Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° algemene groepsvrijstellingsverordening: de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
2° beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1: het beslissingscomité, vermeld in artikel 41ter, § 1, van het decreet van 21 december 2001;
3° consortium: samenwerking tussen minstens 3 niet-verbonden ondernemingen;
4° daadwerkelijke samenwerking: de daadwerkelijke samenwerking, vermeld in artikel 2, 90, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
5° decreet van 21 december 2001: het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002;
6° experimentele ontwikkeling: de experimentele ontwikkeling, vermeld in artikel 2, 86, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
7° haalbaarheidsstudie: de haalbaarheidsstudie, vermeld in artikel 2, 87, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
8° industrieel onderzoek: het industrieel onderzoek, vermeld in artikel 2, 85, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
9° kaderregeling: de Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (EU Publicatieblad van 27 juni 2014, C 198/1) en alle latere wijzigingen ervan;
10° kleine en middelgrote ondernemingen of kmo's: de ondernemingen die voldoen aan de criteria, vermeld in bijlage I van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
11° niet-verbonden onderneming: de zelfstandige onderneming, die niet verbonden is met een andere onderneming zoals vermeld in artikel 3, derde lid, van bijlage I van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
12° onderneming: de onderneming, vermeld in artikel 41ter, § 2, van het decreet van 21 december 2001;
13° onderzoeksorganisatie: de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding, vermeld in artikel 2, 83, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
14° O&O-project: een project van industrieel onderzoek, van experimentele ontwikkeling of van beide als vermeld in punt 15, cc), van de kaderregeling;
15° samenwerkingsverband: een combinatie van twee deelprojecten met elk een eigen werkplan, eigen projectdoelstellingen en een eigen budget, die concreet bestaan uit enerzijds een project, uitgevoerd door ondernemingen en gefinancierd als staatssteun, en anderzijds een project, gefinancierd als niet-economische activiteiten, uitgevoerd door een of meer onderzoeksorganisaties conform de kaderregeling, waarbij de activiteiten uit de deelprojecten worden uitgevoerd in een goede onderlinge interactie en het geheel van de activiteiten uit beide deelprojecten gericht is op een gemeenschappelijk doel;
16° steun: de steun, vermeld in artikel 41ter, § 2, van het decreet van 21 december 2001;
17° steunpercentage: het brutosteunbedrag, uitgedrukt als percentage van de in aanmerking komende kosten van het project. Als de steun in een andere vorm dan een subsidie wordt verleend, is het steunbedrag het brutosubsidie-equivalent van de steun.
[2 18° terugbetaalbaar voorschot: het terugbetaalbaar voorschot, vermeld in artikel 2, 21, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.]2
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
22 DECEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van steun aan consortia van ondernemingen voor onderzoek en ontwikkeling, ingebed in een ruimer samenwerkingsverband met onderzoeksorganisaties(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-02-2018 en tekstbijwerking tot 26-09-2025)
Titre
22 DECEMBRE 2017. - Arrêté du Gouvernement flamand réglant l'aide aux consortiums d'entreprises pour la recherche et le développement, intégrés dans un partenariat plus large avec des organismes de recherche(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 12-02-2018 et mise à jour au 26-09-2025)
Informations sur le document
Numac: 2018010262
Datum: 2017-12-22
Info du document
Numac: 2018010262
Date: 2017-12-22
Table des matières
HOOFDSTUK 1. - Definities en algemene bepalingen
HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied voor steun tot...
HOOFDSTUK 3. - In aanmerking komende projecten ...
Afdeling 1. - Steun voor onderzoek en ontwikkeling
Afdeling 2. [1 Starterssteun ]1
Afdeling 3. [1 Gemeenschappelijke bepalingen...
Afdeling 2.
HOOFDSTUK 4. - Procedure voor de behandeling va...
Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Afdeling 2. - Indiening van de steunaanvraag
Afdeling 3. - Ontvankelijkheid
Afdeling 4. - Onvolledige steunaanvraag
Afdeling 5. - Voorafgaande preselectie
Afdeling 6. - Evaluatie van steunaanvragen
Afdeling 7. - Beoordeling
Afdeling 8. - Beslissing tot steuntoekenning
HOOFDSTUK 5. - Opvolging van steundossiers
HOOFDSTUK 6. - Georganiseerd beroep
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het besluit van de...
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Table des matières
CHAPITRE 1er. - Définitions et dispositions gén...
CHAPITRE 2. - Champ d'application pour l'aide à...
CHAPITRE 3. - Projets admissibles et intensité ...
Section 1re. - Aide à la recherche et au dévelo...
Section 2. [1 Aides en faveur des jeunes p...
Section 3. [1 Dispositions communes concer...
Section 2.
CHAPITRE 4. - Procédure de traitement des deman...
Section 1. - Champ d'application
Section 2. - Introduction de la demande d'aide
Section 3. - Recevabilité
Section 4. - Demande d'aide incomplète
Section 5. - Présélection préalable
Section 6. - Evaluation des demandes d'aide
Section 7. - Evaluation
Section 8. - Décision d'octroi d'aide
CHAPITRE 5. - Suivi des dossiers d'aide
CHAPITRE 6. - Recours organisé
CHAPITRE 7. - Modification de l'arrêté du Gouve...
CHAPITRE 8. - Dispositions finales
Tekst (66)
Texte (66)
HOOFDSTUK 1. - Definities en algemene bepalingen
CHAPITRE 1er. - Définitions et dispositions générales
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :
1° Règlement général d'exemption par catégorie : le règlement (UE) n° 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aide compatibles avec le marché interne en application des articles 107 et 108 du Traité ;
2° comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 : le comité de décision visé à l'article 41ter, § 1er, du décret du 21 décembre 2001 ;
3° consortium : coopération entre au moins 3 entreprises non liées ;
4° collaboration effective : la collaboration effective, visée à l'article 2, 90, du règlement général d'exemption par catégorie ;
5° décret du 21 décembre 2001 : le décret du 21 décembre 2001 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 2002 ;
6° développement expérimental : le développement expérimental, visé à l'article 2, 86, du règlement général d'exemption par catégorie ;
7° étude de faisabilité : l'étude de faisabilité, visée à l'article 2, 87, du règlement général d'exemption par catégorie ;
8° recherche industrielle : la recherche industrielle, visée à l'article 2, 85, du règlement général d'exemption par catégorie ;
9° règlement cadre : le Règlement cadre relatif à l'aide publique à la recherche, au développement et à l'innovation (Journal Officiel de l'UE du 27 juin 2014/C 198/1) et toute modification ultérieure ;
10° petites et moyennes entreprises ou PME : les entreprises répondant aux critères visés à l'annexe I du règlement général d'exemption par catégorie ;
11° entreprise non liée : l'entreprise indépendante, qui n'est pas liée à une autre entreprise telle que visée à l'article 3, alinéa 3, de l'annexe I du règlement général d'exemption par catégorie ;
12° entreprise : l'entreprise, visée à l'article 41ter, § 2, du décret du 21 décembre 2001 ;
13° organisme de recherche : l'organisme de recherche et de diffusion des connaissances, visé à l'article 2, 83, du règlement général d'exemption par catégorie ;
14° projet R&D : un projet de recherche industrielle, de développement expérimental, ou des deux, tel que visé au point 15, cc) du règlement cadre ;
15° partenariat : une combinaison de deux projets partiels ayant chacun leur propre plan de travail, leurs propres objectifs de projet, et leur propre budget, qui comprennent concrètement d'une part un projet, réalisé par des entreprises et financé comme aide d'Etat, et d'autre part d'un projet, financé comme activités non économiques, réalisé par un ou plusieurs organismes de recherche conformément au règlement cadre, où les activités des projets partiels sont exécutées dans une bonne interaction réciproque, et l'ensemble des activités des deux projets partiels sont orientées sur un objectif commun ;
16° aide : l'aide, visée à l'article 41ter, § 2, du décret du 21 décembre 2001 ;
17° pourcentage d'aide : le montant brut de l'aide, exprimé en pourcentage des coûts admissibles du projet. Lorsque l'aide est accordée sous une forme autre qu'une subvention, le montant de l'aide est son équivalent-subvention brut.
[2 18° avance récupérable : l'avance récupérable, visée à l'article 2, 21 du règlement général d'exemption par catégorie. ]2
1° Règlement général d'exemption par catégorie : le règlement (UE) n° 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aide compatibles avec le marché interne en application des articles 107 et 108 du Traité ;
2° comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 : le comité de décision visé à l'article 41ter, § 1er, du décret du 21 décembre 2001 ;
3° consortium : coopération entre au moins 3 entreprises non liées ;
4° collaboration effective : la collaboration effective, visée à l'article 2, 90, du règlement général d'exemption par catégorie ;
5° décret du 21 décembre 2001 : le décret du 21 décembre 2001 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 2002 ;
6° développement expérimental : le développement expérimental, visé à l'article 2, 86, du règlement général d'exemption par catégorie ;
7° étude de faisabilité : l'étude de faisabilité, visée à l'article 2, 87, du règlement général d'exemption par catégorie ;
8° recherche industrielle : la recherche industrielle, visée à l'article 2, 85, du règlement général d'exemption par catégorie ;
9° règlement cadre : le Règlement cadre relatif à l'aide publique à la recherche, au développement et à l'innovation (Journal Officiel de l'UE du 27 juin 2014/C 198/1) et toute modification ultérieure ;
10° petites et moyennes entreprises ou PME : les entreprises répondant aux critères visés à l'annexe I du règlement général d'exemption par catégorie ;
11° entreprise non liée : l'entreprise indépendante, qui n'est pas liée à une autre entreprise telle que visée à l'article 3, alinéa 3, de l'annexe I du règlement général d'exemption par catégorie ;
12° entreprise : l'entreprise, visée à l'article 41ter, § 2, du décret du 21 décembre 2001 ;
13° organisme de recherche : l'organisme de recherche et de diffusion des connaissances, visé à l'article 2, 83, du règlement général d'exemption par catégorie ;
14° projet R&D : un projet de recherche industrielle, de développement expérimental, ou des deux, tel que visé au point 15, cc) du règlement cadre ;
15° partenariat : une combinaison de deux projets partiels ayant chacun leur propre plan de travail, leurs propres objectifs de projet, et leur propre budget, qui comprennent concrètement d'une part un projet, réalisé par des entreprises et financé comme aide d'Etat, et d'autre part d'un projet, financé comme activités non économiques, réalisé par un ou plusieurs organismes de recherche conformément au règlement cadre, où les activités des projets partiels sont exécutées dans une bonne interaction réciproque, et l'ensemble des activités des deux projets partiels sont orientées sur un objectif commun ;
16° aide : l'aide, visée à l'article 41ter, § 2, du décret du 21 décembre 2001 ;
17° pourcentage d'aide : le montant brut de l'aide, exprimé en pourcentage des coûts admissibles du projet. Lorsque l'aide est accordée sous une forme autre qu'une subvention, le montant de l'aide est son équivalent-subvention brut.
[2 18° avance récupérable : l'avance récupérable, visée à l'article 2, 21 du règlement général d'exemption par catégorie. ]2
Art.2. Alle steun die toegekend wordt met toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verleend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in de algemene groepsvrijstellingsverordening. Als de individuele aanmeldingsdrempels, vermeld in artikel 4 van de voormelde verordening, overschreden worden, zal de voorgenomen steun voorafgaandelijk worden aangemeld bij de Europese Commissie.
In afwijking van het eerste lid kan steun worden toegekend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in artikel 107 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dan wel binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in de kaderregeling, op voorwaarde dat de steun wordt aangemeld bij de Europese Commissie.
[1 Eveneens in afwijking van het eerste lid kan steun worden toegekend met toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in artikel 346 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie. De steuntoekenning gebeurt zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de federale overheid inzake de bescherming van de openbare veiligheid. De federale overheid zal geïnformeerd worden inzake de steuntoekenning overeenkomstig dit artikel.]1
In afwijking van het eerste lid kan steun worden toegekend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in artikel 107 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dan wel binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in de kaderregeling, op voorwaarde dat de steun wordt aangemeld bij de Europese Commissie.
[1 Eveneens in afwijking van het eerste lid kan steun worden toegekend met toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in artikel 346 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie. De steuntoekenning gebeurt zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de federale overheid inzake de bescherming van de openbare veiligheid. De federale overheid zal geïnformeerd worden inzake de steuntoekenning overeenkomstig dit artikel.]1
Modifications
Art.2. Toutes les aides accordées en application du présent arrêté et de ses arrêtés d'exécution, sont octroyées dans les limites et aux conditions visées au règlement général d'exemption par catégorie. Lorsque les seuils de notification individuels visés à l'article 4 du règlement précité sont dépassés, l'aide planifiée doit être préalablement notifiée à la Commission européenne.
Par dérogation à l'alinéa 1er, l'aide peut être attribuée dans les limites et aux conditions, visées à l'article 107 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne, ou bien dans les limites et aux conditions, visées au règlement cadre, à condition que l'aide soit notifiée à la Commission européenne.
