Artikel 1. De arbeidsrechtbank te Dinant bestaat uit negen kamers bedoeld in artikel 81 van het Gerechtelijk Wetboek, één kamer voor kort geding en één bureau voor rechtsbijstand.
De eerste kamer neemt, als inleidingskamer, kennis van alle vorderingen die ingeleid zijn bij dagvaarding of bij een verzoekschrift op tegenspraak.
Zij neemt voorts kennis van de vorderingen bedoeld in de artikelen 582, 3°, 4°, 6° en 8°, en 583, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Zij neemt kennis van de rechtsvorderingen ingesteld door de arbeidsauditeur bij toepassing van artikel 137bis, § 2, van hetzelfde Wetboek.
De tweede kamer neemt kennis van de vorderingen bedoeld in artikel 578 van het Gerechtelijk Wetboek, met uitzondering van de geschillen genoemd in artikel 578, 12°, b) en artikel 578, 14°, indien de werknemer(s) in de zaak de hoedanigheid heeft (hebben) van bediende of handelsvertegenwoordiger.
De derde kamer neemt kennis van de vorderingen bedoeld in artikel 578 van het Gerechtelijk Wetboek, met uitzondering van de geschillen genoemd in artikel 578, 12°, b) en artikel 578, 14°, indien de werknemer(s) in de zaak de hoedanigheid heeft (hebben) van arbeider, zeeman of diensbode.
De vierde kamer neemt kennis van de vorderingen bedoeld in de artikelen 578, 12°, b) en 581 van het Gerechtelijk Wetboek alsook van de geschillen inzake administratieve sancties bedoeld in artikel 583 van het Gerechtelijk Wetboek wanneer ze toegepast worden op een zelfstandige.
De vijfde kamer neemt kennis van de vorderingen bedoeld in artikel 582, 1° en 2°, van het Gerechtelijk Wetboek.
De zesde kamer neemt kennis van de vorderingen bedoeld in artikel 580, 1° tot 7°, 8° a), b), e) en 9° tot 17°, in artikel 582, 5° en 7° en 583, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
De zevende kamer neemt kennis van de vorderingen bedoeld in artikel 580, 8°, c), d) en f) en 18° van het Gerechtelijk Wetboek.
De achtste kamer neemt kennis van de vorderingen bedoeld in artikel 579 van het Gerechtelijk Wetboek.
De negende kamer neemt kennis van de vorderingen bedoeld in artikel 578, 14°, van het Gerechtelijk Wetboek, en neemt voorts kennis van de betwistingen bedoeld in artikel 52, § 3, van de wetten betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd door het Koninklijk Besluit van 14 juli 1994.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
14 JULI 2010. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Dinant.(NOTA : opgeheven met ingang op een onbepaalde datum bij KB2016-06-12/04, art. 1, Inwerkingtreding : onbepaald )
Titre
14 JUILLET 2010. - Arrêté royal fixant le règlement particulier du tribunal du travail de Dinant.(NOTE : abrogé avec effet à une date indéterminée par AR2016-06-12/04, art. 1, En vigueur : indéterminée )
Informations sur le document
Numac: 2010009658
Datum: 2010-07-14
Info du document
Numac: 2010009658
Date: 2010-07-14
Tekst (8)
Texte (8)
Article 1er. Le tribunal du travail de Dinant est composé de neuf chambres au sens de l'article 81 du Code judiciaire, d'une chambre des référés et d'un bureau d'assistance judiciaire.
La première chambre connaît, comme chambre d'introduction, de toutes les demandes introduites par citation ou par requête contradictoire.
En outre, elle prend connaissance des demandes visées par les articles 582, 3°, 4°, 6° et 8° et 583, alinéa 1er, du Code judiciaire.
Elle connaît des actions intentées par l'auditeur du travail en vertu de l'article 137bis, § 2, du même Code.
La deuxième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 578 du Code judiciaire, à l'exception des contestations visées à l'article 578, 12°, b) et à l'article 578, 14°, lorsque le ou les travailleur(s) en cause a (ont) la qualité d'employé ou de représentant de commerce.
La troisième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 578 du Code judiciaire, à l'exception des contestations visées à l'article 578, 12°, b) et à l'article 578,14°, lorsque le ou les travailleur(s) en cause a (ont) la qualité d'ouvrier, de marin ou de travailleur domestique.
La quatrième chambre prend connaissance des demandes visées par les articles 578,12°, b) et 581 du Code judiciaire ainsi que des contestations relatives aux sanctions administratives prévues à l'article 583 du Code judiciaire lorsqu'elles sont appliquées à un travailleur indépendant.
La cinquième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 582, 1° et 2° du Code judiciaire.
La sixième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 580, 1° à 7°, 8° a), b), e) ainsi que 9° à 17°, 582, 5° et 7° et 583, alinéa 2, du Code judiciaire.
La septième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 580, 8°, c), d) et f) ainsi que 18° du Code judiciaire.
