Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
15 FEBRUARI 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent. (NOTA : opgeheven met ingang op een onbepaalde datum bij KB2016-06-12/04, art. 1, Inwerkingtreding : onbepaald )
Titre
15 FEVRIER 2012. - Arrêté royal établissant le règlement particulier du tribunal de première instance de Gand. (NOTE : abrogé avec effet à une date indéterminée par AR2016-06-12/04, art. 1, En vigueur : indéterminée )
Informations sur le document
Numac: 2012009084
Datum: 2012-02-15
Info du document
Numac: 2012009084
Date: 2012-02-15
Tekst (16)
Texte (16)
Artikel 1. De rechtbank van eerste aanleg te Gent bestaat uit drieëndertig kamers, waarvan zeventien burgerlijke kamers, zeven correctionele kamers, drie kamers van de strafuitvoeringsrechtbank en zes jeugdkamers.
Article 1er. Le tribunal de première instance de Gand est composé de trente-trois chambres, dont dix-sept chambres civiles, sept chambres correctionnelles, trois chambres du tribunal de l'application des peines et six chambres de la jeunesse.
Art.2. De eerste tot en met de zeventiende kamer vormen de burgerlijke rechtbank.
De achttiende tot en met de vierentwintigste kamer vormen de correctionele rechtbank.
De vijfentwintigste, de zesentwintigste, de zevenentwintigste, de zevenentwintigste bis, de dertigste en de dertigste bis kamer vormen de jeugdrechtbank.
De achtentwintigste, de negenentwintigste en de negenentwintigste bis kamer vormen de strafuitvoeringsrechtbank.
De achttiende tot en met de vierentwintigste kamer vormen de correctionele rechtbank.
De vijfentwintigste, de zesentwintigste, de zevenentwintigste, de zevenentwintigste bis, de dertigste en de dertigste bis kamer vormen de jeugdrechtbank.
De achtentwintigste, de negenentwintigste en de negenentwintigste bis kamer vormen de strafuitvoeringsrechtbank.
Art.2. Les chambres une à dix-sept constituent le tribunal civil.
Les chambres dix-huit à vingt-quatre constituent le tribunal correctionnel.
Les chambres vingt-cinq, vingt-six, vingt-sept, vingt-sept bis, trente et trente bis constituent le tribunal de la jeunesse.
Les chambres vingt-huit, vingt-neuf et vingt-neuf bis constituent le tribunal de l'application des peines.
Les chambres dix-huit à vingt-quatre constituent le tribunal correctionnel.
Les chambres vingt-cinq, vingt-six, vingt-sept, vingt-sept bis, trente et trente bis constituent le tribunal de la jeunesse.
Les chambres vingt-huit, vingt-neuf et vingt-neuf bis constituent le tribunal de l'application des peines.
Art.3. De hierna opgesomde kamers houden zitting met een alleen zetelende rechter : de eerste, de tweede, de derde, de vijfde, de zesde, de elfde, de dertiende, de veertiende, de vijftiende, de zestiende, de zeventiende, de twintigste, de éénentwintigste, de tweeëntwintigste, de drieëntwintigste, de vierentwintigste, de vijfentwintigste, de zesentwintigste, de zevenentwintigste, de zevenentwintigste bis, de dertigste kamer en het bureau voor rechtsbijstand.
Volgende kamers houden zitting met drie rechters : de vierde, de zevende, de achtste, de negende, de tiende, de twaalfde, de achttiende en de negentiende kamer en de dertigste bis kamer.
De achtste kamer is proactief voorzien, met het oog op een mogelijke wettelijke uitbreiding van bevoegdheden van de rechtbank in de sector personen- en familierecht.
De achtentwintigste en de negenentwintigste kamer bestaan uit één rechter, die het voorzitterschap ervan bekleedt en twee assessoren in strafuitvoeringszaken, de ene gespecialiseerd in penitentiaire zaken en de andere in sociale reïntegratie.
De negenentwintigste bis kamer zal van zodra de Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis in werking treedt, bestaan uit één rechter, die het voorzitterschap ervan bekleedt en twee assessoren, met specialisatie zoals voorzien bij wet.
De rechtbank zetelt evenwel als kamer met vijf rechters in het geval bedoeld in artikel 93, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Behoudens de wettelijk bepaalde uitzonderingen, kunnen alle rechters van de rechtbank van eerste aanleg zowel in de burgerlijke als in de correctionele kamers zitting houden en kunnen zij tevens als plaatsvervangers in deze kamers zitting houden.
Volgende kamers houden zitting met drie rechters : de vierde, de zevende, de achtste, de negende, de tiende, de twaalfde, de achttiende en de negentiende kamer en de dertigste bis kamer.
De achtste kamer is proactief voorzien, met het oog op een mogelijke wettelijke uitbreiding van bevoegdheden van de rechtbank in de sector personen- en familierecht.
De achtentwintigste en de negenentwintigste kamer bestaan uit één rechter, die het voorzitterschap ervan bekleedt en twee assessoren in strafuitvoeringszaken, de ene gespecialiseerd in penitentiaire zaken en de andere in sociale reïntegratie.
De negenentwintigste bis kamer zal van zodra de Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis in werking treedt, bestaan uit één rechter, die het voorzitterschap ervan bekleedt en twee assessoren, met specialisatie zoals voorzien bij wet.
De rechtbank zetelt evenwel als kamer met vijf rechters in het geval bedoeld in artikel 93, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Behoudens de wettelijk bepaalde uitzonderingen, kunnen alle rechters van de rechtbank van eerste aanleg zowel in de burgerlijke als in de correctionele kamers zitting houden en kunnen zij tevens als plaatsvervangers in deze kamers zitting houden.
Art.3. Les chambres suivantes tiennent audience avec un juge unique : les première, deuxième, troisième, cinquième, sixième, onzième, treizième, quatorzième, quinzième, seizième, dix-septième, vingtième, vingt et unième, vingt-deuxième, vingt-troisième, vingt-quatrième, vingt-cinquième, vingt-sixième, vingt-septième, vingt-septième bis et trentième chambres et le bureau d'assistance judiciaire.
Les chambres suivantes tiennent audience avec trois juges : les quatrième, septième, huitième, neuvième, dixième, douzième, dix-huitième et dix-neuvième chambres ainsi que la trentième chambre bis.
La huitième chambre est prévue de façon proactive, en vue d'une éventuelle extension légale des compétences du tribunal dans le secteur du droit des personnes et de la famille.
Les vingt-huitième et vingt-neuvième chambres sont composées d'un juge qui assure la présidence et de deux assesseurs en application des peines, l'un spécialisé en matière pénitentiaire et l'autre en réinsertion sociale.
Dès l'entrée en vigueur de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental, la vingt-neuvième chambre bis sera composée d'un juge, qui assure la présidence, et de deux assesseurs spécialisés comme prévu par la loi.
Toutefois, lorsque le tribunal siège dans une affaire visée à l'article 93, alinéa 1er, du Code judiciaire, la chambre se compose de cinq juges.
Sauf exceptions prévues par la loi, tous les juges du tribunal de première instance peuvent siéger tant dans les chambres civiles que correctionnelles, et ils peuvent également y siéger en qualité de suppléant.
Les chambres suivantes tiennent audience avec trois juges : les quatrième, septième, huitième, neuvième, dixième, douzième, dix-huitième et dix-neuvième chambres ainsi que la trentième chambre bis.
La huitième chambre est prévue de façon proactive, en vue d'une éventuelle extension légale des compétences du tribunal dans le secteur du droit des personnes et de la famille.
Les vingt-huitième et vingt-neuvième chambres sont composées d'un juge qui assure la présidence et de deux assesseurs en application des peines, l'un spécialisé en matière pénitentiaire et l'autre en réinsertion sociale.
Dès l'entrée en vigueur de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental, la vingt-neuvième chambre bis sera composée d'un juge, qui assure la présidence, et de deux assesseurs spécialisés comme prévu par la loi.
Toutefois, lorsque le tribunal siège dans une affaire visée à l'article 93, alinéa 1er, du Code judiciaire, la chambre se compose de cinq juges.
Sauf exceptions prévues par la loi, tous les juges du tribunal de première instance peuvent siéger tant dans les chambres civiles que correctionnelles, et ils peuvent également y siéger en qualité de suppléant.
Art.4. § 1. De eerste kamer is inleidingkamer voor alle zaken, die niet behoren tot het personen- en familierecht en die in dit reglement niet uitdrukkelijk aan een bepaalde kamer zijn toebedeeld.
Zij neemt onder meer kennis van geschillen inzake :
1° onteigeningen en planschade;
2° aandelen en effecten;
3° verzet tegen titels;
4° arbitrage;
5° betwistingen inzake milieurecht;
6° wraking van vrederechters en rechters in de politierechtbank, overeenkomstig artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek;
7° beëdiging van de personen bedoeld in artikel 288, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek;
8° alle burgerlijke zaken die niet vallen onder de specifieke materies zoals bij huidig reglement toebedeeld aan een andere burgerlijke kamer.
De eerste kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op maandag en woensdag.
§ 2. De tweede kamer neemt kennis van zaken betreffende :
1° de professionele aansprakelijkheid en de betwistingen over de erelonen van vrije beroepen, met uitzondering van architecten en ingenieurs;
2° het contractenrecht;
3° aansprakelijkheid van banken en financiële instellingen;
4° geschillen in verband met de koop, de verkoop en de herstelling van voertuigen;
5° brouwerijovereenkomsten.
De tweede kamer houdt zitting op maandag om 9 uur en de zaken worden ingeleid op maandag.
§ 3. De derde kamer neemt kennis van alle zaken, die behoren tot het personen- en familierecht en die niet uitdrukkelijk aan een andere kamer zijn toebedeeld.
