Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
13 JULI 1970. - [Koninklijk besluit betreffende de schadevergoeding, ten gunste van sommige personeelsleden van overheidsdiensten of overheidsinstellingen van de lokale sector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk] <Opschrift vervangen door KB2012-11-26/16, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2013> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-02-1988 en tekstbijwerking tot 26-04-2024)
Titre
13 JUILLET 1970. - [Arrêté royal relatif à la réparation, en faveur de certains membres du personnel des services ou établissements publics du secteur local, des dommages résultant des accidents du travail et des accidents survenus sur le chemin du travail] <AR2012-11-26/16, art. 1, 008; En vigueur : 01-01-2013> (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 24-02-1988 et mise à jour au 26-04-2024)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (55)
Texte (55)
HOOFDSTUK I_ Toepassingsveld.
CHAPITRE 1er_ Champ d'application.
Artikel 1. [1 De regeling ingesteld bij de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, wordt, wat betreft de schadevergoeding voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, toepasselijk verklaard op de leden van het vastbenoemd, stagedoend, het tijdelijk of het hulppersoneel en op de personeelsleden die bij een arbeidsovereenkomst [3 ,een leerovereenkomst of een overeenkomst voor beroepsopleiding]3 in dienst zijn genomen, die behoren tot :
   1° de provincies, de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de openbare kassen van lening;
   2° de verenigingen van provincies, de verenigingen van gemeenten, de verenigingen van de openbare centra voor maatschapplijk welzijn, de autonome provinciebedrijven, de autonome gemeentebedrijven, de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen, de projectverenigingen, de dienstverlenende verenigingen, de opdrachthoudende verenigingen, die ten minste één personeelslid tellen dat aan een publiekrechtelijk statuut onderworpen is;
   3° intercommunale diensten en inrichtingen van maatschappelijk welzijn, die ten minste één personeelslid tellen dat aan een publiekrechtelijk statuut onderworpen is;
   4° de agglomeraties en federaties van gemeenten;
   5° de diensten van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie [4 ...]4;
  [4 5° bis de onderwijsinrichtingen, de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering, de pedagogische begeleidingsdiensten en de centra voor leerlingenbegeleiding van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;]4
   6° de ziekenhuisverenigingen bedoeld in hoofdstuk XIIbis van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij de ordonnantie van 22 december 1995 van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, die ten minste één personeelslid tellen dat aan een publiekrechtelijk statuut onderworpen is;
   7° de Hogeschool Lucia de Brouckère, als ze ten minste één personeelslid telt dat aan een publiekrechtelijk statuut onderworpen is;
  [2 8° de hulpverleningszones, met uitzondering van de vrijwillige leden van het operationeel personeel.]2
   Valt het personeel van een in het eerste lid, 2°, 3°, 6° of 7° vermelde instelling op een bepaalde datum niet meer onder de in dat lid bedoelde regeling, dan blijft die regeling op dat personeel toepasselijk voor de ongevallen die zich voor die datum hebben voorgedaan.]1

  
Article 1. [1 Le régime institué par la loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant des accidents du travail, des accidents survenus sur le chemin du travail et des maladies professionnelles dans le secteur public, est rendu applicable, en ce qui concerne la réparation des dommages résultant des accidents du travail et des accidents survenus sur le chemin du travail, aux membres du personnel définitif, stagiaire, temporaire, auxiliaire ou engagés par contrat de travail, [3 contrat d'apprentissage ou contrat de formation professionnelle]3 qui appartiennent :
   1° aux provinces, aux communes, aux centres publics d'action sociale et aux caisses publiques de prêts;
   2° aux associations de provinces, aux associations de communes, aux associations de centres publics d'action sociale, aux régies provinciales autonomes, aux régies communales autonomes, aux sociétés de développement provincial, aux associations de projet, aux associations prestataires de services, aux associations chargées de mission qui comptent au moins un agent soumis à un statut de droit public;
   3° aux services et établissements intercommunaux d'action sociale qui comptent au moins un agent soumis à un statut de droit public;
   4° aux agglomérations et aux fédérations de communes;
   5° aux services [4 ...]4 du Collège de la Commission communautaire flamande;
  [4 5° bis aux établissements d'enseignement, aux centres psycho-médico-sociaux, aux offices d'orientation scolaire et professionnelle, aux services d'accompagnement pédagogique et aux centres d'encadrement des élèves du Collège de la Commission communautaire française;]4
   6° aux associations hospitalières visées au chapitre XIIbis de la loi organique du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale, inséré par l'ordonnance du 22 décembre 1995 de la Commission communautaire commune, qui comptent au moins un agent soumis à un statut de droit public;
   7° à la Haute Ecole Lucia de Brouckère si elle compte au moins un agent soumis à un statut de droit public;
  [2 8° les zones de secours, à l'exception des membres volontaires du personnel opérationnel.]2
   Lorsque, à une date déterminée, le personnel d'une institution mentionnée au 2°, au 3°, au 6° ou au 7° de l'alinéa 1er cesse d'être assujetti au régime soumis à cet alinéa, ce régime continue à lui être applicable pour les accidents qui se sont produits avant cette date.]1

  
Art.2. [1 Dit besluit geldt evenwel niet voor het personeel dat een weddetoelage ten laste van de gemeenschappen geniet en verbonden is hetzij aan een onderwijsinrichting, hetzij aan een psycho-medisch-sociaal centrum of een dienst voor studie- en beroepsoriëntering of een pedagogische begeleidingsdienst of een centrum voor leerlingenbegeleiding.]1
  (De regeling ingesteld door de wet, is niet van toepassing op de onthaalouder bedoeld in artikel 3, 9°, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en waarvoor een in artikel 1 bedoelde overheid, bedrijf, vereniging, dienst of inrichting als werkgever beschouwd wordt.) <KB 2003-03-18/32, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-04-2003>
  
Art.2. [1 Est toutefois exclu du présent arrêté le personnel qui bénéficie d'une subvention-traitement à charge des Communautés et qui est attaché soit à un établissement d'enseignement, soit à un centre psycho-médico-social ou un office d'orientation scolaire et professionnelle ou un service d'accompagnement pédagogique ou un centre d'encadrement des élèves.]1
  (Le règlement instauré par la loi n'est pas d'application au gardien ou à la gardienne d'enfants visés à l'article 3, 9° de l'arrêté royal du 28 novembre 1969 de l'arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs et pour lesquels un pouvoir public, une entreprise, une association, un service ou un établissement est considéré comme employeur.) <AR 2003-03-18/32, art. 7, 006; En vigueur : 01-04-2003>
  
HOOFDSTUK II_ Definities.
CHAPITRE II_ Définitions.
Art.3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan :
  1° [1 onder " de overheid " : de overheid die op het tijdstip van het ongeval het personeelslid in dienst had, namelijk : voor de provincies de bestendige deputatie van de provincieraad; voor gemeenten het college van burgemeester en schepenen; voor openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de raad van de openbare centra; voor openbare kassen van lening, het bestuur van de kas; voor de verenigingen van de provincies en voor de verenigingen van gemeenten de overheid die met het dagelijks beheer ervan belast is; voor autonome provinciebedrijven en voor autonome gemeentebedrijven, de overheid die met het beheer ervan belast is; voor provinciale ontwikkelingsmaatschappijen, voor projectverenigingen, voor dienstverlenende verenigingen, voor opdrachthoudende verenigingen en voor intercommunale diensten en inrichtingen van maatschappelijk welzijn, de overheid die met het beheer ervan belast is; voor agglomeraties en federaties van gemeenten, het uitvoerend college; voor de diensten van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en die van het College van de Frans Gemeenschapscommissie, de respectieve colleges; voor de ziekenhuisverenigingen bedoeld in artikel 2, 6° en voor de Hogeschool Lucia de Brouckère, de overheid die met het beheer ervan belast is [2 en voor de hulpverleningszones, het college]2.]1
  2° [1 onder de " wet " : de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector.]1
  3° onder "geneeskundige dienst", de geneeskundige dienst belast met de erkenning van de ongeschiktheid die aan het personeelslid recht geeft op een definitief of tijdelijk vervroegd pensioen;
  4° (onder " ambt met volledige prestaties ", de betrekking, het ambt of de functie, welke zodanige prestaties omvatten dat zij een normale beroepsactiviteit volkomen in beslag nemen;) <KB 1988-01-27/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1988>
  [3 5° onder "personeelsleden in dienst genomen bij een overeenkomst voor beroepsopleiding": de bij art. 1ter van de wet bedoelde personen die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid in een bestuur, dienst of instelling waarop dit besluit toepassing vindt, met uitzondering van de opleidingen waarvoor de Koning in toepassing van artikel 1/1, derde lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, een andere instantie dan een bestuur, dienst of instelling vermeld in artikel 1 heeft aangewezen als werkgever.
   Voor de categorieën van personen waarop de Koning, in uitvoering van artikel 1ter, vijfde lid, van de wet de bijzondere regeling van het artikel 86/1 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 toepasselijk heeft verklaard, is de overeenkomst voor beroepsopleiding beperkt tot het gedeelte waarbij arbeidsprestaties worden verricht.]3

