Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
24 JULI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de declaratieve attestering van het bestaan, het niet-bestaan of het verval van het woonrecht in de zin van artikel 5.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-08-2009 en tekstbijwerking tot 15-04-2022)
Titre
24 JUILLET 2009. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif à l'attestation déclarative de l'existence, de la non-existence ou de la déchéance du droit à l'habitation au sens de l'article 5.4.3 du Code flamand de l'Aménagement du Territoire(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 27-08-2009 et mise à jour au 15-04-2022)
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Table des matières
Tekst (10)
Texte (10)
Artikel 1.. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
   1° college van burgemeester en schepenen : het college van burgemeester en schepenen of het personeelslid waaraan krachtens artikel 58 van het Gemeendecreet van 15 juli 2005 een bevoegdheid werd ge(sub)delegeerd;
   2° permanente bewoner : de persoon, vermeld in artikel 5.4.1., eerste lid, 2°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
   3° [1 ...]1
   4° weekendverblijf : de constructie die voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 5.4.1, eerste lid, 1°, en tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
   5° woonrecht : het tijdelijke en het eventueel daaropvolgende aanvullende woonrecht, vermeld in artikel 5.4.3., § 1, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
  
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, on entend par :
  1° collège des bourgmestre et échevins : le collège des bourgmestre et échevins ou le membre du personnel auquel une compétence a été (sous)déléguée en vertu de l'article 58 du Décret communal du 15 juillet 2005;
  2° habitant permanent : la personne, visée à l'article 5.4.1., premier alinéa, 2° du Code flamand de l'Aménagement du Territoire;
  3° [1 ...]1
  4° habitation de week-end : la construction qui répond aux conditions, visées à l'article 5.4.1, alinéa premier, 1°, et deuxième alinéa, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire;
  5° droit à l'habitation : le droit à l'habitation temporaire et le droit à l'habitation complémentaire ultérieure, visé à l'article 5.4.3., § 1er, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire.
  
Art.2. Het bestaan van het woonrecht wordt neergelegd in een " declaratief attest van woonrecht ".
  Het niet-bestaan of het verval van het woonrecht wordt neergelegd in een " negatief declaratief attest ".
Art.2. L'existence du droit à l'habitation est déposée dans une " attestation déclarative du droit à l'habitation ".
  La non-existence ou la déchéance du droit à l'habitation est déposée dans une " attestation déclarative négative ".
Art.3. § 1. Het declaratief attest van woonrecht wordt verstrekt door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waar het weekendverblijf is gelegen, op aanvraag van de permanente bewoner van het weekendverblijf, gebruikmakend van het aanvraagformulier waarvan het model toegevoegd is als bijlage I bij dit besluit. Het aanvraagformulier wordt persoonlijk ondertekend door alle aanvragers en aan het college van burgemeester en schepenen overgemaakt per aangetekend schrijven, via afgifte tegen ontvangstbewijs of door middel van een elektronische aangetekende zending.
   Aanvragen in de zin van het eerste lid kunnen van 1 april 2010 tot en met 31 maart 2011 worden verstuurd of afgegeven.
   § 2. Wanneer de aanvraag aan alle andere voorwaarden voor het toekennen van het woonrecht voldoet, wordt ter plaatse via een conformiteitsonderzoek nagegaan of het weekendverblijf beantwoordt aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, vermeld in [1 artikel 3.1 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021]1.
   Bij de beoordeling van de conformiteit van het weekendverblijf aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten wordt enkel rekening gehouden met het resultaat van na 1 september 2009 uitgevoerde renovatie- verbeterings- of aanpassingswerken in de zin van [1 artikel 3.3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021]1, indien deze werken rechtmatig zijn uitgevoerd [2 conform het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021]2. [2 ...]2.
   De aanvrager deelt de uitvoering van de werken, vermeld in het tweede lid, mee aan het college van burgemeester en schepenen. Behoudens bewijs van het tegendeel, worden de werken ten vroegste op datum van deze mededeling geacht integraal te zijn uitgevoerd.
   Een declaratief attest van woonrecht wordt eerst afgegeven nadat feitelijk is vastgesteld dat voldaan is aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten. Het attest vermeldt uitdrukkelijk de datum van de feitelijke vaststelling.
   § 3. Over de aanvraag wordt beslist binnen een termijn van ten hoogste 3 maanden, desgevallend verlengd met de termijnen, vermeld in § 2.
   Deze termijn vangt aan op de dag van het overmaken van de aanvraag, behoudens aanvraag via aangetekend schrijven, in welk geval de termijn begint te lopen vanaf de vierde dag na de afgifte ter post.
   § 4. Het declaratief attest van woonrecht is persoonlijk, en geldt enkel voor de permanente bewoners namens wie de aanvraag werd ingediend en die nominatim in het attest zijn opgenomen, onverminderd het recht op medebewoning in hoofde de gezinsleden van de permanente bewoners in de zin van artikel 5.4.3, § 3, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
   Het attest vermeldt uitdrukkelijk de uiterste datum van het woonrecht zoals vastgesteld door artikel 5.4.3, § 1, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, alsmede de redenen van verval zoals bepaald door artikel 5.4.3, § 2, van deze codex.
   De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, kan een model van declaratief attest van woonrecht bepalen.
  
