Artikel 1. Er wordt een toelage van driehonderdtweeëntwintigduizend zeshonderd euro ( 322.600) die moet worden ondergebracht in de basisallocatie 52/21.33.00.01 van het budget van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, hierna " de FOD " genoemd, voor het budgettaire jaar 2012 toegekend aan :
De instelling van openbaar nut die 0406.729.809 als ondernemingsnummer kreeg toegewezen, genaamd " Croix-Rouge de Belgique ", in het Nederlands " Belgische Rode Kruis " en in het Duits " Belgisches Rotes Kreuz " genaamd, met maatschappelijke zetel te 1180 Ukkel, Stallestraat 96, die de rechtspersoonlijkheid overeenkomstig de wet van 30 maart 1891 geniet en waarvan de gewijzigde statuten goedgekeurd zijn door het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 december 2003 tot goedkeuring van de statuten van het Belgische Rode Kruis, door het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot goedkeuring van de gewijzigde statuten van het Belgische Rode Kruis en door het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 4 juni 2004 houdende goedkeuring van de nieuwe statuten van het Rode Kruis van België aangenomen op 11 oktober 2003, hierna " het Belgische Rode Kruis " genoemd.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
17 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan het Belgische Rode Kruis voor het jaar 2012 voor de ondersteuning van de diensten die deelnemen aan de uitvoering van de dringende geneeskundige hulpverlening bij grootschalige noodsituaties en risicodragende manifestaties
Titre
17 DECEMBRE 2012. - Arrêté royal octroyant un subside à la Croix-Rouge de Belgique pour l'année 2012 pour l'appui aux services qui participent à la mise en oeuvre de l'aide médicale urgente lors de situations d'urgence collective et de manifestations à risque
Informations sur le document
Numac: 2013024023
Datum: 2012-12-17
Info du document
Numac: 2013024023
Date: 2012-12-17
Tekst (8)
Texte (8)
Article 1er. Un subside de trois cent vingt-deux mille six cents euros ( 322.600) à imputer à charge de l'allocation de base 52/21.33.00.01 du budget du Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, nommé ci-après " le SPF ", pour l'année budgétaire 2012, est alloué à :
L'établissement d'utilité publique qui s'est vu attribué 0406.729.809 comme numéro d'entreprise, existant sous le nom de " Croix-Rouge de Belgique ", en néerlandais " Belgische Rode Kruis ", et en allemand " Belgisches Rotes Kreuz ", dont le siège social se situe à 1180 Uccle, rue de Stalle 96, jouissant de la personnalité juridique conformément à la loi du 30 mars 1891 et dont les statuts modifiés ont été approuvés par l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 4 décembre 2003 portant approbation des statuts de la Croix-Rouge de Belgique, par l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 2004 portant approbation des statuts modifiés de la Croix-Rouge de Belgique et par l'arrêté du Gouvernement de la Communauté germanophone du 4 juin 2004 portant approbation des nouveaux statuts de la Croix-Rouge de Belgique adoptés le 11 octobre 2003, dénommée ci-après " la Croix-Rouge de Belgique ".
L'établissement d'utilité publique qui s'est vu attribué 0406.729.809 comme numéro d'entreprise, existant sous le nom de " Croix-Rouge de Belgique ", en néerlandais " Belgische Rode Kruis ", et en allemand " Belgisches Rotes Kreuz ", dont le siège social se situe à 1180 Uccle, rue de Stalle 96, jouissant de la personnalité juridique conformément à la loi du 30 mars 1891 et dont les statuts modifiés ont été approuvés par l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 4 décembre 2003 portant approbation des statuts de la Croix-Rouge de Belgique, par l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 2004 portant approbation des statuts modifiés de la Croix-Rouge de Belgique et par l'arrêté du Gouvernement de la Communauté germanophone du 4 juin 2004 portant approbation des nouveaux statuts de la Croix-Rouge de Belgique adoptés le 11 octobre 2003, dénommée ci-après " la Croix-Rouge de Belgique ".
