Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
8 MEI 1936. - Koninklijk besluit betreffende de wijze om van de rechten op pensioen te laten blijken. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-04-2009 en tekstbijwerking tot 13-12-2013)
Titre
8 MAI 1936. - Arrêté royal relatif au mode de justification des droits à la pension. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 22-04-2009 et mise à jour au 13-12-2013)
Informations sur le document
Numac: 1936050850
Datum: 1936-05-08
Info du document
Numac: 1936050850
Date: 1936-05-08
Table des matières
Tekst (22)
Texte (22)
Artikel 1. De wijze om van de rechten op pensioen te laten blijken wordt bij onderstaande bepalingen geregeld.
Article 1. Le mode de justification des droits à la pension est réglé par les dispositions ci-après :
I. - Rustpensioenen der magistraten, der ambtenaren en beambten, der leden van het personeel der onderwijsinrichtingen van den staat.
I. - Pensions de retraite des magistrats, des fonctionnaires et employés, des membres du personnel des établissements de l'enseignement de l'état.
Art.2. Alle op pensioenaanspraak gerechtigde persoon stuurt, door bemiddeling van het bestuur waartoe bij behoort, een pensioensaanvraag aan den Minister van Financiën.
De aanvraag wordt gesteld op twee formulieren overeenstemmend met het door den Minister van Financiën vastgesteld model, die aan belanghebbende worden afgegeven terzelfder tijd als het besluit waarbij hij tot pensioenaanspraak wordt gerechtigd.
De aanvraag wordt gesteld op twee formulieren overeenstemmend met het door den Minister van Financiën vastgesteld model, die aan belanghebbende worden afgegeven terzelfder tijd als het besluit waarbij hij tot pensioenaanspraak wordt gerechtigd.
Art.2. Toute personne admise à faire valoir des droits à la pension adresse une demande de pension au Ministre des Finances par l'intermédiaire de l'administration à laquelle elle ressortit.
La demande est faite sur deux formulaires, conformes au modèle arrêté par le Ministre des Finances, qui sont remis à l'intéressé en même temps que la copie de l'arrêté l'admettant à faire valoir ses droits à la pension.
La demande est faite sur deux formulaires, conformes au modèle arrêté par le Ministre des Finances, qui sont remis à l'intéressé en même temps que la copie de l'arrêté l'admettant à faire valoir ses droits à la pension.
Art.3. Het rust op belanghebbende de op de eerste bladzijde en op de binnenzijden der formulieren gevraagde aanduidingen te verstrekken, en dezelve daarna aan zijn bestuur terug te sturen na er te hebben bijgevoegd :
1° [1 ...]1;
2° het militair boekje of alle bescheid houdende aanduiding van het regiment waarbij belanghebbende gediend heeft alsmede van het nummer waaronder hij geïmmatriculeerd werd;
3° zijn verschillende aanstellingsbrieven of eensluidende afschriften, op zegel, van zijn akten van benoeming.
Mocht belanghebbende een of meer der in 3° aangeduide stukken niet kunnen overleggen, zoo verstrekt hij een fiscaal zegel bestemd voor het attest dat door den dienst der pensioenen moet worden afgeleverd;
4° desvoorkomend het hem afgeleverd duplicaat van alle beslissing met betrekking tot een verlof zonder wedde, een terbeschikkingsstelling, een schorsing, een ontslag, enz.
Het lid van het Staatsonderwijs legt, daarenboven, het origineel van zijn diploma's of een door den burgemeester zijner verblijfplaats eensluidend verklaard afschrift over.
1° [1 ...]1;
2° het militair boekje of alle bescheid houdende aanduiding van het regiment waarbij belanghebbende gediend heeft alsmede van het nummer waaronder hij geïmmatriculeerd werd;
3° zijn verschillende aanstellingsbrieven of eensluidende afschriften, op zegel, van zijn akten van benoeming.
