Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
15 MEI 2014. - Besluit 2014/227 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 21 september 2006 betreffende de erkenning van en de subsidies aan dagcentra en verblijfscentra voor gehandicapte personen - Tweede lezing
Titre
15 MAI 2014. - Arrêté 2014/227 du Collège de la Commission communautaire française modifiant l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 21 septembre 2006 relatif à l'agrément et aux subventions des centres de jour et des centres d'hébergement pour personnes handicapées
Informations sur le document
Numac: 2014031553
Datum: 2014-05-15
Info du document
Numac: 2014031553
Date: 2014-05-15
Tekst (8)
Texte (8)
Artikel 1. Dit besluit regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.
Article 1er. Le présent arrêté règle, en application de l'article 138 de la Constitution, une matière visée à l'article 128 de celle-ci.
Art.2. In artikel 33 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 21 september 2006 betreffende de erkenning van en de subsidies aan dagcentra en verblijfscentra voor gehandicapte personen, wordt een tweede lid toegevoegd dat als volgt luidt :
"In het in artikel 10, § 2, bepaalde geval is de basiscapaciteit die in aanmerking wordt genomen, de erkende basiscapaciteit die wordt beoogd aan het eind van de planning ingeschreven in de door het College goedgekeurde beslissing tot erkenning."
"In het in artikel 10, § 2, bepaalde geval is de basiscapaciteit die in aanmerking wordt genomen, de erkende basiscapaciteit die wordt beoogd aan het eind van de planning ingeschreven in de door het College goedgekeurde beslissing tot erkenning."
Art.2. Dans l'article 33 de l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 21 septembre 2006 relatif à l'agrément et aux subventions des centres de jour et des centres d'hébergement pour personnes handicapées, un alinéa 2 est ajouté libellé comme suit :
" Dans le cas prévu à l'article 10, § 2, la capacité agréée prise en compte est la capacité agréée de base visée au terme de la planification inscrite dans la décision d'agrément adoptée par le Collège. ".
" Dans le cas prévu à l'article 10, § 2, la capacité agréée prise en compte est la capacité agréée de base visée au terme de la planification inscrite dans la décision d'agrément adoptée par le Collège. ".
Art.3. In artikel 37 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door hetgeen volgt :
" § 1. De begeleidingsnormen voor het technisch personeel houden rekening met de erkende basiscapaciteit en met de specifieke begeleidingsnormen van elke gehandicapte persoon zoals bepaald in artikel 33.
In het in artikel 10, § 2, bepaalde geval is de basiscapaciteit die in aanmerking wordt genomen, de erkende basiscapaciteit die wordt beoogd aan het eind van de planning ingeschreven in de door het College goedgekeurde beslissing tot erkenning."
" § 1. De begeleidingsnormen voor het technisch personeel houden rekening met de erkende basiscapaciteit en met de specifieke begeleidingsnormen van elke gehandicapte persoon zoals bepaald in artikel 33.
In het in artikel 10, § 2, bepaalde geval is de basiscapaciteit die in aanmerking wordt genomen, de erkende basiscapaciteit die wordt beoogd aan het eind van de planning ingeschreven in de door het College goedgekeurde beslissing tot erkenning."
Art.3. Dans l'article 37 du même arrêté, le § 1er est remplacé par ce qui suit :
" § 1er. Les normes d'encadrement pour le personnel technique tiennent compte de la capacité agréée de base et des besoins spécifiques d'encadrement de chaque personne handicapée tels que précisés à l'article 33.
Dans le cas prévu à l'article 10, § 2, la capacité agréée prise en compte est la capacité agréée de base visée au terme de la planification inscrite dans la décision d'agrément adoptée par le Collège. ".
" § 1er. Les normes d'encadrement pour le personnel technique tiennent compte de la capacité agréée de base et des besoins spécifiques d'encadrement de chaque personne handicapée tels que précisés à l'article 33.
Dans le cas prévu à l'article 10, § 2, la capacité agréée prise en compte est la capacité agréée de base visée au terme de la planification inscrite dans la décision d'agrément adoptée par le Collège. ".
Art.4. In artikel 38 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door hetgeen volgt :
" § 1. De begeleidingsnormen voor het medisch personeel houden rekening met de erkende basiscapaciteit en met de specifieke begeleidingsnormen van elke gehandicapte persoon zoals bepaald in artikel 33. De plaatsen die voorbehouden zijn voor de lichte opvang veroorzaken geen enkele omkaderingsnorm voor het medisch personeel.
