Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
17 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Veurne.(NOTA : opgeheven met ingang op een onbepaalde datum bij KB2016-06-12/04, art. 1, Inwerkingtreding : onbepaald )(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-03-2006 en tekstbijwerking tot 06-03-2012)
Titre
17 MARS 2006. - Arrêté royal établissant le règlement particulier du tribunal de première instance de Furnes.(NOTE : abrogé avec effet à une date indéterminée par AR2016-06-12/04, art. 1, En vigueur : indéterminée ) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 29-03-2006 et mise à jour au 06-03-2012)
Informations sur le document
Numac: 2006009255
Datum: 2006-03-17
Info du document
Numac: 2006009255
Date: 2006-03-17
Tekst (22)
Texte (22)
Artikel 1. [1 De rechtbank van eerste aanleg te Veurne bestaat uit vijftien kamers waarvan acht kamers voor burgerlijke zaken waaronder de beslagkamer, vijf kamers voor correctionele zaken waaronder de correctionele raadkamer, en twee jeugdkamers .]1
Article 1. [1 Le tribunal de première instance de Furnes est composé de quinze chambres, dont huit chambres civiles parmi lesquelles la chambre des saisies, cinq chambres correctionnelles parmi lesquelles la chambre du conseil correctionnelle et deux chambres de la jeunesse.]1
Modifications
Art.2. De eerste tot en met de zevende kamer nemen kennis van de burgerlijke zaken en vormen de burgerlijke rechtbank.
De achtste tot en met de elfde kamer nemen kennis van de correctionele zaken en vormen de correctionele rechtbank.
De twaalfde kamer is de raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg die zitting houdt in correctionele zaken.
[1 De dertiende kamer en kamer dertien bis vormen de jeugdrechtbank.]1
De veertiende kamer neemt kennis van de zaken die tot de bevoegdheid van de beslagrechter behoren.
De achtste tot en met de elfde kamer nemen kennis van de correctionele zaken en vormen de correctionele rechtbank.
De twaalfde kamer is de raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg die zitting houdt in correctionele zaken.
[1 De dertiende kamer en kamer dertien bis vormen de jeugdrechtbank.]1
De veertiende kamer neemt kennis van de zaken die tot de bevoegdheid van de beslagrechter behoren.
Modifications
Art.2. La première à la septième chambre connaissent des affaires civiles et forment le tribunal civil.
La huitième à la onzième chambre connaissent des affaires correctionnelles et forment le tribunal correctionnel.
La douzième chambre est la chambre du conseil du tribunal de première instance qui siège en matière correctionnelle.
[1 La treizième chambre et la treizième chambre bis forment le tribunal de la jeunesse.]1
La quatorzième chambre connaît des affaires relevant de la compétence du juge des saisies.
La huitième à la onzième chambre connaissent des affaires correctionnelles et forment le tribunal correctionnel.
La douzième chambre est la chambre du conseil du tribunal de première instance qui siège en matière correctionnelle.
[1 La treizième chambre et la treizième chambre bis forment le tribunal de la jeunesse.]1
La quatorzième chambre connaît des affaires relevant de la compétence du juge des saisies.
Modifications
Art.3. [1 De kamers houden zitting als volgt :
1° de eerste kamer : iedere donderdag om 9 uur;
2° de tweede kamer : iedere donderdag om 10 u. 30 m.;
3° de derde kamer : iedere donderdag om 9 uur;
4° de vierde kamer : iedere donderdag om 9 uur;
5° de vijfde kamer : op vrijdag om de veertien dagen om 9 uur;
6° de zesde kamer : op vrijdag om de veertien dagen om 9 u. 30 m.;
7° de zevende kamer : op woensdag om de veertien dagen om 9 u. 30 m.;
8° de achtste kamer : iedere woensdag om 9 uur;
9° de negende kamer : op vrijdag om de veertien dagen om 9 uur;
10° de tiende kamer : iedere dinsdag om 9 uur;
11° de elfde kamer : op vrijdag om de veertien dagen om 9 uur;
12° de twaalfde kamer : iedere dinsdag om 9 uur en zo nodig ook op vrijdag om 11 uur;
13° de dertiende kamer : iedere vrijdag om 9 uur en iedere tweede maandag van de maand als inleidingskamer voor de burgerlijke zaken om 9 uur;
14° kamer dertien bis : op maandag om 10 u. 30 m.;
15° de veertiende kamer : iedere woensdag om 9 u. 30 m.
