Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
24 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk. (NOTA : opgeheven met ingang op een onbepaalde datum bij KB2016-06-12/04, art. 1, Inwerkingtreding : onbepaald )
Titre
24 NOVEMBRE 2009. - Arrêté royal établissant le règlement particulier du tribunal de première instance de Courtrai. (NOTE : abrogé avec effet à une date indéterminée par AR2016-06-12/04, art. 1, En vigueur : indéterminée )
Informations sur le document
Numac: 2009009833
Datum: 2009-11-24
Info du document
Numac: 2009009833
Date: 2009-11-24
Tekst (15)
Texte (15)
Artikel 1. De rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk bestaat uit zeventien kamers, waarvan acht kamers voor burgerlijke zaken, zes kamers voor correctionele zaken en drie jeugdkamers.
Article 1er. Le tribunal de première instance de Courtrai comprend dix-sept chambres, dont huit chambres civiles, six chambres correctionnelles et trois chambres de la jeunesse.
Art.2. De eerste, achtste, negende, tiende en zeventiende kamer bestaan uit drie rechters. De andere kamers en het bureau voor rechtsbijstand bestaan uit één rechter.
De rechtbank zetelt evenwel als kamer met vijf rechters in het geval bedoeld in artikel 93, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
De rechtbank zetelt evenwel als kamer met vijf rechters in het geval bedoeld in artikel 93, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Art.2. Les première, huitième, neuvième, dixième et dix-septième chambres sont composées de trois juges. Les autres chambres et le bureau d'assistance judiciaire ne comprennent qu'un seul juge.
Toutefois, lorsque le tribunal siège dans le cas visé à l'article 93, alinéa 1er, du Code judiciaire, la chambre se compose de cinq juges.
Toutefois, lorsque le tribunal siège dans le cas visé à l'article 93, alinéa 1er, du Code judiciaire, la chambre se compose de cinq juges.
Art.3. De eerste, tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende en achtste kamer nemen kennis van de burgerlijke zaken. Zij vormen de burgerlijke rechtbank.
De negende, tiende, elfde, twaalfde, dertiende en veertiende kamer nemen kennis van de correctionele zaken. Zij vormen de correctionele rechtbank. Alle correctionele kamers nemen kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal.
De vijftiende, zestiende en de zeventiende kamer vormen de jeugdrechtbank.
De negende, tiende, elfde, twaalfde, dertiende en veertiende kamer nemen kennis van de correctionele zaken. Zij vormen de correctionele rechtbank. Alle correctionele kamers nemen kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal.
De vijftiende, zestiende en de zeventiende kamer vormen de jeugdrechtbank.
Art.3. Les première, deuxième, troisième, quatrième, cinquième, sixième, septième et huitième chambres connaissent des affaires civiles. Elles constituent le tribunal civil.
Les neuvième, dixième, onzième, douzième, treizième et quatorzième chambres connaissent des affaires correctionnelles. Elles constituent le tribunal correctionnel. Toutes les chambres correctionnelles connaissent des affaires donnant lieu à l'application des procédures de comparution immédiate et de convocation par procès-verbal.
Les quinzième, seizième et dix-septième chambres constituent le tribunal de la jeunesse.
Les neuvième, dixième, onzième, douzième, treizième et quatorzième chambres connaissent des affaires correctionnelles. Elles constituent le tribunal correctionnel. Toutes les chambres correctionnelles connaissent des affaires donnant lieu à l'application des procédures de comparution immédiate et de convocation par procès-verbal.
Les quinzième, seizième et dix-septième chambres constituent le tribunal de la jeunesse.
Art.4. § 1. De eerste kamer neemt kennis van :
1° het hoger beroep tegen vonnissen gewezen door vrederechters;
2° de burgerlijke rechtsvorderingen tot verbetering van akten van de burgerlijke stand (artikel 92, § 1, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek);
3° het verzoek tot herroeping van het gewijsde (artikel 92, § 1, 5°, van het Gerechtelijk Wetboek);
4° de burgerlijke rechtsvorderingen aangebracht naar aanleiding van drukpersmisdrijven;
5° de tuchtzaken (artikel 92, § 1, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek);
6° de zaken die bij toepassing van artikel 91, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek, op vraag van een partij door een enige rechter verwezen worden naar een kamer met drie rechters.
De bedoelde kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
§ 2. De tweede kamer neemt kennis van :
1° alle burgerlijke zaken die niet uitdrukkelijk aan een bepaalde kamer worden toebedeeld;
2° exequatur (vordering tot uitvoerbaarverklaring van beslissingen in burgerlijke en handelszaken gewezen door buitenlandse gerechten).
De bedoelde kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
§ 3. De derde kamer neemt kennis van :
1° vorderingen waarin banken en financiële instellingen betrokken zijn onder meer betreffende financieringsovereenkomsten, leasingovereenkomsten, borgstellingen, leningen, kredietopeningen;
2° herstelvorderingen inzake ruimtelijke ordening;
3° verzekeringsgeschillen (stricto sensu).
De bedoelde kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
§ 4. De vierde kamer neemt kennis van :
1° onteigeningen van openbaar nut;
2° geschillen betreffende onbetaalde facturen (behalve die welke slaan op verhuring van werk en diensten);
3° schuldbekentenissen tussen particulieren;
4° ontbindingen van verenigingen zonder winstgevend doel en van burgerlijke vennootschappen.
De bedoelde kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
§ 5. De vijfde kamer neemt kennis van :
1° vorderingen inzake erfenissen, schenkingen en testamenten;
2° zaken betreffende de verhuring van werk en diensten in bouwzaken, en betwistingen over erelonen van architecten en deskundigen, samenhangend met bouwzaken;
3° vorderingen inzake vereffeningen en verdelingen die niet het gevolg zijn van een echtscheiding, een scheiding van tafel en bed, of van een samenlevingscontract.
