Comparaison NL / FR

Artikel 1. Er wordt een tussenoverlegcomité opgericht, hierna te noemen beleidsdomeinoverlegcomité, voor het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, inzonderheid voor volgende entiteiten :
  - het departement Onderwijs en Vorming;
  - het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn);
  - het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi);
  - het Onderwijsdienstencentrum Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs;
  - het Agentschap voor Onderwijscommunicatie;
  - de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR);
  [1 - het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming.]1
  

Art.2. In het gebied van het beleidsdomeinoverlegcomité wordt er een basisoverlegcomité opgericht, hierna te noemen entiteitsoverlegcomité, voor elk van de in artikel 1 vermelde entiteiten.

Art.3. § 1. De afvaardiging van de overheid in het beleidsdomeinoverlegcomité wordt als volgt vastgesteld :
  a) Voorzitter
  - de voorzitter van het managementcomité of bij ontstentenis door een N-functie aangeduid door de beleidsraad.
  b) Leden
  - de leden worden door de voorzitter van het beleidsdomeinoverlegcomité gekozen in functie van de punten van de dagorde.
  § 2. De voorzitter van het beleidsdomeinoverlegcomité duidt bij afwezigheid of verhindering zijn plaatsvervanger aan.

Art.4. De afvaardiging van de overheid in een entiteitsoverlegcomité wordt als volgt vastgesteld :
  a) Voorzitter
  - hoofd van de entiteit.
  b) Leden
  - de leden worden door de voorzitter van het entiteitsoverlegcomité gekozen in functie van de punten van de dagorde.
  § 2. De voorzitter van het entiteitsoverlegcomité duidt bij afwezigheid of verhindering zijn plaatsvervanger aan.

Art. 5. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
  Brussel, 5 maart 2007.
  F. VANDENBROUCKE.