[1 Egalement par dérogation à l'alinéa 1er, l'aide peut être accordée en application du présent arrêté et de ses arrêtés d'exécution, dans les limites et les conditions, visées à l'article 346 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne. L'octroi d'aide se fait sans préjudice de la compétence de l'autorité fédérale en matière de protection de la sécurité publique. L'autorité fédérale sera informée sur l'octroi d'aide conformément au présent article.]1
Par dérogation à l'alinéa 1er, l'aide peut être attribuée dans les limites et aux conditions, visées à l'article 107 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne, ou bien dans les limites et aux conditions, visées au règlement cadre, à condition que l'aide soit notifiée à la Commission européenne.
[1 Egalement par dérogation à l'alinéa 1er, l'aide peut être accordée en application du présent arrêté et de ses arrêtés d'exécution, dans les limites et les conditions, visées à l'article 346 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne. L'octroi d'aide se fait sans préjudice de la compétence de l'autorité fédérale en matière de protection de la sécurité publique. L'autorité fédérale sera informée sur l'octroi d'aide conformément au présent article.]1
Modifications
Art.3. [2 Er wordt alleen steun verleend aan subsidiegerechtigden in een consortium die op de datum van de indiening van de steunaanvraag en op de datum van de steuntoekenning geen onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, punt 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, en geen procedure op basis van Europees recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd]2.
Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit voor werkzaamheden die verband houden met de uitvoer naar derde landen of voor werkzaamheden die afhangen van het gebruik van binnenlandse goederen als vermeld in artikel 1, lid 2, van de voormelde verordening.
Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit voor activiteiten van ondernemingen in de sectoren, vermeld in artikel 1, lid 3, van de voormelde verordening.
De steun kan niet worden toegekend als hij leidt tot een schending van het Unierecht als vermeld in artikel 1, lid 5, van de voormelde verordening.
Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 leeft bij steuntoekenning de verplichtingen voor de publicatie en de informatie, vermeld in artikel 9 van de voormelde verordening, na. Als een onderneming een individuele steuntoekenning krijgt van meer dan 500.000 euro, worden de gegevens, vermeld in bijlage 3 van de voormelde verordening, gepubliceerd op de transparantiewebsite die de Europese Commissie ontwikkeld heeft.
Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit voor werkzaamheden die verband houden met de uitvoer naar derde landen of voor werkzaamheden die afhangen van het gebruik van binnenlandse goederen als vermeld in artikel 1, lid 2, van de voormelde verordening.
Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit voor activiteiten van ondernemingen in de sectoren, vermeld in artikel 1, lid 3, van de voormelde verordening.
De steun kan niet worden toegekend als hij leidt tot een schending van het Unierecht als vermeld in artikel 1, lid 5, van de voormelde verordening.
Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 leeft bij steuntoekenning de verplichtingen voor de publicatie en de informatie, vermeld in artikel 9 van de voormelde verordening, na. Als een onderneming een individuele steuntoekenning krijgt van meer dan 500.000 euro, worden de gegevens, vermeld in bijlage 3 van de voormelde verordening, gepubliceerd op de transparantiewebsite die de Europese Commissie ontwikkeld heeft.
Art.3. [2 Aucune aide n'est octroyée à un ayant droit à la subvention dans un consortium qui, à la date d'introduction de la demande d'aide et à la date d'octroi de l'aide, est une entreprise en difficulté telle que visée à l'article 2, point 18, du règlement général d'exemption par catégorie, et fait l'objet d'une procédure en cours en vertu du droit européen visant la récupération d'une aide octroyée.]2
Aucune aide ne peut être accordée en application du présent arrêté en faveur d'activités liées à l'exportation vers des pays tiers ou d'activités subordonnées à l'utilisation de produits nationaux au sens de l'article 1er, alinéa 2, du règlement précité.
Aucune aide ne peut être accordée en application du présent arrêté en faveur d'activités d'entreprises dans les secteurs visés à l'article 1er, alinéa 3, du règlement précité.
L'aide ne peut être accordée lorsqu'elle entraîne une violation du droit de l'Union au sens de l'article 1er, alinéa 5, du règlement précité.
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 respecte, au moment de l'octroi de l'aide, les obligations en matière de publication et d'information prévues à l'article 9 du règlement précité. Si une entreprise obtient l'octroi d'une aide individuelle supérieure à 500.000 euros, les données visées en annexe 3 du règlement précité sont publiées sur le site web de transparence, développé par la Commission européenne.
Aucune aide ne peut être accordée en application du présent arrêté en faveur d'activités liées à l'exportation vers des pays tiers ou d'activités subordonnées à l'utilisation de produits nationaux au sens de l'article 1er, alinéa 2, du règlement précité.
Aucune aide ne peut être accordée en application du présent arrêté en faveur d'activités d'entreprises dans les secteurs visés à l'article 1er, alinéa 3, du règlement précité.
L'aide ne peut être accordée lorsqu'elle entraîne une violation du droit de l'Union au sens de l'article 1er, alinéa 5, du règlement précité.
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 respecte, au moment de l'octroi de l'aide, les obligations en matière de publication et d'information prévues à l'article 9 du règlement précité. Si une entreprise obtient l'octroi d'une aide individuelle supérieure à 500.000 euros, les données visées en annexe 3 du règlement précité sont publiées sur le site web de transparence, développé par la Commission européenne.
HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied voor steun tot bevordering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie van het bedrijfsleven
CHAPITRE 2. - Champ d'application pour l'aide à l'encouragement de la recherche, du développement et de l'innovation des entreprises
Art.4. Binnen de perken van de begrotingskredieten wordt aan consortia van ondernemingen steun toegekend voor O&O-projecten en haalbaarheidsstudies die specifiek passen in een samenwerkingsverband.
De onderzoeksorganisaties komen niet als subsidiegerechtigde in aanmerking voor steun die toegekend is met toepassing van dit besluit. De onderzoeksorganisaties kunnen voor de uitvoering van het project in het samenwerkingsverband zelf financiering krijgen voor niet-economische activiteiten conform de bepalingen van de kaderregeling waarbij onrechtstreekse steun voor de bedrijven die gesteund worden met toepassing van dit besluit, uitgesloten wordt.
Onder dit besluit wordt alleen steun toegekend aan ondernemingen voor O&O-projecten die a priori gericht zijn op het aangaan van een samenwerkingsverband.
De onderzoeksorganisaties komen niet als subsidiegerechtigde in aanmerking voor steun die toegekend is met toepassing van dit besluit. De onderzoeksorganisaties kunnen voor de uitvoering van het project in het samenwerkingsverband zelf financiering krijgen voor niet-economische activiteiten conform de bepalingen van de kaderregeling waarbij onrechtstreekse steun voor de bedrijven die gesteund worden met toepassing van dit besluit, uitgesloten wordt.
Onder dit besluit wordt alleen steun toegekend aan ondernemingen voor O&O-projecten die a priori gericht zijn op het aangaan van een samenwerkingsverband.
Art.4. Dans les limites des crédits budgétaires, une aide est accordée aux consortiums d'entreprises pour des projets R&D et des études de faisabilité qui s'inscrivent spécifiquement dans un partenariat.
Les organismes de recherche n'entrent pas en ligne de compte comme ayant droit à la subvention pour l'aide accordée en application du présent arrêté. Pour l'exécution du projet dans le partenariat, les organismes de recherches peuvent eux-mêmes obtenir un financement pour des activités non économiques conformément aux dispositions du règlement cadre, en excluant l'aide indirecte aux entreprises soutenues en application du présent arrêté.
Dans le cadre du présent arrêté, une aide est uniquement accordée aux entreprises pour des projets R&D qui sont orientés a priori sur la conclusion d'un partenariat.
Les organismes de recherche n'entrent pas en ligne de compte comme ayant droit à la subvention pour l'aide accordée en application du présent arrêté. Pour l'exécution du projet dans le partenariat, les organismes de recherches peuvent eux-mêmes obtenir un financement pour des activités non économiques conformément aux dispositions du règlement cadre, en excluant l'aide indirecte aux entreprises soutenues en application du présent arrêté.
Dans le cadre du présent arrêté, une aide est uniquement accordée aux entreprises pour des projets R&D qui sont orientés a priori sur la conclusion d'un partenariat.
Art.5. Alleen ondernemingen met rechtspersoonlijkheid en met een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest komen in aanmerking voor steun. Ondernemingen die zich ertoe verbinden een exploitatiezetel op te richten in het Vlaamse Gewest, komen in aanmerking waarbij de eigenlijke steuntoekenning afhankelijk blijft van de vestiging van de exploitatiezetel.
Aan ondernemingen met rechtspersoonlijkheid van publiekrechtelijke aard kan alleen steun toegekend worden voor een project waarin er daadwerkelijk wordt samengewerkt met ondernemingen met rechtspersoonlijkheid van privaatrechtelijke aard, waarbij de samenwerkende onderneming met rechtspersoonlijkheid van publiekrechtelijke aard in het gesteunde project niet meer dan 70 % van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening neemt, en steun die toegekend is met toepassing van dit besluit, geen betrekking heeft op de kosten die verbonden zijn aan de uitoefening van die publieke opdracht.
In afwijking van het eerste lid, maar onverminderd de modaliteiten die gelden voor de ondernemingen met rechtspersoonlijkheid van publiekrechtelijke aard, vermeld in het tweede lid, komen ondernemingen met rechtspersoonlijkheid van publiekrechtelijke aard met een exploitatiezetel in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die een publieke opdracht hebben in Vlaanderen, in aanmerking voor steun.
Als de Vlaamse Regering beslist een initiatief te lanceren waarbij steun toegekend wordt met toepassing van dit besluit voor activiteiten die gericht zijn op een gemeenschapsbevoegdheid, kunnen ook ondernemingen met exploitatiezetel in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in aanmerking komen voor steun voor activiteiten die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ressorteren.
Aan ondernemingen met rechtspersoonlijkheid van publiekrechtelijke aard kan alleen steun toegekend worden voor een project waarin er daadwerkelijk wordt samengewerkt met ondernemingen met rechtspersoonlijkheid van privaatrechtelijke aard, waarbij de samenwerkende onderneming met rechtspersoonlijkheid van publiekrechtelijke aard in het gesteunde project niet meer dan 70 % van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening neemt, en steun die toegekend is met toepassing van dit besluit, geen betrekking heeft op de kosten die verbonden zijn aan de uitoefening van die publieke opdracht.
In afwijking van het eerste lid, maar onverminderd de modaliteiten die gelden voor de ondernemingen met rechtspersoonlijkheid van publiekrechtelijke aard, vermeld in het tweede lid, komen ondernemingen met rechtspersoonlijkheid van publiekrechtelijke aard met een exploitatiezetel in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die een publieke opdracht hebben in Vlaanderen, in aanmerking voor steun.
Als de Vlaamse Regering beslist een initiatief te lanceren waarbij steun toegekend wordt met toepassing van dit besluit voor activiteiten die gericht zijn op een gemeenschapsbevoegdheid, kunnen ook ondernemingen met exploitatiezetel in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in aanmerking komen voor steun voor activiteiten die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ressorteren.
Art.5. Seules les entreprises dotées de la personnalité juridique et ayant un siège d'exploitation en Région flamande sont admissibles aux aides. Les entreprises qui s'engagent à établir un siège d'exploitation en Région flamande sont admissibles, l'octroi effectif de l'aide restant subordonné à l'établissement du siège d'exploitation.
Une aide ne peut être octroyée aux entreprises dotées de la personnalité juridique de droit public que pour un projet impliquant une collaboration effective avec des entreprises dotées de la personnalité juridique de droit privé, dans lequel l'entreprise coopérative dotée de la personnalité juridique de droit public ne prend en charge qu'au maximum 70 % des frais éligibles dans le projet soutenu, et l'aide accordée en application du présent arrêté ne concerne pas les frais liés à l'exercice de cette mission publique.
Par dérogation à l'alinéa 1er, mais sans préjudice des modalités applicables aux entreprises dotées de la personnalité juridique de droit public, visées à l'alinéa 2, les entreprises dotées de la personnalité juridique de droit public disposant d'un siège d'exploitation en Région de Bruxelles-Capitale qui ont une mission publique en Flandre, sont éligibles à l'aide.
Si le Gouvernement flamand décide de lancer une initiative impliquant l'octroi d'aide en application du présent arrêté pour des activités axées sur une compétence communautaire, les entreprises disposant d'un siège d'exploitation en Région de Bruxelles-Capitale sont également éligibles à l'aide pour des activités relevant de la compétence de la Commission communautaire flamande.
Une aide ne peut être octroyée aux entreprises dotées de la personnalité juridique de droit public que pour un projet impliquant une collaboration effective avec des entreprises dotées de la personnalité juridique de droit privé, dans lequel l'entreprise coopérative dotée de la personnalité juridique de droit public ne prend en charge qu'au maximum 70 % des frais éligibles dans le projet soutenu, et l'aide accordée en application du présent arrêté ne concerne pas les frais liés à l'exercice de cette mission publique.
Par dérogation à l'alinéa 1er, mais sans préjudice des modalités applicables aux entreprises dotées de la personnalité juridique de droit public, visées à l'alinéa 2, les entreprises dotées de la personnalité juridique de droit public disposant d'un siège d'exploitation en Région de Bruxelles-Capitale qui ont une mission publique en Flandre, sont éligibles à l'aide.
