Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
6 FEBRUARI 2014. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 maart 2012 houdende overdracht van bepaalde bevoegdheden voorzien in het Gerechtelijk Wetboek en inzake de magistratuur en personeel in hoven en rechtbanken
Titre
6 FEVRIER 2014. - Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 1er mars 2012 portant délégation de certaines compétences prévues au Code judiciaire et en ce qui concerne la magistrature et le personnel des cours et tribunaux
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Table des matières
Tekst (12)
Texte (12)
Artikel 1. In het ministerieel besluit van 1 maart 2012 houdende overdracht van bepaalde bevoegdheden voorzien in het Gerechtelijk Wetboek en inzake de magistratuur en personeel in hoven en rechtbanken, wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 3/1. Bij de Federale Overheidsdienst Justitie, worden de diensthoofden van de personeelsdiensten in het Directoraat-generaal rechterlijke Organisatie gemachtigd om bepaalde beslissingen en maatregelen voorzien in het Gerechtelijk Wetboek en inzake de magistratuur en personeel in hoven en rechtbanken die zijn opgenomen in bijlage IV van dit besluit, te nemen in naam van de minister.".
Article 1er. Dans l'arrêté ministériel du 1er mars 2012 portant délégation de certaines compétences prévues au Code judiciaire et en ce qui concerne la magistrature et le personnel des cours et tribunaux, il est inséré un article 3/1, rédigé comme suit :
  " Art. 3/1. Au sein du Service public fédéral Justice, les chefs de services des services du personnel de la direction générale de l'organisation judiciaire sont habilités à prendre au nom du ministre, les décisions et mesures prévues à l'annexe IV du présent arrêté en ce qui concerne certaines compétences prévues au Code judiciaire et en ce qui concerne la magistrature et le personnel des cours et tribunaux. ".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt de bijlage I vervangen door de bijlage I gevoegd bij dit besluit.
Art.2. Dans le même arrêté, l'annexe Ire est remplacée par l'annexe Ire jointe au présent arrêté.
Art.3. In hetzelfde besluit wordt de bijlage II vervangen door de bijlage II gevoegd bij dit besluit.
Art.3. Dans le même arrêté, l'annexe II est remplacée par l'annexe II jointe au présent arrêté.
Art.4. In hetzelfde besluit wordt de bijlage III vervangen door de bijlage III gevoegd bij dit besluit.
Art.4. Dans le même arrêté, l'annexe III est remplacée par l'annexe III jointe au présent arrêté.
Art.5. In hetzelfde besluit wordt de bijlage IV toegevoegd, gevoegd als bijlage IV bij dit besluit.
Art.5. Dans le même arrêté, il est inséré une annexe IV qui est jointe en annexe IV au présent arrêté.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 15 februari 2014.
Art.6. Le présent arrêté entre en vigueur le 15 février 2014.
Art.7. De Voorzitter van het Directiecomité is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.7. Le Président du Comité de direction est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1. - Bevoegdheden overgedragen aan de Voorzitter van de federale overheidsdienst Justitie
  1° de toekenning van een opdracht aan een magistraat van een parket-generaal bij het Hof van beroep of van een auditoraat-generaal, van een parket van de procureur des Konings of van een arbeidsauditoraat om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen bij een parket van een ander rechtsgebied, op gelijkluidend advies van de bevoegde procureur-generaal en wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen;
  2° het afsluiten, wijzigen en de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten voor de personeelsleden van het niveau A, in uitvoering van een beslissing van de minister;
  3° de toekenning van burgerlijke eretekens.
Art. N1. Annexe 1. - Compétences accordées au Président du service public fédéral Justice
  1° la délégation d'un magistrat d'un parquet général près la Cour d'appel ou d'un auditorat général, d'un parquet du procureur du Roi ou d'un auditorat du travail, pour exercer les fonctions du ministère public dans un parquet d'un autre ressort, sur avis conforme du procureur général compétent et lorsque les nécessités du service le justifient;
  2° la conclusion, la modification et la résiliation des contrats de travail des membres du personnel de niveau A, en exécution d'une décision du Ministre;
  3° l'octroi des décorations civiles.
Art. N2. Bijlage 2. - Bevoegdheden overgedragen aan de Directeur-generaal bij het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie
  1° het voorstellen van magistraten in commissies en comités, uit uitvoering van artikel 294 en 295 van het gerechtelijk wetboek;
  2° de aanvraag van bevorderings- en wervingsselecties bij Selor, alsmede de aanduiding van de leden die deel uitmaken van de selectiejury's;
  3° de benoeming van de personeelsleden van de niveaus B, C en D, in uitvoering van een beslissing van de minister;
  4° het vrijwillig ontslag of de pensionering van personeelsleden van de niveaus B, C en D;
  5° het afsluiten, wijzigen en de beëindiging van arbeidsovereenkomsten voor het personeel van het niveau B, C en D, in uitvoering van een beslissing van de minister;
  6° de toekenning van een opdracht aan het gerechtspersoneel, in een gelijke of in een hogere functie van het niveau A, B of C, in uitvoering van een beslissing van de minister;
  7° de beslissingen inzake de ongevallen op het werk en op de weg naar en van het werk;
  8° de affectatie van parketjuristen en referendarissen in het rechtsgebied.