De bedoelde kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
§ 6. De zesde kamer neemt kennis van :
1° de vorderingen in echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting;
2° vereffeningen en verdelingen van huwelijks -vermogensstelsels of van samenlevings -overeenkomsten.
De bedoelde zaken worden behandeld op dinsdag en ingeleid in raadkamer om 9 uur.
3° alle overige zaken die behoren tot het personenrecht en familierecht onder meer betreffende :
- procedures inzake verlengde minderjarigheid;
- procedure tot onbekwaamverklaring;
- procedure inzake gerechtelijke raadsman;
- vaststelling en betwisting vaderschap;
- machtiging erkenning, nietigverklaring erkenning;
- betwistingen in verband met nationaliteitsverklaringen.
De bedoelde zaken worden behandeld op donderdag, deels in raadkamer, om 9.30 uur.
§ 7. De zevende kamer neemt kennis van :
1° de vorderingen inzake aansprakelijkheid gegrond op de artikelen 1382 e.v. van het Burgerlijk Wetboek;
2° de vorderingen inzake beroepsaansprakelijkheid van vrije en dienstverlenende intellectuele beroepen;
3° de vorderingen in betaling van erelonen van vrije beroepen uitgezonderd de architecten;
4° de zaken betreffende de verhuring van werk en diensten behalve in bouwzaken;
5° de vorderingen op basis van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek.
De bedoelde kamer houdt zitting op maandag om 9 uur.
§ 8. De achtste kamer neemt kennis van :
het hoger beroep tegen vonnissen van de politierechtbank zetelend in burgerlijke zaken.
De bedoelde kamer houdt zitting de eerste en derde dinsdag van de maand om 14 uur.
§ 9. De negende kamer is een correctionele kamer met drie rechters die kennis neemt van :
alle misdrijven die tot de bevoegdheid van een uit drie rechters samengestelde kamer behoren (artikel 92 van het Gerechtelijk Wetboek) en van deze waarvan de verwijzing gevraagd werd (artikel 91, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek).
De bedoelde kamer houdt zitting op maandag en dinsdag om 9 uur.
§ 10. De tiende kamer is een correctionele kamer :
1° samengesteld uit drie rechters van de rechtbank van eerste aanleg die kennis neemt van :
- het hoger beroep tegen vonnissen van de politierechtbank zetelend in strafzaken.
De bedoelde kamer houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
2° samengesteld uit twee rechters van de rechtbank van eerste aanleg en één rechter van de arbeidsrechtbank die kennis neemt van :
- de overtredingen van de wetten en verordeningen over één van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten. (artikel 76, zesde lid, van het Gerechtelijk Wetboek);
- de zaken van sociaal strafrecht waarvan de verwijzing naar drie rechters werd gevraagd;
- de beroepen tegen de vonnissen van de politierechtbank in zoverre de politierechtbank uitspraak heeft gedaan in zaken die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten.
De bedoelde kamer houdt zitting de eerste vrijdag van de maand om 9 uur.
§ 11. De elfde kamer is een correctionele kamer met één rechter die kennis neemt van :
1° de zaken van sociaal strafrecht.
De bedoelde kamer houdt zitting de derde maandag van de maand om 9 uur.
2° de douane en accijnszaken.
De bedoelde kamer houdt zitting de eerste maandag van de maanden maart, juni, september en december om 14 uur.
§ 12. De twaalfde en dertiende kamer nemen kennis van de correctionele zaken die voor de enige rechter worden gebracht.
De twaalfde kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
De dertiende kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
§ 13. De veertiende kamer is de raadkamer.
De bedoelde kamer houdt zitting op dinsdag en vrijdag om 9 u.30 m.
§ 14. De vijftiende en zestiende en zeventiende kamers zijn jeugdkamers.
1° de vijftiende en de zestiende kamer, samengesteld uit één jeugdrechter, neemt kennis van :
- de zaken die onder de toepassing vallen van titel II, hoofdstuk II, en hoofdstuk III, afdeling I van de wet van 8 april 1965 (maatregelen ten aanzien van de ouders ter bescherming van de minderjarigen).
De vijftiende kamer houdt zitting op de dinsdag van de eerste volledige week en van de derde week van de maand, en de zestiende kamer op de dinsdag van de tweede en vierde week van de maand om 14 uur.
- de zaken die onder de toepassing vallen van titel II, hoofdstuk III, afdeling II van dezelfde wet en van de gecoördineerde decreten inzake bijzondere jeugdbijstand (maatregelen ten aanzien van de minderjarigen die zich in een problematische opvoedingssituatie bevinden en maatregelen ten aanzien van de minderjarigen die een als een misdrijf omschreven feit hebben gepleegd).
De vijftiende kamer houdt zitting op de woensdag van de eerste volledige week en van de derde week van de maand, en de zestiende kamer op de woensdag van de tweede en vierde week van de maand om 14 u. 30 m.
2° De zeventiende kamer samengesteld uit drie rechters van wie twee de gespecialiseerde opleiding gevolgd hebben vereist voor de uitoefening van het ambt van jeugdrechter, en de derde een rechter van de correctionele rechtbank is, neemt kennis :
- de vervolgingen van de personen ten aanzien van wie een beslissing tot uithandengeving is genomen overeenkomstig de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, in het kader van een wanbedrijf en/of correctionaliseerbare misdaad (artikel 92, § 1, 7°, van het Gerechtelijk Wetboek).
De zeventiende kamer houdt zitting op de tweede en vierde donderdag van de maand om 14 uur.