Si le Gouvernement flamand décide de lancer une initiative impliquant l'octroi d'aide en application du présent arrêté pour des activités axées sur une compétence communautaire, les entreprises disposant d'un siège d'exploitation en Région de Bruxelles-Capitale sont également éligibles à l'aide pour des activités relevant de la compétence de la Commission communautaire flamande.
HOOFDSTUK 3. - In aanmerking komende projecten en steunintensiteit
CHAPITRE 3. - Projets admissibles et intensité de l'aide
Afdeling 1. - Steun voor onderzoek en ontwikkeling
Section 1re. - Aide à la recherche et au développement
Art.6. [2 § 1.]2 Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan met toepassing van dit besluit steun toekennen aan ondernemingen voor O&O-projecten of haalbaarheidsstudies als vermeld in artikel 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening. De steunintensiteit per begunstigde bedraagt maximaal de steunpercentages, vermeld in artikel 25 van de voormelde verordening.
Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan de kosten voor de O&O-projecten en de haalbaarheidsstudies, vermeld in artikel 25, lid 3 en 4, van de voormelde verordening, in aanmerking nemen.
Het gesteunde deel van het project kan ook haalbaarheidsstudies ter voorbereiding van O&O-activiteiten omvatten. Als een project verschillende soorten opdrachten omvat, wordt elke opdracht in een van de volgende categorieën ingedeeld: industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling of haalbaarheidsstudie.
[2 § 2. Als de steun wordt toegekend in de vorm van een terugbetaalbaar voorschot, kunnen de maximale steunintensiteiten, vermeld in dit artikel, conform de voorwaarden, vermeld in artikel 7, lid 5, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, worden verhoogd.
De volgende modaliteiten voor de terugbetaalbare voorschotten worden nageleefd :
a) in het geval van een succesvolle uitkomst wordt het voorschot terugbetaald, vermeerderd met een rente die ten minste gelijk is aan de Europese referentierente;
b) in het geval van een succes dat verder gaat dan hetgeen als succesvol werd omschreven, wordt het voorschot terugbetaald, vermeerderd met een rente die hoger is dan de Europese referentierente;
c) ingeval het project mislukt, hoeft het voorschot niet volledig te worden terugbetaald. Bij gedeeltelijk succes dient de terugbetaling evenredig te zijn aan de bereikte mate van succes.
Als de steun wordt verleend in de vorm van een terugbetaalbaar voorschot, bevat de overeenkomst, vermeld in artikel 31, de gedetailleerde modaliteiten van de terugbetaling in geval van welslagen van het project. De definitie van het welslagen van het project, bepaald op basis van een voorzichtige en redelijke veronderstelling, impliceert een identificatie van de technische en commerciële doelstellingen van het project, nog voor de toekenning van de steun.]2
Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan de kosten voor de O&O-projecten en de haalbaarheidsstudies, vermeld in artikel 25, lid 3 en 4, van de voormelde verordening, in aanmerking nemen.
Het gesteunde deel van het project kan ook haalbaarheidsstudies ter voorbereiding van O&O-activiteiten omvatten. Als een project verschillende soorten opdrachten omvat, wordt elke opdracht in een van de volgende categorieën ingedeeld: industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling of haalbaarheidsstudie.
[2 § 2. Als de steun wordt toegekend in de vorm van een terugbetaalbaar voorschot, kunnen de maximale steunintensiteiten, vermeld in dit artikel, conform de voorwaarden, vermeld in artikel 7, lid 5, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, worden verhoogd.
De volgende modaliteiten voor de terugbetaalbare voorschotten worden nageleefd :
a) in het geval van een succesvolle uitkomst wordt het voorschot terugbetaald, vermeerderd met een rente die ten minste gelijk is aan de Europese referentierente;
b) in het geval van een succes dat verder gaat dan hetgeen als succesvol werd omschreven, wordt het voorschot terugbetaald, vermeerderd met een rente die hoger is dan de Europese referentierente;
c) ingeval het project mislukt, hoeft het voorschot niet volledig te worden terugbetaald. Bij gedeeltelijk succes dient de terugbetaling evenredig te zijn aan de bereikte mate van succes.
Als de steun wordt verleend in de vorm van een terugbetaalbaar voorschot, bevat de overeenkomst, vermeld in artikel 31, de gedetailleerde modaliteiten van de terugbetaling in geval van welslagen van het project. De definitie van het welslagen van het project, bepaald op basis van een voorzichtige en redelijke veronderstelling, impliceert een identificatie van de technische en commerciële doelstellingen van het project, nog voor de toekenning van de steun.]2
Art.6. [1 § 1.]1 Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut accorder en application du présent arrêté des aides aux entreprises pour des projets R&D ou des études de faisabilité tels que visés à l'article 25 du règlement général d'exemption par catégorie. L'intensité de l'aide par bénéficiaire n'excède pas les pourcentages d'aide visés à l'article 25 du règlement précité.
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut prendre en compte les frais pour les projets R&D et les études de faisabilité, visés à l'article 25, alinéas 3 et 4, du règlement précité.
La partie soutenue du projet peut également comprendre des études de faisabilité en préparation d'activités R&D. Lorsqu'un projet comprend différents types de missions, chaque mission est classée dans une des catégories suivantes : recherche industrielle, développement expérimental ou étude de faisabilité.
[2 § 2. Si l'aide est accordée sous forme d'une avance récupérable, les intensités maximales des aides visées au présent article peuvent être majorées conformément aux conditions visées à l'article 7, paragraphe 5, du règlement précité.
Les modalités suivantes sont respectées quant aux avances récupérables :
a) en cas d'issue favorable, l'avance est remboursée à un taux d'intérêt au moins égal au taux au taux de référence européen ;
b) en cas de réussite allant au-delà de l'issue favorable, l'avance est remboursée à un taux d'intérêt supérieur au taux de référence européen ;
c) en cas d'échec du projet, l'avance ne doit pas être remboursée intégralement. En cas de succès partiel, le remboursement est proportionnel au degré de réussite du projet.
Si l'aide est accordée sous forme d'une avance récupérable, le contrat visé à l'article 31 contient les modalités détaillées du remboursement en cas de réussite du projet. La définition de l'issue favorable du projet, établie sur la base d'une hypothèse prudente et raisonnable, implique une identification des objectifs techniques et commerciaux du projet de manière préalable à l'octroi de l'aide. ]2
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut prendre en compte les frais pour les projets R&D et les études de faisabilité, visés à l'article 25, alinéas 3 et 4, du règlement précité.
La partie soutenue du projet peut également comprendre des études de faisabilité en préparation d'activités R&D. Lorsqu'un projet comprend différents types de missions, chaque mission est classée dans une des catégories suivantes : recherche industrielle, développement expérimental ou étude de faisabilité.
[2 § 2. Si l'aide est accordée sous forme d'une avance récupérable, les intensités maximales des aides visées au présent article peuvent être majorées conformément aux conditions visées à l'article 7, paragraphe 5, du règlement précité.
Les modalités suivantes sont respectées quant aux avances récupérables :
a) en cas d'issue favorable, l'avance est remboursée à un taux d'intérêt au moins égal au taux au taux de référence européen ;
b) en cas de réussite allant au-delà de l'issue favorable, l'avance est remboursée à un taux d'intérêt supérieur au taux de référence européen ;
c) en cas d'échec du projet, l'avance ne doit pas être remboursée intégralement. En cas de succès partiel, le remboursement est proportionnel au degré de réussite du projet.
Si l'aide est accordée sous forme d'une avance récupérable, le contrat visé à l'article 31 contient les modalités détaillées du remboursement en cas de réussite du projet. La définition de l'issue favorable du projet, établie sur la base d'une hypothèse prudente et raisonnable, implique une identification des objectifs techniques et commerciaux du projet de manière préalable à l'octroi de l'aide. ]2
Afdeling 2. [1 Starterssteun ]1
Section 2. [1 Aides en faveur des jeunes pousses]1
Art.6/1. [1 Het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 kan aan kleine ondernemingen starterssteun toekennen als vermeld in artikel 22 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
De steunintensiteit per begunstigde bedraagt maximaal het steunbedrag, vermeld in artikel 22, lid 3, c), en lid 5, van de voormelde verordening.
Het verhoogde maximale steunbedrag, vermeld in artikel 22, lid 3, c), en lid 5, van de voormelde verordening, kan worden toegekend aan kleine ondernemingen die op de regionale steunkaart liggen.
In het derde lid wordt verstaan onder regionale steunkaart: de kaart met gebieden die op sociaal-economisch gebied achtergebleven zijn en die beantwoorden aan de voorwaarden, vermeld in de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014-2020 (EU Publicatieblad van 23 juli 2013, C 209/1) en de latere wijzigingen ervan. Die gebieden zijn voor Vlaanderen vastgelegd in de regionale steunkaart van het Vlaamse Gewest, goedgekeurd door de Europese Commissie op bij beschikking van 16 september 2014 (C(2014) 6430 final) en door de Vlaamse Regering op 21 november 2014 voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2020 (SA.38577 Regionale steunkaart 2014-2020).
Als de steunkaart, vermeld in het derde en vierde lid, wordt herzien door de Europese Commissie of de Vlaamse Regering, wordt de nieuwe steunkaart in aanmerking genomen.
Het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 beslist of de begunstigde in aanmerking komt om als innovatieve onderneming erkend te worden.
In het zesde lid wordt verstaan onder innovatieve onderneming: de innovatieve onderneming, vermeld in artikel 2, 80, van de algemene groepsvrijstellingsverordening]1
De steunintensiteit per begunstigde bedraagt maximaal het steunbedrag, vermeld in artikel 22, lid 3, c), en lid 5, van de voormelde verordening.
Het verhoogde maximale steunbedrag, vermeld in artikel 22, lid 3, c), en lid 5, van de voormelde verordening, kan worden toegekend aan kleine ondernemingen die op de regionale steunkaart liggen.
In het derde lid wordt verstaan onder regionale steunkaart: de kaart met gebieden die op sociaal-economisch gebied achtergebleven zijn en die beantwoorden aan de voorwaarden, vermeld in de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014-2020 (EU Publicatieblad van 23 juli 2013, C 209/1) en de latere wijzigingen ervan. Die gebieden zijn voor Vlaanderen vastgelegd in de regionale steunkaart van het Vlaamse Gewest, goedgekeurd door de Europese Commissie op bij beschikking van 16 september 2014 (C(2014) 6430 final) en door de Vlaamse Regering op 21 november 2014 voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2020 (SA.38577 Regionale steunkaart 2014-2020).
Als de steunkaart, vermeld in het derde en vierde lid, wordt herzien door de Europese Commissie of de Vlaamse Regering, wordt de nieuwe steunkaart in aanmerking genomen.
Het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 beslist of de begunstigde in aanmerking komt om als innovatieve onderneming erkend te worden.
In het zesde lid wordt verstaan onder innovatieve onderneming: de innovatieve onderneming, vermeld in artikel 2, 80, van de algemene groepsvrijstellingsverordening]1
Art.6/1. [1 Le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 peut accorder à des petites entreprises des aides en faveur des jeunes pousses, tel que visé à l'article 22 du règlement général d'exemption par catégorie.
L'intensité des aides par bénéficiaire s'élève au maximum au montant d'aide, visé à l'article 22, alinéa 3, c), et alinéa 5, du règlement précité.
Le montant d'aide maximal majoré, visé à l'article 22, alinéa 3, c), et alinéa 5 du règlement précité, peut être accordé aux petites entreprises situées sur la carte des aides à finalité régionale.
A l'alinéa trois faut entendre par carte des aides à finalité régionale : la carte des zones qui ont un retard au niveau socio-économique et qui répondent aux conditions, visées aux lignes directrices concernant les aides à finalité régionale 2014 - 2020 (Journal officiel de l'UE du 23 juillet 2013, C 209/1), et à ses modifications ultérieures. Ces zones sont fixées pour la Flandre sur la carte des aides à finalité régionale de la Région flamande, approuvée par la Commission européenne le 16 septembre 2014 ((C(2014) 6430 final) et par le Gouvernement flamand le 21 novembre 2014 pour la période du 1er juillet 2014 au 31 décembre 2020 inclus ((SA.38577 Carte des aides à finalité régionale 2014-2020)).
Si la carte des aides visée aux alinéas trois et quatre fait l'objet d'une révision par la Commission européenne ou par le Gouvernement flamand, la nouvelle carte des aides sera prise en considération.
Le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 décide si le bénéficiaire entre en ligne de compte pour être reconnu comme entreprise innovante.
Dans l'alinéa six, on entend par entreprise innovante : l'entreprise innovante visée à l'article 2, 80, du règlement général d'exemption par catégorie.]1
L'intensité des aides par bénéficiaire s'élève au maximum au montant d'aide, visé à l'article 22, alinéa 3, c), et alinéa 5, du règlement précité.
Le montant d'aide maximal majoré, visé à l'article 22, alinéa 3, c), et alinéa 5 du règlement précité, peut être accordé aux petites entreprises situées sur la carte des aides à finalité régionale.