Mocht belanghebbende een of meer der in 3° aangeduide stukken niet kunnen overleggen, zoo verstrekt hij een fiscaal zegel bestemd voor het attest dat door den dienst der pensioenen moet worden afgeleverd;
4° desvoorkomend het hem afgeleverd duplicaat van alle beslissing met betrekking tot een verlof zonder wedde, een terbeschikkingsstelling, een schorsing, een ontslag, enz.
Het lid van het Staatsonderwijs legt, daarenboven, het origineel van zijn diploma's of een door den burgemeester zijner verblijfplaats eensluidend verklaard afschrift over.
Modifications
Art.3. Il incombe à l'intéressé de fournir les indications demandées à la première page et à l'intérieur des formulaires, puis de renvoyer ceux-ci à son administration après y avoir annexé :
1° [1 ...]1;
2° le livret militaire ou tout document indiquant le régiment dans lequel l'intéressé a servi, ainsi que le numéro sous lequel il a été immatriculé;
3° ses diverses commissions d'emploi ou des copies conformes, sur timbre, de ses actes de nomination.
Dans le cas où l'intéressé ne pourrait reproduire une ou plusieurs des pièces indiquées au 3°, il fournit un timbre fiscal destiné au certificat qui doit être délivré par le service des pensions;
4° éventuellement, l'ampliation qui lui a été délivrée de toute décision relative à un congé sans traitement, à une mise en disponibilité, à une suspension, à une démission, etc.
Le membre de l'enseignement de l'Etat produit, en outre, l'original de ses diplômes ou une copie, certifiée conforme par le bourgmestre de sa résidence.
1° [1 ...]1;
2° le livret militaire ou tout document indiquant le régiment dans lequel l'intéressé a servi, ainsi que le numéro sous lequel il a été immatriculé;
3° ses diverses commissions d'emploi ou des copies conformes, sur timbre, de ses actes de nomination.
Dans le cas où l'intéressé ne pourrait reproduire une ou plusieurs des pièces indiquées au 3°, il fournit un timbre fiscal destiné au certificat qui doit être délivré par le service des pensions;
4° éventuellement, l'ampliation qui lui a été délivrée de toute décision relative à un congé sans traitement, à une mise en disponibilité, à une suspension, à une démission, etc.
Le membre de l'enseignement de l'Etat produit, en outre, l'original de ses diplômes ou une copie, certifiée conforme par le bourgmestre de sa résidence.
Modifications
Art.4. In de gevallen voorzien bij artikelen 5 en 9 van de algemeene wet van 21 juli 1844, voegt de betrokkene bij de in artikel 3 vermelde stukken een echt verklaard afschrift van het proces-verbaal opgemaakt ter gelegenheid van de gebeurtenis of, bij ontstentenis, een verklaring van getuigen, waarvan de handtekening door de bevoegde overheid wordt gelegaliseerd. Deze akten vermelden :
a) dag, plaats, aard van de gebeurtenis;
b) de gevolgen van de gebeurtenis voor den betrokkene die hem buiten staat stellen zijn ambt verder waar te nemen;
c) de verklaring dat de betrokkene gekwetst is geworden of een ongeval heeft gehad in de uitoefening van zijn ambt, of ter zake van die uitoefening;
d) eventueel, de daden van moed en van buitengewone toewijding waarvan de betrokkene onder deze omstandigheden zou hebben blijk gegeven.
a) dag, plaats, aard van de gebeurtenis;
b) de gevolgen van de gebeurtenis voor den betrokkene die hem buiten staat stellen zijn ambt verder waar te nemen;
c) de verklaring dat de betrokkene gekwetst is geworden of een ongeval heeft gehad in de uitoefening van zijn ambt, of ter zake van die uitoefening;
d) eventueel, de daden van moed en van buitengewone toewijding waarvan de betrokkene onder deze omstandigheden zou hebben blijk gegeven.
Art.4. Dans les cas prévus par les articles 5 et 9 de la loi générale du 21 juillet 1844, l'intéressé joint aux pièces mentionnées à l'article 3 une copie certifiée du procès-verbal dressé à l'occasion de l'événement ou, à défaut, une déclaration de témoins, dont la signature est légalisée par l'autorité compétente.
