Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
25 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Turnhout.(NOTA : opgeheven met ingang op een onbepaalde datum bij KB2016-06-12/04, art. 1, Inwerkingtreding : onbepaald )
Titre
25 SEPTEMBRE 2007. - Arrêté royal établissant le règlement particulier du tribunal du travail de Turnhout.(NOTE : abrogé avec effet à une date indéterminée par AR2016-06-12/04, art. 1, En vigueur : indéterminée )
Informations sur le document
Info du document
Tekst (11)
Texte (11)
Artikel 1. De arbeidsrechtbank te Turnhout bestaat uit vier kamers, één kamer voor kort geding en één bureau voor rechtsbijstand.
Article 1. Le tribunal du travail de Turnhout se compose de quatre chambres, d'une chambre pour les référés et d'un bureau d'assistance judiciaire.
Art.2. De eerste kamer neemt kennis van de zaken bepaald bij de artikelen 578 - met uitzondering van de artikelen 578, 12°, b, en 578, 14° - 579, en 582, 3°, 4°, 5°, 6° en 8° van het Gerechtelijk Wetboek, alsmede van de geschillen bedoeld in artikel 583 van hetzelfde Wetboek wanneer het de werkgevers betreft; van de geschillen betreffende het sociaal statuut van de kunstenaars, wanneer het de werknemers betreft; van de geschillen over de toepassing van het decreet van 30 april 2004 tot uniformisering van de toezichts-, sanctie- en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van de sociaalrechtelijke aangelegenheden, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest bevoegd zijn;
  De tweede kamer neemt kennis van de zaken bepaald bij de artikelen 580 en 582, 7°, van het Gerechtelijk Wetboek, alsmede van de geschillen over de toepassing van het decreet van 30 april 2004 houdende het Handvest van de werkzoekende en zijn uitvoeringsbepalingen;
  De derde kamer neemt kennis van de zaken bepaald bij de artikelen 578, 12°, b, 581 en 582, 1° en 2°, van het Gerechtelijk Wetboek, van de geschillen bedoeld in artikel 583 van hetzelfde Wetboek wanneer het de zelfstandigen betreft, alsmede van de geschillen betreffende het sociaal statuut van de kunstenaars die betrekking hebben op zelfstandigen;
  De vierde kamer neemt kennis van de zaken bepaald bij artikel 578, 14°, van het Gerechtelijk Wetboek, alsmede van de geschillen bedoeld bij artikel 52, § 3, van het koninklijk besluit van 14 juli 1994 houdende coördinatie van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering.
  Elke kamer neemt, volgens de in dit artikel toebedeelde bevoegdheden, kennis van de toepassing der administratieve sancties bepaald bij de wetten en verordeningen bedoeld in de artikelen 578 tot 582 van het Gerechtelijk Wetboek.
  Daarenboven neemt elke kamer, overeenkomstig de verdeling gedaan door de voorzitter, kennis van de andere zaken waarvan de arbeidsgerechten kennis nemen krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende aangelegenheden die al dan niet genoemd zijn in de artikelen 578 tot 583 van het Gerechtelijk Wetboek.
Art.2. La première chambre connaît des matières visées aux articles 578 - à l'exception des articles 578, 12°, b, et 578, 14° - 579 et 582, 3°, 4°, 5°, 6° et 8° du Code judiciaire, ainsi que des litiges visés à l'article 583 du même Code lorsqu'il s'agit des employeurs; des litiges concernant le statut social des artistes lorsqu'il s'agit des travailleurs salariés; des litiges concernant l'application du décret du 30 avril 2004 portant uniformisation des dispositions de contrôle, de sanction et pénales reprises dans la réglementation des matières de législation sociale qui relèvent de la compétence de la Communauté flamande et de la Région flamande;
  La deuxième chambre connaît des matières visées aux articles 580 et 582, 7°, du Code judiciaire, ainsi que des litiges sur l'application du décret du 30 avril 2004 portant la Charte du demandeur d'emploi et ses dispositions d'exécution;
  La troisième chambre connaît des matières visées aux articles 578, 12°, b, 581 et 582, 1° et 2°, du Code judiciaire, des litiges visés à l'article 583 du même Code lorsqu'il s'agit de travailleurs indépendants, ainsi que des litiges relatifs au statut social des artistes, lorsqu'ils concernent les indépendants;
  La quatrième chambre connaît des matières visées à l'article 578, 14°, du Code judiciaire, ainsi que des litiges visés à l'article 52, § 3, de l'arrêté royal du 14 juillet 1994 portant coordination de la loi du 9 août 1963 instituant et organisant un régime d'assurance obligatoire soins de santé et indemnités.