  
Art.3. Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre :
  1° [1 par " l'autorité " : celle qui occupait l'agent au moment de l'accident, à savoir : pour les provinces, la députation permanente du conseil provincial; pour les communes, le collège des bourgmestres et échevins; pour les centres publics d'action sociale, le conseil du centre public; pour les caisses publiques de prêts, l'administration de la caisse; pour les associations de provinces et pour les associations de communes, l'autorité qui est chargée d'en assurer la gestion journalière; pour les régies provinciales autonomes et pour les régies communales autonomes, l'autorité qui est chargée de la gestion; pour les sociétés de développement provincial, pour les associations de projet, pour les associations prestataires de services, pour les associations chargées de mission et pour les services et établissements intercommunaux d'action sociale, l'autorité qui est chargée de leur gestion; pour les agglomérations et fédérations de communes, le collège exécutif; pour les services du Collège de la Commission communautaire française et ceux du Collège de la Commission communautaire flamande, les collèges respectifs; pour les associations hospitalières visées à l'article 2, 6° et pour la Haute Ecole Lucia de Brouckère, l'autorité qui est chargée de leur gestion [2 et pour les zones de secours, le collège]2.]1
  2° [1 par la " loi " : la loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant des accidents du travail, des accidents survenus sur le chemin du travail et des maladies professionnelles dans le secteur public.]1
  3° par "service médical", le service médical chargé de reconnaître l'inaptitude qui ouvre à l'agent un droit à une pension prématurée définitive ou temporaire;
  4° (par " fonction à prestations complètes ", l'emploi, la fonction ou la charge, comportant des prestations telles qu'elles absorbent totalement une activité professionnelle normale;) <AR 1988-01-27/31, art. 2, 002; En vigueur : 01-03-1988>
  [3 5° par " membres du personnel engagés par contrat de formation professionnelle " : les personnes visées à l'article 1ter de la loi qui effectuent un travail dans le cadre d'une formation pour un travail rémunéré dans une administration, un service ou une institution auxquelles cet arrêté est d'application, à l'exception des formations, pour lesquelles le Roi, en exécution de l'article 1/1, alinéa 3, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, a désigné comme employeur une instance autre que l'administration, le service ou l'institution mentionné à l'article 1er.
   Pour les catégories de personnes auxquelles le Roi, en exécution de l'article 1ter, alinéa 5, de la loi, a rendu applicable le régime spécial de l'article 86/1 de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, le contrat de formation professionnelle se limite à la partie de la convention de formation qui comprend des prestations de travail.]3

  
Art.3bis. [1 § 1. De beslissingen, voorstellen, aanvragen en oproepingen worden meegedeeld aan het slachtoffer of aan zijn rechthebbenden op een van volgende wijzen:
   1° langs elektronische weg met ontvangstbevestiging;
   2° via persoonlijke afgifte tegen gedateerde en ondertekende ontvangstbevestiging;
   3° per aangetekende zending naar het laatst meegedeelde adres.
   Wanneer de mededeling gebeurde door middel van verschillende van de in het eerste lid bedoelde wijzen, dan is de toepasbare termijn de gunstigste termijn voor het slachtoffer of zijn rechthebbenden.
   § 2. Het slachtoffer of zijn rechthebbenden dienen hun aanvraag, verklaring, medisch attest van eerste vaststelling en uitgebreid medisch verslag in via een van de in paragraaf 1, eerste lid, 1° tot 3° vermelde wijzen.
   § 3. De aanvragen en medische conclusies die tussen de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar en de geneeskundige dienst worden uitgewisseld, worden gecommuniceerd via een van de volgende wijzen:
   1° langs elektronische weg met ontvangstbevestiging;
   2° per gewone post;
   3° per aangetekende zending.]1

  
Art.3bis. [1 § 1er. Les décisions, propositions, demandes et convocations sont communiquées à la victime ou à ses ayants droit par l'un des modes suivants :
   1° par voie électronique avec accusé de réception ;
   2° par remise en mains propres contre accusé de réception daté et signé ;
   3° par envoi recommandé à la dernière adresse communiquée.
   Lorsque la communication a été faite au moyen de plusieurs modes visés à l'alinéa 1er, le délai applicable est celui qui est le plus favorable pour la victime ou ses ayants droit.
   § 2. La victime ou ses ayants droits introduisent leur demande, déclaration, certificat médical de premiers constats et rapport médical circonstancié, par l'un des modes visés au paragraphe 1er, alinéa 1er, 1° à 3°.
   § 3. Les demandes et conclusions médicales transmises entre le service ou le fonctionnaire visé à l'article 6 et le service médical sont communiquées par l'un des modes suivants :
   1° par voie électronique avec accusé de réception ;
   2° par courrier ordinaire ;
   3° par envoi recommandé.]1

  
HOOFDSTUK III_ Kosten van dokter, chirurg, apotheker, verpleging, prothese en orthopedie alsmede begrafeniskosten.
CHAPITRE III_ Des frais médicaux, chirurgicaux, pharmaceutiques, hospitaliers, de prothèse et d'orthopédie et de funérailles.
Art.4. <KB 02-04-1974, art. 3> Het slachtoffer heeft recht op de vergoeding :
  1° van de kosten voor dokter, chirurg, apotheker en verpleging binnen de grenzen van het tarief door de Koning vastgesteld ter uitvoering van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 of van enige andere wetsbepaling tot wijziging of tot vervanging van dat tarief;
  2° van de kosten voor prothesen en orthopedische toestellen waarvan het gebruik op geneeskundig gebied als noodzakelijk is erkend, alsmede voor herstelling en vervanging van de toestellen.
  [1 Voor de categorieën van getroffenen waarop de Koning, in uitvoering van artikel 1ter, vijfde lid, van de wet, de bijzondere regeling van het artikel 86/1 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 toepasselijk heeft verklaard, wordt de tussenkomst in de kosten van geneeskundige verzorging beperkt tot het aandeel van de kosten, die nodig zijn ingevolge het arbeidsongeval en die ten laste zijn van het slachtoffer, na de op grond van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, verleende tussenkomst.]1
  
Art.4. <AR 02-04-1974, art. 3> La victime a droit à l'indemnisation :
  1° des frais médicaux, chirurgicaux, pharmaceutiques et hospitaliers dans la limite des tarifs fixés par le Roi en exécution de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, ou de toute autre disposition légale qui modifierait ou remplacerait ces tarifs;
  2° des frais d'appareils de prothèse et d'orthopédie dont l'usage est médicalement reconnu nécessaire, ainsi que des frais de réparation et de remplacement de ces appareils.
  [1 Pour les catégories de personnes auxquelles le Roi, en exécution de l'article 1ter, alinéa 5, de la loi, a rendu applicable le régime spécial de l'article 86/1 de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, l'intervention dans les frais pour soins médicaux est limitée à la part des frais nécessités par l'accident du travail et qui sont à la charge de la victime, après l'intervention accordée en vertu de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994.]1
  
Art. 4bis. <KB 02-04-1974, art. 4> § 1. Het slachtoffer heeft recht op vergoeding van de reiskosten [1 en overnachtingskosten]1 die het gevolg zijn van het ongeval, telkens als het een verplaatsing moet doen :
  1° op verzoek van de overheid of van de geneeskundige dienst;
  2° op verzoek van de gerechtelijke overheid, bedoeld in artikel 19 van de wet of van de door die overheid aangeduide expert;
  3° op zijn verzoek, met toestemming van de geneeskundige dienst;
  4° (om medische redenen). <KB 1988-01-27/31, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1988>
  Op het slachtoffer zijn van toepassing de bepalingen van artikel 36, tweede tot en met zesde lid, van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 of van enige andere bepaling tot wijziging of vervanging ervan.
  § 2. De echtgenoot, de kinderen en de ouders van het slachtoffer hebben recht op vergoeding van de reiskosten [1 en overnachtingskosten]1 die het gevolg zijn van het ongeval onder de voorwaarden en binnen de perken bepaald bij artikel 37 van het voormeld koninklijk besluit van 21 december 1971 of van enige andere bepaling tot wijziging of vervanging ervan.
  In afwijking van het voormelde artikel 37, § 4, van dit besluit, wordt evenwel de toestemming van de verzekeraar vervangen door de toestemming van de geneeskundige dienst.
  