Ces actes énoncent :
a) le jour, le lieu, la nature de l'événement;
b) les suites que l'événement a eues pour l'intéressé et qui le mettent hors d'état de continuer et de reprendre ses fonctions;
c) la déclaration que l'intéressé a reçu des blessures ou éprouvé un accident dans l'exercice ou à l'occasion de l'exercice de ses fonctions;
d) éventuellement, les actes de courage et de dévouement extraordinaire dont l'intéressé aurait fait preuve dans ces circonstances.
Ces actes énoncent :
a) le jour, le lieu, la nature de l'événement;
b) les suites que l'événement a eues pour l'intéressé et qui le mettent hors d'état de continuer et de reprendre ses fonctions;
c) la déclaration que l'intéressé a reçu des blessures ou éprouvé un accident dans l'exercice ou à l'occasion de l'exercice de ses fonctions;
d) éventuellement, les actes de courage et de dévouement extraordinaire dont l'intéressé aurait fait preuve dans ces circonstances.
Art.5. Het bestuur verificeert en vult, in voorkomend geval, de door den betrokkene verstrekte inlichtingen aan; het berekent op de vierde bladzijde der formulieren, de gemiddelde wedde die als grondslag moet dienen voor de berekening van het pensioen.
Wanneer het een ambtenaar betreft die een der actieve ambten heeft bekleed, voorkomend in de gewijzigde tabel, behoorende bij de wet van 21 Juli 1844, stelt het bestuur, op de vierde bladzijde van de formulieren een verklaring, waaruit blijkt dat de betrokkene niet in sedentairen dienst werd gedetacheerd tijdens den duur van dit ambt of waarin de tijdperken van detacheering in sedentairen dienst vermeld zijn.
Alle op de formulieren gebrachte aanduidingen worden echt verklaard door een ambtenaar met minstens den graad van onderdirecteur of een gelijkwaardigen graad.
De formulieren en de bewijsstukken waarbij het bestuur een afschrift voegt van het besluit waarbij de betrokkene op pensioensaanspraak gerechtigd wordt en, eventueel, een uittreksel uit het proces-verbaal van verschijning voor [1 het Bestuur van de medische expertise]1, worden vervolgens aan den dienst der pensioenen van het Ministerie van Financiën gestuurd.
[1 Het Bestuur van de medische expertise]1 is thans de administratieve gezondheidsdienst.
Wanneer het een ambtenaar betreft die een der actieve ambten heeft bekleed, voorkomend in de gewijzigde tabel, behoorende bij de wet van 21 Juli 1844, stelt het bestuur, op de vierde bladzijde van de formulieren een verklaring, waaruit blijkt dat de betrokkene niet in sedentairen dienst werd gedetacheerd tijdens den duur van dit ambt of waarin de tijdperken van detacheering in sedentairen dienst vermeld zijn.
Alle op de formulieren gebrachte aanduidingen worden echt verklaard door een ambtenaar met minstens den graad van onderdirecteur of een gelijkwaardigen graad.
De formulieren en de bewijsstukken waarbij het bestuur een afschrift voegt van het besluit waarbij de betrokkene op pensioensaanspraak gerechtigd wordt en, eventueel, een uittreksel uit het proces-verbaal van verschijning voor [1 het Bestuur van de medische expertise]1, worden vervolgens aan den dienst der pensioenen van het Ministerie van Financiën gestuurd.
[1 Het Bestuur van de medische expertise]1 is thans de administratieve gezondheidsdienst.
Modifications
Art.5. L'administration vérifie et complète, le cas échéant, les renseignements fournis par l'intéressé; elle établit, à la quatrième page des formulaires, la moyenne des traitements devant servir de base au calcul de la pension.
S'il s'agit d'un agent ayant occupé une des fonctions actives désignées au tableau modifié, annexé à la loi du 21 juillet 1844, l'administration appose à la quatrième page des formulaires une déclaration attestant que l'intéressé n'a pas été détaché en service sédentaire pendant la durée des dites fonctions ou mentionnant les périodes de détachement en service sédentaire.