In het in artikel 10, § 2, bepaalde geval is de basiscapaciteit die in aanmerking wordt genomen, de erkende basiscapaciteit die wordt beoogd aan het eind van de planning ingeschreven in de door het College goedgekeurde beslissing tot erkenning."
" § 1. De begeleidingsnormen voor het medisch personeel houden rekening met de erkende basiscapaciteit en met de specifieke begeleidingsnormen van elke gehandicapte persoon zoals bepaald in artikel 33. De plaatsen die voorbehouden zijn voor de lichte opvang veroorzaken geen enkele omkaderingsnorm voor het medisch personeel.
In het in artikel 10, § 2, bepaalde geval is de basiscapaciteit die in aanmerking wordt genomen, de erkende basiscapaciteit die wordt beoogd aan het eind van de planning ingeschreven in de door het College goedgekeurde beslissing tot erkenning."
Art.4. Dans l'article 38 du même arrêté, le paragraphe 1er est remplacé par ce qui suit :
" § 1er. Les normes d'encadrement pour le personnel médical tiennent compte de la capacité agréée de base et des besoins spécifiques d'encadrement de chaque personne handicapée tels que précisés à l'article 33. Les places réservées aux prises en charge légère ne génèrent aucune norme d'encadrement pour le personnel médical.
Dans le cas prévu à l'article 10, § 2, la capacité agréée prise en compte est la capacité agréée de base visée au terme de la planification inscrite dans la décision d'agrément adoptée par le Collège. ".
" § 1er. Les normes d'encadrement pour le personnel médical tiennent compte de la capacité agréée de base et des besoins spécifiques d'encadrement de chaque personne handicapée tels que précisés à l'article 33. Les places réservées aux prises en charge légère ne génèrent aucune norme d'encadrement pour le personnel médical.
Dans le cas prévu à l'article 10, § 2, la capacité agréée prise en compte est la capacité agréée de base visée au terme de la planification inscrite dans la décision d'agrément adoptée par le Collège. ".
Art.5. In artikel 50, § 2, van hetzelfde besluit wordt er tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd dat luidt als volgt :
"In het in artikel 10, § 2, bepaalde geval is de basiscapaciteit waarmee voor de berekening van dit maximumbedrag rekening wordt gehouden, de erkende basiscapaciteit die wordt beoogd aan het eind van de planning ingeschreven in de door het College goedgekeurde beslissing tot erkenning."
"In het in artikel 10, § 2, bepaalde geval is de basiscapaciteit waarmee voor de berekening van dit maximumbedrag rekening wordt gehouden, de erkende basiscapaciteit die wordt beoogd aan het eind van de planning ingeschreven in de door het College goedgekeurde beslissing tot erkenning."
Art.5. Dans l'article 50, § 2, du même arrêté, un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 3 et 4 :
" Dans le cas prévu à l'article 10, § 2, la capacité agréée prise en compte pour fixer ce montant maximum est la capacité agréée de base visée au terme de la planification inscrite dans la décision d'agrément adoptée par le Collège. "
" Dans le cas prévu à l'article 10, § 2, la capacité agréée prise en compte pour fixer ce montant maximum est la capacité agréée de base visée au terme de la planification inscrite dans la décision d'agrément adoptée par le Collège. "
Art.6. In artikel 50 van hetzelfde besluit, gewijzigd door artikel 24 van het besluit van 27 september 2012, wordt paragraaf 4 vervangen door hetgeen volgt :
" § 4. Al naargelang voor de verblijfscentra het resultaat van de verhouding, berekend op het op twee na laatste jaar, tussen de som van de dagen dat de gehandicapte personen werkelijk aanwezig waren tijdens de weekends, de vakanties en op de wettelijke feestdagen en de erkende capaciteit na aftrek van het gedeelte dat is voorbehouden voor lichte opvang en vermenigvuldigd met 180 in verblijfscentra voor kinderen of met 138 in verblijfscentra voor volwassenen, een percentage bereikt tussen 20 % en 29 %, tussen 30 % en 49 %, tussen 50 % en 69 %, of gelijk is aan of groter dan 70 %, kunnen zij voor het lopende jaar een verhoging genieten die respectievelijk op 15 %, 25 %, 30 % of 40 % van de krachtens dit artikel berekende subsidie komt te liggen.
Een centrum dat voor de eerste maal wordt erkend, kan een verhoging van 15 % genieten tijdens de eerste werkingsmaanden. Vanaf 1 januari volgend op de erkenningsdatum bedraagt de verhoging 25 % gedurende twee begrotingsjaren.
