Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
13 MAART 2011. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor het jaar 2011, van de dotaties bedoeld in Titel IV en in Titel VII van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-03-2011 en tekstbijwerking tot 11-07-2014)
Titre
13 MARS 2011. - Arrêté royal fixant, pour l'année 2011, les dotations visées au Titre IV et au Titre VII de l'arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi dans le secteur non marchand(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 28-03-2011 et mise à jour au 11-07-2014)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (3)
Texte (3)
Artikel 1. Voor het jaar 2011, worden de bedragen van de opbrengst van de patronale bijdrageverminderingen bedoeld in artikel 35, § 5 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers vastgesteld als volgt :
  - Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap : 8.642.169,26 euro;
  - Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap : 31.172.969,83 euro;
  - Fonds voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten : 919.742,34 euro;
  - Fonds voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap : 46.323.383,25 euro;
  - Fonds voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Franse Gemeenschap : 23.791.231,45 euro;
  - Fonds voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Vlaanderen : 25.081.788,11 euro;
  - Fonds social bruxellois Maribel social voor de bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen : 2.586.487,42 euro;
  - Sociaal Fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen (Wallonië) : 10.665.709,86 euro;
  - Fonds voor de socio-culturele sector : 2.346.955,20 euro, verminderd met 81.038,25 euro niet recurrente middelen op 31 december 2009;
  - Sociaal Fonds Sociale Maribel van de sociaal-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap : 20.477.702,30 euro;
  - Fonds Social Maribel social voor de socioculturele sector van de Franse en Duitstalige Gemeenschap : 14.570.676,91 euro;
  - Fonds sociale Maribel voor de gezondheidsinrichtingen en diensten : 274.334.264,63 euro, verminderd met 442.773,12 euro;
  - [1 Fonds sociale Maribel voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector : 10.282.120,01 euro, vermeerderd bij toepassing van artikel 61 van het voormeld koninklijk besluit van 18 juli 2002 :
   - met een niet recurrent bedrag van 29.696,14 euro voor het eerste kwartaal van 2011;
   - met een niet recurrent bedrag van 31.111,72 euro voor het tweede kwartaal van 2011;
   - met een niet recurrent bedrag van 31.103,96 euro voor het derde kwartaal van 2011;
   - met een niet recurrent bedrag van 31.588,76 euro voor het vierde kwartaal van 2011;]1

  - Fonds sociale Maribel voor de Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector : 8.382.107,55 euro;
  - Fonds sociale Maribel bedoeld in artikel 35, § 5, C van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers : 297.733.569,15 euro, vermeerderd met 38.720.000 euro.
  
Article 1er. Pour l'année 2011, les montants des produits des réductions de cotisation patronale visés à l'article 35, § 5, de la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés sont fixés comme suit :
  - Fonds pour les services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté française, de la Région wallonne et de la Communauté germanophone : 8.642.169,26 euros;
  - Fonds pour les services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté flamande : 31.172.969,83 euros;
  - Fonds pour les établissements et services d'éducation et d'hébergement : 919.742,34 euros;
  - Fonds pour les établissements et services d'éducation et d'hébergement de la Communauté flamande : 46.323.383,25 euros;
  - Fonds pour les établissements et services d'éducation et d'hébergement de la Communauté française : 23.791.231,45 euros;
  - Fonds pour les entreprises de travail adapté et les ateliers sociaux de Flandre : 25.081.788,11 euros;
  - Fonds social bruxellois "Maribel social" pour la promotion de l'emploi dans les entreprises de travail adapté : 2.586.487,42 euros;
  - Fonds social pour la promotion de l'emploi dans les entreprises de travail adapté (Wallonie) : 10.665.709,86 euros;
  - Fonds pour le secteur socioculturel : 2.346.955,20 euros diminué de 81.038,25 euros de moyens non récurrents au 31 décembre 2009;
  - Sociaal Fonds Sociale Maribel van de sociaal-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap : 20.477.702,30 euros;
  - Fonds Social Maribel social du secteur socioculturel des Communautés française et germanophone : 14.570.676,91 euros;
  - Fonds Maribel social pour les établissements et les services de santé : 274.334.264,63 euros, diminué de 442.773,12 euros;
  - [1 Fonds Maribel social pour le secteur flamand de l'aide sociale et des soins de santé : 10.282.120,01 euros majorés, en application de l'article 61 de l'arrêté royal du 18 juillet 2002 précité :
   - d'un montant non récurrent de 29.696,14 euros pour le premier trimestre 2011;
   - d'un montant non récurrent de 31.111,72 euros pour le deuxième trimestre 2011;
   - d'un montant non récurrent de 31.103,96 euros pour le troisième trimestre 2011;
   - d'un montant non récurrent de 31.588,76 euros pour le quatrième trimestre 2011;]1

  - Fonds Maribel social pour le secteur francophone et germanophone de l'aide sociale et des soins de santé : 8.382.107,55 euros;
  - Fonds Maribel social visé à l'article 35, § 5, C de la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés : 297.733.569,15 euros, majoré de 38.720.000 euros.
  
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.
Art.2. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2011.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Werk en de Minister bevoegd voor van Sociale Zaken en Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3. Le Ministre qui a l'Emploi dans ses attributions et le Ministre qui a les Affaires sociales et la Santé publique dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.