  Chaque chambre connaît, d'après les compétences attribuées dans cet article, de l'application des sanctions administratives visées aux lois et règlements visés aux articles 578 à 582 du Code judiciaire.
  Chaque chambre connaît, en outre, selon la répartition qui en est faite par le président, des autres affaires dont les juridictions du travail prennent connaissance en vertu des dispositions légales ou réglementaires relatives à des matières visées ou non par les articles 578 à 583 du Code judiciaire.
Art.3. De eerste kamer houdt zitting op maandag, uitgezonderd de vijfde maandag van de maand, om 9 u. 30 m., en op de tweede en vierde dinsdag van de maand, om 9 u. 30 m.
  De tweede kamer houdt zitting de tweede en vierde woensdag van de maand, om 14 uur, de tweede en vierde donderdag van de maand, om 14 uur, en de eerste, tweede en derde vrijdag van de maand, om 9 u. 30 m. en om 14 uur.
  De derde kamer houdt zitting de eerste en derde dinsdag van de maand, om 14 uur, en de eerste en derde donderdag van de maand, om 14 uur.
  De vierde kamer houdt zitting op woensdag, uitgezonderd de vijfde woensdag van de maand, om 9 u. 30 m.
  De zittingen in kort geding en die waarop de procedureregels van het kort geding van toepassing zijn, worden gehouden op woensdag, om 10 uur.
Art.3. La première chambre siège le lundi, excepté le cinquième lundi du mois, à 9 h 30 m, et les deuxième et quatrième mardis du mois, à 9 h 30 m.
  La deuxième chambre siège les deuxième et quatrième mercredis du mois, à 14 heures, les deuxième et quatrième jeudis du mois, à 14 heures et les premier, deuxième et troisième vendredis du mois, à 9 h 30 m et à 14 heures.
  La troisième chambre siège les premier et troisième mardis du mois, à 14 heures et les premier et troisième jeudis du mois, à 14 heures.
  La quatrième chambre siège le mercredi, à l'exception du cinquième mercredi du mois, à 9 h 30 m.
  Les audiences en référé et celles auxquelles s'appliquent les règles de procédure du référé, ont lieu le mercredi à 10 heures.
Art.4. De zaken worden voor elke kamer volgens haar bevoegdheid, ingeleid op de hiernavolgende dagen :
  Voor de eerste kamer :
  - de eerste en derde maandag van de maand, om 9 u. 30 m., voor de geschillen waarin de betrokken werknemer een arbeider is en voor de geschillen bedoeld in artikel 583 van het Gerechtelijk Wetboek wanneer het de werkgevers betreft;
  - de tweede en vierde maandag van de maand, om 9 u. 30 m., voor de geschillen waarin de betrokken werknemer een bediende is;
  - de tweede en vierde dinsdag van de maand, om 9 u. 30 m., voor de geschillen in toepassing van artikel 579 van het Gerechtelijk Wetboek.
  Voor de tweede kamer :
  - de tweede en vierde woensdag van de maand, om 14 uur, voor de geschillen inzake artikel 580 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de pensioenen betreft;
  - de tweede en vierde donderdag van de maand, om 14 uur, voor de geschillen inzake artikel 580 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de vorderingen tot inning van de sociale bijdragen betreft;
  - de eerste, tweede en derde vrijdag van de maand, om 9 u. 30 m., voor de geschillen inzake artikel 580 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de werkloosheid betreft; voor de geschillen inzake artikel 582, 7°, van hetzelfde Wetboek, alsmede voor de geschillen over de toepassing van het decreet van 30 april 2004 houdende het Handvest van de werkzoekende en zijn uitvoeringsbepalingen;
  - de eerste, tweede en derde vrijdag van de maand, om 14 uur, voor alle overige aangelegenheden bepaald in artikel 580 van het Gerechtelijk Wetboek.