Art.3. § 1er. L'attestation déclarative du droit à l'habitation est délivrée par le collège des bourgmestre et échevins de la commune où l'habitation de week-end est située, sur demande de l'habitant permanent de la résidence weekend, utilisant le formulaire de demande dont le modèle est joint en annexe Ire du présent arrêté. Le formulaire de demande est signé personnellement par tous les demandeurs et transmis au collège des bourgmestre et échevins par lettre recommandée, par remise contre récépissé ou par lettre recommandée électronique.
  Des demandes au sens de l'alinéa premier peuvent être envoyées ou remises du 1er avril 2010 au 31 mars 2011 inclus.
  § 2. Lorsque la demande répond à toutes les autres conditions pour l'octroi du droit à l'habitation, il est vérifié par un contrôle de la conformité sur place si l'habitation de week-end répond aux exigences élémentaires en matière de sécurité, santé et qualité, visées à [1 l'article 3.1 du Code flamand du Logement de 2021 ]1.
  Lors de l'évaluation de la conformité de l'habitation de week-end aux exigences élémentaires en matière de sécurité, santé et qualité, il est uniquement tenu compte du résultat des travaux de rénovation, d'amélioration ou d'adaptation au sens de [1 l'article 3.3 du Code flamand du Logement de 2021]1, exécutés après le 1er septembre 2009, si ces travaux , exécutés après le 1er septembre 2009, si ces travaux ont été exécutés légitimement [2 conformément à l'arrêté Code flamand du Logement de 2021]2. [2 ...]2.
  Le demandeur communique l'exécution des travaux, visés au deuxième alinéa, au collège des bourgmestre et échevins. Sauf preuve du contraire, les travaux sont censés être exécutés entièrement au plus tôt à la date de cette communication.
  Une attestation déclarative du droit à l'habitation n'est délivrée qu'après qu'il soit constaté effectivement que les exigences élémentaires en matière de sécurité, santé et qualité ont été remplies. L'attestation mentionne expressément la date de la constatation factuelle.
  § 3. La décision est prise dans un délai de 3 mois au maximum, le cas échéant, prorogé des délais, visés au § 2.
  Ce délai prend cours au jour du transmis de la demande, sauf en cas de demande par lettre recommandée, en quel cas le délai prend cours à partir du quatrième jour de la date du dépôt à la poste.
  § 4. L'attestation déclarative du droit à l'habitation est personnelle, et n'est valable que pour les habitants permanents, au nom desquels la demande a été introduite et qui sont repris nommément dans l'attestation, sans préjudice du droit de cohabitation dans le chef des membres de famille des habitants permanents au sens de l'article 5.4.3, § 3, deuxième alinéa, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire.
  L'attestation mentionne expressément la date limite du droit à l'habitation telle que fixée par l'article 5.4.3, § 1er, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire, ainsi que les raisons de déchéance telles que définies à l'article 5.4.3, § 2, de ce Code.
  Le Ministre flamand, qui a l'aménagement du territoire dans ses attributions, peut fixer un modèle d'attestation déclarative du droit à l'habitation.
  
