Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
6 APRIL 1960. - Wet betreffende de uitvoering van bouwwerken. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-12-1989 en tekstbijwerking tot 01-07-2010)
Titre
6 AVRIL 1960. - Loi concernant l'exécution de travaux de construction (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 30-12-1989 et mise à jour au 01-07-2010)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (12)
Texte (12)
Artikel 1. Deze wet is van toepassing op de hierna opgesomde werken :
  1° De grondwerken, daaronder begrepen de werken voor het boren, diepboren, uitgraven van putten en draineren;
  2° De funderingswerken, daaronder begrepen heipalen, paalplanken en werken tot versteviging van de grond door alle stelsels;
  3° De werken aan wegen, fietspaden, voeging van bestrating en aanlegging van verkeerssignalen;
  4° De metsel- en betonwerken, daaronder begrepen het metselen van ketels, nijverheidsovens en ander dergelijke werken, het aanleggen van riolen en bouwen van fabrieksschoorstenen en het plaatsen van geprefabriceerde elementen;
  5° De slopings- en effeningswerken;
  6° De werken voor het bestrijken met asfalt en aardpek;
  7° De tegel- en mozaïekvloering en alle andere werken voor muur- en grondbedekking, hout uitgezonderd;
  8° Het stukadoors- en pleisterwerk;
  9° Het voegwerk;
  10° Het stuc- en staffwerk;
  11° De thermische en acoustische isoleringswerken;
  12° De werken voor het bedekken van gebouwen;
  13° De timmerwerken, uitgezonderd het monteren van metalen gebinten;
  14° De glazenmakerij, het plaatsen van spiegels en van gebrande glasramen;
  15° Het schilder-, decoratie- en behangerswerk;
  16° De marmerbewerking, voor zover zij niet ressorteert onder het Nationaal Paritair Comité van de groefbedrijven en voor zover het geen bewerkingen in groeven en fabrieken geldt;
  17° De werken voor het aanleggen van verwarming, verluchting en luchtverversing;
  18° De werken voor sanitaire inrichtingen, de inrichtingen voor waterzuivering inbegrepen;
  19° De werken voor het plaatsen van stellingen;
  (20° De werken voor het aanleggen, inplanten en onderhouden van wegbermen, speel- en sportpleinen, vliegpleinen, parken en tuinen;)
  21° De werken voor het aanleggen van allerlei ondergrondse leidingen en inzonderheid van watervoorziening, elektrische kabels, enz.;
  22° Het plaatsen van alle houten voorwerpen;
  23° De werken voor het houwen van steen, uitgenomen die welke onder de bevoegdheid van het Nationaal Paritair Comité van de groefbedrijven vallen;
  24° De werken voor het aanleggen en herstellen van elektrische leidingen en installaties in het bouwbedrijf.(25° De metaalbouwwerken in het bouwbedrijf.)
Article 1. Tombent sous l'application de la présente loi, les travaux énumérés ci-après :
  1° Les travaux de terrassements, y compris les travaux de forage, de sondage, de forçage de puits et de drainage;
  2° Les travaux de fondation, y compris pieux, palplanches et travaux de consolidation du sol par tous systèmes;
  3° Les travaux de routes, de pistes cyclables, de jointoyage de pavage et d'installation de signalisation routière;
  4° Les travaux de maçonnerie et de béton, y compris les maçonneries de chaudières, fours industriels et autres ouvrages analogues, de construction d'égoûts et de cheminées d'usines et le placement d'éléments préfabriqués;
  5° Les travaux de démolition et d'arasement;
  6° Les travaux d'asphaltage et de bitumage;
  7° Les travaux de carrelages et de mosaïque et tous autres travaux de revêtement des murs et du sol, le bois excepté;
  8° Les travaux de plafonnage et d'enduits;
  9° Les travaux de rejointoyage;
  10° Les travaux de stuc et de staff;
  11° Les travaux d'isolation thermique et acoustique;
  12° Les travaux de couverture de construction;
  13° Les travaux de charpenterie, à l'exception du montage de charpentes métalliques;
  14° Les travaux de vitrerie, de pose de miroiterie et de vitraux;
  15° Les travaux de peinture, décor et tapissage;
  16° Les travaux de marbrerie, à l'exclusion de ceux relevant de la Commission paritaire nationale de l'industrie des carrières et pour autant qu'il s'agisse de travaux de carrière et d'usine;
  17° Les travaux d'installation de chauffage, de ventilation et de conditionnement d'air;
  18° Les travaux d'installations sanitaires, y compris les installations d'épuration des eaux;
  19° Les travaux d'installation d'échafaudages;