A l'alinéa trois faut entendre par carte des aides à finalité régionale : la carte des zones qui ont un retard au niveau socio-économique et qui répondent aux conditions, visées aux lignes directrices concernant les aides à finalité régionale 2014 - 2020 (Journal officiel de l'UE du 23 juillet 2013, C 209/1), et à ses modifications ultérieures. Ces zones sont fixées pour la Flandre sur la carte des aides à finalité régionale de la Région flamande, approuvée par la Commission européenne le 16 septembre 2014 ((C(2014) 6430 final) et par le Gouvernement flamand le 21 novembre 2014 pour la période du 1er juillet 2014 au 31 décembre 2020 inclus ((SA.38577 Carte des aides à finalité régionale 2014-2020)).
Si la carte des aides visée aux alinéas trois et quatre fait l'objet d'une révision par la Commission européenne ou par le Gouvernement flamand, la nouvelle carte des aides sera prise en considération.
Le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 décide si le bénéficiaire entre en ligne de compte pour être reconnu comme entreprise innovante.
Dans l'alinéa six, on entend par entreprise innovante : l'entreprise innovante visée à l'article 2, 80, du règlement général d'exemption par catégorie.]1
Afdeling 3. [1 Gemeenschappelijke bepalingen over steun voor onderzoek en ontwikkeling, en over starterssteun ]1
Section 3. [1 Dispositions communes concernant les aides à la recherche et au développement et concernant les aides en faveur des jeunes pousses]1
Art.7. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kent alleen steun toe aan projecten die uitgevoerd worden door een consortium van ondernemingen, waarbij de ondernemingen optreden als subsidiegerechtigde.
Modifications
Art.7. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 n'accorde une aide qu'aux projets réalisés par un consortium d'entreprises, où les entreprises agissent comme ayant droit à la subvention.
Modifications
Afdeling 2.
Section 2.
Art.8. De bepalingen over cumulatie, vermeld in artikel 8 van de algemene groepsvrijstellingsverordening, zijn van toepassing.
Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan een verbod van cumulatie van steun voor dezelfde investeringen of kosten opleggen.
Als een project andere financiële steun krijgt van een publiekrechtelijke persoon, kan steun worden toegekend, waarbij voor de berekening van het maximale steunpercentage, vermeld in artikel 6, rekening wordt gehouden met de samengestelde steun.
Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan een verbod van cumulatie van steun voor dezelfde investeringen of kosten opleggen.
Als een project andere financiële steun krijgt van een publiekrechtelijke persoon, kan steun worden toegekend, waarbij voor de berekening van het maximale steunpercentage, vermeld in artikel 6, rekening wordt gehouden met de samengestelde steun.
Modifications
Art.8. Les dispositions relatives au cumul visé à l'article 8 du règlement général d'exemption par catégorie s'appliquent.
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut interdire le cumul d'aides pour les mêmes investissements ou frais.
Lorsqu'un projet bénéficie d'une autre aide financière d'une personne morale de droit public, une aide peut être accordée en tenant compte, pour le calcul du pourcentage maximal des aides visé à l'article 6, de l'aide cumulée.
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut interdire le cumul d'aides pour les mêmes investissements ou frais.
Lorsqu'un projet bénéficie d'une autre aide financière d'une personne morale de droit public, une aide peut être accordée en tenant compte, pour le calcul du pourcentage maximal des aides visé à l'article 6, de l'aide cumulée.
Modifications
HOOFDSTUK 4. - Procedure voor de behandeling van aanvragen en de beslissing tot steuntoekenning
CHAPITRE 4. - Procédure de traitement des demandes et décision d'octroi d'aide
Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Section 1. - Champ d'application
Art.9. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder werkdagen: de werkdagen zoals ze gelden voor de Vlaamse overheid.
Art.9. Pour l'application du présent chapitre, on entend par jours ouvrables : les jours ouvrables tels qu'applicables pour l'Autorité flamande.
Art.10. De procedure, vermeld in dit hoofdstuk, is van toepassing op de steunaanvragen, vermeld in dit besluit. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan aanvullende procedurele voorschriften opleggen.
Modifications
Art.10. La procédure visée au présent chapitre est d'application aux demandes d'aide visées au présent arrêté. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut imposer des prescriptions procédurales complémentaires.
Modifications
Afdeling 2. - Indiening van de steunaanvraag
Section 2. - Introduction de la demande d'aide
Art.11. De steunaanvragers, de steunaanvraag en de activiteiten waarvoor steun aangevraagd wordt, moeten voldoen aan de modaliteiten voor de indiening, bepaald door het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1, die publiek kenbaar gemaakt worden aan potentiële aanvragers.
Modifications
Art.11. Les demandeurs d'aide, la demande d'aide et les activités faisant l'objet de la demande d'aide doivent répondre aux modalités applicables à l'introduction, fixées par le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1, qui sont rendues publiques aux demandeurs potentiels.
Modifications
Art.12. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan voorzien in een gebundelde behandeling van aanvragen. In dat geval zal het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 de uiterste indieningsdata per werkjaar vastleggen die publiek kenbaar gemaakt worden aan potentiële aanvragers.
Modifications
Art.12. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut prévoir un traitement regroupé des demandes. Dans ce cas, le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 déterminera les dates limites d'introduction par année d'activité, qui sont rendues publiques aux demandeurs potentiels.
Modifications
Art.13. De steunaanvragers krijgen een schriftelijke ontvangstmelding binnen vijf werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag.
Art.13. Les demandeurs d'aide reçoivent un accusé de réception écrit dans les cinq jours ouvrables de la réception de la demande d'aide.
Afdeling 3. - Ontvankelijkheid
Section 3. - Recevabilité
Art.14. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 toetst de steunaanvraag aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden, vermeld in artikel 3 en 5.
Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan een steunaanvraag ook onontvankelijk verklaren op basis van een van de volgende elementen:
1° een steunaanvrager heeft onvoldoende financiële draagkracht om het project uit te voeren of te doen slagen;
2° een steunaanvrager voldoet niet aan de verplichtingen of vergunningen van de overheid;
3° een steunaanvrager heeft blijk gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige aanvragen;
4° de steunaanvraag is identiek aan een steunaanvraag die eerder onontvankelijk is verklaard of geweigerd is door het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1, uitgezonderd als de eerdere weigering het gevolg is van budgettaire beperkingen;
5° de steunaanvraag bevat niet voldoende informatie om beoordeeld te kunnen worden op basis van de beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25;
6° de aanvraag voldoet bij een prima-faciebeoordeling niet aan de minimale vereisten om in aanmerking te komen als een of meer van de steunbare projecten, vermeld in artikel 6, of aan de vereiste voor een consortium;
7° de aanvraag voldoet niet aan de modaliteiten, vermeld in artikel 11;
8° een bijdrage door een onderzoeksorganisatie in het project van de onderneming voldoet niet aan de bepalingen, vermeld in artikel 15;
9° de aanvraag voor een O&O-project of haalbaarheidsstudie voorziet voor de inbedding in een samenwerkingsverband in een samenwerking met de onderzoeksorganisaties die bij een prima-faciebeoordeling niet voldoet aan de minimale vereisten om in overeenstemming te zijn met de bepalingen van de kaderregeling.
Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan een steunaanvraag ook onontvankelijk verklaren op basis van een van de volgende elementen:
1° een steunaanvrager heeft onvoldoende financiële draagkracht om het project uit te voeren of te doen slagen;
2° een steunaanvrager voldoet niet aan de verplichtingen of vergunningen van de overheid;
3° een steunaanvrager heeft blijk gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige aanvragen;
4° de steunaanvraag is identiek aan een steunaanvraag die eerder onontvankelijk is verklaard of geweigerd is door het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1, uitgezonderd als de eerdere weigering het gevolg is van budgettaire beperkingen;
5° de steunaanvraag bevat niet voldoende informatie om beoordeeld te kunnen worden op basis van de beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25;
6° de aanvraag voldoet bij een prima-faciebeoordeling niet aan de minimale vereisten om in aanmerking te komen als een of meer van de steunbare projecten, vermeld in artikel 6, of aan de vereiste voor een consortium;
7° de aanvraag voldoet niet aan de modaliteiten, vermeld in artikel 11;
8° een bijdrage door een onderzoeksorganisatie in het project van de onderneming voldoet niet aan de bepalingen, vermeld in artikel 15;
9° de aanvraag voor een O&O-project of haalbaarheidsstudie voorziet voor de inbedding in een samenwerkingsverband in een samenwerking met de onderzoeksorganisaties die bij een prima-faciebeoordeling niet voldoet aan de minimale vereisten om in overeenstemming te zijn met de bepalingen van de kaderregeling.
Modifications
Art.14. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 vérifie si la demande d'aide répond aux conditions de recevabilité, visées aux articles 3 et 5.
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut également déclarer irrecevable une demande d'aide sur la base de l'un des éléments suivants :
1° un demandeur d'aide ne dispose pas de la capacité financière requise pour réaliser ou faire réussir le projet ;
2° un demandeur d'aide ne répond pas aux obligations ou autorisations imposées par l'autorité ;
3° un demandeur d'aide a fait preuve d'un comportement incorrect à l'occasion de demandes antérieures ;
4° la demande d'aide est identique à une demande d'aide déclarée irrecevable ou refusée antérieurement par le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1, sauf si le refus antérieur est dû à des restrictions budgétaires ;
5° la demande d'aide ne comprend pas suffisamment d'informations pour pouvoir être évaluée sur la base des dimensions d'appréciation, visées à l'article 25 ;
6° lors d'une évaluation prima facie, la demande ne répond pas aux exigences minimales pour être éligible comme un ou plusieurs projets éligibles à l'aide, visés à l'article 6, ou à l'exigence pour un consortium ;
7° la demande ne répond pas aux modalités, visées à l'article 11 ;
8° une contribution par un organisme de recherche dans le projet de l'entreprise ne répond pas aux dispositions visées à l'article 15 ;
9° la demande d'un projet R&D ou d'une étude de faisabilité prévoit l'intégration dans un partenariat dans une collaboration avec les organismes de recherche qui, lors d'une évaluation prima facie, ne répond pas aux exigences minimales pour être conformes aux dispositions du règlement cadre.
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut également déclarer irrecevable une demande d'aide sur la base de l'un des éléments suivants :
1° un demandeur d'aide ne dispose pas de la capacité financière requise pour réaliser ou faire réussir le projet ;
2° un demandeur d'aide ne répond pas aux obligations ou autorisations imposées par l'autorité ;
3° un demandeur d'aide a fait preuve d'un comportement incorrect à l'occasion de demandes antérieures ;
4° la demande d'aide est identique à une demande d'aide déclarée irrecevable ou refusée antérieurement par le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1, sauf si le refus antérieur est dû à des restrictions budgétaires ;
5° la demande d'aide ne comprend pas suffisamment d'informations pour pouvoir être évaluée sur la base des dimensions d'appréciation, visées à l'article 25 ;
6° lors d'une évaluation prima facie, la demande ne répond pas aux exigences minimales pour être éligible comme un ou plusieurs projets éligibles à l'aide, visés à l'article 6, ou à l'exigence pour un consortium ;
7° la demande ne répond pas aux modalités, visées à l'article 11 ;
8° une contribution par un organisme de recherche dans le projet de l'entreprise ne répond pas aux dispositions visées à l'article 15 ;
9° la demande d'un projet R&D ou d'une étude de faisabilité prévoit l'intégration dans un partenariat dans une collaboration avec les organismes de recherche qui, lors d'une évaluation prima facie, ne répond pas aux exigences minimales pour être conformes aux dispositions du règlement cadre.
Modifications
Art.15. Een onderneming die optreedt als begunstigde van steun, kan binnen het project dat gesteund wordt met toepassing van dit besluit, een additionele daadwerkelijke samenwerking aangaan met een onderzoeksorganisatie, waarbij de deelnemende onderneming de volledige kosten van het project draagt.
Een onderzoeksorganisatie kan naast de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, bijdragen aan de projectuitvoering via een uitbesteding van specifieke opdrachten als contractresearch en ze kan diensten leveren waarbij de onderzoeksorganisatie optreedt als opdrachtnemer. De prestaties die de onderzoeksorganisatie in dat kader verleent, worden vergoed door de begunstigde tegen een afdoende vergoeding in overeenstemming met de bepalingen van de kaderregeling als onderdeel van de projectkosten.
Een onderzoeksorganisatie kan naast de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, bijdragen aan de projectuitvoering via een uitbesteding van specifieke opdrachten als contractresearch en ze kan diensten leveren waarbij de onderzoeksorganisatie optreedt als opdrachtnemer. De prestaties die de onderzoeksorganisatie in dat kader verleent, worden vergoed door de begunstigde tegen een afdoende vergoeding in overeenstemming met de bepalingen van de kaderregeling als onderdeel van de projectkosten.
Art.15. Au sein du projet soutenu en application du présent arrêté, une entreprise qui intervient comme bénéficiaire d'une aide peut engager une collaboration effective additionnelle avec un organisme de recherche, lors de laquelle l'entreprise participante prend en charge l'ensemble des frais du projet.
