Artikel 1. Er wordt een oproep tot de kandidaten voor de Commissie voor herziening in strafzaken, hierna te noemen "de Commissie", bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
De kandidaturen voor de leden voorzien in artikel 445, zesde lid, eerste tot derde streepje van het Wetboek van Strafvordering, moeten worden gericht binnen een termijn van een maand na de publicatie van de oproep in het Belgisch Staatsblad bij een ter post aangetekende zending:
1° aan het College van de hoven en de rechtbanken, voor de magistraten van de zetel;
2° aan het College van procureurs-generaal voor de parketmagistraten;
3° aan de Orde van Vlaamse Balies, voor de advocaten die tot die Orde behoren;
4° aan de Ordre des barreaux francophones et germanophone, voor de advocaten die tot die Orde behoren.
De kandidaturen voor het lid voorzien in artikel 445, zesde lid, vierde streepje van het Wetboek van Strafvordering, moeten worden gericht aan de minister van Justitie bij een ter post aangetekende zending.
De voordrachten bedoeld in artikel 445, zesde lid van het Wetboek van Strafvordering, worden met redenen omkleed en gericht aan de minister van Justitie bij een ter post aangetekende brief, binnen de maand na die waarin de kandidaturen moeten worden ingediend.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
19 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot tot vaststelling van de regels inzake de aanstelling van de leden van de Commissie voor de herziening in strafzaken, in uitvoering van artikel 445 van het Wetboek van Strafvordering
Titre
19 DECEMBRE 2018. - Arrêté royal fixant les règles relatives à la désignation des membres de la Commission de révision en matière pénale, en exécution de l'article 445 du Code d'instruction criminelle
Informations sur le document
Numac: 2018032520
Datum: 2018-12-19
Info du document
Numac: 2018032520
Date: 2018-12-19
Table des matières
Tekst (10)
Texte (10)
HOOFDSTUK I. - De aanstelling van de leden van de Commissie voor herziening in strafzaken
CHAPITRE Ier. - Désignation des membres de la Commission de révision en matière pénale
Article 1er. Un appel aux candidats pour la Commission de révision en matière pénale, ci-après dénommée " la Commission ", est publié au Moniteur belge.
Les candidatures concernant les membres prévus à l'article 445, alinéa 6, premier à troisième tirets, du Code d'instruction criminelle doivent être adressées dans le délai d'un mois suivant la publication de l'appel au Moniteur belge par envoi recommandé à la poste :
1° au Collège des cours et tribunaux, pour les magistrats du siège;
2° au Collège des procureurs généraux, pour les magistrats de parquet;
3° à l'Orde van Vlaamse Balies, pour les avocats appartenant à cet Ordre;
4° à l'Ordre des barreaux francophones et germanophone, pour les avocats appartenant à cet Ordre.
Les candidatures concernant le membre prévu à l'article 445, alinéa 6, quatrième tiret, du Code d'instruction criminelle doivent être adressées au ministre de la Justice par envoi recommandé à la poste.
Les présentations visées à l'article 445, alinéa 6, du Code d'instruction criminelle sont adressées de manière motivée au ministre de la Justice par envoi recommandé à la poste dans le mois suivant celui dans lequel les candidatures doivent être introduites.
Les candidatures concernant les membres prévus à l'article 445, alinéa 6, premier à troisième tirets, du Code d'instruction criminelle doivent être adressées dans le délai d'un mois suivant la publication de l'appel au Moniteur belge par envoi recommandé à la poste :
1° au Collège des cours et tribunaux, pour les magistrats du siège;
2° au Collège des procureurs généraux, pour les magistrats de parquet;
3° à l'Orde van Vlaamse Balies, pour les avocats appartenant à cet Ordre;
4° à l'Ordre des barreaux francophones et germanophone, pour les avocats appartenant à cet Ordre.
Les candidatures concernant le membre prévu à l'article 445, alinéa 6, quatrième tiret, du Code d'instruction criminelle doivent être adressées au ministre de la Justice par envoi recommandé à la poste.
Les présentations visées à l'article 445, alinéa 6, du Code d'instruction criminelle sont adressées de manière motivée au ministre de la Justice par envoi recommandé à la poste dans le mois suivant celui dans lequel les candidatures doivent être introduites.
