 1, la protection des eaux souterraines est assurée par l'exploitant.
  Moyennant l'autorisation du Roi, l'exploitant peut, conformément aux lois régissant les expropriations pour compte de l'Etat, poursuivre l'expropriation pour cause d'utilité publique des immeubles indispensables à la réalisation des objectifs de la présente loi.
  Ces expropriations peuvent avoir lieu à l'intervention des comités d'acquisition d'immeubles pour compte de l'Etat, dont les fonctionnaires auront qualité pour passer les actes, exercer les poursuites et diriger les procédures d'expropriation au nom de l'exploitant.
Art.4. § 1. De Koning bepaalt, na ingewonnen advies van de Hoge Raad voor de waterleidingen, de wijze waarop en de termijnen waarbinnen de aanvragen om vergunning ter uitvoering van de krachtens artikel 2, 2 en 3, genomen besluiten, worden ingediend en onderzocht.
  § 2. De Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, beslist op deze aanvragen waarbij hij in ieder afzonderlijk geval zijn weigering motiveert of de opgelegde voorwaarden nader bepaalt.
  De beslissing wordt slechts definitief wanneer is vastgesteld dat de opgelegde voorwaarden zijn nagekomen. De Koning bepaalt de bijzonderheden en de termijnen van die vaststelling.
  Indien deze voorwaarden niet worden nagekomen kan de Minister, bij een met redenen omklede beslissing, de vergunning opschorten of intrekken en in voorkomende gevallen nieuwe voorwaarden opleggen.
Art.4. § 1er. Le Roi, après avis du Conseil supérieur des distributions d'eau, arrête les modalités et fixe les délais d'introduction et d'instruction des demandes d'autorisation en application des arrêtés pris en exécution de l'article 2, 2 et 3.
  § 2. Le Ministre qui a la santé publique dans ses attributions statue sur ces demandes en motivant son refus ou en précisant les conditions imposées dans chaque cas particulier.
  La décision ne devient définitive qu'après qu'il a été constaté que les conditions imposées sont respectées. Les modalités et les délais de cette constatation sont déterminés par le Roi.
  Si ces conditions ne sont pas respectées, le Ministre, par décision motivée, peut suspendre ou retirer l'autorisation et, le cas échéant, imposer des conditions nouvelles.
Art.5. § 1. De Koning bepaalt:
  1. de bijzonderheden en termijnen van het openbaar onderzoek, in het bijzonder de procedure van indiening en behandeling van de bezwaren betreffende de vaststelling en de afbakening van de waterwingebieden en de beschermingszones;
  2. welke autoriteiten met het onderzoek en de behandeling van de ingediende bezwaren belast worden.
  § 2. De afbakening van een waterwingebied of een beschermingszone geschiedt, na een openbaar onderzoek, bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit.
  § 3. De Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, beslist op de bezwaren.
Art.5. § 1er. Le Roi détermine:
  1. les modalités et délais de l'enquête publique, en particulier la procédure d'introduction et d'instruction des réclamations relatives à l'établissement et à la délimitation des zones de captage et des zones de protection;
  2. les autorités chargées de l'enquête et de l'instruction des réclamations introduites.
  § 2. La délimitation d'une zone de captage ou d'une zone de protection est fixée après enquête publique, par un arrêté royal délibéré en Conseil des Ministres.
  § 3. Le Ministre qui a la santé publique dans ses attributions statue sur les réclamations.
Art.6. De rechtstreekse materiële schade die door de eigenaar of de exploitant is geleden ten gevolge van een ter uitvoering van artikel 2, 2, genomen maatregel wordt vergoed ten laste van degene aan wie de bescherming ten goede komt.
  Het recht op vergoeding ontstaat vanaf het ogenblik dat het in het artikel 5 bepaalde openbaar onderzoek wordt ingesteld. Het geldt voor bestaande werken, inrichtingen of kunstwerken die moeten worden veranderd of afgeschaft, evenals voor werkzaamheden die moeten worden stopgezet, beperkt of omgeschakeld.