La huitième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 579 du Code judiciaire.
La neuvième chambre prend connaissance des demandes visées à l'article 578, 14° du Code judiciaire et connaît en outre des contestations visées par l'article 52, § 3, des Lois relatives à l'assurance soins de santé et indemnités coordonnées par arrêté royal du 14 juillet 1994.
La première chambre connaît, comme chambre d'introduction, de toutes les demandes introduites par citation ou par requête contradictoire.
En outre, elle prend connaissance des demandes visées par les articles 582, 3°, 4°, 6° et 8° et 583, alinéa 1er, du Code judiciaire.
Elle connaît des actions intentées par l'auditeur du travail en vertu de l'article 137bis, § 2, du même Code.
La deuxième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 578 du Code judiciaire, à l'exception des contestations visées à l'article 578, 12°, b) et à l'article 578, 14°, lorsque le ou les travailleur(s) en cause a (ont) la qualité d'employé ou de représentant de commerce.
La troisième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 578 du Code judiciaire, à l'exception des contestations visées à l'article 578, 12°, b) et à l'article 578,14°, lorsque le ou les travailleur(s) en cause a (ont) la qualité d'ouvrier, de marin ou de travailleur domestique.
La quatrième chambre prend connaissance des demandes visées par les articles 578,12°, b) et 581 du Code judiciaire ainsi que des contestations relatives aux sanctions administratives prévues à l'article 583 du Code judiciaire lorsqu'elles sont appliquées à un travailleur indépendant.
La cinquième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 582, 1° et 2° du Code judiciaire.
La sixième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 580, 1° à 7°, 8° a), b), e) ainsi que 9° à 17°, 582, 5° et 7° et 583, alinéa 2, du Code judiciaire.
La septième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 580, 8°, c), d) et f) ainsi que 18° du Code judiciaire.
La huitième chambre prend connaissance des demandes visées par l'article 579 du Code judiciaire.
La neuvième chambre prend connaissance des demandes visées à l'article 578, 14° du Code judiciaire et connaît en outre des contestations visées par l'article 52, § 3, des Lois relatives à l'assurance soins de santé et indemnités coordonnées par arrêté royal du 14 juillet 1994.
Art.2. De kamers houden zitting als volgt :
De 1e kamer : de tweede en vierde donderdag van de maand om 14 uur;
De 2e kamer : de derde maandag en de derde dinsdag van de maand om 14 uur;
De 3e kamer : de eerste vrijdag van de maand om 14 uur;
De 4e kamer : de vierde maandag, één maand op twee om 14 uur;
De 5e kamer : de eerste maandag van de maand om 14 uur;
De 6e kamer : de tweede en derde vrijdag van de maand om 14 uur;
De 7e kamer : de tweede en vierde dinsdag van de maand om 14 uur;
De 8e kamer : de eerste dinsdag van de maand om 14 uur;
De 9e kamer : de eerste en derde donderdag van de maand om 14 uur.
De voorzitter, in kortgeding, houdt zitting op donderdag om 11 u. 30 m.
Het bureau voor rechtsbijstand doet uitspraak op basis van de stukken. In geval van bijkomend onderzoek kan het Bureau de verzoeker in raadkamer oproepen.
De 1e kamer : de tweede en vierde donderdag van de maand om 14 uur;
De 2e kamer : de derde maandag en de derde dinsdag van de maand om 14 uur;
De 3e kamer : de eerste vrijdag van de maand om 14 uur;
De 4e kamer : de vierde maandag, één maand op twee om 14 uur;
De 5e kamer : de eerste maandag van de maand om 14 uur;
De 6e kamer : de tweede en derde vrijdag van de maand om 14 uur;
De 7e kamer : de tweede en vierde dinsdag van de maand om 14 uur;
De 8e kamer : de eerste dinsdag van de maand om 14 uur;
De 9e kamer : de eerste en derde donderdag van de maand om 14 uur.
De voorzitter, in kortgeding, houdt zitting op donderdag om 11 u. 30 m.
Het bureau voor rechtsbijstand doet uitspraak op basis van de stukken. In geval van bijkomend onderzoek kan het Bureau de verzoeker in raadkamer oproepen.
Art. 2. Les chambres tiennent audience comme suit :
1re chambre : les deuxième et quatrième jeudis du mois, à 14 heures;
2e chambre : le troisième lundi et le troisième mardi du mois, à 14 heures;
3e chambre : le premier vendredi du mois, à 14 heures;
4e chambre : le quatrième lundi, un mois sur deux, à 14 heures;
5e chambre : le premier lundi du mois, à 14 heures;
6e chambre : les deuxième et troisième vendredis du mois, à 14 heures;
7e chambre : les deuxième et quatrième mardis du mois, à 14 heures;
8e chambre : le premier mardi du mois, à 14 heures;
9e chambre : les premier et troisième jeudis du mois, à 14 heures.
