Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
26 APRIL 1962. - Wet betreffende het gemeenschappelijk vervoer van de leerlingen van de onderwijsinrichtingen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-10-2024 en tekstbijwerking tot 14-10-2024)
Titre
26 AVRIL 1962. - Loi relative au transport en commun des élèves des établissements d'enseignements(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 14-10-2024 et mise à jour au 14-10-2024)
Informations sur le document
Numac: 1962042602
Datum: 1962-04-26
Info du document
Numac: 1962042602
Date: 1962-04-26
Tekst (6)
Texte (6)
Artikel 1. Het gemeenschappelijk vervoer van leerlingen van de inrichtingen voor bewaarschool-, lager, middelbaar, normaal-, technisch en kunstonderwijs, al dan niet tegen rechtstreekse of onrechtstreekse vergoeding, en verricht door middel van een motorvoertuig of van enig ander door afzonderlijke mechanische kracht voortbewogen voertuig, met meer dan zes plaatsen, zonder die van de bestuurder, wordt onderworpen aan de regeling die voor de bijzondere autobusdiensten bepaald is bij de besluitweg van 30 december 1946, houdende herziening en coördinatie van de wetgeving betreffende het bezoldigd vervoer van personen door middel van automobielen.
Article 1. Le transport en commun des élèves des établissements d'enseignements gardien, primaire, moyen, normal, technique et artistique, donnant lieu ou non à rémunération directe ou indirecte, et effectué par véhicule automobile ou par tout autre véhicule à traction mécanique indépendante, comportant plus de six places, non comprises celle du conducteur, est soumis au régime prévu pour les services spéciaux d'autobus par l'arrêté-loi du 30 décembre 1946, portant révision et coordination de la législation relative au transport rémunéré de personnes par véhicules automobiles.
Art.2. De beslissingen van de Minister tot wiens bevoegdheid het Verkeerswezen behoort, worden genomen op het met redenen omkleed advies van een Commissie, waarvan de Koning de samenstelling en de werkwijze bepaalt.
Het advies van de Commissie wordt overgemaakt aan de Minister van Verkeerswezen door bemiddeling en met het advies van de Ministers tot wier bevoegdheid de Nationale Opvoeding en Cultuur behoren.
Indien de Minister van Verkeerswezen zich niet aansluit bij het advies van de Ministers tot wier bevoegdheid de Nationale Opvoeding en Cultuur behoren, dan wordt de kwestie onderworpen aan de in raad vergaderde Ministers.
Het advies van de Commissie wordt overgemaakt aan de Minister van Verkeerswezen door bemiddeling en met het advies van de Ministers tot wier bevoegdheid de Nationale Opvoeding en Cultuur behoren.
Indien de Minister van Verkeerswezen zich niet aansluit bij het advies van de Ministers tot wier bevoegdheid de Nationale Opvoeding en Cultuur behoren, dan wordt de kwestie onderworpen aan de in raad vergaderde Ministers.
Art.2. Les décisions du Ministre qui a les communications dans ses attributions, sont prises sur avis motivé d'une commission dont la composition et les modalités de fonctionnement sont réglées par le Roi.
L'avis de la commission est transmis au Ministre des Communications à l'intervention et avec l'avis des Ministres ayant dans leurs attributions l'Education nationale et la Culture.
Si le Ministre des Communications ne se rallie pas à l'avis des Ministres ayant l'Education nationale et la Culture dans leurs attributions, la question est soumise aux Ministres réunis en conseil.
L'avis de la commission est transmis au Ministre des Communications à l'intervention et avec l'avis des Ministres ayant dans leurs attributions l'Education nationale et la Culture.
Si le Ministre des Communications ne se rallie pas à l'avis des Ministres ayant l'Education nationale et la Culture dans leurs attributions, la question est soumise aux Ministres réunis en conseil.
Art.2 _DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP.
Opgeheven art. 1 van 8 MEI 2024. - Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs en ouderenbeleid - 2024
Opgeheven art. 1 van 8 MEI 2024. - Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs en ouderenbeleid - 2024
Art.2 _COMMUNAUTE_GERMANOPHONE.
Abrogé art. 1 van 8 MEI 2024. - Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs en ouderenbeleid - 2024
Abrogé art. 1 van 8 MEI 2024. - Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs en ouderenbeleid - 2024
Art.3. De machtiging wordt verleend voor een duur van ten hoogste één schooljaar. De machtiging kan worden geweigerd in één van de volgende gevallen :
1° indien de leerlingen die van het gemeenschappelijk vervoer gebruik maken daarvoor betalen volgens een tarief dat verschilt van dat van de Nationale Maatschappij voor buurtspoorwegen;
2° indien het traject reeds op voldoende wijze wordt bediend door een openbare vervoermaatschappij middels, in voorkomend geval, een aanpassing van het traject, voor zover hieruit geen meeruitgave voortvloeit ten laste van de Rijksbegroting.
De machtiging wordt ambtshalve ingetrokken indien het toegepaste tarief lager is dan dat van de Nationale Maatschappij voor buurtspoorwegen.
1° indien de leerlingen die van het gemeenschappelijk vervoer gebruik maken daarvoor betalen volgens een tarief dat verschilt van dat van de Nationale Maatschappij voor buurtspoorwegen;
2° indien het traject reeds op voldoende wijze wordt bediend door een openbare vervoermaatschappij middels, in voorkomend geval, een aanpassing van het traject, voor zover hieruit geen meeruitgave voortvloeit ten laste van de Rijksbegroting.
De machtiging wordt ambtshalve ingetrokken indien het toegepaste tarief lager is dan dat van de Nationale Maatschappij voor buurtspoorwegen.
Art.3. L'autorisation est octroyée pour une durée qui ne dépasse pas celle d'une année scolaire. L'autorisation peut être refusée dans l'un des cas suivants :
1° si les élèves qui utilisent le transport en commun en paient le prix suivant un tarif différent de celui de la Société nationale des chemins de fer vicinaux;
2° si l'itinéraire est déjà désservi de manière suffisante par une société de transport public moyennant, le cas échéant, une adaptation de l'itinéraire, pourvu qu'il n'en résulte pas un surcroît de dépense à charge du budget de l'Etat.
L'autorisation est retirée d'office si le tarif pratiqué est inférieur à celui de la Société nationale des chemins de fer vicinaux.
1° si les élèves qui utilisent le transport en commun en paient le prix suivant un tarif différent de celui de la Société nationale des chemins de fer vicinaux;
2° si l'itinéraire est déjà désservi de manière suffisante par une société de transport public moyennant, le cas échéant, une adaptation de l'itinéraire, pourvu qu'il n'en résulte pas un surcroît de dépense à charge du budget de l'Etat.
L'autorisation est retirée d'office si le tarif pratiqué est inférieur à celui de la Société nationale des chemins de fer vicinaux.
Art.4. In artikel 11 van de besluitwet van 30 december 1946 houdende herziening en coördinatie van de wetgeving betreffende het bezoldigd vervoer van personen door middel van automobielen worden de woorden : " De leerlingen van sommige onderwijsinrichtingen " geschrapt.
Art.4. A l'article 11 de l'arrêté-loi du 30 décembre 1946 portant révision et coordination de la législation relative au transport rémunéré de personnes par véhicules automobiles, les mots : " Des écoliers de certains établissements d'instruction " sont supprimés.
Art. 5. De machtigingen, verleend vóór 1 januari 1987, vervallen op 30 juni 1987.
Art. 5. Les autorisations octroyées avant le 1er janvier 1987 expirent le 30 juin 1987.