1° het hoger beroep tegen vonnissen gewezen door vrederechters;
2° de burgerlijke rechtsvorderingen tot verbetering van akten van de burgerlijke stand (artikel 92, § 1, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek);
3° het verzoek tot herroeping van het gewijsde (artikel 92, § 1, 5°, van het Gerechtelijk Wetboek);
4° de burgerlijke rechtsvorderingen aangebracht naar aanleiding van drukpersmisdrijven;
5° de tuchtzaken (artikel 92, § 1, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek);
6° de zaken die bij toepassing van artikel 91, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek, op vraag van een partij door een enige rechter verwezen worden naar een kamer met drie rechters.
De bedoelde kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
§ 2. De tweede kamer neemt kennis van :
1° alle burgerlijke zaken die niet uitdrukkelijk aan een bepaalde kamer worden toebedeeld;
2° exequatur (vordering tot uitvoerbaarverklaring van beslissingen in burgerlijke en handelszaken gewezen door buitenlandse gerechten).
De bedoelde kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
§ 3. De derde kamer neemt kennis van :
1° vorderingen waarin banken en financiële instellingen betrokken zijn onder meer betreffende financieringsovereenkomsten, leasingovereenkomsten, borgstellingen, leningen, kredietopeningen;
2° herstelvorderingen inzake ruimtelijke ordening;
3° verzekeringsgeschillen (stricto sensu).
De bedoelde kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
§ 4. De vierde kamer neemt kennis van :
1° onteigeningen van openbaar nut;
2° geschillen betreffende onbetaalde facturen (behalve die welke slaan op verhuring van werk en diensten);
3° schuldbekentenissen tussen particulieren;
4° ontbindingen van verenigingen zonder winstgevend doel en van burgerlijke vennootschappen.
De bedoelde kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
§ 5. De vijfde kamer neemt kennis van :
1° vorderingen inzake erfenissen, schenkingen en testamenten;
2° zaken betreffende de verhuring van werk en diensten in bouwzaken, en betwistingen over erelonen van architecten en deskundigen, samenhangend met bouwzaken;
3° vorderingen inzake vereffeningen en verdelingen die niet het gevolg zijn van een echtscheiding, een scheiding van tafel en bed, of van een samenlevingscontract.
De bedoelde kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
§ 6. De zesde kamer neemt kennis van :
1° de vorderingen in echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting;
2° vereffeningen en verdelingen van huwelijks -vermogensstelsels of van samenlevings -overeenkomsten.
De bedoelde zaken worden behandeld op dinsdag en ingeleid in raadkamer om 9 uur.
3° alle overige zaken die behoren tot het personenrecht en familierecht onder meer betreffende :
- procedures inzake verlengde minderjarigheid;
- procedure tot onbekwaamverklaring;
- procedure inzake gerechtelijke raadsman;
- vaststelling en betwisting vaderschap;
- machtiging erkenning, nietigverklaring erkenning;
- betwistingen in verband met nationaliteitsverklaringen.
De bedoelde zaken worden behandeld op donderdag, deels in raadkamer, om 9.30 uur.
§ 7. De zevende kamer neemt kennis van :
1° de vorderingen inzake aansprakelijkheid gegrond op de artikelen 1382 e.v. van het Burgerlijk Wetboek;
2° de vorderingen inzake beroepsaansprakelijkheid van vrije en dienstverlenende intellectuele beroepen;
3° de vorderingen in betaling van erelonen van vrije beroepen uitgezonderd de architecten;
4° de zaken betreffende de verhuring van werk en diensten behalve in bouwzaken;
5° de vorderingen op basis van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek.
De bedoelde kamer houdt zitting op maandag om 9 uur.
§ 8. De achtste kamer neemt kennis van :
het hoger beroep tegen vonnissen van de politierechtbank zetelend in burgerlijke zaken.
De bedoelde kamer houdt zitting de eerste en derde dinsdag van de maand om 14 uur.
§ 9. De negende kamer is een correctionele kamer met drie rechters die kennis neemt van :
alle misdrijven die tot de bevoegdheid van een uit drie rechters samengestelde kamer behoren (artikel 92 van het Gerechtelijk Wetboek) en van deze waarvan de verwijzing gevraagd werd (artikel 91, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek).
De bedoelde kamer houdt zitting op maandag en dinsdag om 9 uur.
§ 10. De tiende kamer is een correctionele kamer :
1° samengesteld uit drie rechters van de rechtbank van eerste aanleg die kennis neemt van :
- het hoger beroep tegen vonnissen van de politierechtbank zetelend in strafzaken.
De bedoelde kamer houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
2° samengesteld uit twee rechters van de rechtbank van eerste aanleg en één rechter van de arbeidsrechtbank die kennis neemt van :
- de overtredingen van de wetten en verordeningen over één van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten. (artikel 76, zesde lid, van het Gerechtelijk Wetboek);
- de zaken van sociaal strafrecht waarvan de verwijzing naar drie rechters werd gevraagd;
- de beroepen tegen de vonnissen van de politierechtbank in zoverre de politierechtbank uitspraak heeft gedaan in zaken die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten.
De bedoelde kamer houdt zitting de eerste vrijdag van de maand om 9 uur.
§ 11. De elfde kamer is een correctionele kamer met één rechter die kennis neemt van :
1° de zaken van sociaal strafrecht.
De bedoelde kamer houdt zitting de derde maandag van de maand om 9 uur.
2° de douane en accijnszaken.
De bedoelde kamer houdt zitting de eerste maandag van de maanden maart, juni, september en december om 14 uur.
§ 12. De twaalfde en dertiende kamer nemen kennis van de correctionele zaken die voor de enige rechter worden gebracht.
De twaalfde kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
De dertiende kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
§ 13. De veertiende kamer is de raadkamer.
