Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
30 JUNI 2022. - Besluit van de Regering houdende maatregelen inzake middenstandsopleiding
Titre
30 JUIN 2022. - Arrêté du Gouvernement relatif à des mesures dans le cadre de la formation dans les classes moyennes
Informations sur le document
Numac: 2022206286
Datum: 2022-06-30
Info du document
Numac: 2022206286
Date: 2022-06-30
Table des matières
Tekst (40)
Texte (40)
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Executieve van 27 mei 1993 betreffende de beroepsopleiding en de bijscholing van de personen die in de landbouw werkzaam zijn
CHAPITRE 1er. - Modification de l'arrêté de l'Exécutif du 27 mai 1993 relatif à la formation et au perfectionnement professionnels des personnes travaillant dans l'agriculture
Artikel 1. In artikel 7bis van het besluit van de Executieve van 27 mei 1993 betreffende de beroepsopleiding en de bijscholing van de personen die in de landbouw werkzaam zijn, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 juni 2009, worden de woorden "artikel 22 van het besluit van het Waalse Gewest van 19 december 2008 over de steun in de landbouw" vervangen door de woorden "hoofdstuk III van het besluit van het Waals Gewest van 10 september 2015 betreffende steun voor ontwikkeling en investering in de landbouwsector".
Article 1er. Dans l'article 7bis de l'arrêté de l'Exécutif du 27 mai 1993 relatif à la formation et au perfectionnement professionnels des personnes travaillant dans l'agriculture, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 juin 2009, les mots " dans le sens de l'article 22 de l'arrêté de la Région Wallonne du 19 décembre 2008 sur les investissements dans le secteur agricole, sont admis " sont remplacés par les mots " au sens du chapitre III de l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 septembre 2015 relatif aux aides au développement et à l'investissement dans le secteur agricole sont admises ".
Art.2. In artikel 27, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 juni 2009 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 22 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de inleidende zin worden de woorden "artikel 22 van het besluit van het Waalse Gewest van 19 december 2008 over de steun in de landbouw" vervangen door de woorden "hoofdstuk III van het besluit van het Waals Gewest van 10 september 2015 betreffende steun voor ontwikkeling en investering in de landbouwsector";
2° in de bepaling onder 1° worden de woorden "minstens twaalf weken van vijf werkdagen" vervangen door de woorden "twintig dagen" en worden de woorden "met maximaal vier weken" opgeheven.
1° in de inleidende zin worden de woorden "artikel 22 van het besluit van het Waalse Gewest van 19 december 2008 over de steun in de landbouw" vervangen door de woorden "hoofdstuk III van het besluit van het Waals Gewest van 10 september 2015 betreffende steun voor ontwikkeling en investering in de landbouwsector";
2° in de bepaling onder 1° worden de woorden "minstens twaalf weken van vijf werkdagen" vervangen door de woorden "twintig dagen" en worden de woorden "met maximaal vier weken" opgeheven.
Art.2. Dans l'article 27, § 2, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 juin 2009 et modifié par l'arrêté du Gouvernement du 22 décembre 2011, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans la phrase introductive, les mots " dans le sens de l'article 22 de l'arrêté de la Région Wallonne du 19 décembre 2008 sur les investissements dans le secteur agricole " sont remplacés par les mots " au sens du chapitre III de l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 septembre 2015 relatif aux aides au développement et à l'investissement dans le secteur agricole ";
2° dans le 1°, les mots " douze semaines à cinq jours ouvrés " sont remplacés par les mots " vingt jours " et les mots " pouvant déduire jusqu'à quatre semaine de ladite durée " sont remplacés par les mots " pouvant réduire ladite durée ".
1° dans la phrase introductive, les mots " dans le sens de l'article 22 de l'arrêté de la Région Wallonne du 19 décembre 2008 sur les investissements dans le secteur agricole " sont remplacés par les mots " au sens du chapitre III de l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 septembre 2015 relatif aux aides au développement et à l'investissement dans le secteur agricole ";
2° dans le 1°, les mots " douze semaines à cinq jours ouvrés " sont remplacés par les mots " vingt jours " et les mots " pouvant déduire jusqu'à quatre semaine de ladite durée " sont remplacés par les mots " pouvant réduire ladite durée ".
Art.3. Hoofdstuk X van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.3. Le chapitre X du même arrêté est abrogé.
Art.4. Artikel 42 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.4. L'article 42 du même arrêté est abrogé.
Art.5. Bijlage 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 29 april 2010, wordt vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.
Art.5. L'annexe 2 du même arrêté, insérée par l'arrêté du Gouvernement du 29 avril 2010, est remplacée par l'annexe 1 jointe au présent arrêté.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's
CHAPITRE 2. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 21 mars 2002 portant subventionnement des frais de personnel et de fonctionnement relatifs à la formation et la formation continue dans les Classes moyennes et les petites et moyennes entreprises
Art.6. In artikel 6, § 2, van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's wordt het nummer "511" vervangen door het nummer "589" en voorts wordt de paragraaf aangevuld met de woorden ", verhoogd met een maandelijkse premie van 616,15 euro, waarvan het bedrag verminderd wordt in verhouding tot de tewerkstelling in de uitzonderingsgevallen van een deeltijdse betrekking in de zin van artikel 2, tweede lid, van het besluit van de Regering van 9 september 2021 tot vaststelling van de voorwaarden en nadere regels voor de erkenning van de directeur van een erkend centrum voor voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's."
Art.6. Dans l'article 6, § 2, de l'arrêté du Gouvernement du 21 mars 2002 portant subventionnement des frais de personnel et de fonctionnement relatifs à la formation et la formation continue dans les Classes moyennes et les petites et moyennes entreprises, le nombre " 511 " est remplacé par le nombre " 589 " et le paragraphe est complété par les mots " , plus une prime mensuelle de 616,15 euros, dont le montant est réduit proportionnellement à l'occupation dans les cas exceptionnels d'une occupation à temps partiel en vertu de l'article 2, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement du 9 septembre 2021 fixant les conditions et modalités d'agréation du directeur d'un centre agréé de formation et de formation continue dans les classes moyennes et les PME ".
Art.7. Hoofdstuk II, afdeling 1, onderafdeling 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019, wordt aangevuld met een artikel 6bis, luidende:
"Art. 6bis - Adviseur van de directeur van het ZAWM
Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen kan het IAWM elk ZAWM toelagen toekennen voor de betaling van de wedden alsmede van de eruit voortvloeiende sociale en wettelijke verplichtingen voor ten hoogste één contractuele 'adviseur van de directeur' met een voltijdse betrekking.
