Artikel 1. Artikel 4, 2°, h) van het besluit van de administrateur-generaal van de Vlaamse Milieumaatschappij van 12 mei 2016 houdende delegatie van algemene en specifieke bevoegdheden aan de afdelingshoofden, wordt vervangen door wat volgt:
"h) met betrekking tot verloven en dienstvrijstellingen:
1) het toestaan van verlof voor deeltijdse prestaties voor de personeelsleden;
2) het toestaan van onbetaald verlof voor de personeelsleden;
3) het kennis nemen of toestaan van de aanvraag tot verlof in het kader van zorgkrediet;
4) het kennis nemen van de aanvraag van loopbaanonderbreking voor het verstrekken van palliatieve zorgen, bijstand/verzorging aan zwaar zieke gezins- of familieleden en ouderschapsverlof;
5) het kennis nemen van de vraag waarbij het personeelslid het verlof onder h) 1° tot 4° wenst stop te zetten nog voor de periode van het verlof verlopen is en het eventueel toestaan van een kortere opzettingstermijn;".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
24 MEI 2017. - Besluit van de administrateur-generaal tot wijziging van het besluit van de administrateur-generaal van de Vlaamse Milieumaatschappij van 12 mei 2016 houdende delegatie van algemene en specifieke bevoegdheden aan de afdelingshoofden, als gevolg van gewijzigde regelgeving
Titre
24 MAI 2017. - Arrêté de l'administrateur général portant modification de l'arrêté de l'administrateur général de la société flamande de l'environnement du 12 mai 2016 portant délégation de compétences générales et spécifiques aux chefs de départements, faisant suite à des modifications réglementaires . (TRADUCTION)
Informations sur le document
Numac: 2017012511
Datum: 2017-05-24
Info du document
Numac: 2017012511
Date: 2017-05-24
Tekst (5)
Texte (1)
Article M. (NOTE : pas de version française, voir version néerlandaise)
Art.2. In artikel 7 van het zelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt:
" 3° met betrekking tot de watertoets:
a) het advies uit te brengen bedoeld in artikel 8, § 3 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, overeenkomstig artikel 5 § 1, eerste lid, 1°, en tweede lid, 2° en 3° van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid;
b) de subadviezen in te winnen van andere bij het waterbeleid betrokken instanties overeenkomstig artikel 5 § 2 van het voornoemde besluit van 20 juli 2006;
2° na punt 3° wordt een punt 3° /1 ingevoegd dat luidt als volgt:
"3° /1. het advies uit te brengen voor wat betreft de materie waarvoor de betrokken afdeling bevoegd is bij projecten waarop de project-mer-regelgeving van toepassing is;";
3° na punt 3° /1 wordt een punt 3° /2 ingevoegd dat luidt als volgt:
"3° /2. het advies uit te brengen voor wat betreft de materie waarvoor de betrokken afdeling gevoegd is bij plannen en programma's waarop de plan-mer-regelgeving van toepassing is;";
4° na punt 5° wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"6° met betrekking tot de regelgeving betreffende complexe projecten voor wat betreft de materie waarvoor de betrokken afdeling bevoegd is: de adviezen uitbrengen in uitvoering van artikelen 9, 13, 16 en 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten, en het aanduiden van vertegenwoordigers van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de adviesvergaderingen bedoeld in artikel 13 en 20 van voormeld besluit.".