Ze neemt onder meer kennis van :
1° vorderingen tot homologatie van de akte van bekendheid ter vervanging van de geboorteakte;
2° het verzoek tot het afleggen van een beëdigde verklaring;
3° vorderingen omtrent afwezigen;
4° verzet tegen een huwelijk;
5° nietigverklaring van een huwelijk;
6° vorderingen voortspruitend uit de bepalingen van de artikelen 220 en 224 van het Burgerlijk Wetboek;
7° vorderingen omtrent afstamming;
8° vorderingen omtrent erkenning;
9° vorderingen omtrent adoptie van meerderjarigen;
10° vorderingen omtrent minderjarigheid en voogdij;
11° vorderingen omtrent meerderjarigheid, verlengde minderjarigheid en onbekwaamverklaring;
12° vorderingen betreffende onbeheerde nalatenschappen en inbezitstelling in het kader van erfenissen;
13° procedures op grond van de artikelen 1420, 1422, 1426 en 1469 van het Burgerlijk Wetboek;
14° nationaliteitsverklaringen en nationaliteitskeuze;
15° verzoeken tot machtiging tot verkoop van onroerende goederen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 1187 tot 1193ter van het Gerechtelijk Wetboek;
16° vorderingen tot uitvoerbaar verklaren van beslissingen inzake handelszaken en burgerlijke zaken gewezen door buitenlandse gerechtelijke instanties;
17° vorderingen omtrent de wetgeving op de VZW's, de internationale VZW's en de stichtingen;
18° vorderingen inzake de Europese Verordening nr. 1896/2006 inzake het betalingsbevel en de Europese Verordening nr. 861/2007 inzake geringe vorderingen.
De derde kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag.
§ 4. De vierde kamer neemt kennis van zaken betreffende :
1° de hogere beroepen tegen de vonnissen van vrederechters gewezen in toepassing van artikel 223 van het Burgerlijk Wetboek, inzake onderhoudsuitkeringen, voorlopige bewindvoerders en geesteszieken;
2° verbetering van de akten van de burgerlijke stand;
Zij neemt ook kennis van de zaken die door een enige rechter bij toepassing van het artikel 91, achtste lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden verwezen naar een kamer met drie rechters met betrekking tot het personen- en familierecht.
Deze kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
De zaken waarin het advies van het openbaar ministerie vereist is nemen een aanvang om 11 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag.
§ 5. De vijfde kamer neemt kennis van :
1° echtscheidingen;
2° de voorlopige maatregelen in verband met echtscheiding bij toepassing van artikel 1258, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek;
3° vereffeningen en verdelingen van huwelijksvermogensstelsels of van vermogens van wettelijk of feitelijk samenwonenden.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag en op donderdag telkens om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op dinsdag en donderdag.
§ 6. De zesde kamer neemt kennis van fiscale zaken, zoals deze betreffende :
1° directe en indirecte belasting op de toegevoegde waarde, de registratie;
2° verzet tegen dwangbevelen;
3° beroep tegen schrapping erkende aannemers;
4° beroep tegen registratiecommissie.
Deze kamer houdt zitting op maandag, dinsdag en woensdag, telkens om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op maandag, dinsdag en woensdag.
§ 7. De zevende kamer neemt kennis van :
1° de burgerlijke rechtsvorderingen aangebracht naar aanleiding van drukpersmisdrijven zoals bedoeld in artikel 92, § 1, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek;
2° het verzoek tot herroeping van gewijsde zoals bedoeld in artikel 92, § 1, 5°, van het Gerechtelijk Wetboek;
3° de tuchtzaken zoals bedoeld in artikel 92, § 1, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek;
4° zaken die tot de materies behoren opgenomen in dit reglement in het artikel 4, § 1, tweede lid, 2° en 3°, §§ 2, 12°, 15° en 16°, alsook de zaken die door een enige rechter worden verwezen naar deze kamer met betrekking tot de voormelde materies in toepassing van het artikel 91, achtste lid van het Gerechtelijk Wetboek;
5° alle burgerlijke zaken, ingeleid voor een kamer met drie rechters, die niet vallen onder de specifieke materies, zoals bij huidig reglement toebedeeld aan een andere burgerlijke kamer.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op dinsdag.
§ 8. De negende kamer neemt kennis van de hogere beroepen tegen de vonnissen van de vrederechters met uitzondering van de zaken die nadrukkelijk aan een andere kamer werden toebedeeld.
Zij houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op vrijdag.
§ 9. De tiende kamer neemt kennis van de hogere beroepen tegen burgerrechtelijke vonnissen gewezen door de politierechtbank.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag en donderdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag.
§ 10. De elfde kamer neemt kennis van de burgerlijke zaken die haar worden voorgelegd inzake :
1° minnelijke schikking zoals bedoeld in artikel 731 van het Gerechtelijk Wetboek;
2° bemiddeling zoals bedoeld in artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek meer bepaald de vrijwillige bemiddeling zoals bedoeld in artikel 1730 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek met uitzondering van de gerechtelijke bemiddeling zoals bedoeld in artikel 1734 en volgende van het gerechtelijk Wetboek;
3° bemiddeling in echtscheidingszaken zoals bedoeld in de artikelen 1254 tot 1280 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij Wet van 5 april 2011.
De procedures inzake bemiddeling worden na hun inleiding gefixeerd volgens de noodwendigheden van de dienst en door de Voorzitter toebedeeld, naargelang de inhoudelijke materie van het bemiddelingsproces.
De elfde kamer houdt zitting op dinsdag om 14 uur.
De zaken worden ingeleid op dinsdag.
§ 11. De twaalfde kamer (A) neemt kennis van de fiscale zaken die tot de materie behoren opgenomen in dit reglement in het artikel 4, § 6, alsook de zaken die door de enige rechter, zetelend in fiscale zaken worden verwezen naar deze kamer in toepassing van het artikel 91, achtste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Zij houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op de eerste vrijdag van elke maand.
De twaalfde kamer (B) neemt kennis van de zaken die tot de materies behoren opgenomen in dit reglement in het artikel 4, § 1, tweede lid, 1° en 5°, §§ 13 en 14, alsook de zaken die door een enige rechter in de voormelde materies worden verwezen naar deze kamer in toepassing van het artikel 91, achtste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Zij houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op vrijdag, behalve op de eerste vrijdag van elke maand.
§ 12. De dertiende kamer neemt kennis van betwistingen, enerzijds tussen particulieren en banken of financiële instellingen, anderzijds tussen particulieren onderling, met banken en financiële instellingen onder meer betreffende :
1° financieringsovereenkomsten;
2° kredietopeningen;
3° leningen;
4° borgstellingen;
5° leasingsovereenkomsten;
Deze kamer houdt zitting op woensdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op woensdag.
§ 13. De veertiende kamer neemt kennis van :
1° vereffeningen en verdelingen die geen betrekking hebben op een huwelijksvermogensstelsel, noch op vermogens van wettelijk of feitelijk samenwonenden;
2° geschillen in verband met onroerende goederen en zakelijke rechten, onder meer :
a) koopovereenkomsten;
b) hypotheken;
c) makelaarsovereenkomsten;
d) mede-eigendom;
e) inbreuken inzake de wetgeving op de stedenbouw, inclusief burenhinder en/of schade ingevolge nabuurschap die daaruit zou voortvloeien;
f) commissielonen op onroerende goederen;
g) gedwongen verlijden van notariële akten;
3° Betwistingen aangaande erfenissen, schenkingen en testamenten.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op dinsdag.
§ 14. De vijftiende kamer neemt kennis van zaken betreffende :
1° contracten van bouw en aanneming van werken;
2° geschillen betreffende onbetaalde facturen inzake bouw en aanneming van werken;
3° de professionele aansprakelijkheid van architecten en ingenieurs en de betwistingen omtrent de ereloonstaten van laatstgenoemden;
4° burenhinder en/of schade ingevolge nabuurschap, doch niet ingevolge inbreuken inzake wetgeving op stedenbouw;
5° betwistingen inzake schade ingevolge storm, water en brand, met betrekking tot onroerende goederen;
6° overheidsopdrachten zoals bedoeld in de wet van 24 december 1993;
7° private aanbestedingen.
Deze kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op maandag en woensdag.
§ 15. De zestiende kamer neemt kennis van :
1° vorderingen inzake aansprakelijkheid gegrond op artikel 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van deze met betrekking tot onroerende goederen;
2° regresvorderingen, met uitzondering van de regresvorderingen inzake verkeer;
3° vorderingen tot schadevergoeding ingevolge slagen en verwondingen;
4° betwistingen inzake schade ingevolge storm, water en brand, met uitzondering van schade aan onroerende goederen.
Deze kamer houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op vrijdag.
§ 16. De zeventiende kamer neemt kennis van :
1° geschillen betreffende onbetaalde facturen met uitzondering van facturen betreffende inrichting, herstelling, oprichting en afwerking van werken aan onroerende goederen;
2° terugvorderingen door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
3° geschillen betreffende onbetaalde rekeningen en betalingsproblemen in verband met nutsvoorzieningen zoals voor water, gas en elektriciteit;
4° geschillen betreffende facturen en kosten van hospitalisatie of medische verzorging.
Deze kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag.
Zij neemt onder meer kennis van geschillen inzake :
1° onteigeningen en planschade;
2° aandelen en effecten;
3° verzet tegen titels;
4° arbitrage;
5° betwistingen inzake milieurecht;
6° wraking van vrederechters en rechters in de politierechtbank, overeenkomstig artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek;
7° beëdiging van de personen bedoeld in artikel 288, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek;
8° alle burgerlijke zaken die niet vallen onder de specifieke materies zoals bij huidig reglement toebedeeld aan een andere burgerlijke kamer.
De eerste kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op maandag en woensdag.
§ 2. De tweede kamer neemt kennis van zaken betreffende :
1° de professionele aansprakelijkheid en de betwistingen over de erelonen van vrije beroepen, met uitzondering van architecten en ingenieurs;
2° het contractenrecht;
3° aansprakelijkheid van banken en financiële instellingen;
4° geschillen in verband met de koop, de verkoop en de herstelling van voertuigen;
5° brouwerijovereenkomsten.
De tweede kamer houdt zitting op maandag om 9 uur en de zaken worden ingeleid op maandag.