De toelage beloopt 80 % van de ontstane weddekosten. De subsidiëring van de betrekking als adviseur van de directeur eindigt met de pensionering van de titularis van de betrekking. De maximale subsidieerbare weddekosten van de adviseur van de directeur worden berekend op basis van de in de bijlage vermelde weddeschaal 588, verhoogd met een maandelijkse premie van 616,15 euro die in geval van een deeltijdse betrekking evenredig met de tewerkstelling verminderd wordt. Voor de berekening van de toelage wordt bovendien rekening gehouden met de dienstanciënniteit van de adviseur van de directeur die de Regering vastlegt na het advies van het IAWM ingewonnen te hebben.
In afwijking van het tweede lid worden de maximale subsidieerbare weddekosten van de adviseur van de directeur, voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021, berekend op basis van de in de bijlage vermelde weddeschaal 511 zonder maandelijkse premie."
"Art. 6bis - Adviseur van de directeur van het ZAWM
Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen kan het IAWM elk ZAWM toelagen toekennen voor de betaling van de wedden alsmede van de eruit voortvloeiende sociale en wettelijke verplichtingen voor ten hoogste één contractuele 'adviseur van de directeur' met een voltijdse betrekking.
De toelage beloopt 80 % van de ontstane weddekosten. De subsidiëring van de betrekking als adviseur van de directeur eindigt met de pensionering van de titularis van de betrekking. De maximale subsidieerbare weddekosten van de adviseur van de directeur worden berekend op basis van de in de bijlage vermelde weddeschaal 588, verhoogd met een maandelijkse premie van 616,15 euro die in geval van een deeltijdse betrekking evenredig met de tewerkstelling verminderd wordt. Voor de berekening van de toelage wordt bovendien rekening gehouden met de dienstanciënniteit van de adviseur van de directeur die de Regering vastlegt na het advies van het IAWM ingewonnen te hebben.
In afwijking van het tweede lid worden de maximale subsidieerbare weddekosten van de adviseur van de directeur, voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021, berekend op basis van de in de bijlage vermelde weddeschaal 511 zonder maandelijkse premie."
Art.7. Art. 7 - Dans le chapitre II, section 1re, sous-section 2, du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 23 mai 2019, il est inséré un article 6bis rédigé comme suit :
" Art. 6bis - Conseiller du directeur du ZAWM
Pour au plus un conseiller du directeur contractuel occupé à temps plein, l'IAWM peut accorder à chaque ZAWM, dans la limite des moyens financiers disponibles, des subventions destinées au paiement du traitement ainsi que des obligations sociales et légales qui en découlent.
La subvention s'élève à 80 % des frais de traitement encourus. Le subventionnement de l'emploi de conseiller du directeur prend fin avec la mise à la retraite du titulaire de l'emploi. Le montant maximal subsidiable des frais de traitement encourus pour le conseiller du directeur est calculé sur la base de l'échelle de traitement 588 figurant en annexe, plus une prime mensuelle de 616,15 euros, dont le montant est réduit proportionnellement à l'occupation dans le cas d'une occupation à temps partiel. La subvention est calculée en tenant compte de l'ancienneté de service du conseiller du directeur, laquelle doit être fixée par le Gouvernement sur avis de l'IAWM.
Par dérogation à l'alinéa 2, pour la période allant du 1er juillet 2021 au 31 décembre 2021, le montant maximal subsidiable des frais de traitement encourus pour le conseiller du directeur est calculé sur la base de l'échelle de traitement 511 figurant en annexe, sans prime mensuelle. "
" Art. 6bis - Conseiller du directeur du ZAWM
Pour au plus un conseiller du directeur contractuel occupé à temps plein, l'IAWM peut accorder à chaque ZAWM, dans la limite des moyens financiers disponibles, des subventions destinées au paiement du traitement ainsi que des obligations sociales et légales qui en découlent.
La subvention s'élève à 80 % des frais de traitement encourus. Le subventionnement de l'emploi de conseiller du directeur prend fin avec la mise à la retraite du titulaire de l'emploi. Le montant maximal subsidiable des frais de traitement encourus pour le conseiller du directeur est calculé sur la base de l'échelle de traitement 588 figurant en annexe, plus une prime mensuelle de 616,15 euros, dont le montant est réduit proportionnellement à l'occupation dans le cas d'une occupation à temps partiel. La subvention est calculée en tenant compte de l'ancienneté de service du conseiller du directeur, laquelle doit être fixée par le Gouvernement sur avis de l'IAWM.
Par dérogation à l'alinéa 2, pour la période allant du 1er juillet 2021 au 31 décembre 2021, le montant maximal subsidiable des frais de traitement encourus pour le conseiller du directeur est calculé sur la base de l'échelle de traitement 511 figurant en annexe, sans prime mensuelle. "
Art.8. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 2 wordt aangevuld met de woorden ", verhoogd met een maandelijkse premie van 400,00 euro die in geval van een deeltijdse betrekking evenredig met de tewerkstelling verminderd wordt";
2° paragraaf 3 wordt opgeheven.
1° paragraaf 2 wordt aangevuld met de woorden ", verhoogd met een maandelijkse premie van 400,00 euro die in geval van een deeltijdse betrekking evenredig met de tewerkstelling verminderd wordt";
2° paragraaf 3 wordt opgeheven.
Art.8. A l'article 7 du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 23 mai 2019, les modifications suivantes sont apportées :
1° le § 2 est complété par les mots " , plus une prime mensuelle de 400,00 euros, dont le montant est réduit proportionnellement à l'occupation dans le cas d'une occupation à temps partiel ";
2° le § 3 est abrogé.
1° le § 2 est complété par les mots " , plus une prime mensuelle de 400,00 euros, dont le montant est réduit proportionnellement à l'occupation dans le cas d'une occupation à temps partiel ";
2° le § 3 est abrogé.
Art.9. In artikel 7bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het opschrift wordt vervangen als volgt:
"Art. 7bis - Pedagogische coördinatoren van het ZAWM"
2° in paragraaf 1 worden de woorden "contractuele pedagogische coördinator met een halftijdse betrekking" vervangen door de woorden "contractuele coördinator met een voltijdse betrekking of twee contractuele coördinatoren met een halftijdse betrekking".