De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg houdt zitting iedere woensdag om 11 uur in de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren.
Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting iedere vrijdag om 9 uur.]1
1° de eerste kamer : iedere donderdag om 9 uur;
2° de tweede kamer : iedere donderdag om 10 u. 30 m.;
3° de derde kamer : iedere donderdag om 9 uur;
4° de vierde kamer : iedere donderdag om 9 uur;
5° de vijfde kamer : op vrijdag om de veertien dagen om 9 uur;
6° de zesde kamer : op vrijdag om de veertien dagen om 9 u. 30 m.;
7° de zevende kamer : op woensdag om de veertien dagen om 9 u. 30 m.;
8° de achtste kamer : iedere woensdag om 9 uur;
9° de negende kamer : op vrijdag om de veertien dagen om 9 uur;
10° de tiende kamer : iedere dinsdag om 9 uur;
11° de elfde kamer : op vrijdag om de veertien dagen om 9 uur;
12° de twaalfde kamer : iedere dinsdag om 9 uur en zo nodig ook op vrijdag om 11 uur;
13° de dertiende kamer : iedere vrijdag om 9 uur en iedere tweede maandag van de maand als inleidingskamer voor de burgerlijke zaken om 9 uur;
14° kamer dertien bis : op maandag om 10 u. 30 m.;
15° de veertiende kamer : iedere woensdag om 9 u. 30 m.
De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg houdt zitting iedere woensdag om 11 uur in de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren.
Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting iedere vrijdag om 9 uur.]1
Modifications
Art.3. [1 Les chambres tiennent audience comme suit :
1° la première chambre : le jeudi, à 9 heures;
2° la deuxième chambre : le jeudi, à 10 h 30 m;
3° la troisième chambre : le jeudi, à 9 heures;
4° la quatrième chambre : le jeudi, à 9 heures;
5° la cinquième chambre : tous les quinze jours, le vendredi, à 9 heures;
6° la sixième chambre : tous les quinze jours, le vendredi, à 9 h 30 m;
7° la septième chambre : tous les quinze jours, le mercredi, à 9 h 30 m;
8° la huitième chambre : le mercredi, à 9 heures;
9° la neuvième chambre : tous les quinze jours, le vendredi, à 9 heures;
10° la dixième chambre : le mardi, à 9 heures;
11° la onzième chambre : tous les quinze jours, le vendredi, à 9 heures;
12° la douzième chambre : le mardi, à 9 heures et au besoin également le vendredi, à 11 heures;
13° la treizième chambre : le vendredi, à 9 heures et le deuxième lundi du mois, à 9 heures, comme chambre d'introduction des affaires civiles;
14° la treizième chambre bis : le lundi, à 10 h 30 m;
15° la quatorzième chambre : le mercredi, à 9 h 30 m.
Le président du tribunal de première instance siège le mercredi à 11 heures pour les matières qui relèvent de sa compétence.
Le bureau d'assistance judiciaire siège le vendredi à 9 heures.]1
1° la première chambre : le jeudi, à 9 heures;
2° la deuxième chambre : le jeudi, à 10 h 30 m;
3° la troisième chambre : le jeudi, à 9 heures;
4° la quatrième chambre : le jeudi, à 9 heures;
5° la cinquième chambre : tous les quinze jours, le vendredi, à 9 heures;
6° la sixième chambre : tous les quinze jours, le vendredi, à 9 h 30 m;
7° la septième chambre : tous les quinze jours, le mercredi, à 9 h 30 m;
8° la huitième chambre : le mercredi, à 9 heures;
9° la neuvième chambre : tous les quinze jours, le vendredi, à 9 heures;
10° la dixième chambre : le mardi, à 9 heures;
11° la onzième chambre : tous les quinze jours, le vendredi, à 9 heures;
12° la douzième chambre : le mardi, à 9 heures et au besoin également le vendredi, à 11 heures;
13° la treizième chambre : le vendredi, à 9 heures et le deuxième lundi du mois, à 9 heures, comme chambre d'introduction des affaires civiles;
14° la treizième chambre bis : le lundi, à 10 h 30 m;
15° la quatorzième chambre : le mercredi, à 9 h 30 m.