  Voor de derde kamer :
  - de eerste en derde dinsdag van de maand, om 14 uur, voor de geschillen inzake de artikelen 578, 12°, b, en 581 van het Gerechtelijk Wetboek en voor de geschillen bedoeld in artikel 583 van hetzelfde Wetboek wanneer het de zelfstandigen betreft, alsmede van de geschillen betreffende het sociaal statuut van de kunstenaars die betrekking hebben op zelfstandigen;
  - de eerste en derde donderdag van de maand, om 14 uur, voor de geschillen inzake artikel 582, 1° en 2°, van het Gerechtelijk Wetboek.
  Voor de vierde kamer :
  - elke woensdag behalve de vijfde woensdag van de maand, om 9 u. 30 m., voor de geschillen inzake artikel 578, 14°, van het Gerechtelijk Wetboek, alsmede voor de geschillen bedoeld bij artikel 52, § 3, van het koninklijk besluit van 14 juli 1994 houdende coördinatie van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering.
  De zittingen in kort geding en die waarop de procedureregels zoals in kort geding van toepassing zijn, worden gehouden op woensdag, om 10 uur.
  Alle andere zaken waarvan de arbeidsgerechten kennis nemen krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende aangelegenheden die niet genoemd zijn in de artikelen 578 tot 583 van het Gerechtelijk Wetboek worden ingeleid voor de eerste kamer op de zitting van de tweede en vierde maandag van de maand, om 9 u. 30 m.
  De vorderingen bij verzoekschrift, bedoeld in artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek of bij andere wetteksten, worden aan de bevoegde kamers toebedeeld door de voorzitter van de rechtbank.
  De verwijzingen na cassatie worden toegewezen aan de bevoegde kamer, naargelang van de aard van het geschil, volgens het in dit artikel gemaakte onderscheid.
Art.4. L'introduction des affaires se fait, suivant les attributions de chaque chambre, aux jours précisés ci-après :
  Devant la première chambre :
  - les premier et troisième lundis du mois, à 9 h 30 m, pour les litiges lorsque le travailleur salarié concerné est un ouvrier et pour les litiges visés à l'article 583 du Code judiciaire lorsqu'il s'agit des employeurs;
  - les premier et quatrième lundis du mois, à 9 h 30 m, pour les litiges lorsque le travailleur salarié concerné est un employé;
  - les deuxième et quatrième mardis du mois, à 9 h 30 m, pour les litiges en application de l'article 579 du Code judiciaire.
  Devant la deuxième chambre :
  - les deuxième et quatrième mercredis du mois, à 14 heures, pour les litiges relatifs à l'article 580 du Code judiciaire concernant les pensions;
  - les deuxième et quatrième jeudis du mois, à 14 heures, pour les litiges relatifs à l'article 580 du Code judiciaire concernant les demandes de recouvrements des cotisations sociales;
  - les premier, deuxième et troisième vendredis du mois, à 9 h 30 m, pour les litiges relatifs à l'article 580 du Code judiciaire concernant le chômage; pour les litiges relatifs à l'article 582, 7°, du même Code, ainsi que pour les litiges concernant l'application du décret du 30 avril 2004 portant la Charte du demandeur d'emploi et ses dispositions d'exécution;
  - les premier, deuxième et troisième vendredis du mois, à 14 heures, pour toutes les autres affaires visées à l'article 580 du Code judiciaire.
  Devant la troisième chambre :
  - les premier et troisième mardis du mois, à 14 heures, pour les litiges relatifs aux articles 578, 12°, b, et 581 du Code judiciaire et pour les litiges visés à l'article 583 du même Code lorsqu'il s'agit de travailleurs indépendants, ainsi que des litiges relatifs au statut social des artistes lorsqu'ils concernent les indépendants;
  - les premier et troisième jeudis du mois, à 14 heures, pour les litiges concernant l'article 582, 1° et 2°, du Code judiciaire.