  (20° Les travaux d'amenagement, d'implantation et d'entretien des bords de chaussee, des plaines de jeux et de sport, des aerodromes, des parcs et des jardins;)
  21° Les travaux de pose de canalisations souterraines diverses et notamment de distributions d'eau, câbles électriques, etc.;
  22° Le placement de tous objets en bois;
  23° Les travaux de taille de pierre, à l'exclusion de ceux relevant de la Commission paritaire nationale de l'industrie des carrières;
  24° Les travaux de pose et de réparation de canalisations et installations électriques dans le bâtiment.
  (25° Les travaux de construction métallique dans la construction.)
Art.2. Op voorstel of na advies van de Centrale Raad voor het bedrijfsleven van het Nationaal Paritair Comité van het bouwbedrijf en van de Bedrijfsraad van het bouwbedrijf, kan de Koning sommige werken van de in artikel 1 vermelde lijst weglaten of die lijst aanvullen met andere werken die onder de bevoegdheid van het Nationaal Paritair Comité van het bouwbedrijf vallen.
  Het besluit moet met redenen omkleed zijn, wanneer van die voorstellen of adviezen afgeweken wordt.
  De geraadpleegde organismen beschikken over een termijn van twee maanden om hun advies uit te brengen. Na het verstrijken van die termijn, is het advies niet meer vereist.
Art.2. Sur proposition ou après avis du Conseil central de l'économie, de la Commission paritaire nationale de l'industrie de la construction et du Conseil professionnel de la construction, le Roi peut retrancher certains travaux de la liste figurant à l'article 1er ou compléter cette liste par d'autres travaux ressortissant à la compétence de la Commission paritaire nationale de la construction.
  L'arrêté sera motivé dans le cas où il s'écarte des propositions ou avis dont il est question ci-dessus.
  Les organismes consultés disposent d'un délai de deux mois pour donner leur avis. A l'expiration de ce délai, il peut être passé outre.
Art.3. Deze wet is niet van toepassing op :
  1° De werken uitgevoerd door de meester van het werk zelf, alleen of slechts bijgestaan door zijn echtgenote of bloed- of aanverwanten tot en met de 4° graad;
  2° De gelegenheidswerken die uitgevoerd worden met een medewerking welke verleend wordt om niet hetzij als onderlinge hulp bij het bouwen, het verbeteren of het onderhoud van de eigen woning, hetzij uit sociaal dienstbetoon;
  3° De gelegenheidswerken van huishoudelijke aard, waarvan de waarde, duur en herhaling de door de Koning vast te stellen maxima niet overschrijden;
  4° De werken die als bijkomende bedrijvigheid worden uitgevoerd in een onderneming waarvan de hoofdzakelijke bedrijvigheid niet bestaat in de onder het eerste artikel van deze wet genoemde werken, voor zover zij door het personeel van die onderneming worden uitgevoerd (en het geen werken betreft voor rekening van derden;) 5° de prestaties die door de zelfstandige arbeider alleen of bijgestaan door gezinsleden-helpers verricht worden, zo hij ingeschreven is in het handels- of ambachtsregister als aannemer of zich als zodanig aan het publiek voorstelt door middel van een uithangbord, van publiciteit of op een andere wijze.
Art.3. Ne tombent pas sous l'application de la présente loi :
  1° Les travaux exécutés par le maître de l'ouvrage lui-même, seul ou assisté seulement de son conjoint ou de parents ou d'alliés jusqu'au 4° degré inclusivement;
  2° Les travaux occasionnels exécutés avec la collaboration d'autres personnes, lorsque celle-ci est accordée gratuitement, soit dans un but d'aide mutuelle en vue de la construction, de l'amélioration ou de l'entretien de la propre maison, soit dans un but d'entraide sociale;
  3° Les travaux occasionnels d'ordre domestique dont la valeur, la durée et la fréquence ne dépassent pas les maxima à déterminer par le Roi;
  4° Les travaux exécutés à titre accessoire dans une entreprise qui n'a pas pour activité principale les travaux mentionnés à l'article 1er de la présente loi, pour autant qu'ils soient effectués par le personnel de l'entreprise (et qu'il ne s'agisse pas de travaux pour compte de tiers;)
  5° Les prestations fournies par le travailleur indépendant, seul ou assisté d'aidants familiaux, si ce travailleur indépendant est immatriculé au registre de commerce ou au registre de l'artisanat comme entrepreneur ou s'il se présente comme tel au public par enseigne, publicité ou autrement.