  Dit is eveneens het geval indien werken, inrichtingen of kunstwerken, waarvoor met toepassing van artikel 2, 2, een regelmatige vergunning is verleend, naderhand moeten worden afgeschaft of veranderd of indien werkzaamheden in dezelfde omstandigheden moeten worden stopgezet, beperkt of omgeschakeld krachtens een beslissing van de bevoegde overheid.
  De in dit artikel bepaalde vordering tot schadevergoeding verjaart na verloop van vijf jaar te rekenen, al naar het geval, vanaf de instelling van het openbaar onderzoek voor de in het tweede lid bepaalde gevallen, of vanaf de beslissing van de in het derde lid bedoelde bevoegde overheid.
  Indien de bescherming bij het ontstaan van de schade aan niemand ten goede komt, komt de vergoeding ten laste van de Staat, die ze kan verhalen op degene aan wie de bescherming later ten goede mocht komen.
  In geval van gerechtelijke procedure is de door de rechtbank vastgestelde vergoeding opeisbaar niettegenstaande eventueel hoger beroep.
Art.6. Les dommages directs et matériels subis par le propriétaire ou l'exploitant et résultant d'une mesure prise en exécution de l'article 2, 2, sont réparés aux frais du bénéficiaire de la protection.
  Le droit à réparation naît dès le moment de l'ouverture de l'enquête publique visée à l'article 5. Il s'applique aux travaux, installations ou ouvrages existants qui doivent subir des modifications ou doivent être supprimés ainsi qu'aux activités qui doivent être arrêtées, réduites ou reconverties.
  Il en est de même si des travaux, installations ou ouvrages dûment autorisés en application de l'article 2, 2, doivent être ultérieurement supprimés ou modifiés, ou encore si des activités doivent, dans le même cas, être arrêtées, réduites ou reconverties en vertu d'une décision de l'autorité compétente.
  L'action en réparation des dommages visés au présent article se prescrit par cinq ans, à dater selon le cas, de l'ouverture de l'enquête publique, dans les cas prévus à l'alinéa 2, ou de la décision de l'autorité compétente visée à l'alinéa 3.
  Si au moment du dommage il n'y a pas de bénéficiaire de la protection, l'indemnité de réparation est à charge de l'Etat, lequel pourra la récupérer auprès de celui qui deviendrait ultérieurement bénéficiaire de cette protection.
  En cas de procédure judiciaire, l'indemnité fixée par le tribunal est exigible nonobstant appel éventuel.
Art. 7. Onverminderd de bevoegdheden van de officier van gerechtelijke politie, zijn de ambtenaren die daartoe worden aangewezen door de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, gerechtigd om de overtredingen van deze wet en van dezer uitvoeringsbesluiten op te sporen en vast te stellen. Hun processen-verbaal hebben bewijskracht tot het tegendeel is bewezen. Een afschrift ervan wordt aan de overtreders betekend binnen zeven dagen na de vaststelling.
  Zij hebben bij dag en bij nacht toegang tot alle instellingen of inrichtingen _ woongelegenheden uitgezonderd _ als ze redenen hebben om aan te nemen dat deze wet of haar uitvoeringsbesluiten worden overtreden.
  Indien er voldoende aanwijzingen zijn om te vermoeden dat een dergelijke overtreding in woongelegenheden wordt begaan, mag door twee van die ambtenaren huiszoeking worden gedaan krachtens een machtiging van de rechter van de politierechtbank.
Art. 7. Sans préjudice des pouvoirs des officiers de police judiciaire, les agents désignés à cette fin par le Ministre qui a la santé publique dans ses attributions, ont compétence pour rechercher et constater les infractions à la présente loi et aux arrêtés pris en exécution de celle-ci. Les procès-verbaux qu'ils établissent font foi jusqu'à preuve contraire. Copie en est notifiée aux contrevenants dans les sept jours de la constatation.
  Ils peuvent pénétrer de jour et de nuit dans les établissements ou installations _ à l'exclusion des locaux destinés à l'habitation _ lorsqu'ils ont des raisons de croire qu'il s'y commet une infraction à la présente loi ou à ses arrêtés d'exécution.