Art.2. § 1. Als tegenprestatie voor deze toelage verbindt het Belgische Rode Kruis zich ertoe om voor de door deze toelage gedekte periode de volgende opdrachten uit te voeren:
1° In het kader van artikel 11, § 2, van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen, uitgezonderd voor wat de psychologische hulpverlening betreft dat geregeld wordt middels een apart koninklijk besluit, de aanvullende middelen voor rampenhulpverlening te organiseren en onderhouden, de inzet te ondersteunen en daarbij de bijzondere aandacht te vestigen op de middelen die na de oproep door het eenvormig oproepsysteem ingezet worden, en die aan het monodisciplinaire plan voor de discipline 2, bedoeld in artikel 11, § 1, van datzelfde besluit, voldoen;
2° de opdrachten uit te voeren, bedoeld in punt 2.5.8. van de bijlage bij het koninklijk besluit van 17 oktober 2003 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgische grondgebied;
3° in het kader van artikel 5 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening te antwoorden op de oproep van de aangestelde van het éénvormig oproepsysteem om ambulances ter versterking in te zetten, wanneer de inzet van de regelmatige middelen van de dringende geneeskundige hulpverlening bij een grootschalig spoedgeval het dekken van de risico's voor de bevolking van één of meer regio's in gevaar dreigt te brengen. In het kader van die opdracht gebruikt het Rode Kruis van België voertuigen conform de minimale standaard en teams die voldoen aan de voorwaarden van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners en ambulanciers;
§ 2. De in paragraaf 1, 1°, bedoelde opdracht omvat, met name :
1) gezien haar statuut als helper van de overheid, en als structurele partner in de rampenhulpverlening op Belgisch grondgebied, het geven van advies en ondersteuning bij het opstellen van het voornoemde monodisciplinaire plan;
2) het voorstellen van deelnemers (met name het personeel en de vrijwilligers van het Belgische Rode Kruis) aan opleidingen conform het voornoemde KB van 8 juli 1964, in opleidingscentra conform het KB van 13 februari 1998;
3) uitgezonderd voor wat de psychosociale sectoren betreft, advies en ondersteuning bij de operationele uitvoering van de verschillende noodplannen bedoeld in artikel 3 van het voornoemde koninklijk besluit van 16 februari 2006 (algemene en bijzondere nood- en interventieplannen), in de situaties bedoeld in artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit;
4) de organisatie en het behoud van een ononderbroken bereikbare permanentie, teneinde de in artikel 11, § 2, van het voornoemde koninklijk besluit van 16 februari 2006 bedoelde diensten te ondersteunen en de eigen middelen te mobiliseren in de situaties bedoeld in artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit;
5) de terbeschikkingsstelling van gekwalificeerde hulpverleners-ambulanciers die voldoen aan de criteria van de voornoemde wet van 8 juli 1964 voor de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en de personen die zij aanwijst als hulpverleners overeenkomstig artikel 11, § 2, van het voornoemde koninklijk besluit van 16 februari 2006;
6) de interventie ter plaatse en de uitvoering van het voornoemde monodisciplinaire plan, uitgezonderd voor wat de psychosociale hulpverlening betreft, teneinde dringende medische en sanitaire zorg te verstrekken in samenwerking met de hulpverleners op gemeentelijk en provinciaal niveau. Deze interventie en uitvoering kunnen plaatsvinden tijdens een oefensituatie of een reële situatie en omvatten de medewerking op operationeel gebied aan de coördinatie van de onmiddellijke medische en sanitaire hulpverlening ter plaatse;
7) het ter plaatse brengen en beschikbaar stellen evenals het onderhoud, volgens de behoeftes gedefinieerd door het medisch interventieplan, van het materiaal dat het mogelijk maakt een Vooruitgeschoven Medische Post zoals bedoeld in artikel 1, 6°, van het koninklijk besluit van 2 februari 2007 tot bepaling van de functie van Directeur Medische Hulpverlening en het toepassingsgebied ervan samen te stellen. Dit materiaal wordt gevormd door de Snel Inzetbare Middelen (SIM), die operationeel per provincie worden beheerd maar supra-provinciaal kunnen worden ingezet. De operationele uitwerking per provincie wordt onderworpen aan de goedkeuring van de respectievelijke hoofdzetels van beide vleugels van het Belgische Rode Kruis én van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Dienst Crisisbeheer, teneinde ervoor te zorgen dat alle middelen voldoen aan de daartoe op federaal niveau vastgelegde norm. Deze operationele uitwerking en betalingsmodaliteiten voor deze Snel Inzetbare Middelen maken deel uit van een aparte conventie.
8) het ter plaatse brengen en beschikbaar stellen evenals het onderhoud, volgens de behoeftes gedefinieerd door het medisch interventieplan, van specifieke koffers met medisch materiaal en medicatie voor de bovenvernoemde Vooruitgeschoven Medische Post. De feitelijke kosten van het beheer van deze koffers maken deel uit van een aparte facturatie volgens inzet, verbruik en onderhoud.
9) het ter plaatse brengen en beschikbaar stellen evenals het onderhoud, volgens de behoeftes gedefinieerd door het medisch interventieplan, van zuurstofflessen voor de bovenvernoemde Vooruitgeschoven Medische Post. De operationele uitwerking en betalingsmodaliteiten van deze zuurstofflessen maken deel uit van een aparte conventie.