Art.4. De werken waarop deze wet van toepassing is mogen niet uitgevoerd worden :
  1° voor zeven uur en na achttien uur;
  2° 's zaterdags of gedurende het gedeelte van de zaterdag tijdens hetwelk, door of krachtens de wet of bij toepassing van een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde (in het paritair comité gesloten collectieve arbeidsovereenkomst) aan de werknemers van de bouwnijverheid of van een tak ervan rust is toegestaan; <KB 01-03-1971, art. 11>
  3° 's zondags;
  4° op een feestdag of een dag ter vervanging voor de welke belanghebbende zijn loon ontvangt bij toepassing of krachtens (de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen.)
Art.4. Les travaux auxquels s'applique la présente loi ne peuvent être exécutés :
  1° Avant sept heures et après dix-huit heures;
  2° Le samedi ou durant la partie de la journée (du samedi) pendant laquelle il est accordé repos aux travailleurs de l'industrie de la construction ou d'une branche de celle-ci par ou en vertu de la loi ou par application (d'une convention collective de travail conclue au sein de la Commission paritaire) rendue obligatoire par arrêté royal; <L 11-07-1961, art. 1, AR 01-03-1971, art. 11.>
  3° Le dimanche;
  4° Un jour férié ou un jour de remplacement pour lequel l'intéressé obtient son salaire en application ou en vertu (de la loi du 4 janvier 1974 relative aux jours feries.)
Art. 4bis. Indien de werkgever geen arbeidsreglement ter beschikking heeft op de plaats waar de bouwwerken uitgevoerd worden dan worden de tijdsgrenzen vermeld in artikel 4, 1°, vervangen door de tijdsgrenzen die de Koning bepaalt.
Art. 4bis. Lorsque l'employeur ne dispose pas d'un règlement de travail sur les lieux de l'exécution des travaux de construction, les limites de temps énoncées à l'article 4, 1° sont remplacées par les limites de temps que le Roi fixe.
Art.5. Er wordt geen afbreuk gedaan aan de afwijkende bepalingen, vervat in de wetten en besluiten betreffende de arbeidsduur en de rustdagen.
  Wanneer bij toepassing van deze afwijkende bepalingen het werk wordt uitgevoerd buiten de in artikel 4 gestelde perken, moet de Minister tot wiens bevoegdheid de arbeid behoort, op de hoogte worden gebracht op de wijze en binnen de termijn door de Koning vastgesteld, tenzij het een in het (arbeidsreglement) voorziene arbeidsregeling betreft.
  (De werkgever die geen arbeidsreglement ter beschikking heeft op de plaats waar de werken worden uitgevoerd waarop deze wet van toepassing is, kan de afwijkingen bedoeld in het eerste lid niet inroepen.)
Art.5. Il n'est pas porté préjudice aux dispositions dérogatoires que prévoient les lois et arrêtés concernant la durée du travail et les jours de repos.
  Lorsque par application de ces dispositions dérogatoires le travail se fait en dehors des limitations établies à l'article 4, le Ministre ayant le travail dans ses attributions, doit être averti de la manière et dans le délai fixé par le Roi, à moins qu'il s'agisse d'un régime de travail prévu au (règlement de travail)
  (L'employeur qui ne dispose pas d'un règlement de travail sur le lieu de l'exécution des travaux auxquels s'applique la présente loi, ne peut pas invoquer les dérogations visées à l'alinéa 1er.)
Art.6. [1 De inbreuken op de bepalingen van deze wet en van de uitvoeringsbesluiten ervan worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek.
   De sociaal inspecteurs beschikken over de in de artikelen 23 tot 39 van het Sociaal Strafwetboek bedoelde bevoegdheden wanneer zij, ambtshalve of op verzoek, optreden in het kader van hun opdracht tot informatie, bemiddeling en toezicht inzake de naleving van de bepalingen van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan.]1

  
Art.6. [1 Les infractions aux dispositions de la présente loi et de ses arrêtés d'exécution sont recherchées, constatées et sanctionnées conformément au Code pénal social.
   Les inspecteurs sociaux disposent des pouvoirs visés aux articles 23 à 39 du Code pénal social lorsqu'ils agissent d'initiative ou sur demande dans le cadre de leur mission d'information, de conseil et de surveillance relative au respect des dispositions de la présente loi et de ses arrêtés d'exécution.]1

  
Art.7. [1 opgeheven]1
  
Art.7. [1 abrogé]1
  
Art.8. [1 opgeheven]1
  
Art.8. [1 abrogé]1
  
Art.9. [1 opgeheven]1
  
Art.9. [1 abrogé]1
  
Art.10. [1 opgeheven]1
  
Art.10. [1 abrogé]1
  
Art. 11. [1 opgeheven]1
  
Art. 11. [1 abrogé]1