De bedoelde kamer houdt zitting op dinsdag en vrijdag om 9 u.30 m.
§ 14. De vijftiende en zestiende en zeventiende kamers zijn jeugdkamers.
1° de vijftiende en de zestiende kamer, samengesteld uit één jeugdrechter, neemt kennis van :
- de zaken die onder de toepassing vallen van titel II, hoofdstuk II, en hoofdstuk III, afdeling I van de wet van 8 april 1965 (maatregelen ten aanzien van de ouders ter bescherming van de minderjarigen).
De vijftiende kamer houdt zitting op de dinsdag van de eerste volledige week en van de derde week van de maand, en de zestiende kamer op de dinsdag van de tweede en vierde week van de maand om 14 uur.
- de zaken die onder de toepassing vallen van titel II, hoofdstuk III, afdeling II van dezelfde wet en van de gecoördineerde decreten inzake bijzondere jeugdbijstand (maatregelen ten aanzien van de minderjarigen die zich in een problematische opvoedingssituatie bevinden en maatregelen ten aanzien van de minderjarigen die een als een misdrijf omschreven feit hebben gepleegd).
De vijftiende kamer houdt zitting op de woensdag van de eerste volledige week en van de derde week van de maand, en de zestiende kamer op de woensdag van de tweede en vierde week van de maand om 14 u. 30 m.
2° De zeventiende kamer samengesteld uit drie rechters van wie twee de gespecialiseerde opleiding gevolgd hebben vereist voor de uitoefening van het ambt van jeugdrechter, en de derde een rechter van de correctionele rechtbank is, neemt kennis :
- de vervolgingen van de personen ten aanzien van wie een beslissing tot uithandengeving is genomen overeenkomstig de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, in het kader van een wanbedrijf en/of correctionaliseerbare misdaad (artikel 92, § 1, 7°, van het Gerechtelijk Wetboek).
De zeventiende kamer houdt zitting op de tweede en vierde donderdag van de maand om 14 uur.
Art.4. § 1er. La première chambre connaît :
1° des appels contre des jugements rendus par les juges de paix;
2° des actions civiles en rectification des actes de l'état civil (article 92, § 1er, 1°, du Code judiciaire);
3° des requêtes civiles (article 92, § 1er, 5°, du Code judiciaire);
4° des actions civiles mues en raison de délits de presse;
5° des affaires en matière disciplinaire (article 92, § 1er, 6°, du Code judiciaire);
6° des affaires qui, à la demande d'une partie sont renvoyées par un juge unique, en application de l'article 91, alinéa 7, du Code judiciaire, devant une chambre composée de trois juges.
Ladite chambre tient audience le jeudi à 9 heures.
§ 2. La deuxième chambre connaît :
1° de toutes les affaires qui ne sont pas expressément attribuées à une chambre déterminée;
2° de l'exequatur (demandes de déclaration de force exécutoire de décisions en matière civile et commerciale rendues par des juridictions étrangères).
Ladite chambre tient audience le mardi à 9 heures.
§ 3. La troisième chambre connaît :
1° des actions mettant en cause des banques et des institutions financières, notamment concernant les contrats de financement, les contrats de leasing, les cautionnements, les prêts, les ouvertures de crédit;
2° des actions en réparation en matière d'aménagement du territoire;
3° des litiges en matière d'assurance (au sens strict).
Ladite chambre tient audience le mardi à 9 heures.
§ 4. La quatrième chambre connaît :
1° des expropriations pour cause d'utilité publique;
2° des litiges relatifs à des factures impayées (sauf celles en matière de louage d'ouvrage et de services);
3° des affaires concernant les reconnaissances de dettes entre particuliers;
4° des dissolutions d'associations sans but lucratif et de sociétés civiles.
Ladite chambre tient audience le jeudi à 9 heures.
§ 5. La cinquième chambre connaît :
1° des demandes concernant les successions, les donations et les testaments;
2° des affaires en matière de louage d'ouvrage et de services dans le domaine de la construction, et des contestations relatives aux honoraires des architectes et d'experts connexes aux matières de la construction;
3° des demandes concernant les liquidations et les partages ne résultant pas d'un divorce, d'une séparation de corps ou d'un contrat de cohabitation.
Ladite chambre tient audience le mardi à 9 heures.
§ 6. La sixième chambre connaît :
1° des actions en divorce pour cause de désunion irrémédiable;
2° des liquidations et des partages dans le cadre des régimes matrimoniaux ou des contrats de cohabitation.
Lesdites affaires sont instruites le mardi et introduites en chambre du conseil à 9 heures.
3° de toutes les autres affaires qui relèvent du droit des personnes ou du droit de la famille, entre autres celles qui concernent :
- les procédures en matière de minorité prolongée;
- la procédure de déclaration d'incapacité;
- la procédure en matière de conseil juridique;
- l'établissement et la contestation de paternité;
- l'autorisation de reconnaissance et l'annulation de la reconnaissance;
- les contestations en matière de déclarations de nationalité.
Lesdites affaires sont partiellement instruites le jeudi, en chambre du conseil, à 9 h 30.
§ 7. La septième chambre connaît :
1° des actions en matière de responsabilité fondées sur les articles 1382 et suivants du Code civil;
2° des actions en matière de responsabilité professionnelle de professions libérales et intellectuelles prestataires de services;
3° des actions en paiement d'honoraires de professions libérales, à l'exception des architectes;
4° des affaires en matière de louage d'ouvrage et de services sauf dans le domaine de la construction;
5° des actions fondées sur l'article 544 du Code civil.
Ladite chambre tient audience le lundi à 9 heures.
§ 8. La huitième chambre connaît :
des appels des décisions rendues par le tribunal de police siégeant en matière civile.