1° In het kader van artikel 11, § 2, van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen, uitgezonderd voor wat de psychologische hulpverlening betreft dat geregeld wordt middels een apart koninklijk besluit, de aanvullende middelen voor rampenhulpverlening te organiseren en onderhouden, de inzet te ondersteunen en daarbij de bijzondere aandacht te vestigen op de middelen die na de oproep door het eenvormig oproepsysteem ingezet worden, en die aan het monodisciplinaire plan voor de discipline 2, bedoeld in artikel 11, § 1, van datzelfde besluit, voldoen;
2° de opdrachten uit te voeren, bedoeld in punt 2.5.8. van de bijlage bij het koninklijk besluit van 17 oktober 2003 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgische grondgebied;
3° in het kader van artikel 5 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening te antwoorden op de oproep van de aangestelde van het éénvormig oproepsysteem om ambulances ter versterking in te zetten, wanneer de inzet van de regelmatige middelen van de dringende geneeskundige hulpverlening bij een grootschalig spoedgeval het dekken van de risico's voor de bevolking van één of meer regio's in gevaar dreigt te brengen. In het kader van die opdracht gebruikt het Rode Kruis van België voertuigen conform de minimale standaard en teams die voldoen aan de voorwaarden van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners en ambulanciers;
§ 2. De in paragraaf 1, 1°, bedoelde opdracht omvat, met name :
1) gezien haar statuut als helper van de overheid, en als structurele partner in de rampenhulpverlening op Belgisch grondgebied, het geven van advies en ondersteuning bij het opstellen van het voornoemde monodisciplinaire plan;
2) het voorstellen van deelnemers (met name het personeel en de vrijwilligers van het Belgische Rode Kruis) aan opleidingen conform het voornoemde KB van 8 juli 1964, in opleidingscentra conform het KB van 13 februari 1998;
3) uitgezonderd voor wat de psychosociale sectoren betreft, advies en ondersteuning bij de operationele uitvoering van de verschillende noodplannen bedoeld in artikel 3 van het voornoemde koninklijk besluit van 16 februari 2006 (algemene en bijzondere nood- en interventieplannen), in de situaties bedoeld in artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit;
4) de organisatie en het behoud van een ononderbroken bereikbare permanentie, teneinde de in artikel 11, § 2, van het voornoemde koninklijk besluit van 16 februari 2006 bedoelde diensten te ondersteunen en de eigen middelen te mobiliseren in de situaties bedoeld in artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit;
5) de terbeschikkingsstelling van gekwalificeerde hulpverleners-ambulanciers die voldoen aan de criteria van de voornoemde wet van 8 juli 1964 voor de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en de personen die zij aanwijst als hulpverleners overeenkomstig artikel 11, § 2, van het voornoemde koninklijk besluit van 16 februari 2006;
6) de interventie ter plaatse en de uitvoering van het voornoemde monodisciplinaire plan, uitgezonderd voor wat de psychosociale hulpverlening betreft, teneinde dringende medische en sanitaire zorg te verstrekken in samenwerking met de hulpverleners op gemeentelijk en provinciaal niveau. Deze interventie en uitvoering kunnen plaatsvinden tijdens een oefensituatie of een reële situatie en omvatten de medewerking op operationeel gebied aan de coördinatie van de onmiddellijke medische en sanitaire hulpverlening ter plaatse;
7) het ter plaatse brengen en beschikbaar stellen evenals het onderhoud, volgens de behoeftes gedefinieerd door het medisch interventieplan, van het materiaal dat het mogelijk maakt een Vooruitgeschoven Medische Post zoals bedoeld in artikel 1, 6°, van het koninklijk besluit van 2 februari 2007 tot bepaling van de functie van Directeur Medische Hulpverlening en het toepassingsgebied ervan samen te stellen. Dit materiaal wordt gevormd door de Snel Inzetbare Middelen (SIM), die operationeel per provincie worden beheerd maar supra-provinciaal kunnen worden ingezet. De operationele uitwerking per provincie wordt onderworpen aan de goedkeuring van de respectievelijke hoofdzetels van beide vleugels van het Belgische Rode Kruis én van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Dienst Crisisbeheer, teneinde ervoor te zorgen dat alle middelen voldoen aan de daartoe op federaal niveau vastgelegde norm. Deze operationele uitwerking en betalingsmodaliteiten voor deze Snel Inzetbare Middelen maken deel uit van een aparte conventie.
8) het ter plaatse brengen en beschikbaar stellen evenals het onderhoud, volgens de behoeftes gedefinieerd door het medisch interventieplan, van specifieke koffers met medisch materiaal en medicatie voor de bovenvernoemde Vooruitgeschoven Medische Post. De feitelijke kosten van het beheer van deze koffers maken deel uit van een aparte facturatie volgens inzet, verbruik en onderhoud.
9) het ter plaatse brengen en beschikbaar stellen evenals het onderhoud, volgens de behoeftes gedefinieerd door het medisch interventieplan, van zuurstofflessen voor de bovenvernoemde Vooruitgeschoven Medische Post. De operationele uitwerking en betalingsmodaliteiten van deze zuurstofflessen maken deel uit van een aparte conventie.