Art. 4bis. <AR 02-04-1974, art. 4> § 1er. La victime a droit à l'indemnisation des frais de déplacement [1 et de nuitée]1 qui résultent de l'accident chaque fois qu'elle doit se déplacer :
  1° à la demande de l'autorité ou du service médical;
  2° à la demande de l'autorité judiciaire visée à l'article 19 de la loi ou de l'expert désigné par cette autorité;
  3° à sa demande, avec l'autorisation du service médical;
  4° (pour des raisons médicales). <AR 1988-01-27/31, art. 3, 002; En vigueur : 01-03-1988>
  Sont applicables à la victime, les dispositions de l'article 36, alinéas 2 à 6, de l'arrêté royal du 21 décembre 1971 portant exécution de certaines dispositions de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail ou toute autre disposition qui modifierait ou remplacerait celles-ci.
  § 2. Le conjoint, les enfants et les parents de la victime ont droit à l'indemnisation des frais de déplacement [1 et de nuitée]1 qui résultent de l'accident, aux conditions et dans les limites prévues par l'article 37 de l'arrêté royal du 21 décembre 1971 précité ou par toute autre disposition qui modifierait ou remplacerait cet article.
  Toutefois, par dérogation à l'article 37, § 4, de cet arrêté, l'accord de l'assureur est remplacé par l'accord du service médical.
  
Art.5. [1 [2 De vergoeding wegens begrafeniskosten wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 92 tot 95 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.]2
  [2 ...]2
   De overheid zorgt voor de overbrenging van het stoffelijk overschot naar de plaats van de begrafenis alsmede voor de vervulling van de administratieve formaliteiten; de kosten voor de overbrenging vallen te haren laste.]1

  
Art.5. [1 [2 L'indemnité pour frais funéraires est allouée conformément aux articles 92 à 95 de l'arrêté royal du 13 juillet 2017 fixant les allocations et indemnités des membres du personnel de la fonction publique fédérale.]2
  [2 ...]2
   L'autorité pourvoit au transfert de la dépouille au lieu des funérailles ainsi qu'à l'accomplissement des formalités administratives; les frais de transfert sont à sa charge.]1

  
Art. 5bis. [1 § 1. Op aanvraag van het slachtoffer wordt hem een jaarlijkse bijslag wegens verergering van de blijvende arbeidsongeschiktheid toegekend telkens wanneer zijn toestand, die het gevolg is van het arbeidsongeval, op een blijvende manier verergert na het aflopen van de in artikel 11 bedoelde [2 herzieningstermijn]2, voor zover [2 het percentage van blijvende arbeidsongeschiktheid]2, na deze verergering, ten minste 10 percent bedraagt.
   § 2. Het bedrag van de bijslag is gelijk aan het verschil tussen :
   1° het product dat men bekomt door [2 het nieuwe percentage]2 van blijvende arbeidsongeschiktheid te vermenigvuldigen met het met [2 dit percentage]2 overeenstemmende bedrag, zoals bepaald in § 3, en
   2° het bedrag van de oorspronkelijke of herziene rente, vóór iedere uitkering in kapitaal.
   Het bedrag van de bijslag wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.
   Indien het overeenkomstig 1° bekomen product gelijk of lager ligt dan het bedrag van de rente, is er geen bijslag verschuldigd.
   § 3. De in § 2, 1°, bedoelde bedragen zijn de volgende :
   -70,49 euro per percent [2 blijvende arbeidsongeschiktheid]2, wanneer deze is vastgesteld op ten minste 10 percent en ten hoogste 35 percent;
   - 93,91 euro per percent [2 blijvende arbeidsongeschiktheid]2, wanneer deze is vastgesteld op meer dan 35 percent en ten hoogste 65 percent;
   - 119,19 euro per percent [2 blijvende arbeidsongeschiktheid]2, wanneer deze is vastgesteld op meer dan 65 percent;
   - 59,63 euro per percent [2 blijvende arbeidsongeschiktheid]2, wanneer de in artikel 4, § 2, eerste lid, van de wet, bedoelde bijkomende vergoeding wordt berekend met een maximum van 100 percent; het bedrag wordt opgetrokken tot 119,19 euro als die in artikel 4, § 2, bedoelde bijkomende vergoeding berekend wordt met een maximum van 50 percent overeenkomstig artikel 4, § 1, vijfde lid, van de wet, zoals het van toepassing was voor 25 november 1998.
   § 4. [2 Het slachtoffer dient bij de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar zijn aanvraag in, vergezeld van al de bewijsstukken. De dienst of de ambtenaar bezorgt de aanvraag binnen de achtenveertig uur aan de geneeskundige dienst. Die onderzoekt het slachtoffer uiterlijk drie maanden na het indienen van de aanvraag.
   De geneeskundige dienst behoudt of verhoogt het percentage van blijvende arbeidsongeschiktheid en bepaalt de datum in geval van verergering. Die dienst stelt de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar in kennis van zijn medische conclusies. De overheid neemt deze medische conclusies op in een beslissing en stelt het slachtoffer hiervan in kennis.]2

   § 5. [2 De bijslag is verschuldigd vanaf de eerste dag van de maand van de verergering waarop zij betrekking heeft. De bijslag wordt vanaf de datum van toekenning tegelijk met de rente betaald.]2
   § 6. In het in § 1 bedoelde geval wordt desgevallend de in artikel 4, § 2, eerste lid, van de wet bedoelde bijkomende vergoeding toegekend of aangepast.]1

  
Art. 5bis. [1 § 1er. Sur demande de la victime, une allocation annuelle d'aggravation de l'incapacité permanente de travail lui est accordée chaque fois que son état résultant de l'accident du travail s'aggrave de manière permanente après l'expiration du délai de révision visé à l'article 11, pour autant que [2 le pourcentage d'incapacité permanente de travail]2, après cette aggravation, soit de 10 pour cent au moins.
   § 2. Le montant de l'allocation est égal à la différence entre :
   1° le produit obtenu en multipliant le nouveau [2 pourcentage]2 d'incapacité permanente de travail par le montant correspondant à ce [2 pourcentage]2, tel que fixé au § 3 et,
   2° le montant de la rente, initiale ou revue, avant tout paiement en capital.
   Le montant de l'allocation est rattaché à l'indice-pivot 138,01.
   Si le produit obtenu conformément au 1° est inférieur ou égal au montant de la rente, aucune allocation n'est due.
   § 3. Les montants visés au § 2, 1°, sont les suivants :
   -70,49 euros par pour cent d'[2 incapacité permanente de travail]2, lorsque celle-ci est fixée à 10 pourcent au moins et 35 pour cent au plus;
   - 93,91 euros par pour cent d'[2 incapacité permanente de travail]2, lorsque celle-ci est fixée à plus de 35 pour cent et 65 pour cent au plus;
   - 119,19 euros par pour cent d'[2 incapacité permanente de travail]2, lorsque celle-ci est fixée à plus de 65 pour cent;
   - 59,63 euros par pour cent d'[2 incapacité permanente de travail]2, lorsque l'indemnité additionnelle visée à l'article 4, § 2, alinéa 1er, de la loi, est calculée avec un maximum de 100 pour cent; ce montant est porté à 119,19 euros lorsque l'indemnité additionnelle visée à l'article 4, § 2, est calculée avec un maximum de 50 pour cent conformément à l'article 4, § 1er, alinéa 5, de la loi, tel qu'il s'appliquait avant le 25 novembre 1998.
   § 4. [2 La victime introduit sa demande, accompagnée de toutes pièces justificatives au service ou au fonctionnaire visé à l'article 6. Ce service ou ce fonctionnaire la transmet dans les quarante-huit heures au service médical. Celui-ci examine la victime au plus tard trois mois après l'introduction de la demande.
   Le service médical maintient ou augmente le pourcentage d'incapacité permanente de travail et en fixe la date en cas d'augmentation. Il notifie ses conclusions médicales au service ou au fonctionnaire visé à l'article 6. L'autorité reprend ces conclusions médicales dans une décision et la notifie à la victime.]2

   § 5. [2 L'allocation est due dès le premier jour du mois de l'aggravation à laquelle elle se rapporte. A partir de la date de son octroi, elle est payée en même temps que la rente.]2
   § 6. Dans le cas visé au § 1er, [2 l'indemnité]2 additionnelle visée à l'article 4, § 2, alinéa 1er, de la loi est, le cas échéant, accordée ou adaptée.]1