§ 3. De derde kamer neemt kennis van alle zaken, die behoren tot het personen- en familierecht en die niet uitdrukkelijk aan een andere kamer zijn toebedeeld.
Ze neemt onder meer kennis van :
1° vorderingen tot homologatie van de akte van bekendheid ter vervanging van de geboorteakte;
2° het verzoek tot het afleggen van een beëdigde verklaring;
3° vorderingen omtrent afwezigen;
4° verzet tegen een huwelijk;
5° nietigverklaring van een huwelijk;
6° vorderingen voortspruitend uit de bepalingen van de artikelen 220 en 224 van het Burgerlijk Wetboek;
7° vorderingen omtrent afstamming;
8° vorderingen omtrent erkenning;
9° vorderingen omtrent adoptie van meerderjarigen;
10° vorderingen omtrent minderjarigheid en voogdij;
11° vorderingen omtrent meerderjarigheid, verlengde minderjarigheid en onbekwaamverklaring;
12° vorderingen betreffende onbeheerde nalatenschappen en inbezitstelling in het kader van erfenissen;
13° procedures op grond van de artikelen 1420, 1422, 1426 en 1469 van het Burgerlijk Wetboek;
14° nationaliteitsverklaringen en nationaliteitskeuze;
15° verzoeken tot machtiging tot verkoop van onroerende goederen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 1187 tot 1193ter van het Gerechtelijk Wetboek;
16° vorderingen tot uitvoerbaar verklaren van beslissingen inzake handelszaken en burgerlijke zaken gewezen door buitenlandse gerechtelijke instanties;
17° vorderingen omtrent de wetgeving op de VZW's, de internationale VZW's en de stichtingen;
18° vorderingen inzake de Europese Verordening nr. 1896/2006 inzake het betalingsbevel en de Europese Verordening nr. 861/2007 inzake geringe vorderingen.
De derde kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag.
§ 4. De vierde kamer neemt kennis van zaken betreffende :
1° de hogere beroepen tegen de vonnissen van vrederechters gewezen in toepassing van artikel 223 van het Burgerlijk Wetboek, inzake onderhoudsuitkeringen, voorlopige bewindvoerders en geesteszieken;
2° verbetering van de akten van de burgerlijke stand;
Zij neemt ook kennis van de zaken die door een enige rechter bij toepassing van het artikel 91, achtste lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden verwezen naar een kamer met drie rechters met betrekking tot het personen- en familierecht.
Deze kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
De zaken waarin het advies van het openbaar ministerie vereist is nemen een aanvang om 11 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag.
§ 5. De vijfde kamer neemt kennis van :
1° echtscheidingen;
2° de voorlopige maatregelen in verband met echtscheiding bij toepassing van artikel 1258, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek;
3° vereffeningen en verdelingen van huwelijksvermogensstelsels of van vermogens van wettelijk of feitelijk samenwonenden.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag en op donderdag telkens om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op dinsdag en donderdag.
§ 6. De zesde kamer neemt kennis van fiscale zaken, zoals deze betreffende :
1° directe en indirecte belasting op de toegevoegde waarde, de registratie;
2° verzet tegen dwangbevelen;
3° beroep tegen schrapping erkende aannemers;
4° beroep tegen registratiecommissie.
Deze kamer houdt zitting op maandag, dinsdag en woensdag, telkens om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op maandag, dinsdag en woensdag.
§ 7. De zevende kamer neemt kennis van :
1° de burgerlijke rechtsvorderingen aangebracht naar aanleiding van drukpersmisdrijven zoals bedoeld in artikel 92, § 1, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek;
2° het verzoek tot herroeping van gewijsde zoals bedoeld in artikel 92, § 1, 5°, van het Gerechtelijk Wetboek;
3° de tuchtzaken zoals bedoeld in artikel 92, § 1, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek;
4° zaken die tot de materies behoren opgenomen in dit reglement in het artikel 4, § 1, tweede lid, 2° en 3°, §§ 2, 12°, 15° en 16°, alsook de zaken die door een enige rechter worden verwezen naar deze kamer met betrekking tot de voormelde materies in toepassing van het artikel 91, achtste lid van het Gerechtelijk Wetboek;
5° alle burgerlijke zaken, ingeleid voor een kamer met drie rechters, die niet vallen onder de specifieke materies, zoals bij huidig reglement toebedeeld aan een andere burgerlijke kamer.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op dinsdag.
§ 8. De negende kamer neemt kennis van de hogere beroepen tegen de vonnissen van de vrederechters met uitzondering van de zaken die nadrukkelijk aan een andere kamer werden toebedeeld.
Zij houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op vrijdag.
§ 9. De tiende kamer neemt kennis van de hogere beroepen tegen burgerrechtelijke vonnissen gewezen door de politierechtbank.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag en donderdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag.
§ 10. De elfde kamer neemt kennis van de burgerlijke zaken die haar worden voorgelegd inzake :
1° minnelijke schikking zoals bedoeld in artikel 731 van het Gerechtelijk Wetboek;
2° bemiddeling zoals bedoeld in artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek meer bepaald de vrijwillige bemiddeling zoals bedoeld in artikel 1730 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek met uitzondering van de gerechtelijke bemiddeling zoals bedoeld in artikel 1734 en volgende van het gerechtelijk Wetboek;
3° bemiddeling in echtscheidingszaken zoals bedoeld in de artikelen 1254 tot 1280 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij Wet van 5 april 2011.
De procedures inzake bemiddeling worden na hun inleiding gefixeerd volgens de noodwendigheden van de dienst en door de Voorzitter toebedeeld, naargelang de inhoudelijke materie van het bemiddelingsproces.
De elfde kamer houdt zitting op dinsdag om 14 uur.
De zaken worden ingeleid op dinsdag.
§ 11. De twaalfde kamer (A) neemt kennis van de fiscale zaken die tot de materie behoren opgenomen in dit reglement in het artikel 4, § 6, alsook de zaken die door de enige rechter, zetelend in fiscale zaken worden verwezen naar deze kamer in toepassing van het artikel 91, achtste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Zij houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op de eerste vrijdag van elke maand.
De twaalfde kamer (B) neemt kennis van de zaken die tot de materies behoren opgenomen in dit reglement in het artikel 4, § 1, tweede lid, 1° en 5°, §§ 13 en 14, alsook de zaken die door een enige rechter in de voormelde materies worden verwezen naar deze kamer in toepassing van het artikel 91, achtste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Zij houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op vrijdag, behalve op de eerste vrijdag van elke maand.
§ 12. De dertiende kamer neemt kennis van betwistingen, enerzijds tussen particulieren en banken of financiële instellingen, anderzijds tussen particulieren onderling, met banken en financiële instellingen onder meer betreffende :
1° financieringsovereenkomsten;
2° kredietopeningen;
3° leningen;
4° borgstellingen;
5° leasingsovereenkomsten;
Deze kamer houdt zitting op woensdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op woensdag.
§ 13. De veertiende kamer neemt kennis van :
1° vereffeningen en verdelingen die geen betrekking hebben op een huwelijksvermogensstelsel, noch op vermogens van wettelijk of feitelijk samenwonenden;
2° geschillen in verband met onroerende goederen en zakelijke rechten, onder meer :
a) koopovereenkomsten;
b) hypotheken;
c) makelaarsovereenkomsten;
d) mede-eigendom;
e) inbreuken inzake de wetgeving op de stedenbouw, inclusief burenhinder en/of schade ingevolge nabuurschap die daaruit zou voortvloeien;
f) commissielonen op onroerende goederen;
g) gedwongen verlijden van notariële akten;
3° Betwistingen aangaande erfenissen, schenkingen en testamenten.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op dinsdag.
§ 14. De vijftiende kamer neemt kennis van zaken betreffende :
1° contracten van bouw en aanneming van werken;
2° geschillen betreffende onbetaalde facturen inzake bouw en aanneming van werken;
3° de professionele aansprakelijkheid van architecten en ingenieurs en de betwistingen omtrent de ereloonstaten van laatstgenoemden;
4° burenhinder en/of schade ingevolge nabuurschap, doch niet ingevolge inbreuken inzake wetgeving op stedenbouw;
5° betwistingen inzake schade ingevolge storm, water en brand, met betrekking tot onroerende goederen;
6° overheidsopdrachten zoals bedoeld in de wet van 24 december 1993;
7° private aanbestedingen.
Deze kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op maandag en woensdag.
§ 15. De zestiende kamer neemt kennis van :
1° vorderingen inzake aansprakelijkheid gegrond op artikel 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van deze met betrekking tot onroerende goederen;
2° regresvorderingen, met uitzondering van de regresvorderingen inzake verkeer;
3° vorderingen tot schadevergoeding ingevolge slagen en verwondingen;
4° betwistingen inzake schade ingevolge storm, water en brand, met uitzondering van schade aan onroerende goederen.
Deze kamer houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op vrijdag.
§ 16. De zeventiende kamer neemt kennis van :
1° geschillen betreffende onbetaalde facturen met uitzondering van facturen betreffende inrichting, herstelling, oprichting en afwerking van werken aan onroerende goederen;
2° terugvorderingen door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
3° geschillen betreffende onbetaalde rekeningen en betalingsproblemen in verband met nutsvoorzieningen zoals voor water, gas en elektriciteit;
4° geschillen betreffende facturen en kosten van hospitalisatie of medische verzorging.
Deze kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag.
Art.4. § 1er. La première chambre est la chambre d'introduction pour toutes les affaires qui ne relèvent pas du droit des personnes ou du droit de la famille et qui, dans le présent règlement, ne sont pas attribuées expressément à une chambre déterminée.
Elle connaît notamment des litiges en matière :
1° d'expropriation et de dommages résultant du plan;
2° d'actions ou d'effets;
3° d'opposition à titres;
4° d'arbitrage;
5° de contestations en droit de l'environnement;
6° de récusation des juges de paix et des juges au tribunal de police, conformément à l'article 828, du Code judiciaire;
7° de prestation de serment par les personnes mentionnées à l'article 288, alinéa 7, du Code judiciaire;
8° de toutes les affaires civiles qui ne relèvent pas des matières spécifiques attribuées à une autre chambre civile par le présent règlement.