Voor de toepassing van dit lid loopt het weekend van vrijdag 19 tot maandag 7 uur en de feestdag van de avond ervoor 19 uur tot de ochtend erna 7 uur. Onder afwezigheidsdag verstaat men elke afwezigheid van 24 opeenvolgende uren."
" § 4. Al naargelang voor de verblijfscentra het resultaat van de verhouding, berekend op het op twee na laatste jaar, tussen de som van de dagen dat de gehandicapte personen werkelijk aanwezig waren tijdens de weekends, de vakanties en op de wettelijke feestdagen en de erkende capaciteit na aftrek van het gedeelte dat is voorbehouden voor lichte opvang en vermenigvuldigd met 180 in verblijfscentra voor kinderen of met 138 in verblijfscentra voor volwassenen, een percentage bereikt tussen 20 % en 29 %, tussen 30 % en 49 %, tussen 50 % en 69 %, of gelijk is aan of groter dan 70 %, kunnen zij voor het lopende jaar een verhoging genieten die respectievelijk op 15 %, 25 %, 30 % of 40 % van de krachtens dit artikel berekende subsidie komt te liggen.
Een centrum dat voor de eerste maal wordt erkend, kan een verhoging van 15 % genieten tijdens de eerste werkingsmaanden. Vanaf 1 januari volgend op de erkenningsdatum bedraagt de verhoging 25 % gedurende twee begrotingsjaren.
Voor de toepassing van dit lid loopt het weekend van vrijdag 19 tot maandag 7 uur en de feestdag van de avond ervoor 19 uur tot de ochtend erna 7 uur. Onder afwezigheidsdag verstaat men elke afwezigheid van 24 opeenvolgende uren."
Art.6. Dans l'article 50 du même arrêté modifié par l'article 24 de l'arrêté du 27 septembre 2012, le paragraphe 4 est remplacé par ce qui suit :
" § 4. Pour les centres d'hébergement, selon que le résultat du rapport, calculé sur l'antépénultième année, entre la somme des journées de présence réelle des personnes handicapées pendant les week-ends, les vacances et les jours fériés légaux et la capacité agréée déduction faite de sa partie réservée à des prises en charge légère et multipliée par 180 en centre d'hébergement pour enfants ou par 138 en centre d'hébergement pour adultes, atteint un taux, soit compris entre 20 % et 29 %, soit compris entre 30 % et 49 %, soit compris entre 50 % et 69 %, soit égal ou supérieur à 70 %, ils peuvent bénéficier, pour l'année en cours, d'une majoration s'établissant respectivement à 15 %, 25 %, 30 % ou à 40 % de la subvention calculée en vertu de cet article.
Un centre agréé pour la première fois peut bénéficier d'une majoration de 15 % pendant les premiers mois de fonctionnement. A partir du 1er janvier qui suit la date d'agrément, la majoration est de 25 % pendant deux exercices.
Pour l'application de cet alinéa, le week-end s'étend du vendredi à 19 heures au lundi à 7 heures et le jour férié s'étend de la veille à 19 heures au lendemain à 7 heures. Un jour d'absence représente toute absence de 24 heures consécutives.
" § 4. Pour les centres d'hébergement, selon que le résultat du rapport, calculé sur l'antépénultième année, entre la somme des journées de présence réelle des personnes handicapées pendant les week-ends, les vacances et les jours fériés légaux et la capacité agréée déduction faite de sa partie réservée à des prises en charge légère et multipliée par 180 en centre d'hébergement pour enfants ou par 138 en centre d'hébergement pour adultes, atteint un taux, soit compris entre 20 % et 29 %, soit compris entre 30 % et 49 %, soit compris entre 50 % et 69 %, soit égal ou supérieur à 70 %, ils peuvent bénéficier, pour l'année en cours, d'une majoration s'établissant respectivement à 15 %, 25 %, 30 % ou à 40 % de la subvention calculée en vertu de cet article.
Un centre agréé pour la première fois peut bénéficier d'une majoration de 15 % pendant les premiers mois de fonctionnement. A partir du 1er janvier qui suit la date d'agrément, la majoration est de 25 % pendant deux exercices.
Pour l'application de cet alinéa, le week-end s'étend du vendredi à 19 heures au lundi à 7 heures et le jour férié s'étend de la veille à 19 heures au lendemain à 7 heures. Un jour d'absence représente toute absence de 24 heures consécutives.
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Art.7. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2014.
Art. 8. Het collegelid bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen met een Handicap wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8. Le membre du Collège compétent en matière de politique d'aide aux personnes handicapées est chargé de l'exécution du présent arrêté.