Toutes les indications portées aux formulaires sont certifiées exactes par un fonctionnaire revêtu du grade de sous-directeur au moins ou d'un grade équivalent.
Les formulaires et les pièces justificatives auxquelles l'administration joint une copie de l'arrêté admettant l'intéressé à faire valoir ses droits à la pension et, éventuellement, un extrait du procès-verbal de la comparution devant [1 l'Administration de l'expertise médicale]1, sont envoyés ensuite au service des pensions du Ministère des Finances.
(NOTE : alinéa 5 pas publié, voir version néerlandaise)
S'il s'agit d'un agent ayant occupé une des fonctions actives désignées au tableau modifié, annexé à la loi du 21 juillet 1844, l'administration appose à la quatrième page des formulaires une déclaration attestant que l'intéressé n'a pas été détaché en service sédentaire pendant la durée des dites fonctions ou mentionnant les périodes de détachement en service sédentaire.
Toutes les indications portées aux formulaires sont certifiées exactes par un fonctionnaire revêtu du grade de sous-directeur au moins ou d'un grade équivalent.
Les formulaires et les pièces justificatives auxquelles l'administration joint une copie de l'arrêté admettant l'intéressé à faire valoir ses droits à la pension et, éventuellement, un extrait du procès-verbal de la comparution devant [1 l'Administration de l'expertise médicale]1, sont envoyés ensuite au service des pensions du Ministère des Finances.
(NOTE : alinéa 5 pas publié, voir version néerlandaise)
Modifications
II. - Pensioenen van de bedienaars van den eeredienst.
II. - Pensions des ministres des cultes.
Art.6. § 1. De bedienaar van den eeredienst die van de bevoegde kerkelijke overheid ontslag heeft gekregen, brengt dit ter kennis van het met het bestuur der eerediensten belast departementshoofd. Deze stuurt onmiddellijk aan den betrokken geestelijke de formulieren waarvan sprake in artikel 2.
§ 2. De bedienaar van den eeredienst die tot het algemeen bestuur van het Rijk behoort schikt zich naar artikel 2 van dit besluit.
§ 2. De bedienaar van den eeredienst die tot het algemeen bestuur van het Rijk behoort schikt zich naar artikel 2 van dit besluit.
Art.6. § 1. Le ministre des cultes qui a obtenu sa démission de l'autorité ecclésiastique compétente en avise le chef du département chargé de l'administration des cultes. Celui-ci fait parvenir immédiatement à l'ecclésiastique en cause les formulaires dont il est question à l'article 2.
§ 2. Le ministre des cultes ressortissant à l'administration générale de l'Etat se conforme à l'article 2 du présent arrêté.
§ 2. Le ministre des cultes ressortissant à l'administration générale de l'Etat se conforme à l'article 2 du présent arrêté.
Art.7. De betrokkene moet de inlichtingen verstrekken, gevraagd op de eerste bladzijde van de formulieren en deze daarna terugsturen aan de kerkelijke overheid na bijvoeging van :
1° [1 ...]1;
2° het militair boekje of alle document dat het regiment vermeldt waarin de betrokkene heeft gediend, evenals het nummer waaronder bij werd geïmmatriculeerd;
3° eventueel, zijn verschillende aanstellingsbrieven of afschriften op zegel, van zijn akten van benoeming in het algemeen bestuur van het Rijk.
1° [1 ...]1;
2° het militair boekje of alle document dat het regiment vermeldt waarin de betrokkene heeft gediend, evenals het nummer waaronder bij werd geïmmatriculeerd;
3° eventueel, zijn verschillende aanstellingsbrieven of afschriften op zegel, van zijn akten van benoeming in het algemeen bestuur van het Rijk.