Outre la possibilité visée à l'alinéa 1er, un organisme de recherche peut contribuer à l'exécution du projet par le biais d'une sous-traitance de missions spécifiques comme recherche contractuelle, et il peut fournir des services en intervenant en tant que sous-traitant. Les prestations fournies dans ce cadre par l'organisme de recherche, sont rémunérées par le bénéficiaire par une indemnité suffisante conforme aux dispositions du règlement cadre comme élément des frais du projet.
Outre la possibilité visée à l'alinéa 1er, un organisme de recherche peut contribuer à l'exécution du projet par le biais d'une sous-traitance de missions spécifiques comme recherche contractuelle, et il peut fournir des services en intervenant en tant que sous-traitant. Les prestations fournies dans ce cadre par l'organisme de recherche, sont rémunérées par le bénéficiaire par une indemnité suffisante conforme aux dispositions du règlement cadre comme élément des frais du projet.
Art.16. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 beslist binnen vijftien werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag of de steunaanvraag al dan niet ontvankelijk is.
Modifications
Art.16. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 décide de la recevabilité de la demande d'aide dans les quinze jours ouvrables après réception de la demande.
Modifications
Art.17. De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing tot onontvankelijkheid binnen twee werkdagen na de beslissing, vermeld in artikel 16.
Art.17. Le demandeur d'aide est informé par écrit de la décision d'irrecevabilité dans les deux jours ouvrables après la décision visée à l'article 16.
Afdeling 4. - Onvolledige steunaanvraag
Section 4. - Demande d'aide incomplète
Art.18. In geval van een onvolledige steunaanvraag kan het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 aan de steunaanvragers vragen de steunaanvraag te vervolledigen.
In het geval, vermeld in het eerste lid, worden de termijnen, vermeld in artikel 17 en 27, verlengd met een termijn die vastgesteld is door het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1.
De steunaanvraag wordt als onontvankelijk beschouwd als de steunaanvraag niet is vervolledigd binnen de termijn, vermeld in het tweede lid.
In het geval, vermeld in het eerste lid, worden de termijnen, vermeld in artikel 17 en 27, verlengd met een termijn die vastgesteld is door het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1.
De steunaanvraag wordt als onontvankelijk beschouwd als de steunaanvraag niet is vervolledigd binnen de termijn, vermeld in het tweede lid.
Modifications
Art.18. En cas d'une demande d'aide incomplète, le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut demander aux demandeurs d'aide de compléter la demande d'aide.
Dans le cas visé à l'alinéa 1er, les délais visés aux articles 17 et 27 sont prolongés d'un délai fixé par le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1.
La demande d'aide est considérée comme irrecevable si la demande d'aide n'est pas complétée dans le délai visé à l'alinéa 2.
Dans le cas visé à l'alinéa 1er, les délais visés aux articles 17 et 27 sont prolongés d'un délai fixé par le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1.
La demande d'aide est considérée comme irrecevable si la demande d'aide n'est pas complétée dans le délai visé à l'alinéa 2.
Modifications
Afdeling 5. - Voorafgaande preselectie
Section 5. - Présélection préalable
Art.19. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan een voorafgaande preselectie van de steunaanvragen organiseren conform de voorwaarden, vermeld in dit besluit.
In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in artikel 27, verlengd met dertig werkdagen.
In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in artikel 27, verlengd met dertig werkdagen.
Modifications
Art.19. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut organiser une présélection préalable des demandes d'aide conformément aux conditions visées au présent arrêté.
Dans le cas visé à l'alinéa 1er, le délai visé à l'article 27 est prolongé de trente jours ouvrables.
Dans le cas visé à l'alinéa 1er, le délai visé à l'article 27 est prolongé de trente jours ouvrables.
Modifications
Art.20. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 beslist of de steunaanvraag al dan niet geselecteerd wordt in de preselectie.
Modifications
Art.20. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 décide si la demande d'aide est sélectionnée ou non lors de la présélection.
Modifications
Art.21. De steunaanvragers worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de selectiebeslissing binnen vijf werkdagen na de beslissing, vermeld in artikel 20.
Art.21. Les demandeurs d'aide sont informés par écrit de la décision de sélection dans les cinq jours ouvrables après la décision visée à l'article 20.
Afdeling 6. - Evaluatie van steunaanvragen
Section 6. - Evaluation des demandes d'aide
Art.22. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 toetst de ontvankelijke steunaanvraag aan de beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25, en, in voorkomend geval, aan de elementen, vermeld in artikel 28.
Modifications
Art.22. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 vérifie si la demande d'aide recevable répond aux dimensions d'appréciation, visées à l'article 25 et, le cas échéant, aux éléments visés à l'article 28.
Modifications
Art.23. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 [2 kan een of meer deskundigen aanstellen]2 bij wie een advies ingewonnen wordt conform de beoordelingsdimensies, vermeld in artikel 25, en, in voorkomend geval, de elementen, vermeld in artikel 28.
De identiteit van de aanvrager wordt bekendgemaakt aan de externe deskundigen, tenzij de aanvrager uitdrukkelijk aangeeft dat hij wil dat de anonimiteit in acht genomen wordt ten aanzien van externe deskundigen. De aanvrager kan om redenen van vertrouwelijkheid het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 ook verzoeken om sommige elementen van de aanvraag niet voor te leggen aan de deskundigen.
De identiteit van de aanvrager wordt bekendgemaakt aan de externe deskundigen, tenzij de aanvrager uitdrukkelijk aangeeft dat hij wil dat de anonimiteit in acht genomen wordt ten aanzien van externe deskundigen. De aanvrager kan om redenen van vertrouwelijkheid het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 ook verzoeken om sommige elementen van de aanvraag niet voor te leggen aan de deskundigen.
Art.23. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 [2 peut désigner un ou plusieurs experts]2 dont l'avis est recueilli conformément aux dimensions d'appréciation visées à l'article 25 et, le cas échéant, aux éléments visés à l'article 28.
L'identité du demandeur est notifiée aux experts externes sauf si le demandeur indique explicitement qu'il souhaite que l'anonymat soit respecté vis-à-vis des experts externes. Pour des raisons de confidentialité, le demandeur peut également demander au comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 de ne pas présenter certains éléments de la demande aux experts.
L'identité du demandeur est notifiée aux experts externes sauf si le demandeur indique explicitement qu'il souhaite que l'anonymat soit respecté vis-à-vis des experts externes. Pour des raisons de confidentialité, le demandeur peut également demander au comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 de ne pas présenter certains éléments de la demande aux experts.
Art.24. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan bijkomende informatie opvragen bij de steunaanvrager.
In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in artikel 27, verlengd met een termijn die vastgesteld is door het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1.
Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist op basis van de ingediende steunaanvraag als de bijkomende informatie niet wordt verleend binnen de termijn die het heeft vastgesteld.
In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in artikel 27, verlengd met een termijn die vastgesteld is door het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1.
Het beslissingscomité bij het Hermesfonds beslist op basis van de ingediende steunaanvraag als de bijkomende informatie niet wordt verleend binnen de termijn die het heeft vastgesteld.
Modifications
Art.24. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut demander des informations supplémentaires au demandeur d'aide.
Dans le cas visé à l'alinéa 1er, le délai visé à l'article 27 est prolongé d'un délai fixé par le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1.
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 décide sur la base de la demande d'aide introduite si les informations supplémentaires ne sont pas fournies dans le délai qu'il a fixé.
Dans le cas visé à l'alinéa 1er, le délai visé à l'article 27 est prolongé d'un délai fixé par le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1.
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 décide sur la base de la demande d'aide introduite si les informations supplémentaires ne sont pas fournies dans le délai qu'il a fixé.
Modifications
Afdeling 7. - Beoordeling
Section 7. - Evaluation
Art.25. § 1. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 steunt zijn beslissing om aan een project al dan niet steun te verlenen op een tweevoudige beoordeling als vermeld in het tweede lid.
De aanvragen worden beoordeeld op basis van de beoordelingsdimensies voor steun aan bedrijfsprojecten voor O&O-projecten en haalbaarheidsstudies in het algemeen, vermeld in paragraaf 2, en ze worden ook beoordeeld op basis van de kwaliteit van het samenwerkingsverband dat ze willen aangaan, vermeld in paragraaf 3.
§ 2. De steunbaarheid als O&O-projecten en haalbaarheidsstudies in het algemeen worden beoordeeld op basis van de volgende beoordelingsdimensies:
1° de kwaliteit van de doelstellingen en de uitvoering van het project. Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld:
a) de kennissprong en de uitdagingen;
b) de relevantie en de kwaliteit van de aanpak;
c) de expertise en de middelen;
2° het valorisatiepotentieel van het project, namelijk de mogelijke economische toegevoegde waarde voor de aanvrager, die het gevolg kan zijn van de valorisatie van de onderzoeksresultaten. Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld:
a) het strategische belang voor de ondernemingen;
b) de match tussen de aanpak van de projectuitvoering en de valorisatiedoelstellingen;
c) SWOT: externe opportuniteiten en bedreigingen;
d) SWOT: interne sterke en zwakke punten van de bedrijfspartners in relatie tot het project;
3° het stimulerende karakter van steunverlening en de potentiële sociaal-economische effecten bij de valorisatie van de onderzoeksresultaten. Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld:
a) de economische hefboom: de impact op de tewerkstelling en het belang voor Vlaanderen in economische termen;
b) de verankering van de economische hefboom in Vlaanderen en de integratie in het Vlaamse innovatie-ecosysteem na het project;
c) de maatschappelijke socio-economische hefboom;
d) het trackrecord van de valorisatietrajecten en de geloofwaardigheid van de valorisatieplannen;
e) het stimulerende effect van de steun, het risicodragende karakter en het doorbraakpotentieel;
f) de samenwerking;
g) de omvang en de leeftijd van de ondernemingen.
In het eerste lid, 3°, e), wordt verstaan onder stimulerend effect van de steun: de positieve invloed van de steun op het gedrag van de ondernemingen in kwestie bij hun onderzoek en ontwikkeling, vermeld in artikel 6 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
§ 3. De kwaliteit van het samenwerkingsverband dat gerealiseerd zal worden, wordt beoordeeld op basis van de volgende beoordelingsdimensies:
1° de mate waarin de doelstellingen van het project erop gericht zijn een samenwerkingsverband aan te gaan;
2° de kwaliteit van de uitvoering van de samenwerking met aandacht voor de bijdrage aan een ruimer gemeenschappelijk doel en een goede onderlinge interactie;
3° de mate waarin de activiteiten van de onderzoeksorganisaties waarmee een samenwerkingsverband wordt aangegaan, verschillen van de horizon van een bedrijfsproject op basis van:
a) een duidelijk vernieuwende kennisopbouw met een meerwaarde ten opzichte van de state of the art en het lopende onderzoek of een risico dat beduidend hoger is dan gangbaar bij industrieel onderzoek;
b) een toepassingspotentieel dat ruimer is dan de beoogde benutting van de resultaten door het consortium van ondernemingen;
4° de overeenstemming met de bepalingen van de kaderregeling, waarbij:
a) het onderzoek, uitgevoerd door de onderzoeksorganisaties waarmee een samenwerkingsverband wordt aangegaan, niet-economische activiteiten betreft met voldoende onafhankelijkheid van de betrokken ondernemingen;
b) de onderzoeksorganisaties geen onrechtstreekse steun verlenen aan de ondernemingen.
De beoordelingsdimensies, vermeld in het eerste lid, worden beoordeeld op basis van informatie die bij de subsidieaanvraag gevoegd wordt.
De aanvragen worden beoordeeld op basis van de beoordelingsdimensies voor steun aan bedrijfsprojecten voor O&O-projecten en haalbaarheidsstudies in het algemeen, vermeld in paragraaf 2, en ze worden ook beoordeeld op basis van de kwaliteit van het samenwerkingsverband dat ze willen aangaan, vermeld in paragraaf 3.
§ 2. De steunbaarheid als O&O-projecten en haalbaarheidsstudies in het algemeen worden beoordeeld op basis van de volgende beoordelingsdimensies:
1° de kwaliteit van de doelstellingen en de uitvoering van het project. Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld:
a) de kennissprong en de uitdagingen;
b) de relevantie en de kwaliteit van de aanpak;
c) de expertise en de middelen;
2° het valorisatiepotentieel van het project, namelijk de mogelijke economische toegevoegde waarde voor de aanvrager, die het gevolg kan zijn van de valorisatie van de onderzoeksresultaten. Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld:
a) het strategische belang voor de ondernemingen;
b) de match tussen de aanpak van de projectuitvoering en de valorisatiedoelstellingen;
c) SWOT: externe opportuniteiten en bedreigingen;
d) SWOT: interne sterke en zwakke punten van de bedrijfspartners in relatie tot het project;
3° het stimulerende karakter van steunverlening en de potentiële sociaal-economische effecten bij de valorisatie van de onderzoeksresultaten. Vooral de volgende aspecten worden daarbij beoordeeld:
a) de economische hefboom: de impact op de tewerkstelling en het belang voor Vlaanderen in economische termen;
b) de verankering van de economische hefboom in Vlaanderen en de integratie in het Vlaamse innovatie-ecosysteem na het project;
c) de maatschappelijke socio-economische hefboom;
d) het trackrecord van de valorisatietrajecten en de geloofwaardigheid van de valorisatieplannen;
e) het stimulerende effect van de steun, het risicodragende karakter en het doorbraakpotentieel;
f) de samenwerking;
g) de omvang en de leeftijd van de ondernemingen.