1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt:
" 3° met betrekking tot de watertoets:
a) het advies uit te brengen bedoeld in artikel 8, § 3 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, overeenkomstig artikel 5 § 1, eerste lid, 1°, en tweede lid, 2° en 3° van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid;
b) de subadviezen in te winnen van andere bij het waterbeleid betrokken instanties overeenkomstig artikel 5 § 2 van het voornoemde besluit van 20 juli 2006;
2° na punt 3° wordt een punt 3° /1 ingevoegd dat luidt als volgt:
"3° /1. het advies uit te brengen voor wat betreft de materie waarvoor de betrokken afdeling bevoegd is bij projecten waarop de project-mer-regelgeving van toepassing is;";
3° na punt 3° /1 wordt een punt 3° /2 ingevoegd dat luidt als volgt:
"3° /2. het advies uit te brengen voor wat betreft de materie waarvoor de betrokken afdeling gevoegd is bij plannen en programma's waarop de plan-mer-regelgeving van toepassing is;";
4° na punt 5° wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"6° met betrekking tot de regelgeving betreffende complexe projecten voor wat betreft de materie waarvoor de betrokken afdeling bevoegd is: de adviezen uitbrengen in uitvoering van artikelen 9, 13, 16 en 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten, en het aanduiden van vertegenwoordigers van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de adviesvergaderingen bedoeld in artikel 13 en 20 van voormeld besluit.".
-
Art.3. In artikel 8 worden na punt 4° een punt 5°, 6° en 7° toegevoegd, die luiden als volgt:
"5° advies uitbrengen met betrekking tot de bevoegdheid lucht voor projecten waarop de project mer-regelgeving van toepassing is;
6° advies uitbrengen met betrekking tot de bevoegdheid lucht voor plannen en programma's waarop de plan mer-regelgeving van toepassing is;
7° met betrekking tot de regelgeving betreffende complexe projecten voor wat de bevoegdheid lucht betreft: de adviezen uitbrengen in uitvoering van artikelen 9, 13, 16 en 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten, en het aanduiden van vertegenwoordigers van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de adviesvergaderingen bedoeld in artikel 13 en 20 van voormeld besluit."
"5° advies uitbrengen met betrekking tot de bevoegdheid lucht voor projecten waarop de project mer-regelgeving van toepassing is;
6° advies uitbrengen met betrekking tot de bevoegdheid lucht voor plannen en programma's waarop de plan mer-regelgeving van toepassing is;
7° met betrekking tot de regelgeving betreffende complexe projecten voor wat de bevoegdheid lucht betreft: de adviezen uitbrengen in uitvoering van artikelen 9, 13, 16 en 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten, en het aanduiden van vertegenwoordigers van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de adviesvergaderingen bedoeld in artikel 13 en 20 van voormeld besluit."
-
Art.4. Na artikel 10 wordt een artikel 10/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 10/1. Aan het hoofd van de afdeling Ecologisch Toezicht worden de volgende specifiek bevoegdheden gedelegeerd:
1° advies uitbrengen met betrekking tot de bevoegdheden van de afdeling bij projecten waarop de project mer-regelgeving van toepassing is;
2° advies uitbrengen met betrekking tot de bevoegdheden van de afdeling bij plannen en programma's waarop de plan mer-regelgeving van toepassing is.
3° met betrekking tot de regelgeving betreffende complexe projecten voor wat de bevoegdheden van de afdeling betreft: de adviezen uitbrengen in uitvoering van artikelen 9, 13, 16 en 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten, en het aanduiden van vertegenwoordigers van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de adviesvergaderingen bedoeld in artikel 13 en 20 van voormeld besluit.
"Art. 10/1. Aan het hoofd van de afdeling Ecologisch Toezicht worden de volgende specifiek bevoegdheden gedelegeerd:
1° advies uitbrengen met betrekking tot de bevoegdheden van de afdeling bij projecten waarop de project mer-regelgeving van toepassing is;
2° advies uitbrengen met betrekking tot de bevoegdheden van de afdeling bij plannen en programma's waarop de plan mer-regelgeving van toepassing is.
3° met betrekking tot de regelgeving betreffende complexe projecten voor wat de bevoegdheden van de afdeling betreft: de adviezen uitbrengen in uitvoering van artikelen 9, 13, 16 en 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten, en het aanduiden van vertegenwoordigers van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de adviesvergaderingen bedoeld in artikel 13 en 20 van voormeld besluit.
-
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2017.
-