Modifications
Art.7. Il incombe à l'intéressé de fournir les indications demandées à la première page des formulaires puis de renvoyer ceux-ci à l'autorité ecclésiastique après avoir annexé :
1° [1 ...]1;
2° le livret militaire ou tout document indiquant le régiment dans lequel l'intéressé a servi ainsi que le numéro sous lequel il a été immatriculé;
3° éventuellement, ses diverses commissions d'emploi ou des copies, sur timbre, de ses actes de nomination dans l'administration générale de l'Etat.
1° [1 ...]1;
2° le livret militaire ou tout document indiquant le régiment dans lequel l'intéressé a servi ainsi que le numéro sous lequel il a été immatriculé;
3° éventuellement, ses diverses commissions d'emploi ou des copies, sur timbre, de ses actes de nomination dans l'administration générale de l'Etat.
Modifications
Art.8. De kerkelijke overheid vult de formulieren aan door de aanduiding van de door den betrokkene bewezen diensten, met inbegrip, in voorkomend geval, van de niet door 's Rijks Schatkist bezoldigde kerkelijke ambten, die, naar luid van het gewijzigd artikel 22 der algemeene wet voor het pensioen kunnen in aanmerking komen. Daarna zendt zij de bewijsstukken en formulieren aan den Minister van Justitie en voegt er eventueel den ontslagbrief bij.
Op de vierde bladzijde van de formulieren berekent de Minister van Justitie het gemiddeld cijfer van de wedden die voor de berekening van het pensioen tot grondslag moeten dienen, zendt dan het dossier aan den dienst der pensioenen van het Ministerie van Financiën en voegt er, desvoorkomend, het uittreksel bij uit het proces-verbaal van verschijning voor [1 het Bestuur van de medische expertise]1 alsmede een afschrift van de akte van ontslag.
Op de vierde bladzijde van de formulieren berekent de Minister van Justitie het gemiddeld cijfer van de wedden die voor de berekening van het pensioen tot grondslag moeten dienen, zendt dan het dossier aan den dienst der pensioenen van het Ministerie van Financiën en voegt er, desvoorkomend, het uittreksel bij uit het proces-verbaal van verschijning voor [1 het Bestuur van de medische expertise]1 alsmede een afschrift van de akte van ontslag.
Modifications
Art.8. L'autorité ecclésiastique complète les formulaires par l'indication des services rendus par l'intéressé, y compris, le cas échéant, les fonctions ecclésiastiques non rétribuées par le Trésor public qui, aux termes de l'article 22 modelé de la loi générale, peuvent être comptées pour la pension. Elle adresse ensuite les formulaires et les pièces justificatives au Ministre de la Justice, après y avoir annexé éventuellement la lettre de démission.
Le Ministre de la Justice établit à la quatrième page des formulaires la moyenne des traitements qui doivent servir de base au calcul de la pension et transmet le dossier au service des pensions du Ministère des Finances en y joignant, le cas échéant, l'extrait du procès-verbal de comparution devant [1 l'Administration de l'expertise médicale]1, ainsi qu'une copie de l'acte de démission.
Le Ministre de la Justice établit à la quatrième page des formulaires la moyenne des traitements qui doivent servir de base au calcul de la pension et transmet le dossier au service des pensions du Ministère des Finances en y joignant, le cas échéant, l'extrait du procès-verbal de comparution devant [1 l'Administration de l'expertise médicale]1, ainsi qu'une copie de l'acte de démission.
Modifications
III. - Administratief en onderwijzend personeel van de gemeentelijke onderwijsinrichtingen, onderwijzers van de aangenomen en aanneembare scholen, bestuurders, leeraars en studiemeesters van de erkende provinciale of vrije lagere normaalscholen en de onderwijzers der aan deze normaalscholen verbonden oefenscholen.
III. - Personnel administratif et enseignant des établissements communaux d'enseignement, instituteurs des écoles adoptées et adoptables directeurs, professeurs et maîtres d'études des écoles normales primaires provinciales ou libres agréées et instituteurs des écoles d'application y annexées.
Art.9. De aanvraag om pensioen, samen met de bewijsstukken, moet aan den Minister van Openbaar Onderwijs worden gezonden.