Ladite chambre tient audience le premier et le troisième mardi du mois à 14 heures.
§ 9. La neuvième chambre est une chambre correctionnelle composée de trois juges qui connaît :
de tous les délits relevant de la compétence d'une chambre composée de trois juges (article 92 du Code judiciaire) et de ceux dont le renvoi a été demandé (article 91, alinéa 3, du Code judiciaire).
Ladite chambre tient audience le lundi et le mardi à 9 heures.
§ 10. La dixième chambre est une chambre correctionnelle :
1° composée de trois juges du tribunal de première instance qui connaît :
- des appels des jugements du tribunal de police siégeant en matière civile.
Ladite chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
2° composée de deux juges du tribunal de première instance et d'un juge du tribunal du travail qui, connaît :
- des infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail (article 76, alinéa 6, du Code judiciaire);
- des affaires de droit pénal social dont le renvoi devant trois juges a été demandé;
- des appels des jugements rendus par le tribunal de police dans la mesure où celui-ci a statué dans des affaires qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail.
Ladite chambre tient audience le premier vendredi du mois à 9 heures.
§ 11. La onzième chambre est une chambre correctionnelle à un juge qui connaît :
1° des affaires en matière de droit pénal social.
Ladite chambre tient audience le troisième lundi du mois à 9 heures.
2° des affaires en matière de douane et d'accises.
Ladite chambre tient audience le premier lundi des mois de mars, de juin, de septembre et de décembre à 14 heures.
§ 12. Les douzième et treizième chambres connaissent des affaires correctionnelles portées devant le juge unique.
La douzième chambre tient audience le lundi et le mercredi à 9 heures.
La treizième chambre tient audience le lundi et le mercredi à 9 heures.
§ 13. La quatorzième chambre est la chambre du conseil.
Ladite chambre tient audience le mardi et le vendredi à 9 h 30 m.
§ 14. Les quinzième, seizième et dix-septième chambres sont des chambres de la jeunesse.
1° les quinzième et seizième chambres, composées d'un seul juge de la jeunesse, connaissent :
- des affaires qui relèvent de l'application du titre II, chapitre II et chapitre III, section I, de la loi du 8 avril 1965 (mesures à l'égard des parents en vue de la protection des mineurs).
La quinzième chambre tient audience le mardi de la première semaine complète et de la troisième semaine du mois, et la seizième chambre tient audience le mardi de la deuxième et de la quatrième semaine du mois à 14 heures.
- des affaires qui relèvent de l'application du titre II, chapitre III, section II, de la même loi et des décrets coordonnés relatifs à l'assistance spéciale à la jeunesse (mesures à l'égard des mineurs qui se trouvent en situation d'éducation problématique et mesures à l'égard des mineurs qui ont commis un fait qualifié infraction).
La quinzième chambre tient audience le mercredi de la première semaine complète et de la troisième semaine du mois et la seizième chambre le mercredi de la deuxième et de la quatrième semaine du mois à 14 h 30 m.
2° La dix-septième chambre, composée de trois juges, dont deux ont suivi la formation spécialisée requise pour l'exercice de la fonction de juge de la jeunesse et le troisième est un juge du tribunal correctionnel, connaît :
- des poursuites contre les personnes ayant fait l'objet d'une décision de dessaisissement en application de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge de mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait dans le cadre d'un délit et/ou d'un crime correctionnalisable (article 92, § 1, 7°, du Code judiciaire).
La dix-septième chambre tient audience le deuxième et le quatrième jeudi du mois à 14 heures.
1° des appels contre des jugements rendus par les juges de paix;
2° des actions civiles en rectification des actes de l'état civil (article 92, § 1er, 1°, du Code judiciaire);
3° des requêtes civiles (article 92, § 1er, 5°, du Code judiciaire);
4° des actions civiles mues en raison de délits de presse;
5° des affaires en matière disciplinaire (article 92, § 1er, 6°, du Code judiciaire);
6° des affaires qui, à la demande d'une partie sont renvoyées par un juge unique, en application de l'article 91, alinéa 7, du Code judiciaire, devant une chambre composée de trois juges.
Ladite chambre tient audience le jeudi à 9 heures.
§ 2. La deuxième chambre connaît :
1° de toutes les affaires qui ne sont pas expressément attribuées à une chambre déterminée;
2° de l'exequatur (demandes de déclaration de force exécutoire de décisions en matière civile et commerciale rendues par des juridictions étrangères).
Ladite chambre tient audience le mardi à 9 heures.
§ 3. La troisième chambre connaît :
1° des actions mettant en cause des banques et des institutions financières, notamment concernant les contrats de financement, les contrats de leasing, les cautionnements, les prêts, les ouvertures de crédit;
2° des actions en réparation en matière d'aménagement du territoire;
3° des litiges en matière d'assurance (au sens strict).
Ladite chambre tient audience le mardi à 9 heures.
§ 4. La quatrième chambre connaît :
1° des expropriations pour cause d'utilité publique;
2° des litiges relatifs à des factures impayées (sauf celles en matière de louage d'ouvrage et de services);
3° des affaires concernant les reconnaissances de dettes entre particuliers;
4° des dissolutions d'associations sans but lucratif et de sociétés civiles.
Ladite chambre tient audience le jeudi à 9 heures.
§ 5. La cinquième chambre connaît :
1° des demandes concernant les successions, les donations et les testaments;
2° des affaires en matière de louage d'ouvrage et de services dans le domaine de la construction, et des contestations relatives aux honoraires des architectes et d'experts connexes aux matières de la construction;
3° des demandes concernant les liquidations et les partages ne résultant pas d'un divorce, d'une séparation de corps ou d'un contrat de cohabitation.
Ladite chambre tient audience le mardi à 9 heures.