Art.4. § 1. Het negatief declaratief attest stelt vast dat het woonrecht niet of niet langer bestaat doordat niet of niet langer voldaan is aan één of meerdere van de in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalde toepassingsvoorwaarden.
  Het attest wordt verstrekt naar aanleiding van een aanvraag, vermeld in artikel 3, § 2. Tot het afleveren van het attest kan ook ambtshalve worden besloten door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente op wiens grondgebied het weekendverblijf is gelegen, de stedenbouwkundige inspecteur vermeld in artikel 1.1.2, 12°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, de gewestelijke ambtenaar, vermeld in [1 artikel 1.3, § 1, eerste lid, 18°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021]1 of de wooninspecteur, vermeld in [1 artikel 3.37 van de voormelde codex]1.
  § 2. Het negatief declaratief attest wordt overgemaakt aan alle bewoners van het weekendverblijf van wie het woonrecht is vervallen, met de vermelding dat de wet- en decreetgeving, de reglementering en de stedenbouwkundige voorschriften zich verzetten tegen een permanente bewoning.
  Het attest vermeldt de redenen waarom niet of niet langer aan één of meerdere van de in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalde toepassingsvoorwaarden is voldaan, en vermeldt dat de permanente bewoning aanleiding kan geven tot de decretaal bepaalde strafsancties, gerechtelijke herstelmaatregelen en/of administratieve stakingsbevelen. Het attest verwijst tevens naar de in artikel 5.4.3, § 6, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalde bevoegdheid van de burgemeester om woonverboden uit te spreken en alle nuttige maatregelen te nemen om dat woonverbod te doen naleven.
  De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, kan een model van negatief declaratief attest bepalen.
  § 3. Een afschrift van het negatief declaratief attest wordt verstuurd aan de andere overheden, vermeld in § 1, tweede lid, aan de procureur des Konings en aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van de gemeente waar het weekendverblijf is gelegen.
  
Art.4. § 1er. L'attestation déclarative négative fixe que le droit à l'habitation n'existe pas ou n'existe plus puisqu'une ou plusieurs conditions d'application visées au Code flamand de l'Aménagement du Territoire ne sont pas ou ne sont plus remplies.
   L'attestation est délivrée à l'occasion d'une demande, visée à l'article 3, § 2. Il peut également être décidé d'office de délivrer l'attestation par le collège des bourgmestre et échevins de la commune sur le territoire de laquelle l'habitation de week-end est située, l'inspecteur urbanistique visé à l'article 1.1.2, 12°, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire, le fonctionnaire régional, visé à [1 l'article 1.3, § 1er, alinéa 1er, 18°, du Code flamand du Logement de 2021 ]1 ou l'inspecteur du logement, visé à [1 l'article 3.37 du code précité ]1.
   § 2. L'attestation déclarative négative est transmise à tous les habitants de l'habitation de week-end dont le droit de logement est échu, avec mention que la législation, la réglementation et les prescriptions urbanistiques s'opposent à une habitation permanente.
   L'attestation mentionne les raisons pour lesquelles il n'est pas ou plus répondu à une ou plusieurs conditions d'application fixées par le Code flamand de l'Aménagement du Territoire, et mentionne que l'habitation permanente peut donner lieu à des sanctions disciplinaires définies par décret, des mesures de réparation judiciaires et/ou des ordres administratifs de grève. L'attestation réfère également à la compétence du bourgmestre, fixée par l'article 5.4.3, § 6, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire, de prononcer des interdictions d'habitation et de prendre toutes les mesures nécessaires pour faire respecter cette interdiction d'habitation.
   Le Ministre flamand, qui a l'aménagement du territoire dans ses attributions, peut fixer un modèle d'attestation déclarative négative.
   § 3. Une copie de l'attestation déclarative négative est envoyée aux autres autorités, visées au § 1er, deuxième alinéa, au procureur du Roi et au Centre public de l'Aide sociale de la commune ou l'habitation de week-end est située.
  
Art.5. De [1 woonmaatschappijen]1, Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en andere overheidsinstanties die herhuisvesting aanbieden aan bewoners van weekendverblijven, zijn gehouden om de overheden, vermeld in artikel 4, § 1, tweede lid, onmiddellijk in kennis te stellen van elke weigering van een aanbod tot herhuisvesting in de zin van artikel 5.4.3, § 2, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
  
Art.5. Les [1 sociétés de logement]1, les Centres publics d'Aide sociale et les autres autorités publiques qui offrent une relogement aux habitants des habitations de week-end, sont tenus d'informer immédiatement les autorités, visées à l'article 4, § 1er, deuxième alinéa, de tout refus d'offre de relogement au sens de l'article 5.4.3, § 2, premier alinéa, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire.
  
Art.6. De overheid die een declaratief attest aflevert, stuurt ambtshalve een afschrift van het attest naar het college van burgemeester en schepenen, ter opname van het attest in het vergunningenregister.
Art.6. L'autorité qui délivre une attestation déclarative, envoie d'office une copie de l'attestation au collège des bourgmestre et échevins, afin que l'attestation puisse être reprise au registre des autorisations.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2009.
Art.7. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2009.
Art.8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.8. Le Ministre flamand ayant l'Aménagement du Territoire dans ses attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. Bijlage. - Model 1 : aanvraag declaratief attest bestaan of verval woonrecht
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 27-08-2009, p. 58867-58869)
Art. N. Annexe. - Modèle 1 : demande d'attestation déclarative relative à l'existence ou la déchéance du droit à l'habitation
  (Annexe non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 27-08-2009, p. 58872-58874)