  S'il existe des indices suffisants pour présumer qu'une telle infraction se commet dans des locaux destinés à l'habitation, il peut être procédé à la visite domiciliaire par deux de ces agents agissant en vertu d'une autorisation du juge au tribunal de police.
  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
  COMMUNAUTES ET REGIONS
Art. 8. De overeenkomstig artikel 7 aangewezen ambtenaren nemen monsters of doen monsters nemen van stoffen die de beschermde waters ongeschikt kunnen maken of vermoed worden ze ongeschikt te hebben gemaakt voor voedings- en huishoudelijke doeleinden.
  Op verzoek van de exploitant van een watervang kunnen die ambtenaren monsters van de bodem nemen of doen nemen, wanneer wordt vermoed dat deze stoffen als bedoeld in het vorige lid bevat. Van die monsterneming wordt proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan de vermoedelijke dader van de overtreding wordt toegezonden.
  De ontleding van de monsters wordt verricht door een rijkslaboratorium of door een laboratorium dat daartoe is erkend door de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort.
  De Koning bepaalt, onder vrijwaring van de rechten van de verdediging, de wijze waarop de monsters worden genomen, de regels van de procedure van erkenning evenals het model van het protocol van de ontledingen. Hij kan eveneens de ontledingsmethoden vaststellen.
Art. 8. Les agents désignés conformément à l'article 7 prélèvent ou font prélever des échantillons de substances susceptibles de rendre ou présumées avoir rendu les eaux protégées impropres aux usages alimentaire et domestique.
  A la demande de l'exploitant d'un captage, ces agents peuvent prélever ou faire prélever des échantillons du sol lorsqu'il est présumé que celui-ci recèle des substances telles que celles visées à l'alinéa précédent. Il est dressé procès-verbal de ce prélèvement d'échantillons, dont copie est transmise à l'auteur présumé de l'infraction.
  L'analyse des échantillons est effectuée par un laboratoire de l'Etat ou par un laboratoire agréé à cette fin par le Ministre qui a la santé publique dans ses attributions.
  Le Roi fixe, en veillant à préserver les droits de la défense, les modalités selon lesquelles, sont opérés les prélèvements, les règles de la procédure d'agréation ainsi que le modèle du protocole des analyses. Il peut également fixer les méthodes d'analyse.
  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
  COMMUNAUTES ET REGIONS
Art. 9. De overeenkomstig artikel 7 aangewezen ambtenaren kunnen voorlopig het gebruik verbieden van inrichtingen en toestellen die wegens hun bouw of gebrekkige werking niet overeenkomstig deze wet en de besluiten tot uitvoering ervan kunnen functioneren; zij kunnen die inrichtingen en toestellen verzegelen en alle spoedmaatregelen nemen die in de gegeven omstandigheden noodzakelijk zijn in het belang van de volksgezondheid.
  Deze maatregelen houden op gevolg te hebben na verloop van vijftien dagen, indien ze binnen deze termijn, de gebruikers vooraf gehoord of opgeroepen, niet bekrachtigd zijn door de Minister van Volksgezondheid of door de ambtenaar die hij heeft afgevaardigd.
  De beslissingen van bekrachtiging worden onverwijld in aangetekende omslag betekend aan de gebruikers van de inrichtingen en toestellen.
  Tegen de beslissingen van bekrachtiging kan iedere belanghebbende beroep bij de Koning instellen. De Koning bepaalt de regels en de termijnen van dit beroep, dat niet opschortend is.
Art. 9. Les agents désignés conformément à l'article 7 peuvent interdire provisoirement l'utilisation d'installations et d'appareils qui, par leur constitution ou leur comportement défectueux, ne sont pas en état de fonctionner de manière conforme à la présente loi et aux arrêtés pris en exécution de celle-ci, y apposer les scellés et prendre à leur égard toutes les mesures urgentes que la situation commande dans l'intérêt de la santé publique.
  Ces mesures cessent d'avoir effet à l'expiration d'un délai de quinze jours si, dans le cours de celui-ci, elles n'ont pas été ratifiées, les utilisateurs préalablement entendus ou appelés par le Ministre de la Santé publique ou le fonctionnaire qu'il a délégué.
