Artikel 1. De dagelijkse forfaitaire en fictieve bezoldiging, in aanmerking te nemen voor de arbeidsdagen en voor de met arbeidsdagen gelijkgestelde dagen voor de berekening van het rustpensioen van de grens- en seizoenwerknemers en van het overlevingspensioen van hun weduwe is voor het jaar 1968 vastgesteld op:
1° (10,3639 EUR) voor de mannen <KB 2000-07-20/68, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
2° (7,2174 EUR) voor de vrouwen <KB 2000-07-20/68, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
1 DECEMBER 1969. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de dagelijkse forfaitaire en fictieve bezoldiging met betrekking tot het jaar 1968 in aanmerking te nemen voor de berekening van het rustpensioen van de grens- en seizoenwerknemers en van het overlevingspensioen van hun weduwe. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 30-08-2000).
Titre
1 DECEMBRE 1969. - Arrêté royal fixant le montant de la rémunération forfaitaire et fictive journalière afférente à l'année 1968 à prendre en considération pour le calcul de la pension de retraite des travailleurs salariés frontaliers et saisonniers et de la pension de survie de leur veuve. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 01-01-1984 et mise à jour au 30-08-2000).
Informations sur le document
Numac: 1969120107
Datum: 1969-12-01
Info du document
Numac: 1969120107
Date: 1969-12-01
Tekst (3)
Texte (3)
Article 1. La rémunération forfaitaire et fictive journalière à prendre en considération pour les journées d'activité et pour les journées assimilées à des journées d'activité lors du calcul de la pension de retraite des travailleurs salariés frontaliers et saisonniers et de la pension de survie de leur veuve est fixée pour l'année 1968 à:
1° (10,3639 EUR) pour les hommes; <AR 2000-07-20/68, art. 3, 002; En vigueur : 01-01-2002>
2° (7,2174 EUR) pour les femmes; <AR 2000-07-20/68, art. 3, 002; En vigueur : 01-01-2002>
1° (10,3639 EUR) pour les hommes; <AR 2000-07-20/68, art. 3, 002; En vigueur : 01-01-2002>
2° (7,2174 EUR) pour les femmes; <AR 2000-07-20/68, art. 3, 002; En vigueur : 01-01-2002>
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1969.
Art.2. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 1969.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Voorzorg is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3. Notre Ministre de la Prévoyance sociale est chargé de l'exécution du présent arrêté.