  
Art. 5ter. [1 § 1. Aan de in de artikelen 8 tot 10 van de wet bedoelde rechthebbenden wordt een jaarlijkse overlijdensbijslag toegekend als het bewijs wordt geleverd dat het slachtoffer overleden is tengevolge van een arbeidsongeval, na het aflopen van de in artikel 11 bedoelde herzieningstermijn.
   § 2. De toekenningsvoorwaarden voor de in § 1 bedoelde bijslag zijn deze die in de artikelen 19, 20 en 20bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 beschreven zijn.
   § 3. Het bedrag voor de bijslag is gelijk aan :
   - 2.625,79 euro voor de overlevende echtgenoot;
   - 2.625,79 euro voor de in artikel 8, tweede lid, van de wet bedoelde overlevende echtgenoot; het bedrag mag evenwel niet hoger zijn dan het onderhoudsgeld;
   - 1.750,52 euro voor rechthebbenden die een rente zouden hebben genoten die gelijk is aan 20 percent van de basisbezoldiging;
   - 1.312,86 [2 euro]2 voor rechthebbenden die een rente zouden hebben genoten die gelijk is aan 15 percent van de basisbezoldiging;
   - 875,26 euro voor rechthebbenden die een rente zouden hebben genoten die gelijk is aan 10 percent van de basisbezoldiging.
   Deze bedragen worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.
   § 4. De in § 3 bedoelde bedragen blijven ongewijzigd, als de rente in toepassing van artikel 9, § 5, van de wet, wordt verlaagd.
   § 5. [2 De rechthebbenden van het slachtoffer dienen, bij de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar, een aanvraag in, vergezeld van al de bewijsstukken.
   De dienst of de ambtenaar bezorgt de aanvraag binnen de achtenveertig uur aan de geneeskundige dienst. Die stelt de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar uiterlijk drie maanden na het indienen van de aanvraag in kennis van zijn medische conclusies op grond van de elementen in het dossier.
   De overheid neemt deze medische conclusies op in een beslissing en stelt de rechthebbenden hiervan in kennis.]2

   § 6. De bijslag is opeisbaar op de eerste dag van de maand [2 van het overlijden van het slachtoffer]2.]1

  
Art. 5ter. [1 § 1er. Une allocation annuelle de décès est accordée, si la preuve est fournie que le décès de la victime est survenu par suite d'un accident du travail après l'expiration du délai de révision visé à l'article 11, aux ayants droit visés aux articles 8 à 10 de la loi.
   § 2. Les conditions d'octroi de l'allocation visée au § 1er, sont celles décrites aux articles 19, 20 et 20bis de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail.
   § 3. Le montant de l'allocation est égal a :
   - 2.625,79 euros pour le conjoint survivant;
   - 2.625,79 euros pour le conjoint survivant visé à l'article 8, alinéa 2, de la loi, sans que le montant puisse être supérieur à la pension alimentaire;
   - 1.750,52 euros pour les ayants droit qui auraient bénéficié d'une rente égale à 20 pour cent de la rémunération de base;
   - 1.312,86 euros pour les ayants droit qui auraient bénéficié d'une rente égale à 15 pour cent de la rémunération de base;
   - 875,26 euros pour les ayants droit qui auraient bénéficié d'une rente égale à 10 pour cent de la rémunération de base.
   Ces montants sont rattachés à l'indice-pivot 138,01.
   § 4. Les montants visés au § 3 restent inchangés, si la rente est diminuée en application de l'article 9, § 5, de la loi.
   § 5. [2 Les ayants droit de la victime introduisent une demande, accompagnée de toutes pièces justificatives, auprès du service ou du fonctionnaire visé à l'article 6.
   Ce service ou ce fonctionnaire la transmet dans les quarante-huit heures au service médical. Celui-ci notifie au service ou au fonctionnaire visé à l'article 6, au plus tard trois mois après l'introduction de la demande, ses conclusions médicales prises sur la base des éléments du dossier.
   L'autorité reprend ces conclusions médicales dans une décision et la notifie aux ayants droit.]2

   § 6. L'allocation est exigible le premier jour du mois [2 de décès de la victime]2.]1

  
HOOFDSTUK IV_ Administratieve procedure.
CHAPITRE IV_ Procédure administrative.
Eerste Afdeling_ Aangifte van het ongeval.
Section 1ère_ Déclaration de l'accident.
Art.6. Elk ongeval dat als arbeidsongeval of als ongeval op de weg naar en van het werk kan worden beschouwd, moet door het slachtoffer, zijn rechtverkrijgenden, de chef van het slachtoffer of ieder ander belanghebbende persoon worden aangegeven, bij de dienst of de ambtenaar, die daartoe aangewezen is door de overheid.
  Deze aanduiding wordt ter kennis van het personeel en van de geneeskundige dienst gebracht.
Art.6. Tout accident susceptible d'être considéré comme accident du travail ou accident survenu sur le chemin du travail doit être déclaré par la victime, par ses ayants droit, par le chef de la victime ou par toute autre personne intéressée, au service ou au fonctionnaire désigné à cet effet par l'autorité.
  Cette désignation est portée à la connaissance du personnel et du service médical.
Art.7. De aangifte van het ongeval wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk gedaan door middel van [1 een aangifte van arbeidsongeval]1.
  [1 De aangifte van arbeidsongeval, waarbij een medisch attest van eerste vaststelling moet worden gevoegd indien het ongeval een tijdelijke arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt of kan veroorzaken, moet aan de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar worden gezonden. De dienst of ambtenaar stuurt ze binnen de achtenveertig uur door naar de Fedris-databank via het portaal van de sociale zekerheid.]1
  [1 Het model van de aangifte van arbeidsongeval wordt vastgesteld door de Minister tot wiens bevoegdheid het federale Openbaar Ambt behoort.
   Het medisch attest van eerste vaststelling vermeldt:
   1° de naam, voornaam en het adres van de arts;
   2° de naam, voornaam en het adres van het slachtoffer;
   3° de datum van het ongeval;
   4° de aard en de plaats van de letsels;
   5° de gevolgen van de letsels;
   6° de begindatum van de ongeschiktheid en haar vermoedelijke duur in aantal dagen;
   7° de plaats waar de zorgen werden verleend;
   8° de datum en plaats van opmaak van het medisch attest;
   9° de handtekening en de stempel van de dokter.]1

  
Art.7. La déclaration de l'accident est faite dans les plus brefs délais par écrit, au moyen [1 d'une déclaration d'accident du travail]1.
  [1 La déclaration d'accident du travail à laquelle un certificat médical de premiers constats doit être joint si l'accident a occasionné ou est de nature à occasionner une incapacité temporaire de travail, doit être envoyée au service ou au fonctionnaire visé à l'article 6. Ce service ou ce fonctionnaire les communique à la banque de données de Fedris via le portail de la sécurité sociale dans les quarante-huit heures.]1
  [1 Le modèle de cette déclaration est arrêté par le ministre qui a la Fonction publique fédérale dans ses attributions.
   Le certificat médical de premiers constats mentionne :
   1° les nom, prénom et adresse du médecin ;
   2° les nom, prénom et adresse de la victime ;
   3° la date de l'accident ;
   4° la nature et le siège des lésions ;
   5° les conséquences des lésions ;
   6° la date du début de l'incapacité et sa durée probable en nombre de jours ;
   7° le lieu où sont prodigués les soins ;
   8° la date et le lieu de la rédaction du certificat médical ;
   9° la signature et le cachet du médecin.]1

  
Afdeling 2. _ Geneeskundig onderzoek.
Section 2. _ Examen médical.
Art.8. [1 De [2 geneeskundige]2 dienst wordt aangeduid :
   - om het causaliteitsverband na te gaan tussen het arbeidsongeval en de letsels [2 of desgevallend het overlijden]2;
   - om het causaliteitsverband vast te stellen tussen het arbeidsongeval en de periodes van [2 tijdelijke]2 arbeidsongeschiktheid;
   - om de consolidatiedatum, [2 het percentage]2 van blijvende arbeidsongeschiktheid en [2 het percentage]2 van hulp van derden vast te stellen.
   Het vaststellen van het causaliteitsverband tussen het arbeidsongeval en de periodes van [2 tijdelijke]2 arbeidsongeschiktheid omvat de afwezigheidscontrole niet.
  [2 De geneeskundige dienst stelt de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar binnen 30 dagen na het laatste medische onderzoek in kennis van zijn medische conclusies.]2
  [2 ...]2]1

  
Art.8. [1 Le service médical est désigné :
   - pour vérifier le lien de causalité entre l'accident du travail et les lésions [2 ou le décès le cas échéant]2;
   - pour établir le lien de causalité entre l'accident du travail et les périodes d'incapacité [2 temporaire]2 de travail;
   - pour fixer la date de consolidation, le pourcentage d'incapacité permanente [2 de travail]2 et le pourcentage de l'aide d'une tierce personne.
   L'établissement du lien de causalité entre l'accident du travail et les périodes d'incapacité [2 temporaire]2 de travail ne comprend pas le contrôle de l'absence.
  [2 Le service médical notifie dans les 30 jours à partir du dernier examen médical ses conclusions médicales au service ou au fonctionnaire visé à l'article 6.]2
  [2 ...]2]1

  
Art. 8bis. <INGEVOEGD bij KB 1988-01-27/31, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1988>In geval van subrogatie van rechtswege, zoals bepaald [1 in de artikelen 14, § 3 en 14bis]1, van de wet, kan de overheid een beroep doen op de geneeskundige dienst. Deze is in iedere procedure, zowel in der minne als in een geschil, verplicht daaraan gevolg te geven, behoudens hetgeen vereist is ter bewaring van het medisch beroepsgeheim.
  