La première chambre tient audience les lundi et mercredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites les lundi et mercredi.
§ 2. La deuxième chambre connaît des affaires concernant :
1° la responsabilité professionnelle et les contestations concernant les honoraires des professions libérales, à l'exception des architectes et des ingénieurs;
2° le droit des contrats;
3° la responsabilité des banques et des institutions financières;
4° les litiges concernant l'achat, la vente et la réparation de véhicules;
5° les contrats de brasserie.
La deuxième chambre tient audience le lundi à 9 heures et les affaires seront introduites le lundi.
§ 3. La troisième chambre connaît de toutes les matières qui relèvent du droit des personnes ou du droit de la famille et qui ne sont pas attribuées expressément à une autre chambre.
Elle connaît notamment :
1° des demandes d'homologation de l'acte de notoriété suppléant à l'acte de naissance;
2° de la demande de déclaration sous serment;
3° des demandes concernant les absents;
4° de l'opposition au mariage;
5° de l'annulation du mariage;
6° des actions issues des dispositions des articles 220 et 224 du Code civil;
7° des demandes de filiation;
8° des demandes de reconnaissance;
9° des demandes d'adoption de personnes majeures;
10° des demandes de minorité et de tutelle;
11° des demandes de majorité, de minorité prolongée et de déclaration d'incapacité;
12° des demandes de successions vacantes et d'envoi en possession dans le cadre d'héritages;
13° des procédures sur la base des articles 1420, 1422, 1426 et 1469 du Code civil;
14° des déclarations de nationalité et de l'option de nationalité;
15° de la demande d'autorisation de vente de biens immobiliers conformément aux dispositions des articles 1187 à 1193ter du Code judiciaire;
16° de la demande d'exequatur des décisions rendues en matière civile et commerciale par des juridictions étrangères;
17° de la demande relative à la législation sur les ASBL, les ASBL internationales et les fondations;
18° des demandes concernant le règlement européen n° 1896/2006 relatif à l'injonction de payer et le règlement européen n° 861/2007 relatif au règlement des petits litiges.
La troisième chambre tient audience le jeudi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le jeudi.
§ 4. La quatrième chambre connaît des affaires concernant :
1° l'appel des jugements rendus par les juges de paix en application de l'article 223 du Code civil, en matière de pension alimentaire, d'administrateurs provisoires et de malades mentaux;
2° la rectification des actes de l'état civil.
Elle connaît, en outre, des affaires renvoyées par un juge unique en application de l'article 91, alinéa 8, du Code judiciaire, à une chambre à trois juges relatives au droit des personnes et de la famille.
Cette chambre tient audience le jeudi à 9 heures.
Les affaires dont l'avis du ministère public est requis débutent à 11 heures.
Les affaires sont introduites le jeudi.
§ 5. La cinquième chambre connaît :
1° des divorces;
2° des mesures provisoires relatives au divorce prises en application de l'article 1258, § 2, du Code judiciaire;
3° des liquidations et des partages dans le cadre des régimes matrimoniaux ou des patrimoines de cohabitants légaux ou de fait.
Cette chambre tient audience les mardi et jeudi à 9 heures.
Les affaires sont introduites les mardi et jeudi.
§ 6. La sixième chambre connaît des affaires fiscales, telles que celles relatives :
1° aux impôts directs et indirects, à la taxe sur la valeur ajoutée, à l'enregistrement;
2° aux oppositions à la contrainte;
3° aux recours contre la radiation des entrepreneurs agréés;
4° au recours contre la commission d'enregistrement.
Cette chambre tient audience les lundi, mardi et mercredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites les lundi, mardi et mercredi.
§ 7. La septième chambre connaît :
1° des actions civiles mues en raison des délits de presse visées à l'article 92, § 1er, 2°, du Code judiciaire;
2° des requêtes civiles visées à l'article 92, § 1er, 5°, du Code judiciaire;
3° des matières disciplinaires visées à l'article 92, § 1er, 6°, du Code judiciaire;
4° des affaires qui relèvent des matières visées à l'article 4, § 1er, alinéa 2, 2° et 3°, §§, 2, 12, 15 et 16 du présent règlement, ainsi que des affaires relatives aux matières précitées qui sont renvoyées par un juge unique à cette chambre en application de l'article 91, alinéa 8, du Code judiciaire;
5° de toutes les affaires civiles introduites devant une chambre à trois juges qui ne relèvent pas des matières spécifiques telles que distribuées à une autre chambre civile par le présent règlement.
Cette chambre tient audience le mardi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le mardi.
§ 8. La neuvième chambre connaît des appels des jugements rendus par les juges de paix, à l'exception des matières distribuées explicitement à une autre chambre.
Cette chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le vendredi.
§ 9. La dixième chambre connaît des appels des jugements civils rendus par le tribunal de police.
Cette chambre tient audience les mardi et jeudi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le jeudi.
§ 10. La onzième chambre connaît des affaires civiles qui lui sont soumises en matière :
1° de conciliation visée à l'article 731 du Code judiciaire;
2° de médiation visée à l'article 1724 du Code judiciaire, plus particulièrement de médiation volontaire visées aux articles 1730 et suivants du Code judiciaire, à l'exception de la médiation judiciaire visées aux articles 1734 et suivants du Code judiciaire;
3° de médiation en matière de divorce visée aux articles 1254 à 1280 du Code judiciaire, tels que modifiés par la loi du 5 avril 2011.
Après leur introduction, les procédures en matière de médiation sont fixées selon les nécessités du service et distribuées par le président, en fonction de la matière qui constitue le contenu du processus de médiation.
La onzième chambre tient audience le mardi à 14 heures.
Les affaires sont introduites le mardi.
§ 11. La douzième chambre (A) connaît des affaires fiscales qui relèvent des matières visées à l'article 4, § 6, du présent règlement, ainsi que des affaires qui sont renvoyées par le juge unique siégeant en affaires fiscales à cette chambre en application de l'article 91, alinéa 8, du Code judiciaire.
Cette chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le premier vendredi du mois.
La douzième chambre (B) connaît des affaires qui relèvent des matières visées à l'article 4, § 1er, alinéa 2, 1° et 5°, §§ 13 et 14, du présent règlement, ainsi que des affaires relevant des matières précitées qui sont renvoyées par un juge unique à cette chambre en application de l'article 91, alinéa 8, du Code judiciaire.
Cette chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le vendredi, excepté le premier vendredi du mois.
§ 12. La treizième chambre connaît des contestations avec les banques et les institutions financières, entre les particuliers et les banques ou les institutions financières, d'une part, et entre les particuliers entre eux, d'autre part, notamment en ce qui concerne :
1° les contrats de financement;
2° les ouvertures de crédit;
3° les prêts;
4° les cautionnements;
5° les contrats de leasing.
Cette chambre tient audience le mercredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le mercredi.
§ 13. La quatorzième chambre connaît :
1° des liquidations et partages qui se situent hors du cadre d'un régime matrimonial et des patrimoines des cohabitants légaux ou de fait;
2° des litiges concernant les biens immeubles et les droits réels, notamment :
a) les contrats de vente;
b) les hypothèques;
c) les contrats de courtage;
d) la copropriété;
e) les infractions à la législation sur l'urbanisme, y compris les troubles de voisinage et/ou les dommages qui en résulteraient en raison du voisinage;
f) les commissions sur des biens immeubles;
g) la passation forcée d'actes notariés;
3° des contestations relatives aux successions, donations et testaments.
Cette chambre tient audience le mardi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le mardi.
§ 14. La quinzième chambre connaît des affaires relatives :
1° aux contrats de construction et d'entreprise de travaux;
2° aux litiges concernant les factures impayées relatives à la construction et l'entreprise de travaux;
3° à la responsabilité professionnelle des architectes et des ingénieurs et aux contestations concernant les honoraires des derniers;
4° aux troubles de voisinage et/ou aux dommages en raison du voisinage qui ne résultent pas des infractions à la législation sur l'urbanisme;
5° aux contestations en matière de dégâts causés par la tempête, l'eau et le feu aux biens immeubles;
6° aux marchés publics visés par la loi du 24 décembre 1993;
7° aux adjudications privées.
Cette chambre tient audience les lundi et mercredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites les lundi et mercredi.
§ 15. La seizième chambre connaît :
1° des actions en responsabilité fondées sur les articles 1382 et suivants du Code civil, à l'exception de celles relatives aux biens immeubles;
2° des actions récursoires, à l'exception des actions récursoires en matière de roulage;
3° des actions en réparation des dommages résultant de coups et blessures;
4° des contestations en matière de dégâts causés par la tempête, l'eau et le feu, à l'exception des dégâts aux biens immeubles.
Cette chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le vendredi.
§ 16. La dix-septième chambre connaît :
1° des litiges relatifs aux factures impayées, à l'exception des factures concernant l'aménagement, la réparation, l'établissement et la finition de travaux de biens immobiliers;
2° des actions en recouvrement des centres publics d'aide sociale;
3° des litiges relatifs aux factures impayées et aux problèmes de paiement en ce qui concerne les fournitures d'utilité publique, telles que l'électricité, le gaz et l'eau;
4° des litiges relatifs aux factures ou frais en relation avec une hospitalisation ou des soins médicaux.
Cette chambre tient audience le jeudi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le jeudi.
Elle connaît notamment des litiges en matière :
1° d'expropriation et de dommages résultant du plan;
2° d'actions ou d'effets;
3° d'opposition à titres;
4° d'arbitrage;
5° de contestations en droit de l'environnement;
6° de récusation des juges de paix et des juges au tribunal de police, conformément à l'article 828, du Code judiciaire;
7° de prestation de serment par les personnes mentionnées à l'article 288, alinéa 7, du Code judiciaire;
8° de toutes les affaires civiles qui ne relèvent pas des matières spécifiques attribuées à une autre chambre civile par le présent règlement.
La première chambre tient audience les lundi et mercredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites les lundi et mercredi.