Le président du tribunal de première instance siège le mercredi à 11 heures pour les matières qui relèvent de sa compétence.
Le bureau d'assistance judiciaire siège le vendredi à 9 heures.]1
Modifications
Art.4. De eerste burgerlijke kamer is de inleidingskamer van alle burgerlijke rechtsvorderingen, onder voorbehoud van wat dienaangaande wordt voorzien in de artikelen 5 en 7 en uitgezonderd voor wat betreft de zaken die tot de bevoegdheid van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de jeugdrechter en de beslagrechter behoren dewelke rechtstreeks voor de respectieve bevoegde rechter worden ingeleid.
De eerste burgerlijke kamer bestaat uit één rechter, namelijk de voorzitter van de rechtbank of de rechter die daartoe door de voorzitter aangeduid werd.
De zaken welke aldus voor de eerste burgerlijke kamer ingeleid worden, worden door hem verdeeld over de verscheidene burgerlijke kamers.
De eerste burgerlijke kamer bestaat uit één rechter, namelijk de voorzitter van de rechtbank of de rechter die daartoe door de voorzitter aangeduid werd.
De zaken welke aldus voor de eerste burgerlijke kamer ingeleid worden, worden door hem verdeeld over de verscheidene burgerlijke kamers.
Art.4. La première chambre civile est la chambre d'introduction de toutes les requêtes civiles, sous réserve de ce qui est prévu aux articles 5 et 7 et exceptées les matières relevant de la compétence du président du tribunal de première instance, du juge de la jeunesse et du juge des saisies, lesquelles sont directement introduites par le juge compétent respectif.
La première chambre civile est composée d'un juge, à savoir le président du tribunal ou le juge désigné à cet effet par le président.
Les causes ainsi introduites devant la première chambre civile, sont distribuées par lui aux différentes chambres civiles.
La première chambre civile est composée d'un juge, à savoir le président du tribunal ou le juge désigné à cet effet par le président.
Les causes ainsi introduites devant la première chambre civile, sont distribuées par lui aux différentes chambres civiles.
Art.5. [1 De tweede burgerlijke kamer bestaat uit drie rechters.
Zij zetelt voor de inleiding en de behandeling van :
1° de burgerlijke rechtsvorderingen aangebracht naar aanleiding van drukpersmisdrijven (artikel 92, § 1, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek);
2° de hogere beroepen tegen vonnissen gewezen door de vrederechter (artikel 92, § 1, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek);
3° de hogere beroepen tegen de burgerrechtelijke vonnissen gewezen door de politierechtbank (artikel 92, § 1, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek);
4° de verzoeken tot herroeping van het gewijsde (artikel 92, § 1, 5°, van het Gerechtelijk Wetboek);
5° de tuchtzaken (artikel 92, § 1, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek);
Zij behandelt eveneens de zaken die ingevolge artikel 91, laatste lid, van het Gerechtelijk Wetboek onttrokken worden aan de burgerlijke kamers met één rechter, op verzoek van partijen.
De tweede kamer zetelt eveneens als kamer met vijf rechters in de gevallen bedoeld in artikel 93, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.]1
Zij zetelt voor de inleiding en de behandeling van :
1° de burgerlijke rechtsvorderingen aangebracht naar aanleiding van drukpersmisdrijven (artikel 92, § 1, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek);
2° de hogere beroepen tegen vonnissen gewezen door de vrederechter (artikel 92, § 1, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek);
3° de hogere beroepen tegen de burgerrechtelijke vonnissen gewezen door de politierechtbank (artikel 92, § 1, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek);
4° de verzoeken tot herroeping van het gewijsde (artikel 92, § 1, 5°, van het Gerechtelijk Wetboek);
5° de tuchtzaken (artikel 92, § 1, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek);
Zij behandelt eveneens de zaken die ingevolge artikel 91, laatste lid, van het Gerechtelijk Wetboek onttrokken worden aan de burgerlijke kamers met één rechter, op verzoek van partijen.