  Les décisions de ratification sont notifiées sans délai, par pli recommandé, aux utilisateurs des installations et des appareils.
  Un recours auprès du Roi est ouvert à tout intéressé contre les décisions de ratification. Le Roi fixe les modalités et délais de ce recours; celui-ci n'est pas suspensif.
  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
  COMMUNAUTES ET REGIONS
Art. 10. De overeenkomstig artikel 7 aangewezen ambtenaren kunnen voor de vervulling van hun opdracht de bijstand van de gemeentelijke overheid vorderen. Zij kunnen die overheid eveneens verzoeken om de vereiste dringende maatregelen te nemen wanneer grondwater ongeschikt is of wordt voor voedings- of huishoudelijke doeleinden.
  Indien de gemeentelijke overheid in gebreke blijft of wanneer de minste vertraging ernstige schade voor de volksgezondheid kan veroorzaken, nemen de overeenkomstig artikel 7 aangewezen ambtenaren de passende maatregelen of doen ze de nodige opeisingen verrichten.
  Zij geven hiervan onmiddellijk kennis aan de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, alsmede aan de gouverneur van de provincie.
  Deze opeisingen worden onmiddellijk uitgevoerd door toedoen van de gouverneur van de provincie of van de arrondissementscommissaris van het gebied.
  Deze maatregelen houden op gevolg te hebben na verloop van dertig dagen, indien ze binnen deze termijn niet bevestigd zijn door de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort of door de leidende ambtenaar die door hem is afgevaardigd, nadat de door deze maatregelen getroffen personen vooraf zijn gehoord of opgeroepen.
Art. 10. Les agents désignés conformément à l'article 7 peuvent requérir l'assistance des autorités communales pour l'accomplissement de leur mission. Ils peuvent aussi requérir ces autorités de prendre les mesures urgentes qui s'imposent lorsque des eaux souterraines sont ou deviennent impropres aux usages alimentaire et domestique.
  En cas de carence des autorités communales ou lorsque le moindre retard est susceptible d'occasionner un dommage grave à la santé publique, les agents désignés conformément à l'article 7 prennent les mesures appropriées ou font procéder aux réquisitions nécessaires.
  Ils en informent immédiatement le Ministre qui a la santé publique dans ses attributions ainsi que le gouverneur de la province.
  L'exécution de ces réquisitions est assurée sur-le-champ à l'intervention soit du gouverneur de province, soit du commissaire d'arrondissement du ressort.
  Ces mesures cessent d'avoir effet à l'expiration d'un délai de trente jours si, dans le cours de celui-ci, elles n'ont pas été confirmées par le Ministre qui a la santé publique dans ses attributions ou par le fonctionnaire dirigeant délégué par lui, les personnes touchées par ces mesures préalablement entendues ou appelées.
  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
  COMMUNAUTES ET REGIONS
Art. 11. § 1. Onverminderd de toepassing van de bij het Strafwetboek of bij andere wetten bepaalde straffen, wordt met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig tot vijfduizend frank, of met een van die straffen alleen, gestraft:
  1. hij die niet in het bezit is van een vergunning en handelingen of werkzaamheden verricht waarvoor een voorafgaande vergunning vereist is;
  2. hij die handelingen of werkzaamheden verricht die verboden zijn met toepassing van de wet;
  3. hij die wegens nalatigheid of gebrek aan vooruitzicht bij het gebruik van roerende of onroerende goederen, oorzaak is van bederf van het grondwater, zodat het ongeschikt wordt voor voedings- en huishoudelijke doeleinden;
  4. hij die zich niet leent tot of zich verzet tegen de inspecties, de monsternemingen of de in artikelen 9 en 10 bepaalde maatregelen.
  § 2. De straffen kunnen worden verdubbeld indien een nieuwe overtreding wordt begaan binnen twee jaar na een onherroepelijk geworden vonnis tot veroordeling wegens een der in dit artikel bepaalde overtredingen.
  § 3. Alle bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn toepasselijk op de in deze wet bepaalde misdrijven.