  Devant la quatrième chambre :
  - tous les mercredis, sauf le cinquième mercredi du mois, à 9 h 30 m, pour les litiges relatifs à l'article 578, 14°, du Code judiciaire, ainsi que pour les litiges visés à l'article 52, § 3, de l'arrêté royal du 14 juillet 1994 portant coordination de la loi du 9 août 1963 instituant et organisant un régime d'assurance obligatoire soins de santé et indemnités.
  Les audiences en référé et celles auxquelles s'appliquent les règles de procédure en matière de référé, ont lieu le mercredi, à 10 heures.
  L'introduction de toutes les autres affaires dont les juridictions du travail prennent connaissance en vertu des dispositions légales ou réglementaires relatives à des matières non visées par les articles 578 à 583 du Code judiciaire, se fait devant la première chambre à l'audience des deuxième et quatrième lundis du mois, à 9 h 30 m.
  Les demandes par requête, visées à l'article 704 du Code judiciaire ou visées à d'autres textes législatifs, sont attribuées par le président du tribunal aux chambres compétentes.
  Les renvois après cassation sont attribués à la chambre compétente, en fonction de la nature du litige selon la distinction faite dans cet article.
Art.5. Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting op woensdag, om 9 u. 30 m.
Art.5. Le bureau d'assistance judiciaire siège le mercredi, à 9 h 30 m.
Art.6. Indien de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan de voorzitter van de rechtbank, van ambtswege, na het advies van de arbeidsauditeur en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen dat één of meer kamers bijkomende zittingen houden op de dag en uren die hij vaststelt.
Art.6. Lorsque les besoins du service l'exigent, le président du tribunal peut, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail et du greffier en chef, décider d'office qu'une ou plusieurs chambres tiendront des audiences extraordinaires, dont il fixe les jours et heures.
Art.7. Indien de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan de voorzitter van de rechtbank, van ambtswege, na het advies van de arbeidsauditeur en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen het aantal kamers, hun bevoegdheid en het aantal zittingen voorlopig te wijzigen, voorzover deze wijziging niet de opheffing van de betrokken kamers tot gevolg heeft.
Art.7. Lorsque les besoins du service l'exigent, le président du tribunal peut, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail et du greffier en chef, décider d'office de modifier temporairement le nombre des chambres, leurs attributions, ainsi que le nombre de leurs audiences, pour autant que ladite modification n'entraîne pas la suppression des chambres concernées.
Art.8. De voorzitter kan van ambtswege, na het advies van de arbeidsauditeur en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, het aanvangsuur van de zittingen wijzigen.
Art.8. Le président peut, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail et du greffier en chef, modifier d'office l'heure du début des audiences.
Art.9. De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de arbeidsauditeur te hebben ingewonnen, dag en uur van de vakantiezittingen, in overeenstemming met de artikelen 334 en 339 van het Gerechtelijk Wetboek. Hij maakt een dienstregeling op van de magistraten die zitting houden.
  De voorzitter kan te allen tijde, naargelang van de behoeften van de dienst, de dienstregeling van de vakantiezittingen wijzigen.
Art.9. Le président du tribunal fixe, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail, le jour et l'heure des audiences de vacation, conformément aux articles 334 et 339 du Code judiciaire. Il établit un règlement de service des magistrats qui siègent.
  Le président peut, à tout instant, selon les besoins du service, modifier le règlement de service des audiences de vacation.
Art.10. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Werk worden, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.10. Notre Ministre de la Justice et Notre Ministre de l'Emploi et du Travail sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Art. 11. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  Gegeven te Brussel, 25 september 2007.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  P. VANVELTHOVEN.
Art. 11. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
  Donné à Bruxelles, le 25 septembre 2007.
  ALBERT
  Par le Roi :
  La Ministre de la Justice,
  Mme L. ONKELINX
  Le Ministre de l'Emploi et du Travail,
  P. VANVELTHOVEN.