1° het opschrift wordt vervangen als volgt:
"Art. 7bis - Pedagogische coördinatoren van het ZAWM"
2° in paragraaf 1 worden de woorden "contractuele pedagogische coördinator met een halftijdse betrekking" vervangen door de woorden "contractuele coördinator met een voltijdse betrekking of twee contractuele coördinatoren met een halftijdse betrekking".
Art.9. A l'article 7bis du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 23 mai 2019, les modifications suivantes sont apportées :
1° l'intitulé est remplacé par ce qui suit :
" Art. 7bis - Coordinateurs pédagogiques auprès du ZAWM ";
2° dans le § 1er, les mots " un coordinateur pédagogique contractuel occupé à mi-temps " sont remplacés par les mots " un coordinateur pédagogique contractuel occupé à temps plein ou deux coordinateurs pédagogiques contractuels occupés à mi-temps ".
1° l'intitulé est remplacé par ce qui suit :
" Art. 7bis - Coordinateurs pédagogiques auprès du ZAWM ";
2° dans le § 1er, les mots " un coordinateur pédagogique contractuel occupé à mi-temps " sont remplacés par les mots " un coordinateur pédagogique contractuel occupé à temps plein ou deux coordinateurs pédagogiques contractuels occupés à mi-temps ".
Art.10. Artikel 7ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019, wordt vervangen als volgt:
"Art. 7ter - Locatiehoofd
Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen kan het IAWM aan elk ZAWM dat uit minstens twee locaties bestaat, toelagen toekennen voor de betaling van de wedde alsmede van de eruit voortvloeiende sociale en wettelijke verplichtingen voor ten hoogste twee contractuele locatiehoofden met een voltijdse of deeltijdse betrekking. Als een locatie wegvalt, wordt hoogstens één betrekking gesubsidieerd.
De toelage beloopt 100 % van de ontstane weddekosten. De maximale subsidieerbare weddekosten van het locatiehoofd worden berekend op basis van de in de bijlage vermelde weddeschaal 503, verhoogd met een maandelijkse premie van 400,00 euro die in geval van een deeltijdse betrekking evenredig met de tewerkstelling verminderd wordt.
Het IAWM beslist over de aanvraag tot toekenning van een betrekking van locatiehoofd."
"Art. 7ter - Locatiehoofd
Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen kan het IAWM aan elk ZAWM dat uit minstens twee locaties bestaat, toelagen toekennen voor de betaling van de wedde alsmede van de eruit voortvloeiende sociale en wettelijke verplichtingen voor ten hoogste twee contractuele locatiehoofden met een voltijdse of deeltijdse betrekking. Als een locatie wegvalt, wordt hoogstens één betrekking gesubsidieerd.
De toelage beloopt 100 % van de ontstane weddekosten. De maximale subsidieerbare weddekosten van het locatiehoofd worden berekend op basis van de in de bijlage vermelde weddeschaal 503, verhoogd met een maandelijkse premie van 400,00 euro die in geval van een deeltijdse betrekking evenredig met de tewerkstelling verminderd wordt.
Het IAWM beslist over de aanvraag tot toekenning van een betrekking van locatiehoofd."
Art.10. L'article 7ter du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 23 mai 2019, est remplacé par ce qui suit :
" Art. 7ter - Chef d'implantation
Pour au plus deux chefs d'implantation contractuels occupés à temps plein ou à temps partiel, l'IAWM peut accorder à chaque centre comptant au moins deux implantations, dans la limite des moyens financiers disponibles, des subventions destinées au paiement du traitement ainsi que des obligations sociales et légales qui en découlent. En cas de suppression d'une implantation, un seul emploi est subventionné.
La subvention s'élève à 100 % des frais de traitement encourus. Le montant maximal subsidiable des frais de traitement encourus pour le chef d'implantation est calculé sur la base de l'échelle de traitement 503 figurant en annexe, plus une prime mensuelle de 400,00 euros, dont le montant est réduit proportionnellement à l'occupation dans le cas d'une occupation à temps partiel.
L'IAWM statue sur la demande d'octroi d'un emploi de chef d'implantation. "
" Art. 7ter - Chef d'implantation
Pour au plus deux chefs d'implantation contractuels occupés à temps plein ou à temps partiel, l'IAWM peut accorder à chaque centre comptant au moins deux implantations, dans la limite des moyens financiers disponibles, des subventions destinées au paiement du traitement ainsi que des obligations sociales et légales qui en découlent. En cas de suppression d'une implantation, un seul emploi est subventionné.
La subvention s'élève à 100 % des frais de traitement encourus. Le montant maximal subsidiable des frais de traitement encourus pour le chef d'implantation est calculé sur la base de l'échelle de traitement 503 figurant en annexe, plus une prime mensuelle de 400,00 euros, dont le montant est réduit proportionnellement à l'occupation dans le cas d'une occupation à temps partiel.
L'IAWM statue sur la demande d'octroi d'un emploi de chef d'implantation. "
Art.11. In artikel 7quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het opschrift wordt het woord "Secretariaatskracht" vervangen door het woord "Secretariaatskrachten";
2° in paragraaf 1 wordt het woord "één" vervangen door het woord "twee" en wordt het woord "secretariaatskracht" vervangen door de woorden "secretariaatskrachten";
3° in paragraaf 2 wordt het woord "secretariaatskracht" vervangen door het woord "secretariaatskrachten".
1° in het opschrift wordt het woord "Secretariaatskracht" vervangen door het woord "Secretariaatskrachten";
2° in paragraaf 1 wordt het woord "één" vervangen door het woord "twee" en wordt het woord "secretariaatskracht" vervangen door de woorden "secretariaatskrachten";
3° in paragraaf 2 wordt het woord "secretariaatskracht" vervangen door het woord "secretariaatskrachten".
Art.11. A l'article 7quater du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 23 mai 2019, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'intitulé, les mots " Agent de secrétariat " sont remplacés par les mots " Agents de secrétariat ";
2° dans le § 1er, les mots " un agent de secrétariat contractuel occupé " sont remplacés par les mots " deux agents de secrétariat contractuels occupés ";
3° dans le § 2, les mots " pour l'agent de secrétariat " sont remplacés par les mots " pour les agents de secrétariat ".
1° dans l'intitulé, les mots " Agent de secrétariat " sont remplacés par les mots " Agents de secrétariat ";
2° dans le § 1er, les mots " un agent de secrétariat contractuel occupé " sont remplacés par les mots " deux agents de secrétariat contractuels occupés ";
3° dans le § 2, les mots " pour l'agent de secrétariat " sont remplacés par les mots " pour les agents de secrétariat ".