Art.2. § 1er. En contrepartie du présent subside, la Croix-Rouge de Belgique s'engage, pour la période visée par le présent subside, à accomplir les missions suivantes :
1° dans le cadre de l'article 11, § 2, de l'arrêté royal du 16 février 2006 relatif aux plans d'urgence et d'intervention, excepté pour ce qui concerne les secours psychosociaux qui est reglé par un arrêté royal spécifique, organiser et maintenir les moyens d'intervention additionnels en cas de catastrophe et soutenir la mise en oeuvre avec une attention particulière pour les moyens mis en oeuvre après appel au système d'appel unifié, qui sont conformes au plan monodisciplinaire établi pour la discipline 2 visée à l'article 11, § 1er, du même arrêté;
2° assurer les missions visées au point 2.5.8, de l'annexe à l'arrêté royal du 17 octobre 2003 portant fixation du plan d'urgence nucléaire et radiologique pour le territoire belge;
3° dans le cadre de l'article 5 de la loi du 8 juillet 1964 relative à l'aide médicale urgente, répondre à l'appel du préposé du système d'appel unifié au déploiement d'ambulances de renfort lorsque la mobilisation des moyens réguliers collaborant à l'aide médicale urgente pour une situation d'urgence collective met en péril la couverture des risques à la population pour une ou plusieurs régions données. Dans le cadre de cette mission, la Croix-Rouge de Belgique utilisera des véhicules conformes aux standards minimaux et des équipes conformes aux conditions fixées par l'arrêté royal du 13 février 1998 relatif aux centres de formation et de perfectionnement des secouristes-ambulanciers;
§ 2. La mission visée au paragraphe 1er, 1°, comprend notamment :
1) compte tenu de son statut d'auxiliaire des pouvoirs publiques et de partenaire structurel dans l'aide lors de catastrophes sur le territoire belge, le conseil et l'assistance à l'établissement du plan monodisciplinaire précité;
2) la présentation de participants (notamment le personnel et les volontaires de la Croix-Rouge de Belgique) aux formations conformes à l'AR précité du 8 juillet 1964 dans les centres de formation conformes à l'AR du 13 février 1998;
3) excepté pour ce qui concerne les secours psychosociaux, le conseil et l'assistance à la mise en oeuvre opérationnelle des différents plans d'urgence visés à l'article 3 de l'arrêté royal précité du 16 février 2006 (plans d'urgence et d'intervention généraux et particuliers) dans les situations visées à l'article 6, § 1er, du même arrêté;
4) l'organisation et le maintien d'une permanence accessible sans interruption afin de soutenir les services visés à l'article 11, § 2, de l'arrêté royal précité du 16 février 2006 et de mobiliser ses moyens propres dans les situations visées à l'article 6, § 1er, du même arrêté;
5) la mise à disposition de secouristes-ambulanciers qualifiés répondant aux critères de la loi précitée du 8 juillet 1964 au profit du SPF Santé Publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement et des personnes que celui-ci désigne comme intervenants conformément à l'article 11, § 2, de l'arrêté royal précité du 16 février 2006;
6) l'intervention sur site et la mise en oeuvre du plan monodisciplinaire précité, excepté pour ce qui concerne les secours psychosociaux, afin d'apporter les secours d'urgence médicaux et sanitaires en collaboration avec les intervenants au niveau communal et provincial. Cette intervention et cette mise en oeuvre peuvent survenir en situation d'exercice ou réelle et comprennent, la participation au niveau opérationnel à la coordination des secours médicaux et sanitaires immédiats sur site;
7) le transport et la mise à disposition sur site ainsi que l'entretien, selon les besoins définis par le plan d'intervention médicale, du matériel permettant la constitution d'un Poste Médical Avancé tel que visé à l'article 1er, 6°, de l'arrêté royal du 2 février 2007 définissant la fonction de Directeur de l'Aide médicale et son champ d'application. Ce matériel est composé des Moyens d'Intervention Rapide (MIR), dont la gestion opérationnelle est assurée par province mais qui peuvent être déployés à un niveau supra-provincial. La mise en oeuvre opérationnelle par province est soumise à l'approbation des sièges centraux respectifs des deux ailes de la Croix-Rouge de Belgique et du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, service Gestion de Crises, afin de veiller à ce que tous les moyens répondent à la norme définie à cet effet au niveau fédéral. Cette mise en oeuvre opérationnelle et les modalités de paiement de ces Moyens d'Intervention Rapide font l'objet d'une convention distincte.
8) le transport et la mise à disposition sur site ainsi que l'entretien, selon les besoins définis par le plan d'intervention médicale, de coffres spécifiques contenant du matériel médical et des médicaments à l'usage du Poste Médical Avancé précité. Les coûts réels de gestion de ces coffres font l'objet d'une facturation distincte en fonction de leur déploiement, de leur utilisation et de leur maintenance.
