Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
28 NOVEMBER 2019. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende delegaties aan de personeelsleden van de "Recreatie- en openluchtcentra" van de Franse Gemeenschap
Titre
28 NOVEMBRE 2019. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française portant délégations à l'égard des membres du personnel des Centres de dépaysement et de plein air de la Communauté française
Informations sur le document
Numac: 2019042702
Datum: 2019-11-28
Info du document
Numac: 2019042702
Date: 2019-11-28
Tekst (4)
Texte (4)
Artikel 1. De delegatie die verleend wordt krachtens dit besluit, is slechts van toepassing op de recreatie- en openluchtcentra opgericht bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 augustus 1996 tot oprichting van recreatie- en openluchtcentra van de Franse Gemeenschap.
Article 1er. La délégation accordée en vertu du présent arrêté ne s'applique que dans les Centres de dépaysement et de plein air créés par l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 30 août 1996 créant des Centres de dépaysement et de plein air de la Communauté française.
Art.2. § 1. Delegatie wordt verleend aan de directeur-generaal van de Algemene Directie Leerplichtonderwijs om :
1° vooraf te verhoren en een schorsing voor te stellen in het kader van een procedure voor preventieve schorsing opgestart ten opzichte van :
a) een vastbenoemd personeelslid, zoals bepaald in artikel 157bis, § 3, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het onderwijzend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede de internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, en een tijdelijk personeelslid, zoals bepaald in artikel 157sexies, § 3, van datzelfde koninklijk besluit;
b) een vastbenoemd lid van het administratief personeel, zoals bepaald in artikel 126 § 3 van het decreet van 12 mei 2004 tot vaststelling van het statuut van de leden van het administratief personeel, van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijsinrichtingen, en een tijdelijk of stagedoend lid van het administratief personeel, zoals bepaald in artikel 129, § 3, van datzelfde decreet;
c) een vastbenoemd lid van het werkliedenpersoneel, zoals bepaald in artikel 270, § 3, van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004, en een stagedoend lid van het werkliedenpersoneel, zoals bepaald in artikel 273, § 3, van datzelfde decreet en een tijdelijk lid van het werkliedenpersoneel, zoals bepaald in artikel 277, § 3, van hetzelfde decreet;
2° vooraf te verhoren en een terbeschikkingstelling voor te stellen in het kader van een procedure voor terbeschikkingstelling wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst en in de belang van het onderwijs opgestart ten opzichte van :
a) een vastbenoemd personeelslid, zoals bepaald in artikel 167quater, § 2, van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 22 maart 1969;
b) een vastbenoemd of stagedoend lid van het administratief personeel en het werkliedenpersoneel, zoals bepaald in de artikels 162, § 2, en 308, § 2, van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004;
3° vooraf te verhoren en tuchtsancties voor te stellen ten opzichte van :
a) leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, onderwijzend hulppersoneel, zoals bepaald in artikel 123, § 1, 1° en 2° en § 2 van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 22 maart 1969;
b) vastbenoemde leden van het administratief personeel, zoals bepaald in artikel 101 van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004;
c) vastbenoemde leden van het werkliedenpersoneel, zoals bepaald in artikel 245 van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004;
4° vooraf te verhoren en een ontslagmaatregel voor te stellen voor :
a) een tijdelijk personeelslid, zoals bepaald in artikel 28 van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 22 maart 1969;
b) een tijdelijk personeelslid, zoals bepaald in 28bis van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 22 maart 1969;
c) een prioritair tijdelijk personeelslid of een beschermd tijdelijk personeelslid, zoals bepaald in de artikelen 42, 43 en 43 ter van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 22 maart 1969;
d) een tijdelijk lid van het administratief personeel, zoals bepaald in de paragrafen 1 en 2 van artikel 33 van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004;
e) een tijdelijk lid van het administratief personeel, zoals bepaald 34, § 2, van het bovenvermelde decreet van 12 mei 2004;
f) een stagedoend lid van het administratief personeel, zoals bepaald in het tweede lid van artikel 52 § 1 van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004;
g) een stagedoend lid van het administratief personeel, zoals bepaald in de paragrafen 1 en 2 van artikel 55 van het bovenvermelde decreet van 12 mei 2004.
§ 2. De directeur-generaal van de Algemene Directie Leerplichtonderwijs mag de in artikel 1 beschreven bevoegdheden subdelegeren aan een personeelslid van ten minste rang 12.