Art.12. In artikel 7quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het opschrift wordt het woord "IT-technicus" vervangen door het woord "IT-technici";
2° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) het woord "één" wordt vervangen door het woord "twee";
b) het woord "halftijdse" wordt vervangen door het woord "voltijdse";
c) het woord "IT-technicus" wordt vervangen door het woord "IT-technici";
3° in paragraaf 2 wordt het woord "IT-technicus" vervangen door het woord "IT-technici" en wordt het woord "kracht" vervangen door het woord "krachten".
1° in het opschrift wordt het woord "IT-technicus" vervangen door het woord "IT-technici";
2° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) het woord "één" wordt vervangen door het woord "twee";
b) het woord "halftijdse" wordt vervangen door het woord "voltijdse";
c) het woord "IT-technicus" wordt vervangen door het woord "IT-technici";
3° in paragraaf 2 wordt het woord "IT-technicus" vervangen door het woord "IT-technici" en wordt het woord "kracht" vervangen door het woord "krachten".
Art.12. A l'article 7quinquies du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 23 mai 2019, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'intitulé, les mots " Technicien informatique " sont remplacés par les mots " Techniciens informatiques ";
2° au § 1er, les modifications suivantes sont apportées :
a) les mots " Pour au plus un " sont remplacés par les mots " Pour au plus deux ";
b) les mots " à mi-temps " sont remplacés par les mots " à temps plein ";
c) les mots " technicien informatique contractuel occupé " sont remplacés par les mots " techniciens informatiques contractuels occupés ";
3° dans le § 2, les mots " du technicien engagé " sont remplacés par les mots " des techniciens engagés ".
1° dans l'intitulé, les mots " Technicien informatique " sont remplacés par les mots " Techniciens informatiques ";
2° au § 1er, les modifications suivantes sont apportées :
a) les mots " Pour au plus un " sont remplacés par les mots " Pour au plus deux ";
b) les mots " à mi-temps " sont remplacés par les mots " à temps plein ";
c) les mots " technicien informatique contractuel occupé " sont remplacés par les mots " techniciens informatiques contractuels occupés ";
3° dans le § 2, les mots " du technicien engagé " sont remplacés par les mots " des techniciens engagés ".
Art.13. In hoofdstuk II, afdeling 1, onderafdeling 2.1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019, wordt een artikel 7sexies ingevoegd, luidende:
"Art. 7sexies - Preventieadviseur
§ 1 - Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen kan het IAWM elk ZAWM toelagen toekennen voor de betaling van de wedde alsmede van de eruit voortvloeiende sociale en wettelijke verplichtingen voor ten hoogste één contractuele preventieadviseur met een halftijdse betrekking.
§ 2 - De toelage beloopt 100 % van de ontstane weddekosten. De maximale subsidieerbare weddekosten van de preventieadviseur worden berekend op basis van de in de bijlage vermelde weddeschaal II, II+ of I, naargelang van de kwalificatie van de persoon die werd aangesteld."
"Art. 7sexies - Preventieadviseur
§ 1 - Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen kan het IAWM elk ZAWM toelagen toekennen voor de betaling van de wedde alsmede van de eruit voortvloeiende sociale en wettelijke verplichtingen voor ten hoogste één contractuele preventieadviseur met een halftijdse betrekking.
§ 2 - De toelage beloopt 100 % van de ontstane weddekosten. De maximale subsidieerbare weddekosten van de preventieadviseur worden berekend op basis van de in de bijlage vermelde weddeschaal II, II+ of I, naargelang van de kwalificatie van de persoon die werd aangesteld."
Art.13. Dans le chapitre II, section 1re, sous-section 2.1, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 23 mai 2019, il est inséré un article 7sexies rédigé comme suit :
" Art. 7sexies - Conseiller en prévention
§ 1er - Pour au plus un conseiller en prévention contractuel occupé à mi-temps, l'IAWM peut accorder à chaque ZAWM, dans la limite des moyens financiers disponibles, des subventions destinées au paiement du traitement ainsi que des obligations sociales et légales qui en découlent.
§ 2 - La subvention s'élève à 100 % des frais de traitement encourus. Selon la qualification de la personne engagée, le montant maximal subsidiable des frais de traitement encourus pour le conseiller en prévention est calculé sur la base des échelles de traitement II, II+ ou I figurant en annexe. "
" Art. 7sexies - Conseiller en prévention
§ 1er - Pour au plus un conseiller en prévention contractuel occupé à mi-temps, l'IAWM peut accorder à chaque ZAWM, dans la limite des moyens financiers disponibles, des subventions destinées au paiement du traitement ainsi que des obligations sociales et légales qui en découlent.
§ 2 - La subvention s'élève à 100 % des frais de traitement encourus. Selon la qualification de la personne engagée, le montant maximal subsidiable des frais de traitement encourus pour le conseiller en prévention est calculé sur la base des échelles de traitement II, II+ ou I figurant en annexe. "
Art.14. In artikel 8, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "De weddeschalen opgenomen in de bijlage" vervangen door de woorden "De weddeschalen opgenomen in de bijlage en de premies vermeld in artikel 6, § 2, artikel 7, § 2, en artikel 7ter, tweede lid,".
Art.14. Dans l'article 8, § 2, du même arrêté, les mots " ainsi que les primes mentionnées aux articles 6, § 2, 7, § 2, et 7ter, alinéa 2, " sont insérés entre les mots " reprises en annexe " et les mots " sont soumises ".
Art.15. In artikel 14, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "gezondheidsindexcijfer" vervangen door de woorden "afgevlakte gezondheidsindexcijfer".
Art.15. Dans l'article 14, § 2, alinéa 2, du même arrêté, le mot " lissé " est inséré entre les mots " L'indice-santé " et les mots " tel qu'établi ".
Art.16. In artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019, wordt tussen het eerste lid en het tweede lid, dat het derde lid wordt, het volgende tweede lid ingevoegd, luidende:
"Met behoud van de toepassing van het eerste lid ontvangen de externe leden van examencommissies een forfaitair bedrag van 25 euro per gecorrigeerd werk over de theorie."
"Met behoud van de toepassing van het eerste lid ontvangen de externe leden van examencommissies een forfaitair bedrag van 25 euro per gecorrigeerd werk over de theorie."