9) le transport et la mise à disposition sur site ainsi que l'entretien, selon les besoins définis par le plan d'intervention médicale, de bouteilles d'oxygène, à l'usage du Poste Médical Avancé précité. Cette mise en oeuvre opérationnelle et les modalités de paiement de ces bouteilles d'oxygène font l'objet d'une convention distincte.
1° dans le cadre de l'article 11, § 2, de l'arrêté royal du 16 février 2006 relatif aux plans d'urgence et d'intervention, excepté pour ce qui concerne les secours psychosociaux qui est reglé par un arrêté royal spécifique, organiser et maintenir les moyens d'intervention additionnels en cas de catastrophe et soutenir la mise en oeuvre avec une attention particulière pour les moyens mis en oeuvre après appel au système d'appel unifié, qui sont conformes au plan monodisciplinaire établi pour la discipline 2 visée à l'article 11, § 1er, du même arrêté;
2° assurer les missions visées au point 2.5.8, de l'annexe à l'arrêté royal du 17 octobre 2003 portant fixation du plan d'urgence nucléaire et radiologique pour le territoire belge;
3° dans le cadre de l'article 5 de la loi du 8 juillet 1964 relative à l'aide médicale urgente, répondre à l'appel du préposé du système d'appel unifié au déploiement d'ambulances de renfort lorsque la mobilisation des moyens réguliers collaborant à l'aide médicale urgente pour une situation d'urgence collective met en péril la couverture des risques à la population pour une ou plusieurs régions données. Dans le cadre de cette mission, la Croix-Rouge de Belgique utilisera des véhicules conformes aux standards minimaux et des équipes conformes aux conditions fixées par l'arrêté royal du 13 février 1998 relatif aux centres de formation et de perfectionnement des secouristes-ambulanciers;
§ 2. La mission visée au paragraphe 1er, 1°, comprend notamment :
1) compte tenu de son statut d'auxiliaire des pouvoirs publiques et de partenaire structurel dans l'aide lors de catastrophes sur le territoire belge, le conseil et l'assistance à l'établissement du plan monodisciplinaire précité;
2) la présentation de participants (notamment le personnel et les volontaires de la Croix-Rouge de Belgique) aux formations conformes à l'AR précité du 8 juillet 1964 dans les centres de formation conformes à l'AR du 13 février 1998;
3) excepté pour ce qui concerne les secours psychosociaux, le conseil et l'assistance à la mise en oeuvre opérationnelle des différents plans d'urgence visés à l'article 3 de l'arrêté royal précité du 16 février 2006 (plans d'urgence et d'intervention généraux et particuliers) dans les situations visées à l'article 6, § 1er, du même arrêté;
4) l'organisation et le maintien d'une permanence accessible sans interruption afin de soutenir les services visés à l'article 11, § 2, de l'arrêté royal précité du 16 février 2006 et de mobiliser ses moyens propres dans les situations visées à l'article 6, § 1er, du même arrêté;
5) la mise à disposition de secouristes-ambulanciers qualifiés répondant aux critères de la loi précitée du 8 juillet 1964 au profit du SPF Santé Publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement et des personnes que celui-ci désigne comme intervenants conformément à l'article 11, § 2, de l'arrêté royal précité du 16 février 2006;
6) l'intervention sur site et la mise en oeuvre du plan monodisciplinaire précité, excepté pour ce qui concerne les secours psychosociaux, afin d'apporter les secours d'urgence médicaux et sanitaires en collaboration avec les intervenants au niveau communal et provincial. Cette intervention et cette mise en oeuvre peuvent survenir en situation d'exercice ou réelle et comprennent, la participation au niveau opérationnel à la coordination des secours médicaux et sanitaires immédiats sur site;
7) le transport et la mise à disposition sur site ainsi que l'entretien, selon les besoins définis par le plan d'intervention médicale, du matériel permettant la constitution d'un Poste Médical Avancé tel que visé à l'article 1er, 6°, de l'arrêté royal du 2 février 2007 définissant la fonction de Directeur de l'Aide médicale et son champ d'application. Ce matériel est composé des Moyens d'Intervention Rapide (MIR), dont la gestion opérationnelle est assurée par province mais qui peuvent être déployés à un niveau supra-provincial. La mise en oeuvre opérationnelle par province est soumise à l'approbation des sièges centraux respectifs des deux ailes de la Croix-Rouge de Belgique et du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, service Gestion de Crises, afin de veiller à ce que tous les moyens répondent à la norme définie à cet effet au niveau fédéral. Cette mise en oeuvre opérationnelle et les modalités de paiement de ces Moyens d'Intervention Rapide font l'objet d'une convention distincte.
8) le transport et la mise à disposition sur site ainsi que l'entretien, selon les besoins définis par le plan d'intervention médicale, de coffres spécifiques contenant du matériel médical et des médicaments à l'usage du Poste Médical Avancé précité. Les coûts réels de gestion de ces coffres font l'objet d'une facturation distincte en fonction de leur déploiement, de leur utilisation et de leur maintenance.