§ 6. La sixième chambre connaît :
1° des actions en divorce pour cause de désunion irrémédiable;
2° des liquidations et des partages dans le cadre des régimes matrimoniaux ou des contrats de cohabitation.
Lesdites affaires sont instruites le mardi et introduites en chambre du conseil à 9 heures.
3° de toutes les autres affaires qui relèvent du droit des personnes ou du droit de la famille, entre autres celles qui concernent :
- les procédures en matière de minorité prolongée;
- la procédure de déclaration d'incapacité;
- la procédure en matière de conseil juridique;
- l'établissement et la contestation de paternité;
- l'autorisation de reconnaissance et l'annulation de la reconnaissance;
- les contestations en matière de déclarations de nationalité.
Lesdites affaires sont partiellement instruites le jeudi, en chambre du conseil, à 9 h 30.
§ 7. La septième chambre connaît :
1° des actions en matière de responsabilité fondées sur les articles 1382 et suivants du Code civil;
2° des actions en matière de responsabilité professionnelle de professions libérales et intellectuelles prestataires de services;
3° des actions en paiement d'honoraires de professions libérales, à l'exception des architectes;
4° des affaires en matière de louage d'ouvrage et de services sauf dans le domaine de la construction;
5° des actions fondées sur l'article 544 du Code civil.
Ladite chambre tient audience le lundi à 9 heures.
§ 8. La huitième chambre connaît :
des appels des décisions rendues par le tribunal de police siégeant en matière civile.
Ladite chambre tient audience le premier et le troisième mardi du mois à 14 heures.
§ 9. La neuvième chambre est une chambre correctionnelle composée de trois juges qui connaît :
de tous les délits relevant de la compétence d'une chambre composée de trois juges (article 92 du Code judiciaire) et de ceux dont le renvoi a été demandé (article 91, alinéa 3, du Code judiciaire).
Ladite chambre tient audience le lundi et le mardi à 9 heures.
§ 10. La dixième chambre est une chambre correctionnelle :
1° composée de trois juges du tribunal de première instance qui connaît :
- des appels des jugements du tribunal de police siégeant en matière civile.
Ladite chambre tient audience le vendredi à 9 heures.
2° composée de deux juges du tribunal de première instance et d'un juge du tribunal du travail qui, connaît :
- des infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail (article 76, alinéa 6, du Code judiciaire);
- des affaires de droit pénal social dont le renvoi devant trois juges a été demandé;
- des appels des jugements rendus par le tribunal de police dans la mesure où celui-ci a statué dans des affaires qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail.
Ladite chambre tient audience le premier vendredi du mois à 9 heures.
§ 11. La onzième chambre est une chambre correctionnelle à un juge qui connaît :
1° des affaires en matière de droit pénal social.
Ladite chambre tient audience le troisième lundi du mois à 9 heures.
2° des affaires en matière de douane et d'accises.
Ladite chambre tient audience le premier lundi des mois de mars, de juin, de septembre et de décembre à 14 heures.
§ 12. Les douzième et treizième chambres connaissent des affaires correctionnelles portées devant le juge unique.
La douzième chambre tient audience le lundi et le mercredi à 9 heures.
La treizième chambre tient audience le lundi et le mercredi à 9 heures.
§ 13. La quatorzième chambre est la chambre du conseil.
Ladite chambre tient audience le mardi et le vendredi à 9 h 30 m.
§ 14. Les quinzième, seizième et dix-septième chambres sont des chambres de la jeunesse.
1° les quinzième et seizième chambres, composées d'un seul juge de la jeunesse, connaissent :
- des affaires qui relèvent de l'application du titre II, chapitre II et chapitre III, section I, de la loi du 8 avril 1965 (mesures à l'égard des parents en vue de la protection des mineurs).
La quinzième chambre tient audience le mardi de la première semaine complète et de la troisième semaine du mois, et la seizième chambre tient audience le mardi de la deuxième et de la quatrième semaine du mois à 14 heures.
- des affaires qui relèvent de l'application du titre II, chapitre III, section II, de la même loi et des décrets coordonnés relatifs à l'assistance spéciale à la jeunesse (mesures à l'égard des mineurs qui se trouvent en situation d'éducation problématique et mesures à l'égard des mineurs qui ont commis un fait qualifié infraction).
La quinzième chambre tient audience le mercredi de la première semaine complète et de la troisième semaine du mois et la seizième chambre le mercredi de la deuxième et de la quatrième semaine du mois à 14 h 30 m.
2° La dix-septième chambre, composée de trois juges, dont deux ont suivi la formation spécialisée requise pour l'exercice de la fonction de juge de la jeunesse et le troisième est un juge du tribunal correctionnel, connaît :
- des poursuites contre les personnes ayant fait l'objet d'une décision de dessaisissement en application de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge de mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait dans le cadre d'un délit et/ou d'un crime correctionnalisable (article 92, § 1, 7°, du Code judiciaire).
La dix-septième chambre tient audience le deuxième et le quatrième jeudi du mois à 14 heures.
Art.5. § 1. De voorzitter van de rechtbank of de rechter die hem vervangt neemt kennis van de zaken in kort geding of zoals in kort geding.
De voorzitter of de rechter die hem vervangt houdt zitting op woensdag en op donderdag om 9 uur.
§ 2. De verschijningen voor de voorzitter van de rechtbank of de rechter die het ambt van voorzitter waarneemt in het kader van de echtscheiding door onderlinge toestemming en scheiding van tafel en bed hebben plaats op woensdag om 9 uur.
§ 3. De vorderingen voor de beslagrechter worden behandeld op maandag om 9 uur.
§ 4. De getuigenverhoren worden gehouden op dinsdag en donderdag met aanvang om 14 uur.