§ 2. La deuxième chambre connaît des affaires concernant :
1° la responsabilité professionnelle et les contestations concernant les honoraires des professions libérales, à l'exception des architectes et des ingénieurs;
2° le droit des contrats;
3° la responsabilité des banques et des institutions financières;
4° les litiges concernant l'achat, la vente et la réparation de véhicules;
5° les contrats de brasserie.
La deuxième chambre tient audience le lundi à 9 heures et les affaires seront introduites le lundi.
§ 3. La troisième chambre connaît de toutes les matières qui relèvent du droit des personnes ou du droit de la famille et qui ne sont pas attribuées expressément à une autre chambre.
Elle connaît notamment :
1° des demandes d'homologation de l'acte de notoriété suppléant à l'acte de naissance;
2° de la demande de déclaration sous serment;
3° des demandes concernant les absents;
4° de l'opposition au mariage;
5° de l'annulation du mariage;
6° des actions issues des dispositions des articles 220 et 224 du Code civil;
7° des demandes de filiation;
8° des demandes de reconnaissance;
9° des demandes d'adoption de personnes majeures;
10° des demandes de minorité et de tutelle;
11° des demandes de majorité, de minorité prolongée et de déclaration d'incapacité;
12° des demandes de successions vacantes et d'envoi en possession dans le cadre d'héritages;
13° des procédures sur la base des articles 1420, 1422, 1426 et 1469 du Code civil;
14° des déclarations de nationalité et de l'option de nationalité;
15° de la demande d'autorisation de vente de biens immobiliers conformément aux dispositions des articles 1187 à 1193ter du Code judiciaire;
16° de la demande d'exequatur des décisions rendues en matière civile et commerciale par des juridictions étrangères;
17° de la demande relative à la législation sur les ASBL, les ASBL internationales et les fondations;
18° des demandes concernant le règlement européen n° 1896/2006 relatif à l'injonction de payer et le règlement européen n° 861/2007 relatif au règlement des petits litiges.
La troisième chambre tient audience le jeudi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le jeudi.
§ 4. La quatrième chambre connaît des affaires concernant :
1° l'appel des jugements rendus par les juges de paix en application de l'article 223 du Code civil, en matière de pension alimentaire, d'administrateurs provisoires et de malades mentaux;
2° la rectification des actes de l'état civil.
Elle connaît, en outre, des affaires renvoyées par un juge unique en application de l'article 91, alinéa 8, du Code judiciaire, à une chambre à trois juges relatives au droit des personnes et de la famille.
Cette chambre tient audience le jeudi à 9 heures.
Les affaires dont l'avis du ministère public est requis débutent à 11 heures.
Les affaires sont introduites le jeudi.
§ 5. La cinquième chambre connaît :
1° des divorces;
2° des mesures provisoires relatives au divorce prises en application de l'article 1258, § 2, du Code judiciaire;
3° des liquidations et des partages dans le cadre des régimes matrimoniaux ou des patrimoines de cohabitants légaux ou de fait.
Cette chambre tient audience les mardi et jeudi à 9 heures.
Les affaires sont introduites les mardi et jeudi.
§ 6. La sixième chambre connaît des affaires fiscales, telles que celles relatives :
1° aux impôts directs et indirects, à la taxe sur la valeur ajoutée, à l'enregistrement;
2° aux oppositions à la contrainte;
3° aux recours contre la radiation des entrepreneurs agréés;
4° au recours contre la commission d'enregistrement.
Cette chambre tient audience les lundi, mardi et mercredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites les lundi, mardi et mercredi.
§ 7. La septième chambre connaît :
1° des actions civiles mues en raison des délits de presse visées à l'article 92, § 1er, 2°, du Code judiciaire;
2° des requêtes civiles visées à l'article 92, § 1er, 5°, du Code judiciaire;
3° des matières disciplinaires visées à l'article 92, § 1er, 6°, du Code judiciaire;
4° des affaires qui relèvent des matières visées à l'article 4, § 1er, alinéa 2, 2° et 3°, §§, 2, 12, 15 et 16 du présent règlement, ainsi que des affaires relatives aux matières précitées qui sont renvoyées par un juge unique à cette chambre en application de l'article 91, alinéa 8, du Code judiciaire;
5° de toutes les affaires civiles introduites devant une chambre à trois juges qui ne relèvent pas des matières spécifiques telles que distribuées à une autre chambre civile par le présent règlement.
Cette chambre tient audience le mardi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le mardi.
§ 8. La neuvième chambre connaît des appels des jugements rendus par les juges de paix, à l'exception des matières distribuées explicitement à une autre chambre.
Cette chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le vendredi.
§ 9. La dixième chambre connaît des appels des jugements civils rendus par le tribunal de police.
Cette chambre tient audience les mardi et jeudi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le jeudi.
§ 10. La onzième chambre connaît des affaires civiles qui lui sont soumises en matière :
1° de conciliation visée à l'article 731 du Code judiciaire;
2° de médiation visée à l'article 1724 du Code judiciaire, plus particulièrement de médiation volontaire visées aux articles 1730 et suivants du Code judiciaire, à l'exception de la médiation judiciaire visées aux articles 1734 et suivants du Code judiciaire;
3° de médiation en matière de divorce visée aux articles 1254 à 1280 du Code judiciaire, tels que modifiés par la loi du 5 avril 2011.
Après leur introduction, les procédures en matière de médiation sont fixées selon les nécessités du service et distribuées par le président, en fonction de la matière qui constitue le contenu du processus de médiation.
La onzième chambre tient audience le mardi à 14 heures.
Les affaires sont introduites le mardi.
§ 11. La douzième chambre (A) connaît des affaires fiscales qui relèvent des matières visées à l'article 4, § 6, du présent règlement, ainsi que des affaires qui sont renvoyées par le juge unique siégeant en affaires fiscales à cette chambre en application de l'article 91, alinéa 8, du Code judiciaire.
Cette chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le premier vendredi du mois.
La douzième chambre (B) connaît des affaires qui relèvent des matières visées à l'article 4, § 1er, alinéa 2, 1° et 5°, §§ 13 et 14, du présent règlement, ainsi que des affaires relevant des matières précitées qui sont renvoyées par un juge unique à cette chambre en application de l'article 91, alinéa 8, du Code judiciaire.
Cette chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le vendredi, excepté le premier vendredi du mois.
§ 12. La treizième chambre connaît des contestations avec les banques et les institutions financières, entre les particuliers et les banques ou les institutions financières, d'une part, et entre les particuliers entre eux, d'autre part, notamment en ce qui concerne :
1° les contrats de financement;
2° les ouvertures de crédit;
3° les prêts;
4° les cautionnements;
5° les contrats de leasing.
Cette chambre tient audience le mercredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le mercredi.
§ 13. La quatorzième chambre connaît :
1° des liquidations et partages qui se situent hors du cadre d'un régime matrimonial et des patrimoines des cohabitants légaux ou de fait;
2° des litiges concernant les biens immeubles et les droits réels, notamment :
a) les contrats de vente;
b) les hypothèques;
c) les contrats de courtage;
d) la copropriété;
e) les infractions à la législation sur l'urbanisme, y compris les troubles de voisinage et/ou les dommages qui en résulteraient en raison du voisinage;
f) les commissions sur des biens immeubles;
g) la passation forcée d'actes notariés;
3° des contestations relatives aux successions, donations et testaments.
Cette chambre tient audience le mardi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le mardi.
§ 14. La quinzième chambre connaît des affaires relatives :
1° aux contrats de construction et d'entreprise de travaux;
2° aux litiges concernant les factures impayées relatives à la construction et l'entreprise de travaux;
3° à la responsabilité professionnelle des architectes et des ingénieurs et aux contestations concernant les honoraires des derniers;
4° aux troubles de voisinage et/ou aux dommages en raison du voisinage qui ne résultent pas des infractions à la législation sur l'urbanisme;
5° aux contestations en matière de dégâts causés par la tempête, l'eau et le feu aux biens immeubles;
6° aux marchés publics visés par la loi du 24 décembre 1993;
7° aux adjudications privées.
Cette chambre tient audience les lundi et mercredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites les lundi et mercredi.
§ 15. La seizième chambre connaît :
1° des actions en responsabilité fondées sur les articles 1382 et suivants du Code civil, à l'exception de celles relatives aux biens immeubles;
2° des actions récursoires, à l'exception des actions récursoires en matière de roulage;
3° des actions en réparation des dommages résultant de coups et blessures;
4° des contestations en matière de dégâts causés par la tempête, l'eau et le feu, à l'exception des dégâts aux biens immeubles.
Cette chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le vendredi.
§ 16. La dix-septième chambre connaît :
1° des litiges relatifs aux factures impayées, à l'exception des factures concernant l'aménagement, la réparation, l'établissement et la finition de travaux de biens immobiliers;
2° des actions en recouvrement des centres publics d'aide sociale;
3° des litiges relatifs aux factures impayées et aux problèmes de paiement en ce qui concerne les fournitures d'utilité publique, telles que l'électricité, le gaz et l'eau;
4° des litiges relatifs aux factures ou frais en relation avec une hospitalisation ou des soins médicaux.
Cette chambre tient audience le jeudi à 9 heures.
Les affaires sont introduites le jeudi.
Art.5. § 1. De achttiende kamer is een correctionele kamer die kennis neemt van de hogere beroepen tegen de strafrechtelijke vonnissen gewezen door de politierechtbanken.
Wanneer de strafbare feiten betrekking hebben op overtredingen van de wetten en verordeningen over een van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, dan is de kamer samengesteld uit twee rechters uit de rechtbank van eerste aanleg en één rechter uit de arbeidsrechtbank.
Deze kamer neemt ook kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag en donderdag om 9 uur.
§ 2. De negentiende kamer is een correctionele kamer die onder meer kennis neemt van misdrijven die krachtens het artikel 92 van het Gerechtelijk Wetboek tot de uitsluitende bevoegdheid van een uit drie rechters samengestelde kamer behoren en van deze waarvan de behandeling krachtens artikel 91, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, door drie rechters kan gevorderd worden of waarvan de behandeling door drie rechters bij de regeling van de rechtspleging door de raadkamer was gevraagd door de beklaagde.