  § 4. De rechter kan de sloping bevelen van de inrichtingen en kunstwerken die tot stand zijn gebracht met overtreding van de ter uitvoering van deze wet gegeven voorschriften. Hij kan eveneens bevelen de plaatsen in hun vroegere staat te herstellen.
  Indien de veroordeelde het vonnis niet binnen de gestelde tijd ten uitvoer legt, geschiedt dit van ambtswege, op zijn kosten en risico, door toedoen van de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort.
  In dat geval heeft deze het recht de materialen en voorwerpen afkomstig van het herstel van de plaatsen in hun vroegere toestand te verkopen, te vervoeren, op te slaan of te vernietigen op een plaats die hij uitkiest. De veroordeelde is ertoe gehouden alle uitvoeringskosten, verminderd met de opbrengst van de verkoop der materialen en voorwerpen, te vergoeden op vertoon van een staat begroot en invorderbaar verklaard door de beslagrechter.
  § 5. De vennootschappen zijn burgerlijk aansprakelijk voor veroordelingen tot geldboeten en verbeurdverklaringen uitgesproken tegen hun organen of aangestelden wegens overtreding van de bepalingen van dit artikel.
  Die vennootschappen kunnen voor de strafrechtbank worden gedagvaard.
Art. 11. § 1er. Sans préjudice de l'application des peines établies par le Code pénal ou par d'autres lois, est puni d'un emprisonnement de huit jours à six mois et d'une amende de vingt-six à cinq mille francs ou d'une de ces peines seulement:
  1. celui qui n'étant pas titulaire d'une autorisation pose des actes ou accomplit des activités assujettis à autorisation préalable;
  2. celui qui pose des actes ou accomplit des activités interdits en application de la loi;
  3. celui qui, par négligence ou défaut de prévoyance dans l'utilisation de biens meubles ou immeubles, est cause d'une altération des eaux souterraines les rendant impropres aux usages alimentaire et domestique;
  4. celui qui se refuse ou s'oppose aux visites, à la prise d'échantillons ou aux mesures prévues par les articles 9 et 10.
  § 2. Les peines peuvent être portées au double si une nouvelle infraction est commise dans les deux années à dater d'un jugement devenu définitif portant condamnation pour l'une des infractions visées à cet article.
  § 3. Toutes les dispositions du Livre 1er du Code pénal, sans exception du chapitre VII, ni de l'article 85, sont applicables aux infractions prévues par la présente loi.
  § 4. Le juge peut ordonner la démolition des installations et ouvrages édifiés en infraction aux dispositions prises en application de la présente loi. Il peut de même ordonner la remise des lieux dans leur état primitif.
  A défaut par le condamné d'exécuter le jugement dans le délai imparti, il y sera procédé d'office à ses risques et frais à l'intervention du Ministre qui a la santé publique dans ses attributions.
  Dans ce cas, celui-ci a le droit de vendre les matériaux et objets provenant de la remise en état des lieux, de les transporter, de les entreposer ou de procéder à leur destruction en un lieu qu'il choisit. Le condamné est contraint au remboursement de tous les frais d'exécution, déduction faite du prix de la vente des matériaux et objets, sur présentation d'un état, taxé et rendu exécutoire par le juge des saisies.
  § 5. Les sociétés sont civilement responsables des condamnations pécuniaires et confiscations prononcées contre leurs organes ou préposés pour infraction aux dispositions du présent article.
  Ces sociétés pourront être citées devant la juridiction répressive.