§ 5. Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting de tweede en vierde donderdag van de maand om 14 u. 30 m.
De voorzitter of de rechter die hem vervangt houdt zitting op woensdag en op donderdag om 9 uur.
§ 2. De verschijningen voor de voorzitter van de rechtbank of de rechter die het ambt van voorzitter waarneemt in het kader van de echtscheiding door onderlinge toestemming en scheiding van tafel en bed hebben plaats op woensdag om 9 uur.
§ 3. De vorderingen voor de beslagrechter worden behandeld op maandag om 9 uur.
§ 4. De getuigenverhoren worden gehouden op dinsdag en donderdag met aanvang om 14 uur.
§ 5. Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting de tweede en vierde donderdag van de maand om 14 u. 30 m.
Art.5. § 1er. Le président du tribunal ou le juge qui le remplace connaît des affaires en référé ou comme en référé.
Le président ou le juge qui le remplace tient audience le mercredi et le jeudi à 9 heures.
§ 2. Les comparutions devant le président du tribunal ou le juge qui assure la fonction de président dans le cadre du divorce par consentement mutuel et de la séparation de corps ont lieu le mercredi à 9 heures.
§ 3. Les actions devant le juge des saisies sont instruites le lundi à 9 heures.
§ 4. Les enquêtes ont lieu le mardi et le jeudi à partir de 14 heures.
§ 5. Le bureau d'assistance judiciaire tient audience le deuxième et le quatrième jeudi du mois à 14 h 30 m.
Le président ou le juge qui le remplace tient audience le mercredi et le jeudi à 9 heures.
§ 2. Les comparutions devant le président du tribunal ou le juge qui assure la fonction de président dans le cadre du divorce par consentement mutuel et de la séparation de corps ont lieu le mercredi à 9 heures.
§ 3. Les actions devant le juge des saisies sont instruites le lundi à 9 heures.
§ 4. Les enquêtes ont lieu le mardi et le jeudi à partir de 14 heures.
§ 5. Le bureau d'assistance judiciaire tient audience le deuxième et le quatrième jeudi du mois à 14 h 30 m.
Art.6. De strafzaken worden door de voorzitter van de rechtbank op voorstel van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur toebedeeld.
Art.6. Les affaires pénales sont attribuées par le président du tribunal sur proposition du procureur du Roi ou de l'auditeur du travail.
Art.7. 1° De voorzitter van de rechtbank bepaalt de dienstregeling van de onderzoeksrechters en de verdeling van de zaken onder hen.
In geval van burgerlijke partijstellingen, worden de klachten opgenomen door de onderzoeksrechter van dienst, en daarna toebedeeld aan een onderzoeksrechter door de voorzitter van de rechtbank, zoals hierna bepaald :
- deze zaken worden door hem/haar gerangschikt volgens een numerieke volgorde, die bepaald wordt naargelang van de datum en het uur waarop deze zaken hem worden ter kennis gebracht. Die zaken worden dan door de voorzitter volgens een beurtrol, aan de verschillende onderzoeksrechters toegewezen;
- De door de procureur des Konings aanhangig gemaakte zaken worden toebedeeld aan de onderzoeksrechter die van dienst is op datum van de vordering van de procureur des Konings strekkende tot het instellen van een gerechtelijk onderzoek.
2° De voorzitter van de rechtbank kan echter in functie van de behoeften van de dienst, de goede rechtsbedeling of de organisatie van de rechtbank, van deze dienstregeling afwijken en de verdeling van de zaken wijzigen, of aan een onderzoeksrechter een zaak toebedelen die voor een andere onderzoeksrechter aanhangig is.
In geval van burgerlijke partijstellingen, worden de klachten opgenomen door de onderzoeksrechter van dienst, en daarna toebedeeld aan een onderzoeksrechter door de voorzitter van de rechtbank, zoals hierna bepaald :
- deze zaken worden door hem/haar gerangschikt volgens een numerieke volgorde, die bepaald wordt naargelang van de datum en het uur waarop deze zaken hem worden ter kennis gebracht. Die zaken worden dan door de voorzitter volgens een beurtrol, aan de verschillende onderzoeksrechters toegewezen;
- De door de procureur des Konings aanhangig gemaakte zaken worden toebedeeld aan de onderzoeksrechter die van dienst is op datum van de vordering van de procureur des Konings strekkende tot het instellen van een gerechtelijk onderzoek.
2° De voorzitter van de rechtbank kan echter in functie van de behoeften van de dienst, de goede rechtsbedeling of de organisatie van de rechtbank, van deze dienstregeling afwijken en de verdeling van de zaken wijzigen, of aan een onderzoeksrechter een zaak toebedelen die voor een andere onderzoeksrechter aanhangig is.
Art.7. 1° Le président du tribunal arrête le service des juges d'instruction et la répartition des affaires entre eux.
Dans le cas de constitutions de parties civiles, les plaintes sont enregistrées par le juge d'instruction de service et ensuite attribuées à un juge d'instruction par le président du tribunal selon les modalités définies ci-après :
- le président du tribunal classe lesdites affaires dans un ordre numérique, déterminé en fonction des dates et heures auxquelles ces affaires sont portées à sa connaissance. Ensuite, il attribue ces affaires aux différents juges d'instruction selon un tour de rôle;
- Les affaires introduites par le procureur du Roi sont attribuées au juge d'instruction qui est de service à la date de la requête d'ouverture d'une instruction du procureur du Roi.
2° Le président du tribunal peut néanmoins, en fonction des nécessités du service, de la bonne administration de la justice ou de l'organisation du tribunal, déroger au tableau de service et modifier la répartition des affaires ou distribuer à un juge d'instruction une affaire dont un autre juge d'instruction est saisi.