Le président, siégeant en référé, tient audience le jeudi à 11 h 30 m.
Le bureau d'assistance judiciaire statue sur pièces. En cas d'examen complémentaire, le Bureau peut convoquer le requérant en chambre du conseil.
1re chambre : les deuxième et quatrième jeudis du mois, à 14 heures;
2e chambre : le troisième lundi et le troisième mardi du mois, à 14 heures;
3e chambre : le premier vendredi du mois, à 14 heures;
4e chambre : le quatrième lundi, un mois sur deux, à 14 heures;
5e chambre : le premier lundi du mois, à 14 heures;
6e chambre : les deuxième et troisième vendredis du mois, à 14 heures;
7e chambre : les deuxième et quatrième mardis du mois, à 14 heures;
8e chambre : le premier mardi du mois, à 14 heures;
9e chambre : les premier et troisième jeudis du mois, à 14 heures.
Le président, siégeant en référé, tient audience le jeudi à 11 h 30 m.
Le bureau d'assistance judiciaire statue sur pièces. En cas d'examen complémentaire, le Bureau peut convoquer le requérant en chambre du conseil.
Art.3. De voorzitter van de rechtbank kan, indien de behoeften van de dienst het vergen en na advies te hebben ingewonnen van de arbeidsauditeur, beslissen dat één of meerdere kamers bijkomende zittingen houden op de dagen en uren die hij vaststelt.
Art.3. Le président du tribunal peut, lorsque les besoins du service l'exigent, et après avoir recueilli l'avis de l'auditeur du travail, décider de faire tenir par les chambres des audiences supplémentaires dont il fixe les jours et les heures.
Art.4. Alle vorderingen bij dagvaarding worden ingeleid voor de eerste kamer. Hetzelfde geldt voor de vorderingen ingeleid bij verzoekschriften op tegenspraak.
De vorderingen ingeleid bij verzoekschrift, bedoeld in artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek of door andere wetteksten, worden door de voorzitter van de rechtbank toegewezen aan de bevoegde kamers.
De partijen verschijnen vrijwillig voor de bevoegde kamer krachtens het huidige reglement, behoudens gewettigde hoogdringendheid.
De vorderingen ingeleid bij verzoekschrift, bedoeld in artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek of door andere wetteksten, worden door de voorzitter van de rechtbank toegewezen aan de bevoegde kamers.
De partijen verschijnen vrijwillig voor de bevoegde kamer krachtens het huidige reglement, behoudens gewettigde hoogdringendheid.
Art.4. Toutes les demandes sur citation sont introduites devant la première chambre. Il en est de même des demandes introduites par requêtes contradictoires.
Les demandes introduites par requête, visée par l'article 704 du Code judiciaire ou par d'autres textes légaux, sont distribuées aux chambres compétentes par le président du tribunal.
Les parties comparaissent volontairement devant la chambre compétente en vertu du présent règlement, sauf urgence justifiée.
Les demandes introduites par requête, visée par l'article 704 du Code judiciaire ou par d'autres textes légaux, sont distribuées aux chambres compétentes par le président du tribunal.
Les parties comparaissent volontairement devant la chambre compétente en vertu du présent règlement, sauf urgence justifiée.
Art.5. De voor de rechtbank ingeleide vorderingen, die niet uitdrukkelijk in dit besluit zijn voorzien of die op nieuwe bepalingen tot wijziging of aanvulling van de artikelen 578 tot 583 van het Gerechtelijk Wetboek zouden zijn gegrond, worden door de voorzitter van de rechtbank toebedeeld aan de kamers die er kennis kunnen van nemen om reden van de samenstelling van deze kamers en hun hiervoren vastgestelde volstrekte bevoegdheid.
Art.5. Les demandes introduites devant le tribunal qui ne sont pas expressément visées par le présent règlement ou qui se fonderaient sur de nouvelles dispositions modifiant ou complétant les articles 578 à 583 du Code judiciaire, sont distribuées, par le président du tribunal, aux chambres susceptibles d'en connaître eu égard à la composition de leur siège et à leur compétence matérielle déterminée ci-avant.
Art.6. Het Koninklijk Besluit van 30 augustus 2002 tot vaststelling van het bijzonder reglement van de arbeidsrechtbank te Dinant is opgeheven.
Art.6. L'arrêté royal du 30 août 2002 fixant le règlement particulier du tribunal du travail de Dinant est abrogé.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.7. Le présent arrête entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 8. De Minister bevoegd voor Werk en de Minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8. La Ministre qui a l'Emploi dans ses attributions et le Ministre qui a la Justice dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Brussel, 14 juli 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. J. MILQUET
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. J. MILQUET
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
Bruxelles, le 14 juillet 2010.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de l'Emploi,
Mme J. MILQUET
Le Ministre de la Justice,
S. DE CLERCK
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de l'Emploi,
Mme J. MILQUET
Le Ministre de la Justice,
S. DE CLERCK