Art. 8bis. En cas de subrogation de plein droit prévue [1 aux articles 14, § 3 et 14bis]1 , de la loi, l'autorité peut faire appel au concours du service médical qui, sous réserve des impératifs du secret médical, est tenu de donner suite dans toute procédure tant amiable que contentieuse.
  
Art. 8ter. [1 Indien de medische dienst de getroffene geschikt acht om zijn ambt weder op te nemen met verminderde prestaties, zowel tijdens de periode van tijdelijke ongeschiktheid als na de consolidatie, mag, de getroffene zonder tijdsbeperking en volgens de verdeling bepaald door de medische dienst zijn ambt uitoefenen, onder voorbehoud nochtans dat de getroffene tenminste de helft van de normale duur van een ambt met volledige prestaties kan volbrengen.]1
  
Art. 8ter. [1 Tant pendant la période d'incapacité temporaire qu'après la date de consolidation, au cas où le service médical estime que la victime est apte à reprendre l'exercice de ses fonctions par prestations réduites, elle est autorisée, à exercer ses fonctions sans limite de temps, et selon la répartition déterminée par le service médical, sous réserve toutefois que la victime puisse accomplir au moins la moitié de la durée normale d'une fonction à prestations complètes.]1
  
Afdeling 3. _ Administratief onderzoek van het dossier.
Section 3. _ Examen administratif du dossier.
Art.9. [1 § 1er. Indien de tijdelijke arbeidsongeschiktheid 30 dagen of langer duurt, wordt het slachtoffer ambtshalve opgeroepen bij de geneeskundige dienst.
   § 2. Indien de tijdelijke arbeidsongeschiktheid minder lang duurt dan 30 dagen en het slachtoffer binnen zes maanden na het ongeval een uitgebreid medisch verslag waaruit blijvende arbeidsongeschiktheid blijkt, opgesteld door de arts die hij heeft geraadpleegd, aan de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar toezendt, wordt hij ambtshalve opgeroepen bij de geneeskundige dienst.
   De in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar bezorgt het uitgebreide medische verslag binnen de achtenveertig uur aan de geneeskundige dienst.
   Indien het slachtoffer niet binnen zes maanden na het ongeval een uitgebreid medisch verslag als bedoeld in het eerste lid indient, stelt de overheid het slachtoffer in kennis van zijn beslissing tot genezenverklaring. De datum van consolidatie komt overeen met de datum van kennisgeving van de beslissing tot genezenverklaring.
   § 3. Wanneer de geneeskundige dienst het slachtoffer heeft onderzocht, stelt hij de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar in kennis van zijn medische conclusies.
   Wanneer het ongeval een percentage van blijvende arbeidsongeschiktheid met zich meebrengt, gaat de overheid na of de toekenningsvoorwaarden van de vergoedingen vervuld zijn en stelt het slachtoffer de betaling van een rente voor. In dat voorstel worden de bezoldiging waarop de rente wordt berekend, de aard van het letsel, het percentage van blijvende arbeidsongeschiktheid en de datum van consolidatie vermeld, conform de medische conclusies van de geneeskundige dienst.
   Wanneer het ongeval geen percentage van blijvende arbeidsongeschiktheid met zich meebrengt, stelt de overheid het slachtoffer in kennis van een beslissing tot genezenverklaring, die de medische conclusies van de geneeskundige dienst opneemt.
   Ingeval het slachtoffer zich zonder geldige reden en na twee opeenvolgende oproepingen niet aanmeldt bij de geneeskundige dienst, stelt die de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar hiervan in kennis. De overheid stelt het slachtoffer in kennis van haar beslissing tot genezenverklaring. De datum van consolidatie komt overeen met de datum van kennisgeving van de beslissing tot genezenverklaring.
   § 4. Indien het slachtoffer akkoord gaat, neemt de overheid het in paragraaf 3, tweede lid bedoelde voorstel op in een beslissing en stelt het slachtoffer hiervan in kennis.
   § 5. Indien het slachtoffer overlijdt voor de kennisgeving van de in paragrafen 2 en 3 bedoelde beslissing tot genezenverklaring of de in paragraaf 4 bedoelde beslissing, kunnen de in artikelen 8 tot 10 van de wet bedoelde rechthebbenden bij de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar een aanvraag indienen, vergezeld van al de bewijsstukken, om het causaliteitsverband vast te stellen tussen het ongeval en het overlijden van het slachtoffer.
   De dienst of de ambtenaar bezorgt de aanvraag binnen de achtenveertig uur aan de geneeskundige dienst. Die stelt de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar, uiterlijk drie maanden na het indienen van de aanvraag, in kennis van zijn medische conclusies op grond van de elementen in het dossier.
   Wanneer het causaliteitsverband tussen het ongeval en het overlijden vastgesteld is, gaat de overheid na of de toekenningsvoorwaarden van de in artikelen 8 tot 10 van de wet bedoelde renten vervuld zijn en stelt de rechthebbenden de betaling van een rente voor. In dat voorstel wordt de bezoldiging waarop de rente wordt berekend, vermeld. Indien de rechthebbenden akkoord gaan, neemt de overheid het voorstel op in een beslissing en stelt de rechthebbenden hiervan in kennis.
   Wanneer het causaliteitsverband tussen het ongeval en het overlijden niet vastgesteld is, stelt de overheid de rechthebbenden in kennis van haar beslissing met de medische conclusies van de geneeskundige dienst.]1

  
Art.9. [1 § 1er. En cas d'incapacité temporaire de travail égale ou supérieure à 30 jours, la victime est d'office convoquée auprès du service médical.
   § 2. En cas d'incapacité temporaire de travail inférieure à 30 jours, si, dans les six mois qui suivent l'accident, la victime fait parvenir un rapport médical circonstancié attestant d'une incapacité permanente de travail rédigé par le médecin qu'elle a consulté, au service ou au fonctionnaire visé à l'article 6, elle est d'office convoquée auprès du service médical.
   Le service ou le fonctionnaire visé à l'article 6 transmet le rapport médical circonstancié dans les quarante-huit heures au service médical.
   Si, dans les six mois qui suivent l'accident, la victime ne fait pas parvenir de rapport médical circonstancié tel que prévu à l'alinéa 1er, l'autorité lui notifie sa décision de déclaration de guérison. La date de consolidation correspond à la date de la notification de la décision de déclaration de guérison.
   § 3. Lorsque le service médical a examiné la victime, il notifie au service ou au fonctionnaire visé à l'article 6 ses conclusions médicales.
   Lorsque l'accident entraîne un pourcentage d'incapacité permanente de travail, l'autorité vérifie si les conditions d'octroi des indemnités sont réunies et propose à la victime le paiement d'une rente. Cette proposition mentionne la rémunération servant de base au calcul de la rente, la nature de la lésion, le pourcentage d'incapacité permanente de travail et la date de consolidation conformément aux conclusions médicales du service médical.
   Lorsque l'accident n'entraîne pas un pourcentage d'incapacité permanente de travail, l'autorité notifie à la victime une décision de déclaration de guérison qui reprend les conclusions médicales du service médical.
   Au cas où, sans motifs valables et après deux convocations successives, la victime ne se présente pas auprès du service médical, celui-ci en avertit le service ou le fonctionnaire visé à l'article 6. L'autorité notifie à la victime sa décision de déclaration de guérison. La date de consolidation correspond à la date de la notification de la décision de déclaration de guérison.
   § 4. En cas d'accord de la victime, l'autorité reprend la proposition visée au paragraphe 3, alinéa 2, dans une décision et la notifie à la victime.
   § 5. Si la victime décède avant la notification de la décision de déclaration de guérison visée aux paragraphes 2 et 3 ou de la décision visé au paragraphe 4, les ayants droit visés aux articles 8 à 10 de la loi peuvent introduire auprès du service ou du fonctionnaire visé à l'article 6 une demande, accompagnée de toutes pièces justificatives, afin d'établir le lien de causalité entre l'accident et le décès de la victime.
   Ce service ou ce fonctionnaire la transmet dans les quarante-huit heures au service médical. Celui-ci notifie au service ou au fonctionnaire visé à l'article 6, au plus tard trois mois après l'introduction de la demande, ses conclusions médicales prises sur la base des éléments du dossier.
   Lorsque le lien de causalité entre l'accident et le décès est établi, l'autorité vérifie si les conditions d'octroi des rentes visées aux articles 8 à 10 de la loi sont réunies et propose aux ayants droit le paiement d'une rente. Cette proposition mentionne la rémunération servant de base au calcul de la rente. En cas d'accord des ayants droit, l'autorité reprend la proposition dans une décision et la notifie aux ayants droit.
   Lorsque le lien de causalité entre l'accident et le décès n'est pas établi, l'autorité notifie aux ayants droit sa décision reprenant les conclusions médicales du service médical.]1