Art. N2. Annexe 2. - Compétences accordées au Directeur général de la direction générale de l'Organisation judiciaire
  1° la proposition des magistrats dans des commissions et comités, en exécution des articles 294 et 295 du Code judiciaire;
  2° la demande d'organisation de sélections de recrutement et de promotion auprès de Selor, ainsi que la désignation des membres de jurys de sélection;
  3° la nomination des membres du personnel de niveau B, C et D, en exécution de la décision du Ministre;
  4° la démission volontaire ou la mise à la retraite des membres du personnel des niveaux B, C et D;
  5° la conclusion, la modification et la résiliation d'un contrat de travail pour le personnel de niveau B, C et D en exécution d'une décision du Ministre;
  6° l'octroi au personnel judiciaire d'une délégation dans une fonction égale ou supérieure de niveau A, B ou C, en exécution de la décision du Ministre;
  7° les décisions en matière d'accidents du travail et sur le chemin du travail;
  8° l'affectation des juristes de parquets et référendaires dans le ressort.
Art. N3. Bijlage 3. - Bevoegdheden overgedragen aan de adviseur-generaal van de directie personeel en organisatie bij het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie
  1° het afsluiten, wijzigen en de beëindiging van arbeidsovereenkomsten van de medewerkers-schoonmaak;
  2° de gelijkstelling van een georganiseerde werkonderbreking met een periode van dienstactiviteit zonder recht op wedde;
  3° de beslissingen inzake toekenning van verhoging en herziening van de wedde, en van de verschillende vergoedingen en toelagen;
  4° het toekennen van een fietsvergoeding voor verplaatsingen in het kader van woon-werkverkeer of een dienstopdracht;
  5° de beslissingen inzake het verzoek tot afwijking van het principe van de tegemoetkoming in de vervoerskosten vanaf de hoofdverblijfplaats.
Art. N3. Annexe 3. - Compétences accordées au conseiller général de la direction personnel et organisation de la direction générale de l'Organisation judiciaire
  1° la conclusion, la modification et la résiliation d'un contrat de travail pour les collaborateurs nettoyage;
  2° l'assimilation d'une cessation concertée de travail à une période d'activité de service sans droit au traitement;
  3° les décisions concernant l'octroi d'augmentations, de révisions de traitement, et d'indemnités et d'allocations diverses;
  4° la décision relative à l'obtention d'une indemnité bicyclette pour effectuer le chemin du travail ou une mission de service;
  5° les décisions relatives à la demande de dérogation au principe d'intervention dans les frais de déplacement depuis le domicile principal.
Art. N4. Bijlage 4. - Bevoegdheden overgedragen aan de diensthoofden van de personeelsdiensten in het Directoraat-generaal rechterlijke Organisatie
  1° het toestaan van de afwezigheid wegens medische redenen met inbegrip van het ouderschapsverlof die één maand overschrijdt en waarvan de duur één jaar maximum is voor de magistraten, de personeelsleden van het niveau A, de griffiers en de secretarissen;
  2° de toekenning van de verschillende verloven en afwezigheden, desgevallend na advies van de rechterlijke overheden, aangevraagd door de personeelsleden van het niveau A, griffiers en secretarissen;
  3° de toekenning van de verschillende verloven en afwezigheden aangevraagd door de personeelsleden van de niveaus B, C en D;
  4° de beslissing om de personeelsleden van de niveaus A, B, C en D in non-activiteit te plaatsen;
  5° de toekenning van disponibiliteit wegens ziekte;
  6° de beslissingen inzake de ongevallen op het werk en op de weg naar en van het werk, waarbij een invaliditeitspercentage van 0% wordt vastgesteld.
Art. N4. Annexe 4. - Compétences accordées aux chefs de service des services du personnel de la direction générale de l'Organisation judiciaire
  1° l'autorisation d'absence pour des raisons médicales y compris le congé parental, dépassant un mois mais dont la durée ne dépasse pas un an en ce qui concerne les magistrats, les membres du personnel de niveau A, les greffiers et les secrétaires;
  2° l'octroi des différents congés et absences, le cas échéant sur avis des autorités judiciaires, demandés par les membres du personnel de niveau A, greffiers et secrétaires;
  3° l'octroi des différents congés et absences demandés par les membres du personnel des niveaux B, C et D;
  4° la décision de placer en position de non-activité les membres du personnel des niveaux A, B, C et D;
  5° l'octroi de la disponibilité pour maladie;
  6° les décisions en matière d'accidents du travail et sur le chemin du travail, pour lesquelles un pourcentage d'invalidité de 0% est établi.