9) le transport et la mise à disposition sur site ainsi que l'entretien, selon les besoins définis par le plan d'intervention médicale, de bouteilles d'oxygène, à l'usage du Poste Médical Avancé précité. Cette mise en oeuvre opérationnelle et les modalités de paiement de ces bouteilles d'oxygène font l'objet d'une convention distincte.
Art.3. § 1. Het Belgische Rode Kruis heeft het recht een verzoek van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu te weigeren indien de aard van de gevraagde interventie niet overeenstemt met de bevoegdheden, de fundamentele principes van het Belgische Rode Kruis of de opdrachten waarmee het in het kader van het voornoemde monodisciplinaire plan is belast of indien dit verzoek de erkende actiecapaciteit van het Belgische Rode Kruis overschrijdt. Het Belgische Rode Kruis zal deze weigering onmiddellijk kenbaar maken aan het diensthoofd Crisisbeheer en nadien omstandig schriftelijk motiveren.
§ 2. De in artikel 2 beschreven opdrachten worden toevertrouwd aan door het Belgische Rode Kruis gecertifieerde personen, die over alle nodige kennis beschikken om die opdrachten te volbrengen.
§ 3. De in artikel 2 beschreven opdrachten worden over het hele Belgische grondgebied uitgevoerd.
§ 2. De in artikel 2 beschreven opdrachten worden toevertrouwd aan door het Belgische Rode Kruis gecertifieerde personen, die over alle nodige kennis beschikken om die opdrachten te volbrengen.
§ 3. De in artikel 2 beschreven opdrachten worden over het hele Belgische grondgebied uitgevoerd.
Art.3. § 1er . La Croix-Rouge de Belgique est en droit de refuser une demande formulée par le SPF Santé Publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement si la nature de l'intervention qui lui est demandée ne correspond pas à ses compétences, aux principes fondamentaux de la Croix-Rouge de Belgique ou aux missions confiées à la Croix-Rouge de Belgique dans le cadre du plan monodisciplinaire précité ou si cette demande dépasse sa capacité d'action reconnu. La Croix-Rouge de Belgique informera le chef du service gestion de Crise et motivera ultérieurement ce refus en détail par écrit.
§ 2. Les missions décrites à l'article 2 sont confiées à des personnes certifiées par la Croix-Rouge de Belgique, qui disposent de toute la connaissance nécessaire à l'accomplissement de ces missions.
§ 3. Les missions décrites à l'article 2 sont exécutées sur tout le territoire de la Belgique.
§ 2. Les missions décrites à l'article 2 sont confiées à des personnes certifiées par la Croix-Rouge de Belgique, qui disposent de toute la connaissance nécessaire à l'accomplissement de ces missions.
§ 3. Les missions décrites à l'article 2 sont exécutées sur tout le territoire de la Belgique.
Art.4. § 1. De operationele activiteiten maken het voorwerp uit van een door het Rode Kruis van België opgemaakt jaarlijks rapport volgens een modelrapport voorgesteld door FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
De dienst crisisbeheer van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu coördineert een evaluatie van de prestaties van de diverse betrokken partijen en het kader van de operationele activiteiten.
§ 2. Er zal een Begeleidingscomité worden opgericht dat bestaat uit vertegenwoordigers van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en het Belgische Rode Kruis en dat minstens twee keer per jaar samenkomt. Deze prestaties kunnen niet door het Rode Kruis worden aangerekend.
De dienst crisisbeheer van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu coördineert een evaluatie van de prestaties van de diverse betrokken partijen en het kader van de operationele activiteiten.
§ 2. Er zal een Begeleidingscomité worden opgericht dat bestaat uit vertegenwoordigers van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en het Belgische Rode Kruis en dat minstens twee keer per jaar samenkomt. Deze prestaties kunnen niet door het Rode Kruis worden aangerekend.
Art.4. § 1er . Les activités opérationnelles font l'objet d'un rapport annuel rédigé par la Croix-Rouge de Belgique, selon un modèle de rapport présenté par le SPF Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnement.
Le service Gestion de Crise de la Direction générale Soins de Santé primaires et Gestion de Crise du SPF Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnement coordonne l'évaluation des prestations des différentes parties concernées et le cadre des activités opérationnelles.
§ 2. Un comité d'accompagnement composé de représentants du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement et de la Croix-Rouge de Belgique sera mis en place et se réunira au moins deux fois par an. Ces prestations ne peuvent être facturées par la Croix-Rouge.
Le service Gestion de Crise de la Direction générale Soins de Santé primaires et Gestion de Crise du SPF Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnement coordonne l'évaluation des prestations des différentes parties concernées et le cadre des activités opérationnelles.