  
Afdeling 4. _ Beslissing omtrent de betaling van een rente.
Section 4. _ Décision relative au paiement d'une rente.
Afdeling 5. _ Eventuele herziening van de beslissing.
Section 5. _ Révision éventuelle de la décision.
Art.11. [1 De aanvraag tot herziening van de vergoedingen op grond van een verergering of van een vermindering van het percentage van arbeidsongeschiktheid van het slachtoffer of wegens het overlijden van het slachtoffer te wijten aan de gevolgen van het ongeval, of op grond van een wijziging van het percentage van hulp van derden, mag gedaan worden gedurende drie jaar, te rekenen, hetzij:
   - van de kennisgeving van de beslissing bedoeld in artikel 9, § 2, derde lid of § 3, derde lid of vierde lid;
   - van de kennisgeving van het in artikel 9, § 4 bedoelde beslissing;
   - van de beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan.]1

  
Art.11. [1 La demande en révision des indemnités fondée sur une aggravation ou une atténuation du pourcentage d'incapacité permanente de travail de la victime, ou sur le décès de celle-ci par suite des conséquences de l'accident, ou sur une modification du pourcentage de l'aide d'une tierce personne, peut être effectuée pendant trois ans à dater soit :
   - de la notification de la décision visée à l'article 9, § 2, alinéa 3 ou § 3, alinéa 3 ou alinéa 4 ;
   - de la notification de la décision visée à l'article 9, § 4 ;
   - de la décision coulée en force de chose jugée.]1

  
Art.12. [1 Het slachtoffer of zijn rechthebbenden richten hun aanvraag tot herziening, vergezeld van al de bewijsstukken, aan de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar.
   De overheid stelt het slachtoffer onmiddellijk in kennis van het indienen van zijn aanvraag tot herziening.
   De in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar bezorgt de aanvraag tot herziening binnen de achtenveertig uur aan de geneeskundige dienst.]1

  
Art.12. [1 La victime ou ses ayants droit adressent leur demande en révision, accompagnée de toutes pièces justificatives, au service ou au fonctionnaire visé à l'article 6.
   L'autorité informe immédiatement la victime de l'introduction de sa demande en révision.
   Le service ou le fonctionnaire visé à l'article 6 transmet la demande de révision au service médical dans les quarante-huit heures.]1

  
Art.13. [1 1. Uiterlijk drie maanden na het indienen van de aanvraag tot herziening, onderzoekt de geneeskundige dienst het slachtoffer.
   De geneeskundige dienst behoudt of wijzigt het percentage van blijvende arbeidsongeschiktheid en desgevallend van hulp van derden, en bepaalt de datum in geval van wijziging.
   § 2. In het geval van een aanvraag tot herziening op grond van het overlijden van het slachtoffer, neemt de geneeskundige dienst zijn medische conclusies op basis van de elementen in het dossier, uiterlijk drie maanden na het indienen van de aanvraag tot herziening.
   § 3. De geneeskundige dienst stelt de in artikel 6 bedoelde dienst of ambtenaar in kennis van zijn medische conclusies.
   § 4. Ingeval het slachtoffer zich zonder geldige reden en na twee opeenvolgende oproepingen niet aanmeldt bij de geneeskundige dienst ten gevolge van de door de overheid ingediende aanvraag tot herziening, wordt de uitkering van de vergoedingen en renten geschorst vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de tweede oproeping.
   De geneeskundige dienst beoordeelt de relevantie van de motieven waarom het slachtoffer niet verschenen is, voor zover het een schriftelijke rechtvaardiging geeft.
   De uitbetaling wordt, zonder terugwerkende kracht, hervat de eerste dag van de maand die volgt op de datum van verschijning van het slachtoffer, die zonder geldig motief niet was verschenen, bij de geneeskundige dienst.]1

  
Art.13. [1 § 1er. Au plus tard trois mois après l'introduction de la demande en révision, le service médical examine la victime.
   Le service médical maintient ou modifie le pourcentage d'incapacité permanente de travail et de l'aide d'une tierce personne le cas échéant, et en fixe la date en cas de modification.
   § 2. En cas de demande en révision fondée sur le décès de la victime, le service médical prend ses conclusions médicales sur la base des éléments du dossier, au plus tard trois mois après l'introduction de la demande en révision.
   § 3. Le service médical notifie ses conclusions médicales au service ou au fonctionnaire visé à l'article 6.
   § 4. Au cas où, sans motifs valables et après deux convocations successives, la victime ne se présente pas auprès du service médical à la suite de la demande en révision introduite par l'autorité, le paiement des indemnités et rentes est suspendu à partir du premier jour du mois qui suit la date de la seconde convocation.
   Le service médical apprécie la pertinence des motifs de la non-comparution de la victime, pour autant qu'elle en donne une justification écrite.
   Le paiement reprend sans effet rétroactif, le premier jour du mois qui suit la date de comparution de la victime qui, sans motif valable, ne s'était pas présentée au service médical.]1

  
Art.14. De overheid stelt aan het slachtoffer of aan [1 zijn rechthebbenden]1 voor de rente te handhaven, te verhogen, te verlagen of op te heffen.
  [1 Dit voorstel moet desgevallend ook melding maken van de bezoldiging welke als grondslag dient voor de berekening van de rente, van de aard van het letsel, van de wijziging van het percentage van blijvende arbeidsongeschiktheid en van de datum van consolidatie, conform de medische conclusies van de geneeskundige dienst.]1
  
Art.14. L'autorité propose à l'accord de la victime ou de ses ayants droit le maintien, l'augmentation, la diminution ou la suppression de la rente.
  [1 Le cas échéant, cette proposition doit également mentionner la rémunération servant de base au calcul de la rente, la nature de la lésion, la modification du pourcentage de l'incapacité permanente de travail et la date de consolidation conformément aux conclusions médicales du service médical.]1
  
Art.15. [1 Wordt met het slachtoffer of met zijn rechthebbenden een akkoord bereikt, dan neemt de overheid het in artikel 14 bedoelde voorstel op in een beslissing en stelt het slachtoffer of zijn rechthebbenden hiervan in kennis.]1
  
Art.15. [1 En cas d'accord de la victime ou de ses ayants droit, l'autorité reprend la proposition visée à l'article 14 dans une décision et la notifie à la victime ou à ses ayants droit.]1
  
Art.16. De herziening heeft uitwerking met ingang van de eerste dag van de maand [1 van de verergering of van de eerste dag van de maand die volgt op de vermindering]1.
  
Art.16. Les effets de la révision prennent cours le premier jour du mois [1 de l'aggravation ou le premier jour du mois qui suit l'atténuation]1.
  
Art.17. De artikelen 11 tot 16 zijn niet toepasselijk op een ongeval dat zich voor 1 januari 1964 heeft voorgedaan.
Art.17. Les articles 11 à 16 ne sont pas applicables en cas d'accident survenu avant le 1er janvier 1964.
HOOFDSTUK V_ Bedrag van de renten.
CHAPITRE V_ Montant des rentes.
Art.18. Voor de vaststelling van het bedrag der renten in geval van blijvende [1 ongeschiktheid]1 of van overlijden, moet onder jaarlijkse bezoldiging worden verstaan iedere wedde, loon of als wedde of loon geldende vergoeding door de getroffene op het tijdstip van het ongeval verkregen, vermeerderd met de toelagen of vergoedingen die geen werkelijke lasten dekken en die hem uit hoofde van de arbeidsovereenkomst of van het wettelijke of reglementair statuut zijn verschuldigd. (Voor het bepalen van die bezoldiging, wordt echter geen rekening gehouden met de bezoldigingsverminderingen wegens de leeftijd van het slachtoffer.)
  Heeft het ongeval zich voor 1 juli 1962 voorgedaan, dan wordt de jaarlijkse bezoldiging vermenigvuldigd met een coëfficiënt om ze aan te passen aan de schommelingen van de kosten voor levensonderhoud tussen de datum van het ongeval en 1 juli 1962. Deze coëfficiënt wordt vastgesteld, overeenkomstig de in bijlage gevoegde tabel.
  [2 Voor de leerlingen en de personeelsleden in dienst genomen bij een overeenkomst voor beroepsopleiding wordt de rente vastgesteld op grond van het bedrag, vastgesteld overeenkomstig artikel 38/1, derde lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.
   Voor de categorieën van getroffenen waarop de Koning, in uitvoering van artikel 1ter, vijfde lid, van de wet, de bijzondere regeling van het artikel 86/1 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 toepasselijk heeft verklaard wordt de rente vastgesteld op grond van het bedrag, vastgesteld overeenkomstig artikel 86/1, 4°, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.]2