In het eerste lid, 3°, e), wordt verstaan onder stimulerend effect van de steun: de positieve invloed van de steun op het gedrag van de ondernemingen in kwestie bij hun onderzoek en ontwikkeling, vermeld in artikel 6 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
§ 3. De kwaliteit van het samenwerkingsverband dat gerealiseerd zal worden, wordt beoordeeld op basis van de volgende beoordelingsdimensies:
1° de mate waarin de doelstellingen van het project erop gericht zijn een samenwerkingsverband aan te gaan;
2° de kwaliteit van de uitvoering van de samenwerking met aandacht voor de bijdrage aan een ruimer gemeenschappelijk doel en een goede onderlinge interactie;
3° de mate waarin de activiteiten van de onderzoeksorganisaties waarmee een samenwerkingsverband wordt aangegaan, verschillen van de horizon van een bedrijfsproject op basis van:
a) een duidelijk vernieuwende kennisopbouw met een meerwaarde ten opzichte van de state of the art en het lopende onderzoek of een risico dat beduidend hoger is dan gangbaar bij industrieel onderzoek;
b) een toepassingspotentieel dat ruimer is dan de beoogde benutting van de resultaten door het consortium van ondernemingen;
4° de overeenstemming met de bepalingen van de kaderregeling, waarbij:
a) het onderzoek, uitgevoerd door de onderzoeksorganisaties waarmee een samenwerkingsverband wordt aangegaan, niet-economische activiteiten betreft met voldoende onafhankelijkheid van de betrokken ondernemingen;
b) de onderzoeksorganisaties geen onrechtstreekse steun verlenen aan de ondernemingen.
De beoordelingsdimensies, vermeld in het eerste lid, worden beoordeeld op basis van informatie die bij de subsidieaanvraag gevoegd wordt.
Modifications
Art.25. § 1er. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 fonde sa décision d'octroi ou non d'une aide à un projet sur une double évaluation telle que visée à l'alinéa 2.
Les demandes sont évaluées sur la base des dimensions d'appréciation pour l'aide aux projets d'entreprise pour des projets R&D et des études de faisabilité en général, visés au paragraphe 2, et elles sont également évaluées sur la base de la qualité du partenariat qu'ils souhaitent conclure, visé au paragraphe 3.
§ 2. L'éligibilité à l'aide comme projets R&D et études de faisabilité en général, est évaluée sur la base des dimensions d'appréciation suivantes :
1° la qualité des objectifs et l'exécution du projet. Les aspects suivants seront principalement évalués :
a) le saut de connaissances et les défis ;
b) la pertinence et la qualité de l'approche ;
c) l'expertise et les moyens ;
2° le potentiel de valorisation du projet, notamment la valeur ajoutée économique éventuelle pour le demandeur pouvant résulter de la valorisation des résultats de recherche. Les aspects suivants seront principalement évalués :
a) l'intérêt stratégique pour les entreprises ;
b) la correspondance entre l'approche de l'exécution du projet et les objectifs de valorisation ;
c) SWOT : opportunités et menaces externes ;
d) SWOT : forces et faiblesses internes des partenaires de l'entreprise en relation avec le projet ;
3° le caractère incitatif de l'octroi d'aide et ses effets socio-économiques potentiels lors de la valorisation des résultats de recherche. Les aspects suivants seront principalement évalués :
a) le levier économique : l'impact sur l'emploi et l'importance pour la Flandre en termes économiques ;
b) l'ancrage du levier économique en Flandre et l'intégration dans l'écosystème innovateur flamand après le projet ;
c) le levier socio-économique sociétal ;
d) les références des parcours de valorisation et la crédibilité des plans de valorisation ;
e) l'effet incitatif de l'aide, le caractère risqué et le potentiel de percées ;
f) la collaboration ;
g) l'ampleur et l'âge des entreprises.
Dans l'alinéa 1er, 3°, e), on entend par effet incitatif de l'aide : l'influence positive de l'aide sur le comportement des entreprises en question dans leur recherche et développement, visé à l'article 6 du règlement général d'exemption par catégorie.
§ 3. La qualité du partenariat qui sera réalisé, est évaluée sur la base des dimensions d'appréciation suivantes :
1° la mesure dans laquelle les objectifs du projet sont axés sur la conclusion d'un partenariat ;
2° la qualité de l'exécution de la collaboration, en portant une attention à la contribution à un objectif commun plus large et une bonne interaction réciproque ;
3° la mesure dans laquelle les activités des organismes de recherche avec lesquels un partenariat est conclu, diffèrent de l'horizon d'un projet d'entreprise sur la base de :
a) une acquisition de connaissances clairement innovatrice, qui offre une plus-value par rapport au " state of the art " et à la recherche en cours, ou un risque significativement plus important que la recherche industrielle courante ;
b) un potentiel d'application plus large que l'utilisation envisagée des résultats par le consortium d'entreprises ;
4° la conformité avec les dispositions du règlement cadre, où :
a) la recherche, effectuée par les organismes de recherche avec lesquels un partenariat est conclu, concerne des activités non économiques avec une indépendance suffisante des entreprises concernées ;
b) les organismes de recherche n'octroient pas d'aide indirecte aux entreprises.
Les dimensions d'appréciation, visées à l'alinéa 1er, sont évaluées sur la base des informations jointes à la demande de subvention.
Les demandes sont évaluées sur la base des dimensions d'appréciation pour l'aide aux projets d'entreprise pour des projets R&D et des études de faisabilité en général, visés au paragraphe 2, et elles sont également évaluées sur la base de la qualité du partenariat qu'ils souhaitent conclure, visé au paragraphe 3.
§ 2. L'éligibilité à l'aide comme projets R&D et études de faisabilité en général, est évaluée sur la base des dimensions d'appréciation suivantes :
1° la qualité des objectifs et l'exécution du projet. Les aspects suivants seront principalement évalués :
a) le saut de connaissances et les défis ;
b) la pertinence et la qualité de l'approche ;
c) l'expertise et les moyens ;
2° le potentiel de valorisation du projet, notamment la valeur ajoutée économique éventuelle pour le demandeur pouvant résulter de la valorisation des résultats de recherche. Les aspects suivants seront principalement évalués :
a) l'intérêt stratégique pour les entreprises ;
b) la correspondance entre l'approche de l'exécution du projet et les objectifs de valorisation ;
c) SWOT : opportunités et menaces externes ;
d) SWOT : forces et faiblesses internes des partenaires de l'entreprise en relation avec le projet ;
3° le caractère incitatif de l'octroi d'aide et ses effets socio-économiques potentiels lors de la valorisation des résultats de recherche. Les aspects suivants seront principalement évalués :
a) le levier économique : l'impact sur l'emploi et l'importance pour la Flandre en termes économiques ;
b) l'ancrage du levier économique en Flandre et l'intégration dans l'écosystème innovateur flamand après le projet ;
c) le levier socio-économique sociétal ;
d) les références des parcours de valorisation et la crédibilité des plans de valorisation ;
e) l'effet incitatif de l'aide, le caractère risqué et le potentiel de percées ;
f) la collaboration ;
g) l'ampleur et l'âge des entreprises.
Dans l'alinéa 1er, 3°, e), on entend par effet incitatif de l'aide : l'influence positive de l'aide sur le comportement des entreprises en question dans leur recherche et développement, visé à l'article 6 du règlement général d'exemption par catégorie.
§ 3. La qualité du partenariat qui sera réalisé, est évaluée sur la base des dimensions d'appréciation suivantes :
1° la mesure dans laquelle les objectifs du projet sont axés sur la conclusion d'un partenariat ;
2° la qualité de l'exécution de la collaboration, en portant une attention à la contribution à un objectif commun plus large et une bonne interaction réciproque ;
3° la mesure dans laquelle les activités des organismes de recherche avec lesquels un partenariat est conclu, diffèrent de l'horizon d'un projet d'entreprise sur la base de :
a) une acquisition de connaissances clairement innovatrice, qui offre une plus-value par rapport au " state of the art " et à la recherche en cours, ou un risque significativement plus important que la recherche industrielle courante ;
b) un potentiel d'application plus large que l'utilisation envisagée des résultats par le consortium d'entreprises ;
4° la conformité avec les dispositions du règlement cadre, où :
a) la recherche, effectuée par les organismes de recherche avec lesquels un partenariat est conclu, concerne des activités non économiques avec une indépendance suffisante des entreprises concernées ;
b) les organismes de recherche n'octroient pas d'aide indirecte aux entreprises.
Les dimensions d'appréciation, visées à l'alinéa 1er, sont évaluées sur la base des informations jointes à la demande de subvention.
Modifications
Art.26. § 1. Het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 staat in voor de verdere invulling en verfijning van de criteria, vermeld in artikel 25.
Het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 bepaalt binnen de perken van de begrotingskredieten en de algemene beleidsprioriteiten van de politieke overheid, zoals vastgelegd door de Vlaamse Regering, de selectiemechanismen voor de beoordeling van de projecten. Daarbij wordt op basis van een appreciatie voor elk van de criteria een algemene score of appreciatie gegeven en wordt elk jaar op basis van de beschikbare begroting en de verwachte instroom een drempelwaarde bepaald waaraan een project minimaal moet voldoen om steun te krijgen, die algemeen voor alle aanvragen geldt.
Als de budgettaire mogelijkheden in verhouding tot het volume aanvragen ongewenste verdringingseffecten veroorzaken, kan het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 jaarlijks een maximaal steunvolume per onderneming opleggen.
§ 2. Het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 zal bij de nadere invulling van zijn opdracht ook rekening houden met de algemene en specifieke beleidslijnen van de Vlaamse Regering, vermeld in de afspraken tussen het Agentschap Innoveren en Ondernemen en de Vlaamse minister, bevoegd voor het technologisch innovatiebeleid, [1 ...]1 of met concrete verzoeken van de Vlaamse Regering aan het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 om initiatieven te ontwikkelen voor een specifiek programma of voor een specifiek accent binnen de algemene bedrijfssteun.
In het eerste lid wordt verstaan onder Agentschap Innoveren en Ondernemen: het agentschap dat opgericht is bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het technologisch innovatiebeleid, maakt de nodige afspraken met het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 voor de nadere invulling van de opdracht.
Het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 bepaalt binnen de perken van de begrotingskredieten en de algemene beleidsprioriteiten van de politieke overheid, zoals vastgelegd door de Vlaamse Regering, de selectiemechanismen voor de beoordeling van de projecten. Daarbij wordt op basis van een appreciatie voor elk van de criteria een algemene score of appreciatie gegeven en wordt elk jaar op basis van de beschikbare begroting en de verwachte instroom een drempelwaarde bepaald waaraan een project minimaal moet voldoen om steun te krijgen, die algemeen voor alle aanvragen geldt.
Als de budgettaire mogelijkheden in verhouding tot het volume aanvragen ongewenste verdringingseffecten veroorzaken, kan het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 jaarlijks een maximaal steunvolume per onderneming opleggen.
§ 2. Het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 zal bij de nadere invulling van zijn opdracht ook rekening houden met de algemene en specifieke beleidslijnen van de Vlaamse Regering, vermeld in de afspraken tussen het Agentschap Innoveren en Ondernemen en de Vlaamse minister, bevoegd voor het technologisch innovatiebeleid, [1 ...]1 of met concrete verzoeken van de Vlaamse Regering aan het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 om initiatieven te ontwikkelen voor een specifiek programma of voor een specifiek accent binnen de algemene bedrijfssteun.
In het eerste lid wordt verstaan onder Agentschap Innoveren en Ondernemen: het agentschap dat opgericht is bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het technologisch innovatiebeleid, maakt de nodige afspraken met het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 voor de nadere invulling van de opdracht.
Art.26. § 1er. Le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 assure la concrétisation et le raffinement ultérieurs des critères visés à l'article 25.
Le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 détermine, dans les limites des crédits budgétaires et les lignes politiques générales des autorités politiques, telles que définies par le Gouvernement flamand, les mécanismes de sélection pour l'évaluation des projets. Sur la base d'une appréciation pour chacun des critères, un score général ou une appréciation est donné(e) et en fonction du budget disponible et de l'influx attendu, une valeur seuil est fixée annuellement à laquelle un projet doit répondre au minimum afin d'obtenir une aide, et qui s'applique à toutes les demandes.
Si les possibilités budgétaires par rapport au volume de demandes causent des effets d'éviction indésirables, le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 peut imposer annuellement un volume d'aide maximal par entreprise.