§ 2. Un comité d'accompagnement composé de représentants du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement et de la Croix-Rouge de Belgique sera mis en place et se réunira au moins deux fois par an. Ces prestations ne peuvent être facturées par la Croix-Rouge.
Art.5. § 1. De in het kader van de gesubsidieerde opdrachten verkregen informatie en resultaten van het Belgische Rode Kruis zijn vertrouwelijk en kunnen enkel voor wetenschappelijke doeleinden worden gepubliceerd nadat de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu hiervoor uitdrukkelijk de toelating heeft gegeven.
§ 2. De inlichtingen, teksten en resultaten die het Rode Kruis van België in het kader van de gesubsidieerde opdrachten genereert, zijn het eigendom van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Die mogen door het Rode Kruis van België uitsluitend voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt worden, en dan nog enkel na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
§ 2. De inlichtingen, teksten en resultaten die het Rode Kruis van België in het kader van de gesubsidieerde opdrachten genereert, zijn het eigendom van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Die mogen door het Rode Kruis van België uitsluitend voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt worden, en dan nog enkel na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Art.5. § 1er. Les renseignements, documents et résultats obtenus par la Croix-Rouge de Belgique dans le cadre des missions subsidiées sont confidentiels et ne peuvent être publiés qu'à titre scientifique, après autorisation écrite expresse par le SPF Santé Publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement.
§ 2. Les renseignements, documents et résultats produits par la Croix-Rouge de Belgique dans le cadre des missions subsidiées sont la propriété du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement et ne peuvent être utilisés par la Croix-Rouge de Belgique qu'à titre scientifique, après autorisation écrite expresse par le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement.
§ 2. Les renseignements, documents et résultats produits par la Croix-Rouge de Belgique dans le cadre des missions subsidiées sont la propriété du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement et ne peuvent être utilisés par la Croix-Rouge de Belgique qu'à titre scientifique, après autorisation écrite expresse par le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement.
Art.6. § 1. De in artikel 1 bedoelde toelage dekt de periode van 1 januari 2012 tot 31 december 2012.
§ 2. De uitbetaling van het bedrag vermeld in artikel 1 zal, in twee delen, als volgt gebeuren:
1) een voorschot gelijk aan 75 % van de toelage zal gestort worden van zodra dit besluit is gepubliceerd en na het indienen van een schuldvordering ondertekend door de verantwoordelijke van het Belgische Rode Kruis;
2) het saldo zal vereffend worden na voorlegging en validatie door de administratie van een bewijsstuk aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, verstuurd naar het volgende adres :
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
DG II Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer
Boekhouding
Eurostation II, V. Hortaplein 40, bus 10
1060 Brussel.
§ 3. Onder bewijsstuk wordt minstens het in artikel 4 bedoelde rapport bedoeld, en eventueel de aftrekstaat van de werkelijke interventiekosten en de kosten voor het organiseren van de teams of de werkelijke opleidingskosten, vergezeld van de naam van de opleiders en de lijsten met ingeschreven leerlingen.
Die teksten moeten eveneens doorgezonden worden onder een elektronische vorm, die met de op de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu gebruikte informaticasystemen compatibel is.
De noodzakelijke investeringen om de taak te vervullen bepaald in artikel 2, 7°, worden slechts toegelaten mits een positief advies van de administratie, voorafgaand en bezorgd in het kader van het Begeleidingscomité.
§ 4. Alle sommen worden betaald op rekeningnummer BE66 2100 9121 7943, geopend op naam van het Belgische Rode Kruis.
§ 5. Indien het bedrag bewezen door de boekhoudkundige stukken lager is dan het bedrag voorzien in artikel 1, is het Belgische Rode Kruis overeenkomstig artikel 123 van de wet van 22 mei 2003 betreffende de algemene organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat gehouden de teveel ontvangen sommen terug te betalen aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, binnen de maand van ontvangst van de afrekening aan hen opgestuurd door het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer.
§ 2. De uitbetaling van het bedrag vermeld in artikel 1 zal, in twee delen, als volgt gebeuren:
1) een voorschot gelijk aan 75 % van de toelage zal gestort worden van zodra dit besluit is gepubliceerd en na het indienen van een schuldvordering ondertekend door de verantwoordelijke van het Belgische Rode Kruis;
2) het saldo zal vereffend worden na voorlegging en validatie door de administratie van een bewijsstuk aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, verstuurd naar het volgende adres :
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
DG II Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer
Boekhouding
Eurostation II, V. Hortaplein 40, bus 10
1060 Brussel.
§ 3. Onder bewijsstuk wordt minstens het in artikel 4 bedoelde rapport bedoeld, en eventueel de aftrekstaat van de werkelijke interventiekosten en de kosten voor het organiseren van de teams of de werkelijke opleidingskosten, vergezeld van de naam van de opleiders en de lijsten met ingeschreven leerlingen.