Wanneer de strafbare feiten betrekking hebben op overtredingen van de wetten en verordeningen over een van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, dan is de kamer samengesteld uit twee rechters uit de rechtbank van eerste aanleg en één rechter uit de arbeidsrechtbank.
Deze kamer neemt ook kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal.
Deze kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
Op maandag zetelt deze kamer voornamelijk in de gespecialiseerde materies, behorend tot het sociaal strafrecht, het milieurecht, inbreuken op de stedenbouwwetgeving en het fiscaal strafrecht.
§ 3. De twintigste, de éénentwintigste en de tweeëntwintigste kamer nemen kennis van de correctionele zaken die voor de enige rechter worden gebracht.
Ook deze kamers nemen kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal.
De twintigste kamer houdt zitting op dinsdag, woensdag en donderdag om 9 uur.
Op dinsdag en donderdag zetelt deze kamer als drugbehandelingskamer.
Op woensdag zetelt deze kamer voornamelijk in de materies behorend tot het fiscaal, het financieel en het sociaal strafrecht. Wat dit laatste aspect betreft, neemt deze kamer kennis van de overtredingen van de wetten en verordeningen over één van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten en, in geval van samenloop of samenhang van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten.
De éénentwintigste kamer houdt zitting op dinsdag, en donderdag om 9 uur.
Op dinsdag zetelt deze kamer voornamelijk in de materies, die verband houden met misdrijven op de milieuwetgeving en het bijzonder strafrecht.
De tweeëntwintigste kamer houdt zitting op woensdag en vrijdag om 9 uur.
§ 4. De drieëntwintigste kamer neemt kennis van de zaken in toepassing van het artikel 4 Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag om 11 uur naargelang de noodwendigheden van de dienst.
§ 5. De vierentwintigste kamer is de raadkamer.
Deze kamer houdt zitting op maandag, woensdag en vrijdag telkens om 9 uur.
§ 6. De jeugdkamers houden respectievelijk zitting op maandag (25e kamer), dinsdag (26e kamer), woensdag (27e kamer) en donderdag (27e kamer bis) om 9 uur.
Indien de behoeften van de dienst of een goede rechtsbedeling zulks vereisen kan de voorzitter van de rechtbank na het advies van de procureur des Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen een verdeling van de zaken behorend tot de bevoegdheid van de jeugdrechtbank tussen de andere kamers van de jeugdrechtbank uitwerken.
De kamer dertig bis neemt eveneens kennis van de vervolgingen van de personen ten aanzien van wie een beslissing tot uithandengeving is genomen overeenkomstig de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van de minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade in het kader van een wanbedrijf en/of correctionaliseerbare misdaad.
De dertigste kamer neemt enkel kennis van de zaken behorend tot de burgerlijke bevoegdheden van de jeugdrechtbank. Deze kamer zal door de voorzitter worden samengesteld en vastgelegd naar gelang de noodwendigheden van de dienst.
Deze kamer houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De kamer dertig bis zal door de voorzitter worden samengesteld en vastgelegd naar gelang de noodwendigheden van de dienst.
Zij houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
§ 7. De achtentwintigste en de negenentwintigste kamer houden zitting op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag, telkens om 9 uur in alle strafinrichtingen, behorende tot de bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbank, zoals bij koninklijk besluit bepaald.
Wanneer de omstandigheden dit vereisen kan de zitting ook doorgaan in elke rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied van het Hof van Beroep te Gent en in elke strafinrichting behorende tot de bevoegdheid van deze rechtbank zoals bij koninklijk besluit bepaald.
De negenentwintigste bis kamer zal van zodra de Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis in werking treedt zitting houden op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag telkens om 9 uur, dit conform de uitvoeringsmodaliteiten, die op dat ogenblik door de wetgever zullen zijn vastgesteld.
De zittingen in deze rechtbank, in de strafinrichtingen en - in voorkomend geval - in de inrichtingen tot bescherming van de maatschappij en de zorginstellingen, gaan slechts door indien de noodwendigheden van de dienst dit vereisen.
Wanneer de strafbare feiten betrekking hebben op overtredingen van de wetten en verordeningen over een van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, dan is de kamer samengesteld uit twee rechters uit de rechtbank van eerste aanleg en één rechter uit de arbeidsrechtbank.
Deze kamer neemt ook kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag en donderdag om 9 uur.
§ 2. De negentiende kamer is een correctionele kamer die onder meer kennis neemt van misdrijven die krachtens het artikel 92 van het Gerechtelijk Wetboek tot de uitsluitende bevoegdheid van een uit drie rechters samengestelde kamer behoren en van deze waarvan de behandeling krachtens artikel 91, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, door drie rechters kan gevorderd worden of waarvan de behandeling door drie rechters bij de regeling van de rechtspleging door de raadkamer was gevraagd door de beklaagde.
Wanneer de strafbare feiten betrekking hebben op overtredingen van de wetten en verordeningen over een van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, dan is de kamer samengesteld uit twee rechters uit de rechtbank van eerste aanleg en één rechter uit de arbeidsrechtbank.
Deze kamer neemt ook kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal.
Deze kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
Op maandag zetelt deze kamer voornamelijk in de gespecialiseerde materies, behorend tot het sociaal strafrecht, het milieurecht, inbreuken op de stedenbouwwetgeving en het fiscaal strafrecht.
§ 3. De twintigste, de éénentwintigste en de tweeëntwintigste kamer nemen kennis van de correctionele zaken die voor de enige rechter worden gebracht.
Ook deze kamers nemen kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal.
De twintigste kamer houdt zitting op dinsdag, woensdag en donderdag om 9 uur.
Op dinsdag en donderdag zetelt deze kamer als drugbehandelingskamer.
Op woensdag zetelt deze kamer voornamelijk in de materies behorend tot het fiscaal, het financieel en het sociaal strafrecht. Wat dit laatste aspect betreft, neemt deze kamer kennis van de overtredingen van de wetten en verordeningen over één van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten en, in geval van samenloop of samenhang van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten.
De éénentwintigste kamer houdt zitting op dinsdag, en donderdag om 9 uur.
Op dinsdag zetelt deze kamer voornamelijk in de materies, die verband houden met misdrijven op de milieuwetgeving en het bijzonder strafrecht.
De tweeëntwintigste kamer houdt zitting op woensdag en vrijdag om 9 uur.
§ 4. De drieëntwintigste kamer neemt kennis van de zaken in toepassing van het artikel 4 Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag om 11 uur naargelang de noodwendigheden van de dienst.
§ 5. De vierentwintigste kamer is de raadkamer.
Deze kamer houdt zitting op maandag, woensdag en vrijdag telkens om 9 uur.
§ 6. De jeugdkamers houden respectievelijk zitting op maandag (25e kamer), dinsdag (26e kamer), woensdag (27e kamer) en donderdag (27e kamer bis) om 9 uur.
Indien de behoeften van de dienst of een goede rechtsbedeling zulks vereisen kan de voorzitter van de rechtbank na het advies van de procureur des Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen een verdeling van de zaken behorend tot de bevoegdheid van de jeugdrechtbank tussen de andere kamers van de jeugdrechtbank uitwerken.
De kamer dertig bis neemt eveneens kennis van de vervolgingen van de personen ten aanzien van wie een beslissing tot uithandengeving is genomen overeenkomstig de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van de minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade in het kader van een wanbedrijf en/of correctionaliseerbare misdaad.
De dertigste kamer neemt enkel kennis van de zaken behorend tot de burgerlijke bevoegdheden van de jeugdrechtbank. Deze kamer zal door de voorzitter worden samengesteld en vastgelegd naar gelang de noodwendigheden van de dienst.
Deze kamer houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De kamer dertig bis zal door de voorzitter worden samengesteld en vastgelegd naar gelang de noodwendigheden van de dienst.
Zij houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
§ 7. De achtentwintigste en de negenentwintigste kamer houden zitting op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag, telkens om 9 uur in alle strafinrichtingen, behorende tot de bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbank, zoals bij koninklijk besluit bepaald.
Wanneer de omstandigheden dit vereisen kan de zitting ook doorgaan in elke rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied van het Hof van Beroep te Gent en in elke strafinrichting behorende tot de bevoegdheid van deze rechtbank zoals bij koninklijk besluit bepaald.
De negenentwintigste bis kamer zal van zodra de Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis in werking treedt zitting houden op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag telkens om 9 uur, dit conform de uitvoeringsmodaliteiten, die op dat ogenblik door de wetgever zullen zijn vastgesteld.
De zittingen in deze rechtbank, in de strafinrichtingen en - in voorkomend geval - in de inrichtingen tot bescherming van de maatschappij en de zorginstellingen, gaan slechts door indien de noodwendigheden van de dienst dit vereisen.
Art.5. § 1er. La dix-huitième chambre est une chambre correctionnelle qui connaît des appels des jugements pénaux rendus par les tribunaux de police.
Lorsque les faits punissables concernent les infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail, la chambre est alors composée de deux juges du tribunal de première instance et d'un juge du tribunal du travail.
Elle connaît également des procédures de comparution immédiate et de convocation par procès-verbal.
Cette chambre tient audience les mardi et jeudi à 9 heures.
§ 2. La dix-neuvième chambre est une chambre correctionnelle qui connaît notamment des délits qui, en vertu de l'article 92 du Code judiciaire, relèvent de la compétence exclusive d'une chambre composée de trois juges ainsi que des délits dont, en vertu de l'article 91, alinéa 2, du Code judiciaire, le traitement par une chambre à trois juges peut être demandé ou dont le traitement par une chambre à trois juges a été demandée par le prévenu lors du règlement de la procédure par la chambre du conseil.
Lorsque les faits punissables concernent les infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail, la chambre est alors composée de deux juges du tribunal de première instance et d'un juge du tribunal du travail.
Elle connaît également des procédures de comparution immédiate et de convocation par procès-verbal.