§ 2. Lors de la concrétisation de sa mission, le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 tiendra également compte des orientations générales et spécifiques du Gouvernement flamand, visées aux accords entre l'Agence de l'Innovation et de l'Entrepreneuriat et le Ministre flamand ayant la politique d'innovation technologique dans ses attributions, [1 ...]1 ou des demandes concrètes du Gouvernement flamand au comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 pour développer des initiatives pour un programme spécifique ou un accent spécifique au sein des aides aux entreprises générales.
Dans l'alinéa 1er on entend par " Agentschap Innoveren en Ondernemen " : l'agence créée par l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 octobre 2005 relatif à l'" Agentschap Innoveren en Ondernemen " .
Le Ministre flamand chargé de la politique d'innovation technologique prend les engagements nécessaires avec le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 pour la réalisation de la mission.
Le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 détermine, dans les limites des crédits budgétaires et les lignes politiques générales des autorités politiques, telles que définies par le Gouvernement flamand, les mécanismes de sélection pour l'évaluation des projets. Sur la base d'une appréciation pour chacun des critères, un score général ou une appréciation est donné(e) et en fonction du budget disponible et de l'influx attendu, une valeur seuil est fixée annuellement à laquelle un projet doit répondre au minimum afin d'obtenir une aide, et qui s'applique à toutes les demandes.
Si les possibilités budgétaires par rapport au volume de demandes causent des effets d'éviction indésirables, le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 peut imposer annuellement un volume d'aide maximal par entreprise.
§ 2. Lors de la concrétisation de sa mission, le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 tiendra également compte des orientations générales et spécifiques du Gouvernement flamand, visées aux accords entre l'Agence de l'Innovation et de l'Entrepreneuriat et le Ministre flamand ayant la politique d'innovation technologique dans ses attributions, [1 ...]1 ou des demandes concrètes du Gouvernement flamand au comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 pour développer des initiatives pour un programme spécifique ou un accent spécifique au sein des aides aux entreprises générales.
Dans l'alinéa 1er on entend par " Agentschap Innoveren en Ondernemen " : l'agence créée par l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 octobre 2005 relatif à l'" Agentschap Innoveren en Ondernemen " .
Le Ministre flamand chargé de la politique d'innovation technologique prend les engagements nécessaires avec le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 pour la réalisation de la mission.
Afdeling 8. - Beslissing tot steuntoekenning
Section 8. - Décision d'octroi d'aide
Art.27. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 beslist binnen negentig werkdagen na de ontvangst van de steunaanvraag, onverminderd de verlenging, vermeld in artikel 18, tweede lid, artikel 19, tweede lid, en artikel 24, tweede lid, of de steunaanvraag voldoet aan de beoordelingsvoorwaarden, vermeld in artikel 25, en verleent in voorkomend geval steun conform de voorwaarden, vermeld in dit besluit.
Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan de steunverlening afhankelijk maken van bijkomende concrete voorwaarden die het oplegt, zodat een project bij de uitvoering voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
[2 Als de steunaanvrager een openstaande en niet in het kader van een gerechtelijke procedure betwiste schuld heeft bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen, of het Fonds voor Innoveren en Ondernemen, vermeld in artikel 41, § 1, van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002, wordt de uitbetaling opgeschort tot het teruggevorderde bedrag is terugbetaald of de procedure tot terugvordering is afgelopen.]2
Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan de steunverlening afhankelijk maken van bijkomende concrete voorwaarden die het oplegt, zodat een project bij de uitvoering voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
[2 Als de steunaanvrager een openstaande en niet in het kader van een gerechtelijke procedure betwiste schuld heeft bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen, of het Fonds voor Innoveren en Ondernemen, vermeld in artikel 41, § 1, van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002, wordt de uitbetaling opgeschort tot het teruggevorderde bedrag is terugbetaald of de procedure tot terugvordering is afgelopen.]2
Art.27. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 décide, dans les nonante jours ouvrables suivant la réception de la demande d'aide, sans préjudice de la prolongation visée aux articles 18, alinéa 2, 19, alinéa 2, et 24, alinéa 2, si la demande d'aide répond aux conditions d'appréciation, visées à l'article 25, et accorde, le cas échéant, une aide conforme aux conditions visées au présent arrêté.
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut subordonner l'octroi d'aide à des conditions concrètes supplémentaires qu'il impose de sorte qu'un projet, lors de sa réalisation, soit conforme aux dispositions du présent arrêté.
[2 Si le demandeur d'aide a une dette impayée et non contestée dans le cadre d'une procédure judiciaire à l'égard de l'Agence de l'Innovation et de l'Entrepreneuriat, créée par l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 octobre 2005 relatif à l' " Agentschap Innoveren en Ondernemen ", ou du Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat, visé à l'article 41, § 1er, du décret du 21 décembre 2001 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 2002, le paiement est suspendu jusqu'à ce que le montant récupéré ait été remboursé ou que la procédure de récupération soit terminée.]2
Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut subordonner l'octroi d'aide à des conditions concrètes supplémentaires qu'il impose de sorte qu'un projet, lors de sa réalisation, soit conforme aux dispositions du présent arrêté.
[2 Si le demandeur d'aide a une dette impayée et non contestée dans le cadre d'une procédure judiciaire à l'égard de l'Agence de l'Innovation et de l'Entrepreneuriat, créée par l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 octobre 2005 relatif à l' " Agentschap Innoveren en Ondernemen ", ou du Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat, visé à l'article 41, § 1er, du décret du 21 décembre 2001 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 2002, le paiement est suspendu jusqu'à ce que le montant récupéré ait été remboursé ou que la procédure de récupération soit terminée.]2
Art.28. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan een negatieve beslissing nemen of extra voorwaarden stellen op basis van een of meer van de volgende elementen:
1° een steunaanvrager heeft onvoldoende financiële draagkracht om het project uit te voeren of te doen slagen;
2° een steunaanvrager voldoet niet aan de overige verplichtingen van de overheid of beschikt niet over de noodzakelijke vergunningen;
3° een steunaanvrager heeft blijk gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige aanvragen, onder meer met betrekking tot de informatieverstrekking, de inhoudelijke en financiële verplichtingen of de verslaggeving;
4° de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde overheid ontbreekt voor een steunaanvraag met militaire affiniteit of voor een steunaanvraag die projectresultaten beoogt of kan beogen voor militaire doeleinden;
5° de aanvraag voldoet na een evaluatie ten gronde niet aan de vereisten om steun toe te kennen aan een project conform artikel 6;
6° er is onvoldoende garantie voor de financiering van het project, die uitgevoerd zal worden door onderzoeksorganisaties, waarmee het consortium van ondernemingen een samenwerkingsverband aangaat.
Als een steunaanvraag beantwoordt aan de indieningsvoorwaarden van andere lopende steunmaatregelen, kan het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 beslissen om het project binnen dat specifieke kader te behandelen, zonder dat een nieuwe aanvraag hoeft te worden ingediend.
1° een steunaanvrager heeft onvoldoende financiële draagkracht om het project uit te voeren of te doen slagen;
2° een steunaanvrager voldoet niet aan de overige verplichtingen van de overheid of beschikt niet over de noodzakelijke vergunningen;
3° een steunaanvrager heeft blijk gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige aanvragen, onder meer met betrekking tot de informatieverstrekking, de inhoudelijke en financiële verplichtingen of de verslaggeving;
4° de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde overheid ontbreekt voor een steunaanvraag met militaire affiniteit of voor een steunaanvraag die projectresultaten beoogt of kan beogen voor militaire doeleinden;
5° de aanvraag voldoet na een evaluatie ten gronde niet aan de vereisten om steun toe te kennen aan een project conform artikel 6;
6° er is onvoldoende garantie voor de financiering van het project, die uitgevoerd zal worden door onderzoeksorganisaties, waarmee het consortium van ondernemingen een samenwerkingsverband aangaat.
Als een steunaanvraag beantwoordt aan de indieningsvoorwaarden van andere lopende steunmaatregelen, kan het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 beslissen om het project binnen dat specifieke kader te behandelen, zonder dat een nieuwe aanvraag hoeft te worden ingediend.
Modifications
Art.28. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut prendre une décision négative ou poser des conditions supplémentaires sur la base d'un ou de plusieurs des éléments suivants :
1° un demandeur d'aide ne dispose pas de la capacité financière requise pour réaliser ou faire réussir le projet ;
2° un demandeur d'aide ne répond pas aux autres obligations de l'autorité ou ne dispose pas des autorisations nécessaires ;
3° un demandeur d'aide a fait preuve d'un comportement incorrect à l'occasion de demandes antérieures, entre autres en matière de fourniture d'informations, d'obligations financières et de fond ou de rapportage ;
4° l'autorité compétente n'a pas donné son consentement exprès à une demande d'aide ayant une affinité avec l'environnement militaire ou une demande d'aide qui vise ou peut viser des résultats de projet à des fins militaires ;
5° après une évaluation sur le fond, la demande ne répond pas aux exigences d'octroi d'une aide à un projet conformément à l'article 6 ;
6° il n'y a pas de garanties suffisantes pour le financement du projet, qui sera réalisé par des organismes de recherche avec lesquels le consortium d'entreprises conclut un partenariat.
Si une demande d'aide répond aux conditions de dépôt d'autres mesures d'aide courantes, le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut décider de traiter le projet dans ce cadre spécifique sans que le demandeur doive soumettre une nouvelle demande.
1° un demandeur d'aide ne dispose pas de la capacité financière requise pour réaliser ou faire réussir le projet ;
2° un demandeur d'aide ne répond pas aux autres obligations de l'autorité ou ne dispose pas des autorisations nécessaires ;
3° un demandeur d'aide a fait preuve d'un comportement incorrect à l'occasion de demandes antérieures, entre autres en matière de fourniture d'informations, d'obligations financières et de fond ou de rapportage ;
4° l'autorité compétente n'a pas donné son consentement exprès à une demande d'aide ayant une affinité avec l'environnement militaire ou une demande d'aide qui vise ou peut viser des résultats de projet à des fins militaires ;
5° après une évaluation sur le fond, la demande ne répond pas aux exigences d'octroi d'une aide à un projet conformément à l'article 6 ;
6° il n'y a pas de garanties suffisantes pour le financement du projet, qui sera réalisé par des organismes de recherche avec lesquels le consortium d'entreprises conclut un partenariat.
Si une demande d'aide répond aux conditions de dépôt d'autres mesures d'aide courantes, le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut décider de traiter le projet dans ce cadre spécifique sans que le demandeur doive soumettre une nouvelle demande.
Modifications
Art.29. De steunaanvragers worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de steunbeslissing, binnen vijf werkdagen na de beslissing, vermeld in artikel 27.
Art.29. Les demandeurs d'aide sont informés par écrit de la décision d'aide dans les cinq jours ouvrables après la décision visée à l'article 27.
Art.30. De startdatum van het project kan nooit vroeger zijn dan de datum van de ontvangst van de steunaanvraag.
Art.30. La date de début du projet ne peut jamais être antérieure à la date de réception de la demande d'aide.
Art.31. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 sluit een steunovereenkomst met de steunaanvrager conform de voorwaarden, vermeld in dit besluit, volgens een typeovereenkomst die het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 goedgekeurd heeft.
Modifications
Art.31. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 conclut une convention d'aide avec le demandeur d'aide conformément aux conditions visées au présent arrêté et suivant une convention type approuvée par le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1.
Modifications
HOOFDSTUK 5. - Opvolging van steundossiers
CHAPITRE 5. - Suivi des dossiers d'aide
Art.32. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden en de aanwending van de steun door de begunstigden van de steun die krachtens dit besluit wordt toegekend.
Modifications
Art.32. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 assure le contrôle du respect des conditions et de l'utilisation de l'aide par les bénéficiaires de l'aide qui est octroyée en vertu du présent arrêté.
Modifications
Art.33. De begunstigde van de steun brengt op geregelde tijdstippen en telkens als het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 daarom verzoekt, schriftelijk verslag uit aan het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 over de vordering van het project en de aanwending van de steun. Na afloop van het project maakt hij een eindverslag op.
De begunstigde van de steun brengt het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 onmiddellijk en schriftelijk op de hoogte van elke gebeurtenis of omstandigheid die een impact heeft of kan hebben op de ononderbroken en zorgvuldige uitvoering van het gesteunde project.
De begunstigde van de steun brengt het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 onmiddellijk en schriftelijk op de hoogte van elke gebeurtenis of omstandigheid die een impact heeft of kan hebben op de ononderbroken en zorgvuldige uitvoering van het gesteunde project.
Modifications
Art.33. Le bénéficiaire de l'aide émet, à des intervalles réguliers et chaque fois que le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 le demande, un rapport écrit au comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 sur l'état d'avancement du projet et l'affectation de l'aide. A l'issue du projet, il rédige un rapport final.
Le bénéficiaire de l'aide informe immédiatement et par écrit le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 de tout événement ou toute circonstance ayant ou pouvant avoir un impact sur la réalisation ininterrompue et précise du projet bénéficiaire de l'aide.
Le bénéficiaire de l'aide informe immédiatement et par écrit le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 de tout événement ou toute circonstance ayant ou pouvant avoir un impact sur la réalisation ininterrompue et précise du projet bénéficiaire de l'aide.