Art.2. De Commissie bestaat per taalrol uit 5 leden, zoals voorzien in artikel 445, zesde lid van het Wetboek van Strafvordering.
De leden van de Commissie, die overeenkomstig artikel 1 door de minister van Justitie zijn benoemd, dragen een lid voor op grond van zijn deskundigheid of ervaring met betrekking tot de taken die aan de commissie zijn toevertrouwd, zoals voorzien in artikel 445, zesde lid, vierde streepje.
De leden van de Commissie worden door de minister van Justitie benoemd voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.
Bij overlijden of ontslag van een lid wordt voor de duur van het resterende mandaat in de vervanging van het lid voorzien.
Het secretariaat van de Commissie wordt verzekerd door een personeelslid van de Rechterlijke Orde.
De leden van de Commissie, die overeenkomstig artikel 1 door de minister van Justitie zijn benoemd, dragen een lid voor op grond van zijn deskundigheid of ervaring met betrekking tot de taken die aan de commissie zijn toevertrouwd, zoals voorzien in artikel 445, zesde lid, vierde streepje.
De leden van de Commissie worden door de minister van Justitie benoemd voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.
Bij overlijden of ontslag van een lid wordt voor de duur van het resterende mandaat in de vervanging van het lid voorzien.
Het secretariaat van de Commissie wordt verzekerd door een personeelslid van de Rechterlijke Orde.
Art.2. La Commission se compose, par rôle linguistique, de 5 membres, comme prévu à l'article 445, alinéa 6, du Code d'instruction criminelle.
Les membres de la Commission, nommés conformément à l'article 1er par le ministre de la Justice, présentent un membre sur la base sa compétence ou de son expérience en rapport avec les missions qui sont confiées à la Commission, comme prévu à l'article 445, alinéa 6, quatrième tiret.
Les membres de la Commission sont nommés par le ministre de la Justice pour un terme de cinq ans renouvelable.
En cas de décès ou de démission d'un membre, il est pourvu au remplacement du membre pour le reste du mandat.
Le secrétariat de la commission est assuré par un membre du personnel de l'Ordre judiciaire.
Les membres de la Commission, nommés conformément à l'article 1er par le ministre de la Justice, présentent un membre sur la base sa compétence ou de son expérience en rapport avec les missions qui sont confiées à la Commission, comme prévu à l'article 445, alinéa 6, quatrième tiret.
Les membres de la Commission sont nommés par le ministre de la Justice pour un terme de cinq ans renouvelable.
En cas de décès ou de démission d'un membre, il est pourvu au remplacement du membre pour le reste du mandat.
Le secrétariat de la commission est assuré par un membre du personnel de l'Ordre judiciaire.
HOOFDSTUK II. - Regels inzake de werking van de Commissie voor herziening in strafzaken
CHAPITRE II. - Dispositions relatives au fonctionnement de la Commission de révision en matière pénale
Art.3. De Commissie stelt per taalrol zijn huishoudelijk reglement op dat o.a. de volgende punten regelt :
- de procedure voor de bijeenroeping van de vergaderingen;
- de wijze van beraadslaging;
- de mogelijkheid tot het horen van personen die bij het onderzoek in de zaak betrokken waren evenals van deskundigen;
- de verplichting om notulen op te stellen van de debatten die tijdens elke vergadering gevoerd worden;
- de wijze waarop de documenten aan de leden van de Commissie worden overgemaakt;
- de zetel en de plaats van de vergaderingen;
- het vaststellen van een procedure van verschoning of wraking van een lid indien er feiten of omstandigheden bestaan waardoor de onafhankelijkheid of de onpartijdigheid van het oordeel van een lid van de Commissie in het gedrang komt bij de behandeling van een bepaalde zaak.
- de procedure voor de bijeenroeping van de vergaderingen;
- de wijze van beraadslaging;
- de mogelijkheid tot het horen van personen die bij het onderzoek in de zaak betrokken waren evenals van deskundigen;
- de verplichting om notulen op te stellen van de debatten die tijdens elke vergadering gevoerd worden;
- de wijze waarop de documenten aan de leden van de Commissie worden overgemaakt;
- de zetel en de plaats van de vergaderingen;
- het vaststellen van een procedure van verschoning of wraking van een lid indien er feiten of omstandigheden bestaan waardoor de onafhankelijkheid of de onpartijdigheid van het oordeel van een lid van de Commissie in het gedrang komt bij de behandeling van een bepaalde zaak.