1° vooraf te verhoren en een schorsing voor te stellen in het kader van een procedure voor preventieve schorsing opgestart ten opzichte van :
a) een vastbenoemd personeelslid, zoals bepaald in artikel 157bis, § 3, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het onderwijzend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede de internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, en een tijdelijk personeelslid, zoals bepaald in artikel 157sexies, § 3, van datzelfde koninklijk besluit;
b) een vastbenoemd lid van het administratief personeel, zoals bepaald in artikel 126 § 3 van het decreet van 12 mei 2004 tot vaststelling van het statuut van de leden van het administratief personeel, van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijsinrichtingen, en een tijdelijk of stagedoend lid van het administratief personeel, zoals bepaald in artikel 129, § 3, van datzelfde decreet;
c) een vastbenoemd lid van het werkliedenpersoneel, zoals bepaald in artikel 270, § 3, van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004, en een stagedoend lid van het werkliedenpersoneel, zoals bepaald in artikel 273, § 3, van datzelfde decreet en een tijdelijk lid van het werkliedenpersoneel, zoals bepaald in artikel 277, § 3, van hetzelfde decreet;
2° vooraf te verhoren en een terbeschikkingstelling voor te stellen in het kader van een procedure voor terbeschikkingstelling wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst en in de belang van het onderwijs opgestart ten opzichte van :
a) een vastbenoemd personeelslid, zoals bepaald in artikel 167quater, § 2, van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 22 maart 1969;
b) een vastbenoemd of stagedoend lid van het administratief personeel en het werkliedenpersoneel, zoals bepaald in de artikels 162, § 2, en 308, § 2, van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004;
3° vooraf te verhoren en tuchtsancties voor te stellen ten opzichte van :
a) leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, onderwijzend hulppersoneel, zoals bepaald in artikel 123, § 1, 1° en 2° en § 2 van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 22 maart 1969;
b) vastbenoemde leden van het administratief personeel, zoals bepaald in artikel 101 van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004;
c) vastbenoemde leden van het werkliedenpersoneel, zoals bepaald in artikel 245 van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004;
4° vooraf te verhoren en een ontslagmaatregel voor te stellen voor :
a) een tijdelijk personeelslid, zoals bepaald in artikel 28 van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 22 maart 1969;
b) een tijdelijk personeelslid, zoals bepaald in 28bis van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 22 maart 1969;
c) een prioritair tijdelijk personeelslid of een beschermd tijdelijk personeelslid, zoals bepaald in de artikelen 42, 43 en 43 ter van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 22 maart 1969;
d) een tijdelijk lid van het administratief personeel, zoals bepaald in de paragrafen 1 en 2 van artikel 33 van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004;
e) een tijdelijk lid van het administratief personeel, zoals bepaald 34, § 2, van het bovenvermelde decreet van 12 mei 2004;
f) een stagedoend lid van het administratief personeel, zoals bepaald in het tweede lid van artikel 52 § 1 van het hiervoor genoemde decreet van 12 mei 2004;
g) een stagedoend lid van het administratief personeel, zoals bepaald in de paragrafen 1 en 2 van artikel 55 van het bovenvermelde decreet van 12 mei 2004.
§ 2. De directeur-generaal van de Algemene Directie Leerplichtonderwijs mag de in artikel 1 beschreven bevoegdheden subdelegeren aan een personeelslid van ten minste rang 12.
Art.2. § 1er. Délégation est donnée au directeur général de la Direction générale de l'Enseignement obligatoire pour :
1° auditionner au préalable et proposer une suspension dans le cadre d'une procédure de suspension préventive entamée à l'égard :
a) d'un membre du personnel définitif, tel que prévu à l'article 157bis, § 3, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, et d'un membre du personnel temporaire, telle que prévue à l'article 157sexies, § 3, du même arrêté royal;
b) d'un membre du personnel administratif définitif, tel que prévu à l'article 126, § 3, du décret du 12 mai 2004 fixant le statut des membres du personnel administratif, du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des établissements d'enseignement organisé par la Communauté française, et d'un membre du personnel administratif temporaire ou admis au stage, telle que prévue à l'article129, § 3, du même décret;
c) d'un membre du personnel ouvrier définitif, tel que prévu à l'article 270, § 3, du décret du 12 mai 2004 précité, d'un membre du personnel ouvrier admis au stage, telle que prévue à l'article 273, § 3, du même décret, et d'un membre du personnel ouvrier temporaire, telle que prévu à l'article 277, § 3, du même décret;
2° auditionner au préalable et proposer une mise en disponibilité dans le cadre d'une procédure de mise en disponibilité par retrait d'emploi dans l'intérêt du service et dans l'intérêt de l'enseignement entamée à l'égard :
a) d'un membre du personnel nommé à titre définitif, tel que prévu à l'article 167quater, § 2, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité;
b) d'un membre du personnel administratif ou ouvrier nommé à titre définitif ou admis au stage, tel que prévu aux articles 162, § 2, et 308, § 2, du décret du 12 mai 2004 précité;
3° auditionner au préalable et proposer des sanctions disciplinaires à l'égard :
a) des membres du personnel directeur et enseignant, des membres du personnel auxiliaire d'éducation, tel que prévu à l'article 123, § 1er, 1° et 2°, et § 2, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité;
b) des membres du personnel administratif nommés à titre définitif, tel que prévu à l'article 101 du décret du 12 mai 2004 précité;
c) des membres du personnel ouvrier nommés à titre définitif, tel que prévu à l'article 245 du décret du 12 mai 2004 précité;
4° auditionner préalablement et proposer une mesure de licenciement à l'égard :
a) d'un membre du personnel désigné à titre temporaire tel que prévu à l'article 28 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité;
b) d'un membre du personnel désigné à titre temporaire tel que prévu à l'article 28bis de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité;
c) un temporaire prioritaire ou un temporaire protégé tel que prévu aux articles 42, 43 et 43 ter de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité;
d) d'un membre du personnel administratif désigné à titre temporaire tel que prévu aux paragraphes 1 et 2 de l'article 33 du décret du 12 mai 2004 précité;
e) d'un membre du personnel administratif désigné à titre temporaire tel que prévu à l'article 34, § 2, du décret du 12 mai 2004 précité;
f) d'un membre du personnel administratif stagiaire tel que prévu à l'alinéa 2 de l'article 52, § 1er, du décret du 12 mai 2004 précité;
g) d'un membre du personnel administratif stagiaire tel que prévu aux paragraphes 1 et 2 de l'article 55 du décret du 12 mai 2004 précité.