Art.16. Dans l'article 23 du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 23 mai 2019, il est inséré, entre l'alinéa 1er et l'alinéa 2, qui devient l'alinéa 3, un alinéa rédigé comme suit :
" Sans préjudice de l'alinéa 1er, les membres extérieurs des commissions d'examen reçoivent par travail théorique corrigé un montant forfaitaire de 25 euros. "
" Sans préjudice de l'alinéa 1er, les membres extérieurs des commissions d'examen reçoivent par travail théorique corrigé un montant forfaitaire de 25 euros. "
Art.17. In artikel 27, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "gezondheidsindexcijfer" vervangen door de woorden "afgevlakte gezondheidsindexcijfer".
Art.17. Dans l'article 27, alinéa 2, du même arrêté, le mot " lissé " est inséré entre les mots " L'indice-santé " et les mots " tel qu'établi ".
Art.18. De bijlage van hetzelfde besluit, laatstelijk vervangen bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019, wordt vervangen door de bijlage 2 gevoegd bij dit besluit.
Art.18. L'annexe du même arrêté, remplacée en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement du 23 mai 2019, est remplacée par l'annexe 2 jointe au présent arrêté.
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Regering van 4 juni 2009 betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor middenstandsleerlingen en opleidingsondernemingen
CHAPITRE 3. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 4 juin 2009 portant établissement des conditions de formation pour les apprentis des classes moyennes et pour les entreprises de formation
Art.19. In artikel 6 van het besluit van de Regering van 4 juni 2009 betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor middenstandsleerlingen en opleidingsondernemingen, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 30 augustus 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "mag de jongere niet ouder dan 29 jaar zijn" vervangen door de woorden "mag de op te leiden persoon de volle leeftijd van 30 jaar niet bereikt hebben";
2° in het tweede lid worden de woorden "die ouder zijn dan 29 jaar" vervangen door de woorden "die de volle leeftijd van 30 jaar bereikt hebben".
1° in het eerste lid worden de woorden "mag de jongere niet ouder dan 29 jaar zijn" vervangen door de woorden "mag de op te leiden persoon de volle leeftijd van 30 jaar niet bereikt hebben";
2° in het tweede lid worden de woorden "die ouder zijn dan 29 jaar" vervangen door de woorden "die de volle leeftijd van 30 jaar bereikt hebben".
Art.19. A l'article 6 de l'arrêté du Gouvernement du 4 juin 2009 portant établissement des conditions de formation pour les apprentis des classes moyennes et pour les entreprises de formation, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2018, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, les mots " Le jeune ne peut pas avoir plus de 29 ans " sont remplacés par les mots " L'apprenant ne peut pas avoir 30 ans accomplis ";
2° dans l'alinéa 2, les mots " âgés de plus de 29 ans " sont remplacés par les mots " qui ont 30 ans accomplis ".
1° dans l'alinéa 1er, les mots " Le jeune ne peut pas avoir plus de 29 ans " sont remplacés par les mots " L'apprenant ne peut pas avoir 30 ans accomplis ";
2° dans l'alinéa 2, les mots " âgés de plus de 29 ans " sont remplacés par les mots " qui ont 30 ans accomplis ".
Art.20. In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 4 juni 2011 en 29 oktober 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de bepaling onder 16° vervangen als volgt:
"16° de leerling een maandelijkse minimumvergoeding uit te betalen ten belope van:
a) in het eerste jaar van de beroepscursussen van 1 juli tot en met 31 december: 350,00 euro;
b) in het eerste jaar van de beroepscursussen van 1 januari tot en met 30 juni: 400,00 euro;
c) in het tweede jaar van de beroepscursussen van 1 juli tot en met 31 december: 450,00 euro;
d) in het tweede jaar van de beroepscursussen van 1 januari tot en met 30 juni: 600,00 euro;
e) in het derde jaar van de beroepscursussen van 1 juli tot en met 31 december: 650,00 euro;
f) in het derde jaar van de beroepscursussen van 1 januari tot en met 30 juni: 700,00 euro;
g) in geval van beroepscursussen in het kader van een leertijd die tot één jaar ingekort is of een verlenging van de leerovereenkomst tijdens het laatste jaar: 700,00 euro."
2° in het vierde lid worden de woorden "de onder punt f voorziene leerlingvergoeding." vervangen door de woorden "de volgende minimumvergoeding:
a) in het eerste jaar van de leertijd van 1 juli tot en met 31 december: 350,00 euro;
b) in het eerste jaar van de leertijd van 1 januari tot en met 30 juni: 400,00 euro;
c) in het tweede jaar van de leertijd: 600,00 euro;
d) in het derde jaar van de leertijd: 700,00 euro."
3° in het vijfde lid worden de woorden "het indexcijfer van de gezondheidsindex" vervangen door de woorden "het afgevlakte gezondheidsindexcijfer".
1° in het eerste lid wordt de bepaling onder 16° vervangen als volgt:
"16° de leerling een maandelijkse minimumvergoeding uit te betalen ten belope van:
a) in het eerste jaar van de beroepscursussen van 1 juli tot en met 31 december: 350,00 euro;
b) in het eerste jaar van de beroepscursussen van 1 januari tot en met 30 juni: 400,00 euro;
c) in het tweede jaar van de beroepscursussen van 1 juli tot en met 31 december: 450,00 euro;
d) in het tweede jaar van de beroepscursussen van 1 januari tot en met 30 juni: 600,00 euro;
e) in het derde jaar van de beroepscursussen van 1 juli tot en met 31 december: 650,00 euro;
f) in het derde jaar van de beroepscursussen van 1 januari tot en met 30 juni: 700,00 euro;
g) in geval van beroepscursussen in het kader van een leertijd die tot één jaar ingekort is of een verlenging van de leerovereenkomst tijdens het laatste jaar: 700,00 euro."
2° in het vierde lid worden de woorden "de onder punt f voorziene leerlingvergoeding." vervangen door de woorden "de volgende minimumvergoeding:
a) in het eerste jaar van de leertijd van 1 juli tot en met 31 december: 350,00 euro;
b) in het eerste jaar van de leertijd van 1 januari tot en met 30 juni: 400,00 euro;
c) in het tweede jaar van de leertijd: 600,00 euro;
d) in het derde jaar van de leertijd: 700,00 euro."
3° in het vijfde lid worden de woorden "het indexcijfer van de gezondheidsindex" vervangen door de woorden "het afgevlakte gezondheidsindexcijfer".