Deze maakt de aanvraag aan den Minister van Financiën over en laat hem tevens weten of niets het toestaan van het pensioen belet. Desvoorkomend voegt hij bij de aanvraag een afschrift van het besluit waarbij belanghebbende van ambtswege op rust wordt gesteld, of een uittreksel uit het proces-verbaal van verschijning voor [1 het Bestuur van de medische expertise]1.
De dienst van pensioenen van het Ministerie van Financiën doet daarna het noodige.
Voor de provinciale pensioencommissie, zie noot onder art. 5.
Deze maakt de aanvraag aan den Minister van Financiën over en laat hem tevens weten of niets het toestaan van het pensioen belet. Desvoorkomend voegt hij bij de aanvraag een afschrift van het besluit waarbij belanghebbende van ambtswege op rust wordt gesteld, of een uittreksel uit het proces-verbaal van verschijning voor [1 het Bestuur van de medische expertise]1.
De dienst van pensioenen van het Ministerie van Financiën doet daarna het noodige.
Voor de provinciale pensioencommissie, zie noot onder art. 5.
Modifications
Art.9. La demande de pension accompagnée des pièces justificatives doit être envoyée au Ministre de l'Instruction publique.
Celui-ci transmet la demande au Ministre des Finances en lui faisant connaître si rien ne s'oppose à l'octroi de la pension. Le cas échéant, il annexe à la requête une copie de l'arrêté mettant l'intéressé d'office à la retraite ou un extrait du procès-verbal de la comparution devant [1 l'Administration de l'expertise médicale]1.
Le service des pensions du Ministère des Finances procède ensuite aux diligences nécessaires.
Celui-ci transmet la demande au Ministre des Finances en lui faisant connaître si rien ne s'oppose à l'octroi de la pension. Le cas échéant, il annexe à la requête une copie de l'arrêté mettant l'intéressé d'office à la retraite ou un extrait du procès-verbal de la comparution devant [1 l'Administration de l'expertise médicale]1.
Le service des pensions du Ministère des Finances procède ensuite aux diligences nécessaires.
Modifications
IV. - Pensioenen van weduwen, weezen en andere rechthebbenden.
IV. - Pensions des veuves, des orphelins et autres ayants droit.
V. - Gemeenschappelijke bepalingen.
V. - Disposition commune.
Art.16. <KB 1990-01-24/43, art. 2> (Indien één of meer uittreksels uit de akten van de burgerlijke stand niet worden ingediend, kan dit worden ondervangen door een document waarop de bij het Rijksregister verkregen inlichtingen vermeld staan; dit document wordt ondertekend door één van de ambtenaren die daartoe gemachtigd zijn door de Minister tot wiens bevoegdheid de Administratie der Pensioenen behoort.
De Minister die bevoegd is voor de Administratie der Pensioenen is gemachtigd om te beslissen hoe bij de behandeling van de aanvragen te werk gegaan dient te worden als de stukken niet toereikend zijn.)
De Minister die bevoegd is voor de Administratie der Pensioenen is gemachtigd om te beslissen hoe bij de behandeling van de aanvragen te werk gegaan dient te worden als de stukken niet toereikend zijn.)
Art.16. <AR 1990-01-24/43, art. 2> Si un ou plusieurs extraits d'actes de l'état civil ne sont pas produits, il peut y être suppléé par un document portant mention des informations obtenues auprès du Registre national ce document est signé par un des fonctionnaires habilités à cette fin par le Ministre qui a l'Administration des pensions dans ses attributions.
Le Ministre qui a l'Administration des pensions dans ses attributions est autorisé à décider comment il est suppléé, dans l'instruction des demandes, au défaut de suffisance des pièces.
Le Ministre qui a l'Administration des pensions dans ses attributions est autorisé à décider comment il est suppléé, dans l'instruction des demandes, au défaut de suffisance des pièces.
Art. 17. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 17. Notre Ministre des Finances est chargé de l'exécution du présent arrêté.