§ 2. Le directeur général de la Direction générale de l'Enseignement obligatoire peut subdéléguer les compétences visées à l'article 1er à un membre du personnel de rang 12 au moins.
1° auditionner au préalable et proposer une suspension dans le cadre d'une procédure de suspension préventive entamée à l'égard :
a) d'un membre du personnel définitif, tel que prévu à l'article 157bis, § 3, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, et d'un membre du personnel temporaire, telle que prévue à l'article 157sexies, § 3, du même arrêté royal;
b) d'un membre du personnel administratif définitif, tel que prévu à l'article 126, § 3, du décret du 12 mai 2004 fixant le statut des membres du personnel administratif, du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des établissements d'enseignement organisé par la Communauté française, et d'un membre du personnel administratif temporaire ou admis au stage, telle que prévue à l'article129, § 3, du même décret;
c) d'un membre du personnel ouvrier définitif, tel que prévu à l'article 270, § 3, du décret du 12 mai 2004 précité, d'un membre du personnel ouvrier admis au stage, telle que prévue à l'article 273, § 3, du même décret, et d'un membre du personnel ouvrier temporaire, telle que prévu à l'article 277, § 3, du même décret;
2° auditionner au préalable et proposer une mise en disponibilité dans le cadre d'une procédure de mise en disponibilité par retrait d'emploi dans l'intérêt du service et dans l'intérêt de l'enseignement entamée à l'égard :
a) d'un membre du personnel nommé à titre définitif, tel que prévu à l'article 167quater, § 2, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité;
b) d'un membre du personnel administratif ou ouvrier nommé à titre définitif ou admis au stage, tel que prévu aux articles 162, § 2, et 308, § 2, du décret du 12 mai 2004 précité;
3° auditionner au préalable et proposer des sanctions disciplinaires à l'égard :
a) des membres du personnel directeur et enseignant, des membres du personnel auxiliaire d'éducation, tel que prévu à l'article 123, § 1er, 1° et 2°, et § 2, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité;
b) des membres du personnel administratif nommés à titre définitif, tel que prévu à l'article 101 du décret du 12 mai 2004 précité;
c) des membres du personnel ouvrier nommés à titre définitif, tel que prévu à l'article 245 du décret du 12 mai 2004 précité;
4° auditionner préalablement et proposer une mesure de licenciement à l'égard :
a) d'un membre du personnel désigné à titre temporaire tel que prévu à l'article 28 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité;
b) d'un membre du personnel désigné à titre temporaire tel que prévu à l'article 28bis de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité;
c) un temporaire prioritaire ou un temporaire protégé tel que prévu aux articles 42, 43 et 43 ter de l'arrêté royal du 22 mars 1969 précité;
d) d'un membre du personnel administratif désigné à titre temporaire tel que prévu aux paragraphes 1 et 2 de l'article 33 du décret du 12 mai 2004 précité;
e) d'un membre du personnel administratif désigné à titre temporaire tel que prévu à l'article 34, § 2, du décret du 12 mai 2004 précité;
f) d'un membre du personnel administratif stagiaire tel que prévu à l'alinéa 2 de l'article 52, § 1er, du décret du 12 mai 2004 précité;
g) d'un membre du personnel administratif stagiaire tel que prévu aux paragraphes 1 et 2 de l'article 55 du décret du 12 mai 2004 précité.
§ 2. Le directeur général de la Direction générale de l'Enseignement obligatoire peut subdéléguer les compétences visées à l'article 1er à un membre du personnel de rang 12 au moins.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.3. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 4. De Minister van Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 4. Le Ministre de l'Education est chargé de l'exécution du présent arrêté.