De tweede kamer zetelt eveneens als kamer met vijf rechters in de gevallen bedoeld in artikel 93, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.]1
Modifications
Art.5. [1 La deuxième chambre civile est composée de trois juges.
Elle siège en vue de l'introduction et de l'instruction :
1° des actions civiles mues en raison d'un délit de presse (article 92, § 1er, 2°, du Code judiciaire);
2° des appels aux jugements rendus par le juge de paix (article 92, § 1er, 3°, du Code judiciaire);
3° des appels aux jugements civils rendus par le tribunal de police (article 92, § 1er, 3°, du Code judiciaire);
4° des requêtes civiles (article 92, § 1er, 5°, du Code judiciaire);
5° des affaires en matière disciplinaire (article 92, § 1er, 6°, du Code judiciaire).
Elle connaît également des affaires dont les chambres civiles composées d'un juge unique sont dessaisies à la requête des parties, conformément à l'article 91, dernier alinéa, du Code judiciaire.
La deuxième chambre siège également en tant que chambre à cinq juges, dans les cas visés à l'article 93, alinéa 1er, du Code judiciaire.]1
Elle siège en vue de l'introduction et de l'instruction :
1° des actions civiles mues en raison d'un délit de presse (article 92, § 1er, 2°, du Code judiciaire);
2° des appels aux jugements rendus par le juge de paix (article 92, § 1er, 3°, du Code judiciaire);
3° des appels aux jugements civils rendus par le tribunal de police (article 92, § 1er, 3°, du Code judiciaire);
4° des requêtes civiles (article 92, § 1er, 5°, du Code judiciaire);
5° des affaires en matière disciplinaire (article 92, § 1er, 6°, du Code judiciaire).
Elle connaît également des affaires dont les chambres civiles composées d'un juge unique sont dessaisies à la requête des parties, conformément à l'article 91, dernier alinéa, du Code judiciaire.
La deuxième chambre siège également en tant que chambre à cinq juges, dans les cas visés à l'article 93, alinéa 1er, du Code judiciaire.]1
Modifications
Art.6. De derde, vierde, vijfde, zesde en zevende kamers bestaan uit één rechter. Zij behandelen de burgerlijke zaken die hen worden toegewezen door de eerste burgerlijke kamer.
De zaken ingeleid op verzoekschrift worden behandeld door de kamer door de voorzitter van de rechtbank aan te wijzen.
De verschijningen ter minnelijke schikking bedoeld bij de artikelen 731 en 732 van het Gerechtelijk Wetboek worden behandeld door de kamer door de voorzitter van de rechtbank aan te wijzen.
[1 Vierde lid opgeheven.]1
De zaken ingeleid op verzoekschrift worden behandeld door de kamer door de voorzitter van de rechtbank aan te wijzen.
De verschijningen ter minnelijke schikking bedoeld bij de artikelen 731 en 732 van het Gerechtelijk Wetboek worden behandeld door de kamer door de voorzitter van de rechtbank aan te wijzen.
[1 Vierde lid opgeheven.]1
Modifications
Art.6. Les troisième, quatrième, cinquième, sixième et septième chambres se composent d'un juge. Elles connaissent des affaires civiles qui leur sont attribuées par la première chambre civile.
Les affaires introduites sur requête sont instruites par la chambre désignée par le président du tribunal.
Les comparutions à l'amiable visées aux articles 731 et 732 du Code judiciaire sont traitées par la chambre désignée par le président du tribunal.
[1 Alinéa 4 abrogé.]1
Les affaires introduites sur requête sont instruites par la chambre désignée par le président du tribunal.
Les comparutions à l'amiable visées aux articles 731 et 732 du Code judiciaire sont traitées par la chambre désignée par le président du tribunal.
[1 Alinéa 4 abrogé.]1
Modifications
Art.7. Dagvaardingen in gedwongen tussenkomst, gemeenverklaring en/of vrijwaring worden ingeleid voor de kamer waar het hoofdgeschil hangende is.