Dans le cas de constitutions de parties civiles, les plaintes sont enregistrées par le juge d'instruction de service et ensuite attribuées à un juge d'instruction par le président du tribunal selon les modalités définies ci-après :
- le président du tribunal classe lesdites affaires dans un ordre numérique, déterminé en fonction des dates et heures auxquelles ces affaires sont portées à sa connaissance. Ensuite, il attribue ces affaires aux différents juges d'instruction selon un tour de rôle;
- Les affaires introduites par le procureur du Roi sont attribuées au juge d'instruction qui est de service à la date de la requête d'ouverture d'une instruction du procureur du Roi.
2° Le président du tribunal peut néanmoins, en fonction des nécessités du service, de la bonne administration de la justice ou de l'organisation du tribunal, déroger au tableau de service et modifier la répartition des affaires ou distribuer à un juge d'instruction une affaire dont un autre juge d'instruction est saisi.
Art.8. De kamers kunnen naargelang van de behoeften van de dienst, buitengewone zittingen houden, waarvan zij zelf de dagen en de uren bepalen, in overeenstemming met de voorzitter van de rechtbank.
Art.8. Les chambres peuvent, selon les besoins du service, tenir des audiences extraordinaires dont elles fixent elles-mêmes les jours et heures, avec l'accord du président du tribunal.
Art.9. Indien de behoeften van de dienst het vereisen, kan de voorzitter van de rechtbank na het advies van de procureur des Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen één of meer kamers bijkomende zittingen te laten houden op de dagen en uren die hij/zij bepaalt.
Art.9. Le président du tribunal peut, lorsque les besoins du service le justifient, et après avoir pris l'avis du procureur du Roi et du greffier en chef, décider de faire tenir par une ou plusieurs chambres des audiences supplémentaires dont il/elle fixe les jours et heures.
Art.10. De voorzitter van de rechtbank kan na het advies van de procureur des Konings, van de hoofdgriffier en van de voorzitter van de arbeidsrechtbank alsook van de arbeidsauditeur te hebben ingewonnen, het aantal kamers, hun bevoegdheden, het aanvangsuur en de zittingsplaats tijdelijk wijzigen.
Art.10. Le président du tribunal peut, après avoir pris l'avis du procureur du Roi, du greffier en chef, du président du tribunal du travail et de l'auditeur du travail, modifier temporairement le nombre de chambres, leurs attributions ainsi que les heures d'ouverture et le lieu de leurs audiences.
Art.11. De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de procureur des Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, de dagen en uren van de vakantiezittingen.
Hij/zij maakt de dienstregeling op van de magistraten die er zitting zullen houden.
De voorzitter van de rechtbank kan te allen tijde deze dienstregeling wijzigen met het oog op de behoeften van de dienst.
Hij/zij maakt de dienstregeling op van de magistraten die er zitting zullen houden.
De voorzitter van de rechtbank kan te allen tijde deze dienstregeling wijzigen met het oog op de behoeften van de dienst.
Art.11. Le président du tribunal établit, après avoir pris l'avis du procureur du Roi et du greffier en chef, les jours et heures des audiences de vacation.
Il/elle établit la liste des magistrats qui y siègeront.
Le président du tribunal peut en tout temps modifier ce tableau de service en raison des nécessités du service.
Il/elle établit la liste des magistrats qui y siègeront.
Le président du tribunal peut en tout temps modifier ce tableau de service en raison des nécessités du service.
Art.12. De beschikkingen die de voorzitter van de rechtbank neemt op grond van de artikelen 80 en 89 van het Gerechtelijk Wetboek of op grond van dit reglement, worden ter griffie van de rechtbank aangeplakt.
Deze beschikkingen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent en van de procureur des Konings te Kortrijk.
Wanneer deze beschikkingen betrekking hebben op sociaalrechtelijke misdrijven worden zij ook ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Gent, van de voorzitter van de arbeidsrechtbank te Kortrijk en van de arbeidsauditeur te Kortrijk.
Deze beschikkingen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent en van de procureur des Konings te Kortrijk.
Wanneer deze beschikkingen betrekking hebben op sociaalrechtelijke misdrijven worden zij ook ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Gent, van de voorzitter van de arbeidsrechtbank te Kortrijk en van de arbeidsauditeur te Kortrijk.
Art.12. Les ordonnances prises par le président du tribunal sur la base des articles 80 et 89 du Code judiciaire ou du présent règlement sont affichées au greffe du tribunal.
Elles sont immédiatement portées à la connaissance du premier président de la Cour d'appel de Gand et du procureur du Roi de Courtrai.
Lorsque ces ordonnances ont trait à des infractions de droit social, elles sont également portées à la connaissance du premier président de la cour du travail de Gand, du président du tribunal de travail de Courtrai et de l'auditeur du travail de Courtrai.
Elles sont immédiatement portées à la connaissance du premier président de la Cour d'appel de Gand et du procureur du Roi de Courtrai.
Lorsque ces ordonnances ont trait à des infractions de droit social, elles sont également portées à la connaissance du premier président de la cour du travail de Gand, du président du tribunal de travail de Courtrai et de l'auditeur du travail de Courtrai.
Art.13. Het koninklijk besluit van 17 september 1996 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk wordt opgeheven.
Art.13. L'arrêté royal du 17 septembre 1996 fixant le règlement particulier du tribunal de première instance de Courtrai est abrogé.
Art.14. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.
Art.14. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2010.
Art. 15. De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 november 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
Brussel, 24 november 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
Art. 15. Le Ministre qui a la Justice dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Bruxelles, le 24 novembre 2009.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de la Justice,
S. DE CLERCK
Bruxelles, le 24 novembre 2009.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de la Justice,
S. DE CLERCK