Art.20. A l'article 15 du même arrêté, modifié par les arrêtés du Gouvernement des 4 juin 2011 et 29 octobre 2015, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, le 16° est remplacé par ce qui suit :
" 16° de payer à l'apprenti une indemnité mensuelle minimale de :
a) 350,00 EUR durant la 1re année des cours de formation professionnelle, du 1er juillet au 31 décembre;
b) 400,00 EUR durant la 1re année des cours de formation professionnelle, du 1er janvier au 30 juin;
c) 450,00 EUR durant la 2e année des cours de formation professionnelle, du 1er juillet au 31 décembre;
d) 600,00 EUR durant la 2e année des cours de formation professionnelle, du 1er janvier au 30 juin;
e) 650,00 EUR durant la 3e année des cours de formation professionnelle, du 1er juillet au 31 décembre;
f) 700,00 EUR durant la 3e année des cours de formation professionnelle, du 1er janvier au 30 juin;
g) 700,00 EUR dans le cas de cours de formation professionnelle dispensés dans le cadre d'un apprentissage ramené à un an ou d'une prolongation du contrat d'apprentissage en dernière année. ";
2° dans l'alinéa 4, les mots " l'allocation d'apprentissage prévue au f) " sont remplacés par les mots " l'indemnité minimale de :
a) 350,00 EUR durant la 1re année d'apprentissage, du 1er juillet au 31 décembre;
b) 400,00 EUR durant la 1re année d'apprentissage, du 1er janvier au 30 juin;
c) 600,00 EUR durant la 2e année d'apprentissage;
d) 700,00 EUR durant la 3e année d'apprentissage. ";
3° dans l'alinéa 5, le mot " lissé " est inséré entre les mots " l'indice santé " et le mot " , calculée ".
1° dans l'alinéa 1er, le 16° est remplacé par ce qui suit :
" 16° de payer à l'apprenti une indemnité mensuelle minimale de :
a) 350,00 EUR durant la 1re année des cours de formation professionnelle, du 1er juillet au 31 décembre;
b) 400,00 EUR durant la 1re année des cours de formation professionnelle, du 1er janvier au 30 juin;
c) 450,00 EUR durant la 2e année des cours de formation professionnelle, du 1er juillet au 31 décembre;
d) 600,00 EUR durant la 2e année des cours de formation professionnelle, du 1er janvier au 30 juin;
e) 650,00 EUR durant la 3e année des cours de formation professionnelle, du 1er juillet au 31 décembre;
f) 700,00 EUR durant la 3e année des cours de formation professionnelle, du 1er janvier au 30 juin;
g) 700,00 EUR dans le cas de cours de formation professionnelle dispensés dans le cadre d'un apprentissage ramené à un an ou d'une prolongation du contrat d'apprentissage en dernière année. ";
2° dans l'alinéa 4, les mots " l'allocation d'apprentissage prévue au f) " sont remplacés par les mots " l'indemnité minimale de :
a) 350,00 EUR durant la 1re année d'apprentissage, du 1er juillet au 31 décembre;
b) 400,00 EUR durant la 1re année d'apprentissage, du 1er janvier au 30 juin;
c) 600,00 EUR durant la 2e année d'apprentissage;
d) 700,00 EUR durant la 3e année d'apprentissage. ";
3° dans l'alinéa 5, le mot " lissé " est inséré entre les mots " l'indice santé " et le mot " , calculée ".
Art.21. Artikel 19, § 4, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.21. Dans l'article 19 du même arrêté, le § 4 est abrogé.
Art.22. In artikel 34.2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 28 juni 2018, worden de woorden "en zonder verbreking van de leerovereenkomst" opgeheven.
Art.22. Dans l'article 34.2, alinéa 1er, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 28 juin 2018, les mots " sans interruption du contrat d'apprentissage " sont abrogés.
Art.23. In artikel 34.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 28 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "bij voorrang" ingevoegd tussen het woord "zich" en het woord "tot";
2° de eerste zin van het vijfde lid, 2°, wordt aangevuld met de woorden ", alsook het bewijs dat betrokkene heeft deelgenomen aan een door het ZAWM georganiseerde inventarisering van de competenties";
3° in het vijfde lid, 3°, worden de woorden ", de inventarisering van de competenties" ingevoegd na het woord "toelatingsexamen";
4° in het vijfde lid wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt:
"4° het bewijs dat betrokkene een beroepskeuze heeft gemaakt door deel te nemen aan een stage, aan een eerste kennismaking met het beroep in het kader van de kennismakingsdagen of door relevante ervaringen die hij al in het beoogde beroep heeft opgedaan;".
1° in het eerste lid worden de woorden "bij voorrang" ingevoegd tussen het woord "zich" en het woord "tot";
2° de eerste zin van het vijfde lid, 2°, wordt aangevuld met de woorden ", alsook het bewijs dat betrokkene heeft deelgenomen aan een door het ZAWM georganiseerde inventarisering van de competenties";
3° in het vijfde lid, 3°, worden de woorden ", de inventarisering van de competenties" ingevoegd na het woord "toelatingsexamen";
4° in het vijfde lid wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt:
"4° het bewijs dat betrokkene een beroepskeuze heeft gemaakt door deel te nemen aan een stage, aan een eerste kennismaking met het beroep in het kader van de kennismakingsdagen of door relevante ervaringen die hij al in het beoogde beroep heeft opgedaan;".
Art.23. A l'article 34.3 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 28 juin 2018, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, les mots " en priorité " sont insérés entre les mots " s'adresse " et les mots " aux personnes âgées ";
2° dans l'alinéa 5, 2°, la première phrase est complétée par les mots " , ainsi que la preuve que la personne a participé à un recensement des compétences organisé par le ZAWM. ";
3° dans l'alinéa 5, 3°, les mots " les résultats de l'examen d'admission et les compétences sociales de la personne " sont remplacés par les mots " les résultats de l'examen d'admission et du recensement des compétences ainsi que sur les compétences sociales de la personne ";
4° dans l'alinéa 5, le 4° est remplacé par ce qui suit :
" 4° la preuve d'un choix arrêté en matière de profession par la participation à un stage ou aux journées d'initiation dans le cadre des "semaines-découverte" ou par des expériences antérieures pertinentes dans la profession souhaitée; ".