Cette chambre tient audience les lundi et mercredi à 9 heures.
Le lundi, elle tient principalement audience dans les matières spécialisées relevant du droit pénal social, du droit environnemental, des infractions à la législation sur l'urbanisme et du droit pénal fiscal.
§ 3. Les vingtième, vingt-et-unième et vingt-deuxième chambres connaissent des affaires correctionnelles qui sont portées devant un juge unique.
Elles connaissent également des procédures de comparution immédiate et de convocation par procès-verbal.
La vingtième chambre tient audience les mardi, mercredi et jeudi à 9 heures.
Les mardi et jeudi, elle tient audience en tant que chambre d'instruction des dossiers drogues.
Le mercredi, elle tient principalement audience dans les matières relevant du droit pénal fiscal, financier et social. En ce qui concerne ce dernier aspect, cette chambre connaît des infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail.
La vingt-et-unième chambre tient audience les mardi et jeudi à 9 heures.
Le mardi, elle tient principalement audience dans les matières ayant trait aux délits à l'encontre de la législation environnementale et du droit pénal spécial.
La vingt-deuxième chambre tient audience les mercredi et vendredi à 9 heures.
§ 4. La vingt-troisième chambre connaît des affaires en application de l'article 4 du Titre préliminaire du Code de procédure pénale.
Cette chambre tient audience le mardi à 11 heures selon les besoins du service.
§ 5. La vingt-quatrième chambre est la chambre du conseil.
Cette chambre tient audience les lundi, mercredi et vendredi à 9 heures.
§ 6. Les chambres de la jeunesse tiennent respectivement audience les lundi (25e chambre), mardi (26e chambre), mercredi (27e chambre), et jeudi (27e chambre bis) à 9 heures.
Lorsque les besoins du service ou une bonne administration de la justice l'exigent, le président du tribunal peut, après avoir pris l'avis du procureur du Roi et du greffier en chef, procéder à une répartition des affaires relevant de la compétence du tribunal de la jeunesse au sein des autres chambres du tribunal de la jeunesse.
La chambre trente bis connaît également des poursuites des personnes à l'égard desquelles une décision de dessaisissement est prise conformément à la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait, dans le cadre d'un délit ou crime correctionnalisable.
La trentième chambre connaît uniquement des affaires relevant des compétences civiles du tribunal de la jeunesse. Cette chambre sera composée par le président et fixée selon les besoins du service.
Cette chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
La chambre trente bis sera composée par le président et fixée selon les besoins du service.
Elle tient audience le mardi à 9 heures.
§ 7. La vingt-huitième chambre et la vingt-neuvième chambre tiennent audience les lundi, mardi, mercredi, jeudi et vendredi à 9 heures dans tous les établissements pénitentiaires relevant de la compétence du tribunal de l'application des peines tel que prévu par arrêté royal.
Lorsque les circonstances le requièrent, l'audience peut également avoir lieu dans chaque tribunal de première instance du ressort de la cour d'appel de Gand et dans chaque établissement pénitentiaire relevant de la compétence dudit tribunal tel que prévu par arrêté royal.
Dès l'entrée en vigueur de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental, la vingt-neuvième chambre bis tiendra audience les lundi, mardi, mercredi, jeudi et vendredi à 9 heures, ce conformément aux modalités d'exécution qui auront alors été arrêtées par le législateur.
Les audiences dans ce tribunal, dans les établissements pénitentiaires et - le cas échéant - dans les établissements de défense sociale et les établissements de soin, n'ont lieu que si les besoins du service le requièrent.
Lorsque les faits punissables concernent les infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail, la chambre est alors composée de deux juges du tribunal de première instance et d'un juge du tribunal du travail.
Elle connaît également des procédures de comparution immédiate et de convocation par procès-verbal.
Cette chambre tient audience les mardi et jeudi à 9 heures.
§ 2. La dix-neuvième chambre est une chambre correctionnelle qui connaît notamment des délits qui, en vertu de l'article 92 du Code judiciaire, relèvent de la compétence exclusive d'une chambre composée de trois juges ainsi que des délits dont, en vertu de l'article 91, alinéa 2, du Code judiciaire, le traitement par une chambre à trois juges peut être demandé ou dont le traitement par une chambre à trois juges a été demandée par le prévenu lors du règlement de la procédure par la chambre du conseil.
Lorsque les faits punissables concernent les infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail, la chambre est alors composée de deux juges du tribunal de première instance et d'un juge du tribunal du travail.
Elle connaît également des procédures de comparution immédiate et de convocation par procès-verbal.
Cette chambre tient audience les lundi et mercredi à 9 heures.
Le lundi, elle tient principalement audience dans les matières spécialisées relevant du droit pénal social, du droit environnemental, des infractions à la législation sur l'urbanisme et du droit pénal fiscal.
§ 3. Les vingtième, vingt-et-unième et vingt-deuxième chambres connaissent des affaires correctionnelles qui sont portées devant un juge unique.
Elles connaissent également des procédures de comparution immédiate et de convocation par procès-verbal.
La vingtième chambre tient audience les mardi, mercredi et jeudi à 9 heures.
Les mardi et jeudi, elle tient audience en tant que chambre d'instruction des dossiers drogues.
Le mercredi, elle tient principalement audience dans les matières relevant du droit pénal fiscal, financier et social. En ce qui concerne ce dernier aspect, cette chambre connaît des infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail.
La vingt-et-unième chambre tient audience les mardi et jeudi à 9 heures.
Le mardi, elle tient principalement audience dans les matières ayant trait aux délits à l'encontre de la législation environnementale et du droit pénal spécial.
La vingt-deuxième chambre tient audience les mercredi et vendredi à 9 heures.
§ 4. La vingt-troisième chambre connaît des affaires en application de l'article 4 du Titre préliminaire du Code de procédure pénale.
Cette chambre tient audience le mardi à 11 heures selon les besoins du service.
§ 5. La vingt-quatrième chambre est la chambre du conseil.
Cette chambre tient audience les lundi, mercredi et vendredi à 9 heures.
§ 6. Les chambres de la jeunesse tiennent respectivement audience les lundi (25e chambre), mardi (26e chambre), mercredi (27e chambre), et jeudi (27e chambre bis) à 9 heures.
Lorsque les besoins du service ou une bonne administration de la justice l'exigent, le président du tribunal peut, après avoir pris l'avis du procureur du Roi et du greffier en chef, procéder à une répartition des affaires relevant de la compétence du tribunal de la jeunesse au sein des autres chambres du tribunal de la jeunesse.
La chambre trente bis connaît également des poursuites des personnes à l'égard desquelles une décision de dessaisissement est prise conformément à la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait, dans le cadre d'un délit ou crime correctionnalisable.
La trentième chambre connaît uniquement des affaires relevant des compétences civiles du tribunal de la jeunesse. Cette chambre sera composée par le président et fixée selon les besoins du service.
Cette chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
La chambre trente bis sera composée par le président et fixée selon les besoins du service.
Elle tient audience le mardi à 9 heures.
§ 7. La vingt-huitième chambre et la vingt-neuvième chambre tiennent audience les lundi, mardi, mercredi, jeudi et vendredi à 9 heures dans tous les établissements pénitentiaires relevant de la compétence du tribunal de l'application des peines tel que prévu par arrêté royal.
Lorsque les circonstances le requièrent, l'audience peut également avoir lieu dans chaque tribunal de première instance du ressort de la cour d'appel de Gand et dans chaque établissement pénitentiaire relevant de la compétence dudit tribunal tel que prévu par arrêté royal.
Dès l'entrée en vigueur de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental, la vingt-neuvième chambre bis tiendra audience les lundi, mardi, mercredi, jeudi et vendredi à 9 heures, ce conformément aux modalités d'exécution qui auront alors été arrêtées par le législateur.
Les audiences dans ce tribunal, dans les établissements pénitentiaires et - le cas échéant - dans les établissements de défense sociale et les établissements de soin, n'ont lieu que si les besoins du service le requièrent.
Art.6. De strafzaken worden door de voorzitter van de rechtbank op voorstel van de procureur des Konings toebedeeld.
De rechtstreekse dagvaardingen en de zaken in toepassing van het artikel 4 Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering worden toebedeeld door de voorzitter van de rechtbank.
De rechtstreekse dagvaardingen en de zaken in toepassing van het artikel 4 Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering worden toebedeeld door de voorzitter van de rechtbank.
Art.6. Les affaires pénales sont distribuées par le président du tribunal, sur proposition du procureur du Roi.
Les affaires en matière de citation directe et les affaires en application de l'article 4 du Titre préliminaire du Code de procédure pénale sont distribuées par le président du tribunal.
Les affaires en matière de citation directe et les affaires en application de l'article 4 du Titre préliminaire du Code de procédure pénale sont distribuées par le président du tribunal.
Art.7. De voorzitter van de rechtbank bepaalt de dienstregeling van de onderzoeksrechters en de verdeling van de zaken onder hen.
In principe zal de onderzoeksrechter met dienst behandelen :
alle vorderingen van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur, strekkende tot het instellen van een gerechtelijk onderzoek en strekkende tot het uitvoeren van een mini-instructie, gedateerd op een datum die valt binnen zijn/haar dienstperiode;
alle vorderingen van de leden van de sociale inspectie in toepassing van het Sociaal Strafwetboek;
alle klachten met burgerlijke partijstelling, andere dan deze die zich enten op een dossier dat reeds voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk onderzoek die door hem/haar worden opgenomen binnen zijn/haar dienstperiode.
Indien de noodwendigheden van de dienst of een evenwichtiger verdeling onder de onderzoekskabinetten het noodzaken kan de voorzitter van de rechtbank van de voormelde regel afwijken.
In principe zal de onderzoeksrechter met dienst behandelen :
alle vorderingen van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur, strekkende tot het instellen van een gerechtelijk onderzoek en strekkende tot het uitvoeren van een mini-instructie, gedateerd op een datum die valt binnen zijn/haar dienstperiode;
alle vorderingen van de leden van de sociale inspectie in toepassing van het Sociaal Strafwetboek;
alle klachten met burgerlijke partijstelling, andere dan deze die zich enten op een dossier dat reeds voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk onderzoek die door hem/haar worden opgenomen binnen zijn/haar dienstperiode.