Die teksten moeten eveneens doorgezonden worden onder een elektronische vorm, die met de op de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu gebruikte informaticasystemen compatibel is.
De noodzakelijke investeringen om de taak te vervullen bepaald in artikel 2, 7°, worden slechts toegelaten mits een positief advies van de administratie, voorafgaand en bezorgd in het kader van het Begeleidingscomité.
§ 4. Alle sommen worden betaald op rekeningnummer BE66 2100 9121 7943, geopend op naam van het Belgische Rode Kruis.
§ 5. Indien het bedrag bewezen door de boekhoudkundige stukken lager is dan het bedrag voorzien in artikel 1, is het Belgische Rode Kruis overeenkomstig artikel 123 van de wet van 22 mei 2003 betreffende de algemene organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat gehouden de teveel ontvangen sommen terug te betalen aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, binnen de maand van ontvangst van de afrekening aan hen opgestuurd door het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer.
Art.6. § 1er. Le subside prévu à l'article 1er couvre la période allant du 1er janvier 2012 au 31 décembre 2012.
§ 2. La liquidation du montant prévu à l'article 1er s'effectuera en deux tranches suivant les modalités fixées ci-après :
1) une provision équivalente de 75 % de la subvention sera versée, dès publication du présent arrêté et après introduction d'une déclaration de créance signée par le responsable de la Croix-Rouge de Belgique;
2) le solde sera versé sur présentation et après validation par l'administration des pièces justificatives, après présentation au SPF Santé Publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement par la Croix-Rouge de Belgique d'un justificatif, adressé à l'adresse suivante :
SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement
DG II Soins de Santé primaires et Gestion de Crise
Comptabilité
Eurostation II, Place V. Horta 40, bte 10
1060 Bruxelles.
§ 3. Par justificatif, on entend, au minimum, le rapport visé à l'article 4, et, le cas échéant, le décompte des frais réels d'intervention et d'organisation des équipes ou les frais réels de formation accompagnés du nom des formateurs et des listes d'inscription des élèves.
Ces documents seront également transmis sous forme électronique compatible avec les systèmes informatiques utilisés par le SPF Santé Publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement.
Les investissements nécessaires pour accomplir la mission prévue à l'article 2, 7°, ne sont admis que sous couvert d'un avis positif, préalable de l'administration et rendu dans le cadre du Comité d'accompagnement.
§ 4. Toutes les sommes sont payées au compte numéro BE66 2100 9121 7943, ouvert au nom de la Croix-Rouge de Belgique.
§ 5. Si le montant justifié par les pièces comptables est inférieur au montant visé à l'article 1er, la Croix-Rouge de Belgique est tenu de rembourser au Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, conformément à l'article 123 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l'Etat fédéral, les sommes trop perçues dans le mois du décompte qui lui est adressé par la Direction générale Soins de Santé primaires et Gestion de Crise.
§ 2. La liquidation du montant prévu à l'article 1er s'effectuera en deux tranches suivant les modalités fixées ci-après :
1) une provision équivalente de 75 % de la subvention sera versée, dès publication du présent arrêté et après introduction d'une déclaration de créance signée par le responsable de la Croix-Rouge de Belgique;
2) le solde sera versé sur présentation et après validation par l'administration des pièces justificatives, après présentation au SPF Santé Publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement par la Croix-Rouge de Belgique d'un justificatif, adressé à l'adresse suivante :
SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement
DG II Soins de Santé primaires et Gestion de Crise
Comptabilité
Eurostation II, Place V. Horta 40, bte 10
1060 Bruxelles.
§ 3. Par justificatif, on entend, au minimum, le rapport visé à l'article 4, et, le cas échéant, le décompte des frais réels d'intervention et d'organisation des équipes ou les frais réels de formation accompagnés du nom des formateurs et des listes d'inscription des élèves.
Ces documents seront également transmis sous forme électronique compatible avec les systèmes informatiques utilisés par le SPF Santé Publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement.
Les investissements nécessaires pour accomplir la mission prévue à l'article 2, 7°, ne sont admis que sous couvert d'un avis positif, préalable de l'administration et rendu dans le cadre du Comité d'accompagnement.
§ 4. Toutes les sommes sont payées au compte numéro BE66 2100 9121 7943, ouvert au nom de la Croix-Rouge de Belgique.
§ 5. Si le montant justifié par les pièces comptables est inférieur au montant visé à l'article 1er, la Croix-Rouge de Belgique est tenu de rembourser au Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, conformément à l'article 123 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l'Etat fédéral, les sommes trop perçues dans le mois du décompte qui lui est adressé par la Direction générale Soins de Santé primaires et Gestion de Crise.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.7. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur Belge.
Art. 8. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8. Le ministre qui a la Santé publique dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 17 december 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX
Donné à Bruxelles, le 17 décembre 2012.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
Mme L. ONKELINX
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
Mme L. ONKELINX