  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
  COMMUANAUTES ET REGIONS
Art. 11. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)
  § 1. [1 Onverminderd de toepassing van de bij het Strafwetboek of bij andere wetten bepaalde straffen, wordt [2 met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]2 gestraft, hij die de bepalingen van deze wet of de uitvoeringsbesluiten en -reglementen ervan overtreedt, en inzonderheid :]1
  1. hij die niet in het bezit is van een vergunning en handelingen of werkzaamheden verricht waarvoor een voorafgaande vergunning vereist is [2 krachtens artikel 2, tweede lid, 2, a) en b) van de huidige wet en haar uitvoeringsbesluiten]2;
  2. hij die handelingen of werkzaamheden verricht die verboden zijn [2 krachtens artikel 2, tweede lid, 2, a) en b), van huidige wet en haar uitvoeringsbesluiten]2;
  3. hij die wegens nalatigheid of gebrek aan vooruitzicht bij het gebruik van roerende of onroerende goederen, oorzaak is van bederf van het grondwater, zodat het ongeschikt wordt voor voedings- en huishoudelijke doeleinden;
  4. [2 hij die als uitbater van een ondergronds waterwingebied, nalaat te verzoeken om een afbakening van een waterwingebied en een beschermingszone rond zijn inrichtingen voor waterwinning;]2
  [2 5. hij die de uitbatingsvoorwaarden van de toegestane activiteit krachtens artikel 2, tweede lid, 2, a) en b), van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten niet naleeft.]2
  § 2. [2 ...]2
  § 3. Alle bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn toepasselijk op de in deze wet bepaalde misdrijven.
  § 4. De rechter kan de sloping bevelen van de inrichtingen en kunstwerken die tot stand zijn gebracht met overtreding van de ter uitvoering van deze wet gegeven voorschriften. [2 Artikel 37, tweede en derde lid, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid is op dergelijk bevel van toepassing.]2
  [2 ...]2
  [2 ...]2
  § 5. De vennootschappen zijn burgerlijk aansprakelijk voor veroordelingen tot geldboeten en verbeurdverklaringen uitgesproken tegen hun organen of aangestelden wegens overtreding van de bepalingen van dit artikel.
  [2 ...]2
  
Art. 11. (REGION BRUXELLES CAPITALE)
  § 1er. Sans préjudice de l'application des peines établies par le Code pénal ou par d'autres lois, est puni [2 de la peine prévue à l'article 31, § 1er, du Code de l'inspection, la prévention, la constatation et la répression des infractions en matière d'environnement et de la responsabilité environnementale]2 [1 , celui qui contrevient aux dispositions de la présente loi ou des arrêtés et règlements pris pour son exécution, et notamment]1 :
  1. celui qui n'étant pas titulaire d'une autorisation pose des actes ou accomplit des activités assujettis à autorisation préalable [2 en vertu de l'article 2, alinéa 2, 2°, a) et b), de la présente loi et de ses arrêtés d'exécution]2;
  2. celui qui pose des actes ou accomplit des activités interdits [2 en vertu de l'article 2, alinéa 2, 2, a) et b), de la présente loi et de ses arrêtés d'exécution]2;
  3. celui qui, par négligence ou défaut de prévoyance dans l'utilisation de biens meubles ou immeubles, est cause d'une altération des eaux souterraines les rendant impropres aux usages alimentaire et domestique;
  4. [2 étant exploitant d'un captage d'eau souterraine, omet de demander la délimitation d'une zone de captage et d'une zone de protection autour de son ouvrage de prise d'eau;]2
  [2 5. celui qui ne respecte pas les conditions d'exercice de l'activité autorisée en vertu de l'article 2, alinéa 2, 2, a) et b), de la présente loi et de ses arrêtés d'exécution.]2
  § 2. [2 ...]2
  § 3. Toutes les dispositions du Livre 1er du Code pénal, sans exception du chapitre VII, ni de l'article 85, sont applicables aux infractions prévues par la présente loi.
  § 4. Le juge peut ordonner la démolition des installations et ouvrages édifiés en infraction aux dispositions prises en application de la présente loi. [2 L'article 37, alinéas 2 et 3, du Code de l'inspection, la prévention, la constatation et la répression des infractions en matière d'environnement et de la responsabilité environnementale est applicable à un tel ordre.]2
  [2 ...]2
  [2 ...]2
  § 5. Les sociétés sont civilement responsables des condamnations pécuniaires et confiscations prononcées contre leurs organes ou préposés pour infraction aux dispositions du présent article.
  [2 ...]2
  
Art. 12. De bepalingen van deze wet treden in werking op de data die de Koning bepaalt en uiterlijk drie jaar na haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 12. Les dispositions de cette loi entrent en vigueur aux dates fixées par le Roi et au plus tard trois ans après la publication au Moniteur belge.