Art.7. Les citations en intervention forcée, en déclaration de jugement commun et/ou du maintien sont introduites devant la chambre où le litige principal est en suspens.
Art.8. [1 De partijen verschijnen voor de voorzitter van de rechtbank inzake echtscheiding door onderlinge toestemming iedere woensdag, om 9 uur.]1
Modifications
Art.8. [1 La comparution des parties devant le président du tribunal en matière de divorce par consentement mutuel a lieu le mercredi, à 9 heures.]1
Modifications
Art.9. De getuigenverhoren in burgerlijke zaken worden gehouden ieder maandag, om 9 uur en/of 14 u. 30 m.
Art.9. Les enquêtes en matière civile ont lieu le lundi, à 9 heures et/ou à 14 h 30 m.
Art.10. De achtste correctionele kamer bestaat uit drie rechters.
Zij behandelt :
- de hogere beroepen tegen de strafrechtelijke vonnissen gewezen door de politierechtbank (artikel 92, § 1, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek);
- de strafzaken betreffende misdrijven bedoeld in titel VII en titel VIII, hoofdstuk III, van boek II van het Strafwetboek met uitzondering van de artikelen 391bis, 391ter, 431 en 432 van het Strafwetboek;
- de verzoeken tot herroeping van het gewijsde in strafzaken (artikel 92, § 1, 5°, van het Gerechtelijk Wetboek);
- de zaken waarvan overeenkomstig artikel 91, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek de behandeling voor een kamer met drie rechters wordt gevraagd door het openbaar ministerie;
- de zaken waarvan de verwijzing naar een kamer met drie rechters wordt gevraagd door de beklaagde overeenkomstig artikel 91, derde lid, en vijfde lid van het Gerechtelijk Wetboek.
[1 De achtste correctionele kamer neemt tevens kennis van :
- de overtredingen van de wetten en verordeningen over één van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, indien overeenkomstig artikelen 91 en 92 van het Gerechtelijk Wetboek de zaak voor een kamer met drie rechters wordt gebracht;
- de beroepen tegen de vonnissen van de politierechtbank in zoverre de politierechtbank uitspraak heeft gedaan in zaken die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met een of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten.]1
Zij behandelt :
- de hogere beroepen tegen de strafrechtelijke vonnissen gewezen door de politierechtbank (artikel 92, § 1, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek);
- de strafzaken betreffende misdrijven bedoeld in titel VII en titel VIII, hoofdstuk III, van boek II van het Strafwetboek met uitzondering van de artikelen 391bis, 391ter, 431 en 432 van het Strafwetboek;
- de verzoeken tot herroeping van het gewijsde in strafzaken (artikel 92, § 1, 5°, van het Gerechtelijk Wetboek);
- de zaken waarvan overeenkomstig artikel 91, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek de behandeling voor een kamer met drie rechters wordt gevraagd door het openbaar ministerie;
- de zaken waarvan de verwijzing naar een kamer met drie rechters wordt gevraagd door de beklaagde overeenkomstig artikel 91, derde lid, en vijfde lid van het Gerechtelijk Wetboek.
[1 De achtste correctionele kamer neemt tevens kennis van :
- de overtredingen van de wetten en verordeningen over één van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, indien overeenkomstig artikelen 91 en 92 van het Gerechtelijk Wetboek de zaak voor een kamer met drie rechters wordt gebracht;
- de beroepen tegen de vonnissen van de politierechtbank in zoverre de politierechtbank uitspraak heeft gedaan in zaken die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met een of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten.]1
Modifications
Art.10. La huitième chambre correctionnelle se compose de trois juges.
Elle traite :
- les appels des jugements pénaux rendus par le tribunal de police (article 92, § 1er, 3°, du Code judiciaire);
- les affaires en matière répressive relatives aux infractions visées au titre VII et au titre VIII, chapitre III, du livre II du Code pénal, à l'exception des infractions visées aux articles 391bis, 391ter, 431 et 432 du Code pénal);
- les requêtes civiles (article 92, § 1er, 5°, du Code judiciaire);
- les causes conformément à l'article 91, deuxième alinéa, du Code judiciaire, fixées devant une chambre à trois juges sur demande du ministère public;
- les causes, conformément à l'article 91, troisième alinéa, et cinquième alinéa du Code judiciaire, dont le prévenu a demandé le renvoi devant une chambre à trois juges.