Art.3. La Commission rédige, par rôle linguistique, son règlement d'ordre intérieur qui règle notamment les points suivants :
- la procédure de convocation des réunions;
- les modalités de délibération;
- la possibilité de procéder à l'audition de personnes impliquées dans l'instruction ainsi que d'experts;
- l'obligation de rédiger un procès-verbal des débats menés durant chaque réunion;
- le mode de transmission des documents aux membres de la Commission;
- le siège et le lieu des réunions;
- l'établissement d'une procédure d'excuse ou de récusation d'un membre s'il existe des faits ou des circonstances compromettant l'indépendance ou l'impartialité du jugement d'un membre de la Commission dans le cadre du traitement d'une affaire déterminée.
- la procédure de convocation des réunions;
- les modalités de délibération;
- la possibilité de procéder à l'audition de personnes impliquées dans l'instruction ainsi que d'experts;
- l'obligation de rédiger un procès-verbal des débats menés durant chaque réunion;
- le mode de transmission des documents aux membres de la Commission;
- le siège et le lieu des réunions;
- l'établissement d'une procédure d'excuse ou de récusation d'un membre s'il existe des faits ou des circonstances compromettant l'indépendance ou l'impartialité du jugement d'un membre de la Commission dans le cadre du traitement d'une affaire déterminée.
Art.4. Voor zover zij niet tot een overheidsinstelling, een openbare instelling of de Rechterlijke Orde behoren, ontvangen de leden van de Commissie alsook de deskundigen:
1° een presentiegeld van 40 euro per zittingsdag met een duur van tenminste drie uren, gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01;
2° de terugbetaling van hun reiskosten onder de voorwaarden bepaald bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. De leden worden voor de toepassing van het koninklijk besluit gelijkgesteld met de ambtenaren van niveau A3.
De voormelde vergoedingen zijn ten laste van de begroting van de Federale overheidsdienst Justitie.
1° een presentiegeld van 40 euro per zittingsdag met een duur van tenminste drie uren, gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01;
2° de terugbetaling van hun reiskosten onder de voorwaarden bepaald bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. De leden worden voor de toepassing van het koninklijk besluit gelijkgesteld met de ambtenaren van niveau A3.
De voormelde vergoedingen zijn ten laste van de begroting van de Federale overheidsdienst Justitie.
Art.4. Pour autant qu'ils n'appartiennent pas à une administration publique, à un organisme public ou à l'Ordre judiciaire, les membres de la Commission ainsi que les experts bénéficient :
1° d'un jeton de présence de 40 euros par jour de réunion d'une durée de trois heures minimum, lié aux fluctuations de l'indice des prix à la consommation. Il est lié à l'indice-pivot 138,01;
2° du remboursement de leurs frais de parcours aux conditions fixées par l'arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en matière de frais de parcours. Pour l'application de l'arrêté royal, les membres sont assimilés à des fonctionnaires de niveau A3.
Les indemnités précitées sont à charge du budget du Service public fédéral Justice.
1° d'un jeton de présence de 40 euros par jour de réunion d'une durée de trois heures minimum, lié aux fluctuations de l'indice des prix à la consommation. Il est lié à l'indice-pivot 138,01;
2° du remboursement de leurs frais de parcours aux conditions fixées par l'arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en matière de frais de parcours. Pour l'application de l'arrêté royal, les membres sont assimilés à des fonctionnaires de niveau A3.
Les indemnités précitées sont à charge du budget du Service public fédéral Justice.
Art.5. De leden van de Commissie zijn bij de behandeling van de dossiers tot geheimhouding verplicht van de gegevens die hen in de uitoefening van hun opdracht worden toevertrouwd en die hiermee verband houden. Het artikel 458 van het Strafwetboek is op hen van toepassing.
Art.5. Dans le traitement des dossiers, les membres de la Commission sont tenus de garder secrets les éléments qui leur ont été confiés dans l'exercice de leur mission et qui s'y rapportent. L'article 458 du Code pénal leur est applicable.
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
CHAPITRE III. - Entrée en vigueur
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.6. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 7. De minister bevoegd voor Justitie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 7. Le Ministre qui a la Justice dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.