Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
6 JULI 1949. - Wet betreffende de huisvesting van de arbeiders in nijverheids-, landbouw- of handelsondernemingen en -exploitaties. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-12-1989 en tekstbijwerking tot 21-04-2016)
Titre
6 JUILLET 1949. - Loi concernant le logement des travailleurs dans les entreprises et exploitations industrielles, agricoles ou commerciales. - (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 30-12-1989 et mise à jour au 21-04-2016)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (7)
Texte (7)
Artikel 1. De regering wordt er toe gemachtigd de gepaste maatregelen voor te schrijven om de veiligheid, de hygiëne en de fatsoenlijkheid van de huisvesting der arbeiders, werklieden, bedienden en leerjongens, te verzekeren, welke zich in de nijverheids-, landbouw- of handelsondernemingen en -exploitaties bevinden of van deze ondernemingen en exploitaties afhangen, of in de logementhuizen of in de particuliere woonhuizen die hoofdzakelijk dienen tot huisvesting van arbeiders.
  Onder landbouwondernemingen dienen verstaan de eigenlijke landbouwondernemingen, de fokondernemingen, de tuinbouwondernemingen en de bosbouwondernemingen.
  Worden als in de vorige alinea beoogde ondernemingen of exploitaties uitgezonderd, deze waarin de werkgever slechts met leden van zijn familie die bij hem inwonen of met knechten of huispersoneel werkt.
Article 1. Le gouvernement est autorisé à prescrire les mesures propres à assurer la sécurité, l'hygiène et la décence du logement des travailleurs ouvriers, employés et apprentis, situé dans les entreprises et exploitations industrielles, agricoles ou commerciales ou dépendant de ces entreprises ou exploitations, ou dans des maisons de logement et dans les maisons particulières d'habitation servant en ordre principal au logement de travailleurs.
  Par entreprises agricoles, il y a lieu d'entendre les entreprises agricoles proprement dites, les entreprises d'élevage, les entreprises horticoles et les entreprises forestières.
  Sont exceptées en tant qu'entreprises ou exploitations visées à l'alinéa précédent, celles ou le patron ne travaille qu'avec des membres de sa famille habitant chez lui ou avec des domestiques ou gens de maison.
Art.2. In de lokalen van de bij vorig artikel bepaalde woningen mogen in geen geval sterke dranken gesleten of aangeboden worden. Evenzeer als de drankslijterijen zijn zij toegankelijk voor de overheidsbeambten die belast zijn met de toepassing van de wet van 29 augustus 1919 op de verkoop in 't klein van alcoholhoudende dranken.
  Het verschaffen van huisvesting voor de in artikel 1 bepaalde arbeiders moet beantwoorden aan de bepalingen van de wet van 28 augustus 1948, houdende afschaffing van de reglementering van de prostitutie.
Art.2. En aucun cas, il ne peut être débité ou offert de boissons alcooliques dans les locaux du logement défini à l'article 1er. Ceux-ci seront accessibles au même titre que les débits de boisson aux agents du pouvoir chargés d'appliquer la loi sur la vente au détail des boissons alcooliques du 29 août 1919.
  La tenue des logements pour travailleurs définis à l'article 1er doit être conforme aux dispositions de la loi du 28 août 1948 supprimant la réglementation de la prostitution.
Art.3. Behalve voor de ondernemingen die, afgezien van deze wet, van een regime van machtiging of van voorafgaande aangifte onderworpen zijn, kan de regering de bij artikel 1 van deze wet bepaalde volmachten slechts uitoefenen door middel van algemene besluiten en na het advies van een of meer van volgende colleges naar het geval, ingewonnen te hebben:
  1° De Hoge Raad voor volksgezondheid;
  2° De Hoge Raad voor hygiëne in de mijnen;
  3° De Hoge Raad voor veiligheid en gezondheid van de arbeid;
  4° Het Nationaal Paritair Comité voor de landbouwondernemingen;
  5° Het Nationaal Paritair Comité voor de tuinbouwondernemingen;
  6° Het Nationaal Paritair Comité voor de bosbouwondernemingen;
  7° De Nationale Raad van de arbeid.
  Dit of deze colleges zullen binnen de twee maanden na de aanvraag welke er voor zal gedaan worden, hun advies overmaken; bij ontstentenis ervan, zal men verder gaan.
Art.3. Sauf en ce qui concerne les entreprises qui, indépendamment de la présente loi, sont soumises à un régime d'autorisation ou de déclaration préalable, le gouvernement ne peut exercer les pouvoirs déterminés à l'article 1er de la présente loi que par voie d'arrêtés généraux et après avoir pris l'avis de l'un ou de plusieurs des collèges ci-après, suivant le cas:
  1° Du Conseil supérieur d'hygiène publique;
  2° Du Conseil supérieur d'hygiène des mines;
  3° Du Conseil supérieur de sécurité et d'hygiène du travail;
  4° De la Commission paritaire nationale des entreprises agricoles;
  5° De la Commission paritaire nationale des entreprises horticoles;
  6° De la Commission paritaire nationale des entreprises forestières;
  7° Du Conseil national du travail.
  Ce ou ces collèges transmettront leur avis dans les deux mois de la demande qui leur en sera faite, à défaut de quoi il sera passé outre.
Art.4. <W 1989-12-22/31, art. 194, 002; Inwerkingtreding : 09-01-1990> [1 De inbreuken op de bepalingen van deze wet en van de uitvoeringsbesluiten ervan worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek.
   De sociaal inspecteurs beschikken over de in de artikelen 23 tot 39 [2 en 43 tot 49]2 van het Sociaal Strafwetboek bedoelde bevoegdheden wanneer zij, ambtshalve of op verzoek, optreden in het kader van hun opdracht tot informatie, bemiddeling en toezicht inzake de naleving van de bepalingen van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan.]1