[1 La huitième chambre correctionnelle connaît également :
- des infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence du tribunal du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail, si l'affaire est portée devant une chambre à trois juges, conformément aux articles 91 et 92 du Code judiciaire;
- des appels des jugements rendus par le tribunal de police, dans la mesure où ce dernier s'est prononcé dans des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail.]1
Elle traite :
- les appels des jugements pénaux rendus par le tribunal de police (article 92, § 1er, 3°, du Code judiciaire);
- les affaires en matière répressive relatives aux infractions visées au titre VII et au titre VIII, chapitre III, du livre II du Code pénal, à l'exception des infractions visées aux articles 391bis, 391ter, 431 et 432 du Code pénal);
- les requêtes civiles (article 92, § 1er, 5°, du Code judiciaire);
- les causes conformément à l'article 91, deuxième alinéa, du Code judiciaire, fixées devant une chambre à trois juges sur demande du ministère public;
- les causes, conformément à l'article 91, troisième alinéa, et cinquième alinéa du Code judiciaire, dont le prévenu a demandé le renvoi devant une chambre à trois juges.
[1 La huitième chambre correctionnelle connaît également :
- des infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence du tribunal du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail, si l'affaire est portée devant une chambre à trois juges, conformément aux articles 91 et 92 du Code judiciaire;
- des appels des jugements rendus par le tribunal de police, dans la mesure où ce dernier s'est prononcé dans des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail.]1
Modifications
Art.11. De negende, tiende en elfde kamer bestaan uit één rechter en behandelen de correctionele zaken onder voorbehoud van wat is voorzien bij artikel 10.
[1 De elfde kamer neemt kennis van de overtredingen van de wetten en verordeningen over één van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten. ]1
[1 De elfde kamer neemt kennis van de overtredingen van de wetten en verordeningen over één van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten. ]1
Modifications
Art.11. Les neuvième, dixième et onzième chambres se composent d'un juge unique et traitent les matières correctionnelles sous réserve de ce qui est prévu à l'article 10.
[1 La onzième chambre connaît des infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail.]1
[1 La onzième chambre connaît des infractions aux lois et règlements relatifs à une des matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail et, en cas de concours ou de connexité, des infractions citées avec une ou plusieurs infractions qui ne sont pas de la compétence des juridictions du travail.]1
Modifications
Art.12. De twaalfde kamer (de raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg die zitting houdt in correctionele zaken) bestaat uit één rechter.
Art.12. La douzième chambre (la chambre du conseil du tribunal de première instance siégeant en matière correctionnelle) se compose d'un juge.
Art.12/1. [1 De dertiende kamer neemt kennis van zaken die tot de bevoegdheid van de jeugdrechter behoren. " De kamer dertien bis neemt kennis van de zaken ten laste van de minderjarigen ten aanzien van wie een beslissing tot uithandengeving is genomen overeenkomstig de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade in het kader van een wanbedrijf of correctionaliseerbare misdaad.]1
Art.12/1. [1 La treizième chambre connaît des affaires relevant de la compétence du juge de la jeunesse. La treizième chambre bis connaît des affaires à charge des mineurs ayant fait l'objet d'une décision de dessaisissement conformément à la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait dans le cadre d'un délit ou d'un crime correctionnalisable.]1
Modifications
Art.13. De kamers kunnen naargelang van de behoeften van de dienst buitengewone zittingen houden waarvan zijzelf de dagen en uren bepalen in overeenstemming met de voorzitter van de rechtbank.
Art.13. Les chambres peuvent, selon les besoins du service, tenir des audiences extraordinaires dont elles fixent elles-mêmes les jours et heures, avec l'accord du président du tribunal.
Art.14. Indien de behoeften van de dienst het vergen, kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies te hebben ingewonnen van de procureur des Konings, één of meer kamers bijkomende zittingen laten houden op de dagen en uren die hij bepaalt.
In dit geval wordt zijn beschikking ter griffie aangeplakt en onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het hof van beroep.