1° dans l'alinéa 1er, les mots " en priorité " sont insérés entre les mots " s'adresse " et les mots " aux personnes âgées ";
2° dans l'alinéa 5, 2°, la première phrase est complétée par les mots " , ainsi que la preuve que la personne a participé à un recensement des compétences organisé par le ZAWM. ";
3° dans l'alinéa 5, 3°, les mots " les résultats de l'examen d'admission et les compétences sociales de la personne " sont remplacés par les mots " les résultats de l'examen d'admission et du recensement des compétences ainsi que sur les compétences sociales de la personne ";
4° dans l'alinéa 5, le 4° est remplacé par ce qui suit :
" 4° la preuve d'un choix arrêté en matière de profession par la participation à un stage ou aux journées d'initiation dans le cadre des "semaines-découverte" ou par des expériences antérieures pertinentes dans la profession souhaitée; ".
Art.24. In artikel 34.5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 28 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het derde lid worden de woorden "Het IAWM zendt de gemotiveerde beslissing van de commissie per aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "Een medewerker van het ZAWM die bevoegd is voor het BIDA-proefproject deelt de gemotiveerde beslissing van de commissie per aangetekend schrijven en telefonisch mee";
2° het artikel wordt aangevuld met een vijfde lid, luidende:
"De kandidaten die een positief antwoord hebben gekregen, sluiten binnen de periode vermeld in artikel 19 een leerovereenkomst met een opleidingsonderneming die overeenkomstig hoofdstuk III erkend is."
1° in het derde lid worden de woorden "Het IAWM zendt de gemotiveerde beslissing van de commissie per aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "Een medewerker van het ZAWM die bevoegd is voor het BIDA-proefproject deelt de gemotiveerde beslissing van de commissie per aangetekend schrijven en telefonisch mee";
2° het artikel wordt aangevuld met een vijfde lid, luidende:
"De kandidaten die een positief antwoord hebben gekregen, sluiten binnen de periode vermeld in artikel 19 een leerovereenkomst met een opleidingsonderneming die overeenkomstig hoofdstuk III erkend is."
Art.24. A l'article 34.5 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 28 juin 2018, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 3, les mots " l'IAWM transmet la décision motivée de la commission d'admission par recommandé " sont remplacés par les mots " un collaborateur du ZAWM, compétent pour le projet pilote BIDA, communique la décision motivée de la commission d'admission par recommandé et par téléphone ";
2° l'article est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" Les candidats qui ont reçu une réponse positive concluent un contrat d'apprentissage au cours de la période mentionnée à l'article 19 avec une entreprise de formation agréée conformément au chapitre III. "
1° dans l'alinéa 3, les mots " l'IAWM transmet la décision motivée de la commission d'admission par recommandé " sont remplacés par les mots " un collaborateur du ZAWM, compétent pour le projet pilote BIDA, communique la décision motivée de la commission d'admission par recommandé et par téléphone ";
2° l'article est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" Les candidats qui ont reçu une réponse positive concluent un contrat d'apprentissage au cours de la période mentionnée à l'article 19 avec une entreprise de formation agréée conformément au chapitre III. "
Art.25. In artikel 34.8, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 28 juni 2018, wordt het woord "jaar" vervangen door het woord "opleidingsjaar".
Art.25. Dans l'article 34.8, alinéa 1er, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 28 juin 2018, les mots " un an " sont remplacés par les mots " une année de formation ".
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het besluit van de Regering van 30 augustus 2018 betreffende de examens en de evaluatie van de basisopleiding in de middenstand
CHAPITRE 4. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2018 relatif aux examens et à l'évaluation de la formation de base dans les classes moyennes
Art.26. In artikel 10, § 1, van het besluit van de Regering van 30 augustus 2018 betreffende de examens en de evaluatie van de basisopleiding in de middenstand wordt het tweede lid opgeheven.
Art.26. Dans l'article 10, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2018 relatif aux examens et à l'évaluation de la formation de base dans les classes moyennes, l'alinéa 2 est abrogé.
Art.27. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende:
" § 6 - Als de praktische tussenevaluatie tegelijk een erkend sectoraal examengedeelte in het betreffende beroep is waarvan de evaluatie relevant is voor het C-eindexamen op het einde van de leertijd, dan mag, na goedkeuring door het Instituut, een normatieve evaluatie worden gegeven die meetelt voor de evaluatie van het C-eindexamen. Als de leerling geslaagd is voor het sectorale examengedeelte, hoeft hij dat gedeelte niet meer over te doen tijdens het C-eindexamen op het einde van de leertijd. Als de leerling niet geslaagd is voor het sectorale examengedeelte in het kader van de tussenevaluatie, dan mag hij dat examen nog eens afleggen in het kader van het C-eindexamen op het einde van de leertijd. De praktische tussenevaluatie is niet relevant voor de overgang naar het volgende jaar voor het tweede jaar van de cursussen beroepskennis."
" § 6 - Als de praktische tussenevaluatie tegelijk een erkend sectoraal examengedeelte in het betreffende beroep is waarvan de evaluatie relevant is voor het C-eindexamen op het einde van de leertijd, dan mag, na goedkeuring door het Instituut, een normatieve evaluatie worden gegeven die meetelt voor de evaluatie van het C-eindexamen. Als de leerling geslaagd is voor het sectorale examengedeelte, hoeft hij dat gedeelte niet meer over te doen tijdens het C-eindexamen op het einde van de leertijd. Als de leerling niet geslaagd is voor het sectorale examengedeelte in het kader van de tussenevaluatie, dan mag hij dat examen nog eens afleggen in het kader van het C-eindexamen op het einde van de leertijd. De praktische tussenevaluatie is niet relevant voor de overgang naar het volgende jaar voor het tweede jaar van de cursussen beroepskennis."
Art.27. L'article 16 du même arrêté est complété par un paragraphe 6 rédigé comme suit :
" § 6 - Si l'évaluation pratique intermédiaire constitue simultanément un examen sectoriel reconnu dans la profession concernée, dont l'évaluation est pertinente pour l'examen final C à la fin de l'apprentissage, une évaluation normative peut être rendue sur autorisation de l'Institut et prise en considération dans l'évaluation de l'examen final C. Si l'examen sectoriel est réputé réussi, l'apprenti n'est pas tenu de présenter à nouveau cette partie au cours de l'examen final C à la fin de l'apprentissage. Si l'examen sectoriel dans le cadre de l'évaluation intermédiaire n'a pas été réussi, l'apprenti peut le présenter à nouveau dans le cadre de l'examen final C à la fin de l'apprentissage. L'évaluation pratique intermédiaire n'est pas déterminante pour le passage à l'année supérieure en ce qui concerne la 2e année des cours de formation professionnelle. "
" § 6 - Si l'évaluation pratique intermédiaire constitue simultanément un examen sectoriel reconnu dans la profession concernée, dont l'évaluation est pertinente pour l'examen final C à la fin de l'apprentissage, une évaluation normative peut être rendue sur autorisation de l'Institut et prise en considération dans l'évaluation de l'examen final C. Si l'examen sectoriel est réputé réussi, l'apprenti n'est pas tenu de présenter à nouveau cette partie au cours de l'examen final C à la fin de l'apprentissage. Si l'examen sectoriel dans le cadre de l'évaluation intermédiaire n'a pas été réussi, l'apprenti peut le présenter à nouveau dans le cadre de l'examen final C à la fin de l'apprentissage. L'évaluation pratique intermédiaire n'est pas déterminante pour le passage à l'année supérieure en ce qui concerne la 2e année des cours de formation professionnelle. "
Art.28. In artikel 21, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Deze zittijd wordt" vervangen door de woorden "Deze zittijd en het sectorale examengedeelte vermeld in artikel 16, § 6, worden".