  Onverminderd de bevoegdheden van deze ambtenaren hebben de afgevaardigde leden van de ondernemingsraad en van het comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen van de onderneming, vrije toegang tot de in artikel 1 bedoelde huisvestingen.
  Bovendien kunnen de door de Koning aangewezen overheden overgaan tot het sluiten of het ontruimen van de in artikel 1 bedoelde huisvestingen, wanneer de toestand er in strijd is met de bepalingen van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
  
Art.4. <L 1989-12-22/31, art. 194, 002; En vigueur : 09-01-1990> [1 Les infractions aux dispositions de la présente loi et de ses arrêtés d'exécution sont recherchées, constatées et sanctionnées conformément au Code pénal social.
   Les inspecteurs sociaux disposent des pouvoirs visés aux articles 23 à 39 [2 et 43 à 49]2 du Code pénal social lorsqu'ils agissent d'initiative ou sur demande dans le cadre de leur mission d'information, de conseil et de surveillance relative au respect des dispositions de la présente loi et de ses arrêtés d'exécution.]1

  Sans préjudice des attributions de ces fonctionnaires, les membres délégués du conseil d'entreprise et du comité de sécurité, d'hygiène et d'embellissement des lieux de travail de l'entreprise ont libre accès aux logements visés à l'article 1er.
  En outre, les autorités désignées par le Roi peuvent procéder à la fermeture ou à l'évacuation des logements visés à l'article 1er lorsque la tenue de ceux-ci est en contravention avec les dispositions de la présente loi et de ses arrêtés d'exécution.
  
Art.5. [1 opgeheven]1
  
Art.5. [1 abrogé]1
  
Art. 5bis. [1 opgeheven]1
  
Art. 5bis. [1 abrogé]1
  
Art. 6. De wet van 30 april 1909 nopens de huisvesting van de werklieden die op de steenbakkerijen en werven werkzaam zijn, kan na het in werking treden van de bij toepassing van deze wet genomen reglementen, bij koninklijk besluit worden ingetrokken.
Art. 6. La loi du 30 avril 1909 concernant le logement des ouvriers employés dans les briqueteries et sur les chantiers pourra être abrogée par arrêté royal après la mise en vigueur des règlements pris en application de la présente loi.