Indien de noodwendigheden van de dienst of een evenwichtiger verdeling onder de onderzoekskabinetten het noodzaken kan de voorzitter van de rechtbank van de voormelde regel afwijken.
Art.7. Le président du tribunal arrête le tableau de service des juges d'instruction et la répartition des affaires entre eux.
En principe, le juge d'instruction en service instruira :
les réquisitions du procureur du Roi ou de l'auditeur du travail aux fins d'entamer une instruction judiciaire et aux fins d'exécuter une mini-instruction, dont la date se situe dans la période de service;
les réquisitions des membres de l'Inspection sociale en application du Code pénal social;
les plaintes avec constitution de partie civile, autres que celles qui se greffent sur un dossier faisant déjà l'objet d'une instruction, enregistrées devant le juge d'instruction durant sa période de service.
Si les besoins du service ou une répartition plus équilibrée entre les cabinets d'instruction l'exigent, le président du tribunal peut déroger à la règle précitée.
En principe, le juge d'instruction en service instruira :
les réquisitions du procureur du Roi ou de l'auditeur du travail aux fins d'entamer une instruction judiciaire et aux fins d'exécuter une mini-instruction, dont la date se situe dans la période de service;
les réquisitions des membres de l'Inspection sociale en application du Code pénal social;
les plaintes avec constitution de partie civile, autres que celles qui se greffent sur un dossier faisant déjà l'objet d'une instruction, enregistrées devant le juge d'instruction durant sa période de service.
Si les besoins du service ou une répartition plus équilibrée entre les cabinets d'instruction l'exigent, le président du tribunal peut déroger à la règle précitée.
Art.8. De voorzitter van de rechtbank neemt kennis van de zaken in kortgeding of op de wijze van het kortgeding.
De voorzitter van de rechtbank houdt zitting in kortgeding of op de wijze van het kortgeding op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag om 9 uur.
De zaken met betrekking tot de voorlopige maatregelen inzake de persoon en het levensonderhoud en de goederen van niet-ontvoogde minderjarige kinderen, worden behandeld op dinsdag en donderdag.
De zaken worden ingeleid op maandag, woensdag en donderdag.
De voorzitter van de rechtbank houdt zitting in kortgeding of op de wijze van het kortgeding op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag om 9 uur.
De zaken met betrekking tot de voorlopige maatregelen inzake de persoon en het levensonderhoud en de goederen van niet-ontvoogde minderjarige kinderen, worden behandeld op dinsdag en donderdag.
De zaken worden ingeleid op maandag, woensdag en donderdag.
Art.8. Le président du tribunal connaît des demandes en référé ou comme en référé.
Le président du tribunal siège en référé ou comme en référé les lundi, mardi, mercredi, jeudi et vendredi à 9 heures.
Les affaires relatives à des mesures provisoires concernant la personne, les aliments et les biens des enfants mineurs non émancipés, sont instruites les mardi et jeudi.
Les affaires sont introduites les lundi, mercredi et jeudi.
Le président du tribunal siège en référé ou comme en référé les lundi, mardi, mercredi, jeudi et vendredi à 9 heures.
Les affaires relatives à des mesures provisoires concernant la personne, les aliments et les biens des enfants mineurs non émancipés, sont instruites les mardi et jeudi.
Les affaires sont introduites les lundi, mercredi et jeudi.
Art.9. § 1. De vorderingen voor de beslagrechter worden behandeld op dinsdag om 9 uur. De verzoeningen inzake het hypothecair krediet worden behandeld op dinsdag om 10 uur.
§ 2. de vorderingen tot rechtsbijstand worden behandeld op dinsdag om 11 u. 15 m.
§ 3. Inzake echtscheiding door onderlinge toestemming en scheiding van tafel en bed verschijnen de partijen op donderdag om 14 uur.
§ 2. de vorderingen tot rechtsbijstand worden behandeld op dinsdag om 11 u. 15 m.
§ 3. Inzake echtscheiding door onderlinge toestemming en scheiding van tafel en bed verschijnen de partijen op donderdag om 14 uur.
Art.9. § 1er. Les demandes portées devant le juge des saisies sont traitées le mardi à 9 heures. Les demandes de conciliation en matière de crédit hypothécaire sont traitées le mardi à 10 heures.
§ 2. Les demandes d'assistance judiciaire sont traitées le mardi à 11 h 15 m.
§ 3. En matière de divorce par consentement mutuel ou de séparation de corps, les parties comparaissent le jeudi à 14 heures.
§ 2. Les demandes d'assistance judiciaire sont traitées le mardi à 11 h 15 m.
§ 3. En matière de divorce par consentement mutuel ou de séparation de corps, les parties comparaissent le jeudi à 14 heures.
Art.10. De kamers kunnen naargelang de behoeften van de dienst buitengewone zittingen houden, waarvan ze de dagen en de uren bepalen na beschikking door de voorzitter van de rechtbank.
Indien de behoeften van de dienst het vereisen kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de procureur des Konings en de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen een of meer kamers bijkomend zittingen te laten houden op de dagen en de uren die hij/zij bepaalt.
Indien de behoeften van de dienst het vereisen kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de procureur des Konings en de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen een of meer kamers bijkomend zittingen te laten houden op de dagen en de uren die hij/zij bepaalt.
Art.10. Les chambres peuvent, selon les besoins du service, tenir des audiences extraordinaires, dont elles fixent elles-mêmes les jours et heures, après l'ordonnance du président du tribunal.
Le président du tribunal peut, lorsque les besoins du service l'exigent, et après avoir pris l'avis du procureur du Roi et du greffier en chef, décider de faire tenir par une ou plusieurs chambres des audiences supplémentaires dont il fixe les jours et heures.
Le président du tribunal peut, lorsque les besoins du service l'exigent, et après avoir pris l'avis du procureur du Roi et du greffier en chef, décider de faire tenir par une ou plusieurs chambres des audiences supplémentaires dont il fixe les jours et heures.
Art.11. De voorzitter van de rechtbank kan ook na het advies van de procureur des Konings, van de voorzitter van de arbeidsrechtbank en van de arbeidsauditeur en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, het aantal kamers, hun bevoegdheden, het aanvangsuur en de zittingplaats tijdelijk wijzigen.
Art.11. Le président du tribunal peut aussi, après avoir pris l'avis du procureur du Roi, du président du tribunal du travail, de l'auditeur du travail et du greffier en chef, modifier temporairement le nombre des chambres, leurs attributions, les heures d'ouverture ainsi que le lieu de leurs audiences.
Art.12. De voorzitter van de rechtbank kan ook na het advies te hebben ingewonnen van de procureur des Konings en de hoofdgriffier, de dagen en de uren van de vakantiezittingen in overeenstemming met de artikelen 334 en 339 van het Gerechtelijk Wetboek bepalen.
Hij/zij maakt de dienstregeling op van de magistraten die zitting houden.
De voorzitter van de rechtbank kan ten allen tijde deze dienstregeling wijzigen met het oog op de behoeften van de dienst.
Hij/zij maakt de dienstregeling op van de magistraten die zitting houden.
De voorzitter van de rechtbank kan ten allen tijde deze dienstregeling wijzigen met het oog op de behoeften van de dienst.
Art.12. Le président du tribunal peut également, après avoir pris l'avis du procureur du Roi et du greffier en chef, établir les jours et heures des audiences de vacation, conformément aux articles 334 et 339 du Code judiciaire.
Il détermine le tableau de service des magistrats qui y siègent.
Le président du tribunal peut, en tout temps, modifier ce tableau en raison des nécessités du service.
Il détermine le tableau de service des magistrats qui y siègent.
Le président du tribunal peut, en tout temps, modifier ce tableau en raison des nécessités du service.
Art.13. De beschikkingen die de voorzitter van de rechtbank neemt op grond van de artikelen 80 en 89 van het Gerechtelijk Wetboek of op grond van dit reglement, worden ter griffie van de rechtbank aangeplakt. Deze beschikkingen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het Hof van Beroep te Gent en van de procureur des Konings.
Wanneer deze beschikkingen betrekking hebben op sociaalrechtelijke misdrijven worden zij ook ter kennis gebracht van de voorzitter van de arbeidsrechtbank te Gent, de arbeidsauditeur te Gent en de eerste voorzitter van het Arbeidshof te Gent.
Wanneer deze beschikkingen betrekking hebben op sociaalrechtelijke misdrijven worden zij ook ter kennis gebracht van de voorzitter van de arbeidsrechtbank te Gent, de arbeidsauditeur te Gent en de eerste voorzitter van het Arbeidshof te Gent.
Art.13. Les ordonnances prises par le président du tribunal sur la base des articles 80 et 89 du Code judiciaire ou du présent règlement, sont affichées au greffe du tribunal. Le premier président de la cour d'appel de Gand et le procureur du Roi en sont immédiatement informés.
Lorsque ces ordonnances portent sur des délits socio-judiciaires, elles sont également communiquées au président du tribunal du travail de Gand, à l'auditeur du travail de Gand et au premier président de la cour du travail de Gand.
Lorsque ces ordonnances portent sur des délits socio-judiciaires, elles sont également communiquées au président du tribunal du travail de Gand, à l'auditeur du travail de Gand et au premier président de la cour du travail de Gand.
Art.14. Het koninklijk besluit van 18 september 2008 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent wordt opgeheven.
Art.14. L'arrêté royal du 18 septembre 2008 établissant le règlement particulier du tribunal de première instance de Gand est abrogé.
Art.15. Dit reglement treedt in werking op de dag van de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Art.15. Le présent règlement entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 16. De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 16. Le Ministre qui a la Justice dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 15 februari 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
Donné à Bruxelles, le 15 février 2012.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de la Justice,
Mme A. TURTELBOOM
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de la Justice,
Mme A. TURTELBOOM