Art.28. Dans l'article 21, § 2, alinéa 1er, du même arrêté, les mots " Elle se tient " sont remplacés par les mots " Cette session et l'examen sectoriel mentionné à l'article 16, § 6, se tiennent ".
Art.29. In artikel 23, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de bepaling onder a) worden de woorden "is, noch in dezelfde onderneming werkzaam is" vervangen door de woorden "is of was, noch in dezelfde onderneming werkzaam is of was";
2° in de bepaling onder b) worden de woorden "werkzaam is" vervangen door de woorden "werkzaam is of was".
1° in de bepaling onder a) worden de woorden "is, noch in dezelfde onderneming werkzaam is" vervangen door de woorden "is of was, noch in dezelfde onderneming werkzaam is of was";
2° in de bepaling onder b) worden de woorden "werkzaam is" vervangen door de woorden "werkzaam is of was".
Art.29. Dans l'article 23, § 1er, alinéa 1er, du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le a), les mots " soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est ni l'un des professeurs spécialisés du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, ni son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe " sont remplacés par les mots " soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est ou n'était ni l'un des professeurs spécialisés du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, n'est pas son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou ne lui était pas apparenté ou allié en ligne directe ";
2° dans le b), les mots " si le professeur spécialisé est occupé " sont remplacés par les mots " si le professeur spécialisé est ou était occupé ".
1° dans le a), les mots " soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est ni l'un des professeurs spécialisés du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, ni son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe " sont remplacés par les mots " soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est ou n'était ni l'un des professeurs spécialisés du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, n'est pas son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou ne lui était pas apparenté ou allié en ligne directe ";
2° dans le b), les mots " si le professeur spécialisé est occupé " sont remplacés par les mots " si le professeur spécialisé est ou était occupé ".
Art.30. In artikel 50, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "is, noch werkzaam is" vervangen door de woorden "is of was, noch werkzaam is of was";
2° in de bepaling onder 2° worden de woorden "werkzaam is" vervangen door de woorden "werkzaam is of was".
1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "is, noch werkzaam is" vervangen door de woorden "is of was, noch werkzaam is of was";
2° in de bepaling onder 2° worden de woorden "werkzaam is" vervangen door de woorden "werkzaam is of was".
Art.30. Dans l'article 50, § 1er, alinéa 1er, du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le 1°, les mots " soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est pas le professeur spécialisé du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, ni son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe " sont remplacés par les mots " soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est ou n'était ni le professeur spécialisé du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, n'est pas son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou ne lui était pas apparenté ou allié en ligne directe ";
2° dans le 2°, les mots " si le professeur spécialisé est occupé " sont remplacés par les mots " si le professeur spécialisé est ou était occupé ".
1° dans le 1°, les mots " soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est pas le professeur spécialisé du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, ni son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe " sont remplacés par les mots " soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est ou n'était ni le professeur spécialisé du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, n'est pas son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou ne lui était pas apparenté ou allié en ligne directe ";
2° dans le 2°, les mots " si le professeur spécialisé est occupé " sont remplacés par les mots " si le professeur spécialisé est ou était occupé ".
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
CHAPITRE 5. - Dispositions finales
Art.31. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2022, met uitzondering van:
1° de artikelen 16 en 18, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2020;
2° artikel 12, 2°, b), dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2020;
3° artikel 7, § 1, artikel 8, 2°, artikel 9, artikel 10, artikel 11, artikel 12, 1°, 2°, a) en c), en 3°, en de artikelen 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29 en 30, die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2021;
4° artikel 14, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2021;
5° artikel 2, artikel 6, artikel 7, § 2, artikel 8, 1°, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2022.
1° de artikelen 16 en 18, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2020;
2° artikel 12, 2°, b), dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2020;
3° artikel 7, § 1, artikel 8, 2°, artikel 9, artikel 10, artikel 11, artikel 12, 1°, 2°, a) en c), en 3°, en de artikelen 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29 en 30, die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2021;
4° artikel 14, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2021;
5° artikel 2, artikel 6, artikel 7, § 2, artikel 8, 1°, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2022.
Art.31. Le présent arrêté produit ses effets le 1er juillet 2022, à l'exception :
1° des articles 16 et 18, qui produisent leurs effets le 1er janvier 2020;
2° de l'article 12, 2°, b), qui produit ses effets le 1er septembre 2020;
3° des articles 7, § 1er, 8, 2°, 9, 10, 11, 12, 1°, 2°, a) et c), et 3°, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29 et 30 qui produisent leurs effets le 1er juillet 2021;
4° de l'article 14, qui produit ses effets le 1er septembre 2021;
5° des articles 2, 6, 7, § 2, et 8, 1°, qui produisent leurs effets le 1er janvier 2022.
1° des articles 16 et 18, qui produisent leurs effets le 1er janvier 2020;
2° de l'article 12, 2°, b), qui produit ses effets le 1er septembre 2020;
3° des articles 7, § 1er, 8, 2°, 9, 10, 11, 12, 1°, 2°, a) et c), et 3°, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29 et 30 qui produisent leurs effets le 1er juillet 2021;
4° de l'article 14, qui produit ses effets le 1er septembre 2021;
5° des articles 2, 6, 7, § 2, et 8, 1°, qui produisent leurs effets le 1er janvier 2022.
Art.32. De minister bevoegd voor Opleiding is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.32. Le Ministre compétent en matière de Formation est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-11-2022, p. 81521)
Art. N1. (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 08-11-2022, p. 81510)
Art. N2. (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-11-2022, p. 81523)
Art. N2. (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 08-11-2022, p. 81512)