  
Art.18. Pour la fixation du montant des rentes en cas d'[1 incapacité]1 permanente ou de décès, il faut entendre par rémunération annuelle tout traitement, salaire ou indemnité tenant lieu de traitement ou de salaire acquis par la victime au moment de l'accident, augmenté des allocations et indemnités ne couvrant pas de charges réelles et dues en raison du contrat de louage de service ou du statut légal ou réglementaire. (Pour la détermination de cette rémunération, il n'est cependant pas tenu compte des diminutions de rémunération résultant de l'âge de la victime) <AR 02-04-1974, art. 7>
  Lorsque l'accident s'est produit avant le 1er juillet 1962, la rémunération annuelle est multipliée par un coefficient en vue de l'adapter aux variations du coût de la vie entre la date de l'accident et le 1er juillet 1962. Ce coefficient est déterminé conformément au tableau annexé au présent arrêté.
  [2 Pour les apprentis et les membres du personnel, engagés par contrat de formation professionnelle la rente est fixée sur la base du montant déterminé conformément à l'article 38/1, alinéa 3, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail.
   Pour les catégories de personnes auxquelles le Roi, en exécution de l'article 1ter, alinéa 5, de la loi, a rendu applicable le régime spécial de l'article 86/1 de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, la rente est fixée sur la base du montant déterminé conformément à l'article 86/1, 4°, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail.]2

  
Art.19. <KB 1988-01-27/31, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1988> In geval van cumulatie van betrekkingen, ambten of functies in één of meer besturen, diensten of inrichtingen bedoeld in artikel 1 van de wet, wordt de rente, onverminderd het bepaalde in artikel 4, § 1, tweede, derde en vierde lid, van de wet, berekend op de samengevoegde bezoldigingen welke betrekking hebben op die verschillende bezigheden en welke verschuldigd zijn overeenkomstig de cumulatiewetgeving die erop van toepassing is.
  <NOTA : wegens art. 17, § 2 van het KB 1988-01-27/31, is deze wijziging niet van toepassing op de arbeidsongevallen en de ongevallen op de weg naar en van het werk indien de datum van de consolidatie vóór 6 april 1984 ligt.>
Art.19. <AR 1988-01-27/31, art. 9, 002; En vigueur : 01-03-1988> En cas de cumul d'emplois, fonctions ou charges dans une ou plusieurs administrations, services ou établissements visés à l'article 1er de la loi, la rente est calculée, sans préjudice des dispositions de l'article 4, § 1er, alinéas 2, 3 et 4, de la loi, sur les rémunérations annuelles cumulées afférentes à ces diverses occupations et qui sont dues conformément à la législation sur les cumuls qui leur est applicable.
  
Art.20. (Indien de arbeidsduur van de getroffene in één of meer besturen, diensten of inrichtingen bedoeld in artikel 1 van de wet op het ogenblik van het ongeval geregeld minder beloopt dan de normale jaarlijkse arbeidsduur van een ambt met volledige prestaties, wordt de eventueel volgens artikel 19 vastgestelde jaarlijkse bezoldiging vermeerderd met een hypothetische bezoldiging die betrekking heeft op de periode zonder prestatie.) <KB 1988-01-27/31, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1988> <NOTA : wegens art. 17 van het KB 1988-01-27/31, is deze wijziging niet van toepassing op de arbeidsongevallen en de ongevallen op de weg naar en van het werk indien de datum van de consolidatie vóór 6 april 1984 ligt.>
  Die hypothetische bezoldiging wordt berekend met inachtneming van de bezoldiging of de bezoldigingen (welke aan de getroffene worden uitbetaald) en binnen de grenzen welke vereist zijn om tot de normale jaarlijkse arbeidsduur van een ambt met volledige prestaties te komen. <KB 1988-01-27/31, art. 10, 2°, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1988> <NOTA : wegens art. 17, § 2 van het KB 1988-01-27/31, is deze wijziging niet van toepassing op de arbeidsongevallen en de ongevallen op de weg naar en van het werk indien de datum van de consolidatie vóór 6 april 1984 ligt.>
Art.20. (Si la durée du travail de la victime dans une ou plusieurs administrations, services ou établissements visés à l'article 1er de la loi est au moment de l'accident régulièrement inférieure à la durée annuelle normale d'une fonction à prestations complètes, la rémunération annuelle, éventuellement établie conformément à l'article 19 est augmentée d'une rémunération hypothétique afférente à la période sans prestation.) <AR 1988-01-27/31, art. 10, 1°, 002; En vigueur : 01-03-1988>
  Cette rémunération hypothétique est calculée en tenant compte de la ou des rémunérations (payées à la victime) et dans les limites nécessaires pour atteindre la durée annuelle normale d'une fonction à prestations complètes. <AR 1988-01-27/31, art. 10, 2°, 002; En vigueur : 01-03-1988; NOTE : en vertu de l'article 17 de l'AR 1988-01-27/31, cette modification n'est pas applicable aux accidents de travail et aux accidents survenus sur le chemin du travail si la date de consolidation se situe avant le 6 avril 1984>
Art.21. [1 Voor de toepassing van artikel 13 van de wet worden de rente, de verergeringsbijslag, de overlijdensbijslag en de in artikel 5bis, § 3, bedoelde bedragen gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 en schommelen zij overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.]1
  
Art.21. [1 Pour l'application de l'article 13 de la loi, la rente, l'allocation d'aggravation, l'allocation de décès et les montants visés à l'article 5bis, § 3, sont rattachés à l'indice-pivot 138,01 et varient conformément aux dispositions de la loi du 1er mars 1977 organisant un régime de liaison à l'indice des prix à la consommation du Royaume de certaines dépenses dans le secteur public.]1
  
Art.22. De renten worden ten belope van een twaalfde en vooraf betaald.
  Onverminderd artikel 25 van de wet, zijn zij verschuldigd vanaf de eerste dag van de maand welke overeenstemt met die van de consolidatie of van het overlijden.
  Te rekenen van de dag waarop de renten zijn toegekend, worden zij de eerste werkdag van elke maand van het kalenderjaar uitbetaald.
  (Bereikt de graad van blijvende [1 ongeschiktheid]1 evenwel geen [1 16 percent]1 , dan wordt de rente eenmaal per jaar in de loop van het vierde trimester uitbetaald.) <KB 1988-01-27/31, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1988>
   <NOTA : artikel 16 van het KB 1988-01-27/31 bepaalt : "De maandelijkse uitbetaling van de renten die bedoeld zijn in artikel 22 van het koninklijk besluit van 13 juli 1970, gewijzigd bij artikel 12 van dit besluit, en die lopen op de datum van de bekendmaking van dit besluit, wordt vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op deze bekendmaking niet meer uitgevoerd en de reeds uitbetaalde termijnen worden afgetrokken van het in de loop van het vierde trimester van het jaar 1988 te betalen bedrag.">
  
Art.22. Les rentes sont payables par douzième et par anticipation.
  Sans préjudice de l'article 25 de la loi, elles sont dues dès le premier jour du mois correspondant à celui de la consolidation ou du décès.
  A partir de la date et de leur octroi, elles sont payées le premier jour ouvrable de chaque mois de l'année civile.
  (Toutefois, lorsque le degré de l'[1 incapacité]1 permanente n'atteint pas [1 16 pour cent]1 , la rente est payée une fois par an dans le courant du quatrième trimestre.) <AR 1988-01-27/31, art. 12, 002; En vigueur : 01-03-1988>
  