Modifications
Art.34. Als de voorwaarden, vermeld in het decreet van 21 december 2001, de voorwaarden, vermeld in dit besluit, de voorwaarden, vermeld in de steunbeslissing of in de steunovereenkomst, vermeld in artikel 31 van dit besluit, niet worden nageleefd, kan het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 de volgende maatregelen treffen:
1° de steunaanvragers in gebreke stellen;
2° de uitbetaling van de steun opschorten voor alle projecten waaraan steun is toegekend door het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1;
3° de steun niet uitbetalen;
4° de steun herzien;
5° bijkomende voorwaarden opleggen.
1° de steunaanvragers in gebreke stellen;
2° de uitbetaling van de steun opschorten voor alle projecten waaraan steun is toegekend door het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1;
3° de steun niet uitbetalen;
4° de steun herzien;
5° bijkomende voorwaarden opleggen.
Modifications
Art.34. Si les conditions visées au décret du 21 décembre 2001, les conditions visées au présent arrêté, les conditions visées à la décision d'aide ou à la convention d'aide au sens de l'article 31 du présent arrêté ne sont pas respectées, le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut prendre les mesures suivantes :
1° mettre en demeure les demandeurs d'aide ;
2° suspendre le paiement de l'aide pour tous les projets auxquels l'aide est accordée par le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 ;
3° ne pas payer l'aide ;
4° revoir l'aide ;
5° imposer des conditions supplémentaires.
1° mettre en demeure les demandeurs d'aide ;
2° suspendre le paiement de l'aide pour tous les projets auxquels l'aide est accordée par le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 ;
3° ne pas payer l'aide ;
4° revoir l'aide ;
5° imposer des conditions supplémentaires.
Modifications
Art.35. Het beslissingscomité bij het [2 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]2 vordert de steun terug [3 ...]3, met behoud van de toepassing van de bepalingen in de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, [1 hoofdstuk 8 van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019]1 en de wet van 7 juni 1994 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen van elke aard, die geheel of gedeeltelijk ten laste zijn van de Staat als:
1° de voorwaarden, vermeld in artikel 41ter, § 2, van het decreet van 21 december 2001, de voorwaarden, vermeld in dit besluit, de voorwaarden, vermeld in de steunbeslissing of in de steunovereenkomst, vermeld in artikel 31 van dit besluit, gedurende de duur van de steunovereenkomst niet worden nageleefd;
2° de wettelijke informatie- en raadplegingsprocedures bij collectief ontslag binnen vijf jaar na de beëindiging van het project niet worden nageleefd;
3° de subsidiebegunstigde nalaat gefactureerde en opeisbare financiële verplichtingen ten aanzien van een onderzoeksorganisatie te voldoen.
In geval van terugvordering wordt de Europese referentierentevoet voor de terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun toegepast, die geldt op het moment van de steuntoekenning, vanaf het tijdstip van de eerste ingebrekestelling.
1° de voorwaarden, vermeld in artikel 41ter, § 2, van het decreet van 21 december 2001, de voorwaarden, vermeld in dit besluit, de voorwaarden, vermeld in de steunbeslissing of in de steunovereenkomst, vermeld in artikel 31 van dit besluit, gedurende de duur van de steunovereenkomst niet worden nageleefd;
2° de wettelijke informatie- en raadplegingsprocedures bij collectief ontslag binnen vijf jaar na de beëindiging van het project niet worden nageleefd;
3° de subsidiebegunstigde nalaat gefactureerde en opeisbare financiële verplichtingen ten aanzien van een onderzoeksorganisatie te voldoen.
In geval van terugvordering wordt de Europese referentierentevoet voor de terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun toegepast, die geldt op het moment van de steuntoekenning, vanaf het tijdstip van de eerste ingebrekestelling.
Art.35. Le comité de décision auprès du [2 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]2 récupère l'aide[3 ...]3, sans préjudice de l'application des dispositions de la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables aux budgets, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et des régions, ainsi qu'à l'organisation du contrôle de la Cour des comptes, [1 du chapitre 8 du Code flamand des Finances publiques du 29 mars 2019]1 et de la loi du 7 juin 1994 modifiant l'arrêté royal du 31 mai 1933 concernant les déclarations à faire en matière de subventions, indemnités et allocations de toute nature, qui sont, en tout ou en partie, à charge de l'Etat, lorsque :
1° les conditions visées à l'article 41ter, § 2, du décret du 21 décembre 2001, les conditions visées au présent arrêté, les conditions visées à la décision d'aide ou à la convention d'aide au sens de l'article 31 du présent arrêté ne sont pas respectées pendant la durée de la convention d'aide ;
2° les procédures légales d'information et de consultation en cas de licenciement collectif dans les cinq ans de la fin du projet ne sont pas respectées ;
3° le bénéficiaire de l'aide ne respecte pas les obligations financières facturées et exigibles vis-à-vis d'un organisme de recherche.
En cas de recouvrement, le taux d'intérêt de référence européen pour la récupération des aides publiques accordées indûment, en vigueur au moment de l'octroi d'aide, sera appliqué à partir du moment de la première mise en demeure.
1° les conditions visées à l'article 41ter, § 2, du décret du 21 décembre 2001, les conditions visées au présent arrêté, les conditions visées à la décision d'aide ou à la convention d'aide au sens de l'article 31 du présent arrêté ne sont pas respectées pendant la durée de la convention d'aide ;
2° les procédures légales d'information et de consultation en cas de licenciement collectif dans les cinq ans de la fin du projet ne sont pas respectées ;
3° le bénéficiaire de l'aide ne respecte pas les obligations financières facturées et exigibles vis-à-vis d'un organisme de recherche.
En cas de recouvrement, le taux d'intérêt de référence européen pour la récupération des aides publiques accordées indûment, en vigueur au moment de l'octroi d'aide, sera appliqué à partir du moment de la première mise en demeure.
HOOFDSTUK 6. - Georganiseerd beroep
CHAPITRE 6. - Recours organisé
Art.36. De steunaanvragers of de begunstigden van steun kunnen beroep aantekenen bij het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 tegen de volgende beslissingen:
1° de beslissing van onontvankelijkheid;
2° de beslissing tot weigering van de selectie van de steunaanvraag;
3° de beslissing tot weigering van de toekenning van de steun;
4° de beslissing tot ingebrekestelling;
5° de beslissing tot herziening van de steun;
[2 5° /1 de beslissing tot niet-aanvaarding van de melding door de begunstigde van niet-terugbetaling van de steun die wordt toegekend als terugbetaalbare voorschotten;]2
6° de beslissing tot terugvordering van steun.
Het georganiseerd beroep is niet mogelijk als het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 beslist tot ingebrekestelling, herziening of terugvordering van de steun op grond van feiten die direct eenvoudig vastgesteld kunnen worden. Het betreft het niet-tijdig indienen van de verslaggeving of het niet-tijdig storten van de betalingen aan een onderzoeksorganisatie, vermeld in artikelen 28 en 33.
1° de beslissing van onontvankelijkheid;
2° de beslissing tot weigering van de selectie van de steunaanvraag;
3° de beslissing tot weigering van de toekenning van de steun;
4° de beslissing tot ingebrekestelling;
5° de beslissing tot herziening van de steun;
[2 5° /1 de beslissing tot niet-aanvaarding van de melding door de begunstigde van niet-terugbetaling van de steun die wordt toegekend als terugbetaalbare voorschotten;]2
6° de beslissing tot terugvordering van steun.
Het georganiseerd beroep is niet mogelijk als het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 beslist tot ingebrekestelling, herziening of terugvordering van de steun op grond van feiten die direct eenvoudig vastgesteld kunnen worden. Het betreft het niet-tijdig indienen van de verslaggeving of het niet-tijdig storten van de betalingen aan een onderzoeksorganisatie, vermeld in artikelen 28 en 33.
Art.36. Les demandeurs d'aide ou les bénéficiaires de l'aide peuvent introduire un recours devant le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 contre les décisions suivantes :
1° la décision d'irrecevabilité ;
2° la décision de refus de sélection de la demande d'aide ;
3° la décision de refus de l'octroi de l'aide ;
4° la décision de mise en demeure ;
5° la décision de révision de l'aide ;
[2 5° /1 la décision de non-acceptation de la notification par le bénéficiaire du non-remboursement de l'aide accordée sous forme d'avances récupérables ;]2
6° la décision de recouvrement de l'aide.
Le recours organisé n'est pas possible lorsque le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 prononce la mise en demeure, la révision ou la récupération de l'aide sur la base de faits qui peuvent être constatés de façon simple et directe. Il s'agit de la soumission tardive des rapports ou du versement tardif des paiements à un organisme de recherche visé aux articles 28 et 33.
1° la décision d'irrecevabilité ;
2° la décision de refus de sélection de la demande d'aide ;
3° la décision de refus de l'octroi de l'aide ;
4° la décision de mise en demeure ;
5° la décision de révision de l'aide ;
[2 5° /1 la décision de non-acceptation de la notification par le bénéficiaire du non-remboursement de l'aide accordée sous forme d'avances récupérables ;]2
6° la décision de recouvrement de l'aide.
Le recours organisé n'est pas possible lorsque le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 prononce la mise en demeure, la révision ou la récupération de l'aide sur la base de faits qui peuvent être constatés de façon simple et directe. Il s'agit de la soumission tardive des rapports ou du versement tardif des paiements à un organisme de recherche visé aux articles 28 et 33.
Art.37. Het beroep wordt schriftelijk ingediend binnen een termijn van dertig werkdagen na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in artikel 36, eerste lid.
Art.37. Le recours est introduit par écrit dans un délai de trente jours ouvrables après la notification de la décision, visée à l'article 36, alinéa 1er.
Art.38. De verzoekers in beroep krijgen een schriftelijke ontvangstmelding binnen vijf werkdagen na de ontvangst van het beroep.
Art.38. Les requérants en recours reçoivent un accusé de réception écrit dans les cinq jours ouvrables de la réception du recours.
Art.39. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 beslist over het beroep binnen zestig werkdagen na de ontvangst ervan.
Modifications
Art.39. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 décide sur le recours dans les soixante jours ouvrables après sa réception.
Modifications
Art.40. De verzoekers in beroep worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de beroepsbeslissing binnen twee werkdagen na de beslissing, vermeld in artikel 39.
Art.40. Les requérants en recours sont informés par écrit de la décision sur le recours dans les deux jours ouvrables du prononcé de la décision visée à l'article 39.
Art.41. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 kan een of meer externe deskundigen aanstellen en een bijkomend advies inwinnen.
In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in artikel 40, met dertig werkdagen verlengd.
In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt de termijn, vermeld in artikel 40, met dertig werkdagen verlengd.
Modifications
Art.41. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 peut désigner un ou plusieurs experts externes et recueillir un avis supplémentaire.
Dans le cas visé à l'alinéa 1er, le délai visé à l'article 40 est prolongé de trente jours ouvrables.
Dans le cas visé à l'alinéa 1er, le délai visé à l'article 40 est prolongé de trente jours ouvrables.
Modifications
Art.42. Het beslissingscomité bij het [1 Fonds voor Innoveren en Ondernemen]1 werkt de nadere modaliteiten uit voor de indiening en de behandeling van aanvragen van een georganiseerd beroep.
Modifications
Art.42. Le comité de décision auprès du [1 Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat]1 définit les modalités de dépôt et de traitement des demandes d'un recours organisé.
Modifications
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015 houdende het beheer en de werking van het Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het beslissingscomité bij dat fonds
CHAPITRE 7. - Modification de l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 décembre 2015 réglant la gestion et le fonctionnement du " Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid " (Fonds pour la politique d'encadrement économique et d'innovation) et le fonctionnement du comité de décision auprès dudit fonds
Art.43. Aan artikel 6, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015 houdende het beheer en de werking van het Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid en de werking van het beslissingscomité bij dat fonds, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017, wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"10° het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 tot regeling van steun aan ondernemingen voor onderzoek en ontwikkeling, ingebed in een ruimer samenwerkingsverband met onderzoeksorganisaties.".
"10° het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 tot regeling van steun aan ondernemingen voor onderzoek en ontwikkeling, ingebed in een ruimer samenwerkingsverband met onderzoeksorganisaties.".
Art.43. L'article 6, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 décembre 2015 réglant la gestion et le fonctionnement du " Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid " (Fonds pour la politique d'encadrement économique et d'innovation) et le fonctionnement du comité de décision auprès dudit fonds, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 mai 2017, est complété par un point 10°, rédigé comme suit :
" 10° l'arrêté du Gouvernement flamand du 22 décembre 2017 réglant l'aide aux consortiums d'entreprises pour la recherche et le développement, intégrés dans un partenariat plus large avec des organismes de recherche. ".
" 10° l'arrêté du Gouvernement flamand du 22 décembre 2017 réglant l'aide aux consortiums d'entreprises pour la recherche et le développement, intégrés dans un partenariat plus large avec des organismes de recherche. ".
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
CHAPITRE 8. - Dispositions finales
Art.44. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018.
Art.44. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2018.
Art. 45. De Vlaamse minister, bevoegd voor het technologisch innovatiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 45. Le Ministre flamand ayant la politique d'innovation technologique dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.