  
HOOFDSTUK VI_ Gehele of gedeeltelijke omzetting van de rente in kapitaal.
CHAPITRE VI_ Conversion totale ou partielle de la rente en capital.
Art.23. <KB 1988-01-27/31, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1988> De waarde van de rente die krachtens artikel 12 van de wet in kapitaal wordt uitbetaald wordt berekend op grond van de rente waarop vooraf de verhoging ingevolge de koppeling aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen toegepast is, overeenkomstig de regeling bepaald in de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.
  De in aanmerking te nemen leeftijd voor de omzetting van de rente in kapitaal is die welke de gerechtigde heeft op het ogenblik waarop de aanvraag tot omzetting uitwerking heeft.
Art.23. <AR 1988-01-27/31, art. 13, 002; En vigueur : 01-03-1988> La valeur de la rente qui, par application de l'article 12 de la loi, est payée en capital, est calculée sur la base de la rente préalablement affectée de la majoration résultant de l'application de l'indice des prix de détail, conformément au régime fixé par la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail.
  L'âge à prendre en considération pour la conversion de la rente en capital est celui du bénéficiaire au moment où la demande de conversion produit ses effets.
Art.24. Indien de gerechtigde gebruik maakt van het recht, bepaald in (artikel 12, § 1), van de wet, wordt het deel van de rente dat als kapitaal betaalbaar is, vastgesteld op grond van de totale rente, berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van de wet : <KB 1988-01-27/31, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1988>
  1° wanneer, bij toepassing van artikel 6 van de wet, de rente beperkt is tot 25 pct. van de bezoldiging op grond waarvan zij vastgesteld is;
  2° wanneer, bij toepassing van artikel 7 van de wet, de rente slechts tot 100 pct. of tot 150 pct. van de laatste bezoldiging met het rustpensioen mag gecumuleerd worden.
  In geen geval mag het deel van de in kapitaal omgezette rente, eventueel vermeerderd met het overblijvende gedeelte van de rente, de in de artikelen 6, § 1, en 7, § 1 van de wet bedoelde percentages overschrijden.
Art.24. Si le bénéficiaire fait usage de la faculté prévue à l'(article 12, § 1er), de la loi, la partie de la rente payable en capital s'établit sur base de la rente totale déterminée conformément aux dispositions de l'article 4 de la loi : <AR 1988-01-27/31, art. 14, 002; En vigueur : 01-03-1988>
  1° lorsqu'en application de l'article 6 de la loi, la rente est limitée à 25 p.c. de la rémunération sur base de laquelle elle est établie;
  2° lorsqu'en application de l'article 7 de la loi, la rente ne peut être cumulée avec la pension de retraite que jusqu'à concurrence de 100 p.c. ou de 150 p.c. de la dernière rémunération.
  En aucun cas, la partie de la rente, convertie en capital augmentée éventuellement de la partie restante de la rente, ne peut dépasser les pourcentages visés aux articles 6, § 1er, et 7, § 1er, de la loi.
Art.25. <KB 1988-01-27/31, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1988> Het kapitaal wordt uitgekeerd binnen zestig dagen volgend op de bij artikel 12, § 2, van de wet bepaalde datum.
Art.25. <AR 1988-01-27/31, art. 15, 002; En vigueur : 01-03-1988> Le capital est payé dans les soixante jours qui suivent la date prévue à l'article 12, § 2, de la loi.
HOOFDSTUK VII_ Last en betaling van vergoedingen en renten.
CHAPITRE VII_ Charge et paiement des indemnités et rentes.
Art.26. § 1. [1 De last van de vergoedingen, renten, verergeringsbijslagen en overlijdensbijslagen, die bij toepassing van dit besluit aan het slachtoffer worden toegekend, van de kosten van de administratieve procedure, van de gerechtskosten, behalve wanneer de aanvraag roekeloos of tergend is, alsmede van de kosten vermeld in de artikelen 4, 4bis en 5, komt ten bezware van het bestuur of van de instelling waar het slachtoffer op het ogenblik van het ongeval in dienst was.
   Onder administratieve procedurekosten moet onder meer worden verstaan de kosten van alle ter post aangetekende zendingen, de administratieve kosten die verbonden zijn aan het opstellen en afleveren van medische verslagen, het drukken van [2 de aangifte van arbeidsongeval en]2, de erelonen van de arts die het slachtoffer bijstaat tijdens de procedure bij de geneeskundige dienst.
   Onverminderd artikel 3 van de wet worden die verschillende vergoedingen, renten, verergeringsbijslagen en overlijdensbijslagen door dat bestuur of die instelling rechtstreeks aan het slachtoffer of aan zijn rechthebbenden uitbetaald.]1

  § 2. Indien het slachtoffer op het ogenblik van zijn overlijden een pensioen geniet hetzij ten laste van een bestuur of van instelling als bedoeld in artikel 1, hetzij ten laste van de Schatkist, worden de begrafeniskosten betaald door de dienst of de instelling die het pensioen uitbetaalt of door het Bestuur van de Pensioenen.
  
Art.26. § 1er. [1 La charge des indemnités, rentes, allocations d'aggravation et allocations de décès octroyées à la victime par application du présent arrêté, des frais de la procédure administrative, ainsi que des dépens, sauf si la demande est téméraire et vexatoire, ainsi que des frais mentionnés aux articles 4, 4bis, 5, incombe à l'administration ou à l'établissement qui occupait la victime au moment de l'accident.
   Par frais de la procédure administrative, il y a lieu d'entendre notamment les frais des envois recommandés à la poste, les frais administratifs liés à la rédaction et à la délivrance des rapports médicaux, à l'impression [2 de la déclaration d'accident du travail]2 et les honoraires du médecin qui assiste la victime lors de la procédure auprès du Service médical.
   Sans préjudice de l'article 3 de la loi, ces diverses indemnités, rentes, allocations d'aggravation et allocations de décès sont payées directement à la victime ou à ses ayants-droit par ladite administration ou ledit établissement.]1

  § 2. Si la victime bénéficie au moment de son décès d'une pension à charge soit de l'administration ou de l'établissement visé à l'article 1er, soit du Trésor public, les frais funéraires sont payés par le service ou l'organisme qui liquidait la pension, ou par l'Administration des Pensions.
  
HOOFDSTUK VIII_ Het eventueel afsluiten van een verzekeringscontract.
CHAPITRE VIII_ Conclusion éventuelle d'un contrat d'assurance.
Art.27. [1 De in artikel 1 bedoelde besturen en instellingen kunnen, teneinde de door hen te dragen lasten geheel of gedeeltelijk te dekken, verzekeringsovereenkomsten sluiten met een verzekeringsonderneming die toegelaten is tot de ongevallenverzekering of de ongevallenverzekering mag beoefenen in België door middel van een bijkantoor of in vrije dienstverrichting overeenkomstig de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen op voorwaarde dat die verzekeringsonderneming niet belast wordt met de bevoegdheden waarvoor de medische dienst aangeduid werd overeenkomstig artikelen 5bis, § 5, 5ter, § 5, 8, 8bis, 9 en 13 van dit besluit.]1
  
Art.27. [1 Les administrations et établissements visés à l'article 1er peuvent, pour couvrir intégralement ou partiellement la charge qui leur incombe, souscrire des contrats d'assurance auprès d'une entreprise d'assurances agréée concernant l'assurance contre les accidents du travail, par la voie d'une succursale ou en libre prestation des services conformément à la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d'assurances à la condition que cette entreprise d'assurance ne soit pas chargée des attributions pour lesquelles le service médical a été désigné conformément aux articles 5bis, § 5, 5ter, § 5, 8, 8bis, 9,et 13 du présent arrêté.]1
  
Overgangsbepaling.
Disposition transitoire.
Art.28. Voor de ongevallen overkomen voor of na de inwerkingtreding van dit besluit blijven uitwerking hebben de verzekeringsovereenkomsten, de administratieve reglementen of welke andere maatregelen ook genomen ten gunste van de getroffenen of van hun rechthebbenden, die voor de datum dezer inwerkingtreding zijn beginnen te lopen.
  De getroffenen of hun rechthebbenden verkrijgen echter, alleszins, het voordeel van een vergoeding gelijkwaardig aan die welke de toepassing van de wet tot gevolg zou hebben.
Art.28. Pour les accidents survenus avant ou après la mise en vigueur du présent arrêté, les contrats d'assurance, les règlements administratifs ou toutes autres mesures pris en faveur des victimes ou de leurs ayants droit, ayant pris cours avant la date de cette mise en vigueur, continuent à sortir leurs effets.
  Les victimes ou leurs ayants droit obtiennent cependant, en tout cas, le bénéfice d'une réparation équivalente à celle qui résulterait de l'application de la loi.
Slotbepaling.
Disposition finale.
Art.29. Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Ministers van Nationale Opvoeding zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.29. Notre Ministre de l'Intérieur, Notre Ministre de la Santé publique et Nos Ministres de l'Education nationale sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Bijlagen.
Annexes.
Art. N3. Bijlage 3. - Tabel van de vermenigvuldigingscoëfficiënten voor ongevallen overkomen vóór 1 juli 1962 (artikel 18, tweede lid).
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen; zie B.S. 01-09-1970, p. 8832)
Art. N3. Annexe 3. - Tableau des coefficients de multiplication applicables à un accident survenu avant le 1er juillet 1962 (article 18, alinéa 2).
  (Annexe non reprise pour des raisons technique; voir M.B. 01-09-1970, p. 8832)