In dit geval wordt zijn beschikking ter griffie aangeplakt en onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het hof van beroep.
Art.14. Le président du tribunal peut, si les besoins du service l'exigent, et après avoir pris l'avis du procureur du Roi, décider de faire tenir par une ou plusieurs chambres, des audiences supplémentaires dont il fixe les jours et heures.
Dans ce cas, son ordonnance est affichée au greffe et le premier président de la cour d'appel en est immédiatement avisé.
Dans ce cas, son ordonnance est affichée au greffe et le premier président de la cour d'appel en est immédiatement avisé.
Art.15. De voorzitter van de rechtbank kan eveneens, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, het aantal en de bevoegdheden van de kamers tijdelijk wijzigen.
In dit geval wordt zijn beschikking ter griffie aangeplakt en onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het hof van beroep.
In dit geval wordt zijn beschikking ter griffie aangeplakt en onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het hof van beroep.
Art.15. Le président du tribunal peut, en outre, après avoir pris l'avis du procureur du Roi, modifier temporairement le nombre et les attributions des chambres.
Dans ce cas, son ordonnance est affichée au greffe et le premier président de la cour d'appel en est immédiatement avisé.
Dans ce cas, son ordonnance est affichée au greffe et le premier président de la cour d'appel en est immédiatement avisé.
Art.16. De strafzaken worden door de voorzitter van de rechtbank op voorstel van de procureur des Konings toebedeeld.
De rechtstreekse dagvaardingen in strafzaken worden ingeleid op de zittingen van de bevoegde correctionele kamers, mits de dagvaardende partij het openbaar ministerie ten laatste ten minste drie dagen vóór de zitting voorafgaandelijk verwittigt.
De rechtstreekse dagvaardingen in strafzaken worden ingeleid op de zittingen van de bevoegde correctionele kamers, mits de dagvaardende partij het openbaar ministerie ten laatste ten minste drie dagen vóór de zitting voorafgaandelijk verwittigt.
Art.16. Les affaires pénales sont distribuées par le président du tribunal, sur proposition du procureur du Roi.
Les citations directes en matière pénale sont introduites aux audiences des chambres correctionnelles compétentes, si la partie citée du ministère public avertit, au plus tard, au moins trois jours avant l'audience.
Les citations directes en matière pénale sont introduites aux audiences des chambres correctionnelles compétentes, si la partie citée du ministère public avertit, au plus tard, au moins trois jours avant l'audience.
Art.17. De voorzitter van de rechtbank bepaalt de dienstregeling van de onderzoeksrechters en de verdeling van de zaken onder hen.
De zaken worden toebedeeld aan de onderzoeksrechter die van dienst is op datum van de vordering van de procureur des Konings of op datum van de neerlegging van de klacht met burgerlijke partijstelling.
Indien de behoeften van de dienst, de goede rechtsbedeling of de organisatie van de rechtbank zulks vergen, kan de voorzitter van de rechtbank in elk geval afwijken van deze dienstregeling of een andere dienstregeling voorzien, de verdeling of de wijze van verdeling van de zaken wijzigen of aan een andere onderzoeksrechter een zaak toebedelen die voor een andere onderzoeksrechter aanhangig is.
[1 In toepassing van artikel 9 van de wet van 8 april 1965 op de jeugdbescherming wordt de onderzoeksrechter met dienst ook speciaal belast met de zaken die tot de bevoegdheid van de jeugdrechtbank behoren.]1
De zaken worden toebedeeld aan de onderzoeksrechter die van dienst is op datum van de vordering van de procureur des Konings of op datum van de neerlegging van de klacht met burgerlijke partijstelling.
Indien de behoeften van de dienst, de goede rechtsbedeling of de organisatie van de rechtbank zulks vergen, kan de voorzitter van de rechtbank in elk geval afwijken van deze dienstregeling of een andere dienstregeling voorzien, de verdeling of de wijze van verdeling van de zaken wijzigen of aan een andere onderzoeksrechter een zaak toebedelen die voor een andere onderzoeksrechter aanhangig is.
[1 In toepassing van artikel 9 van de wet van 8 april 1965 op de jeugdbescherming wordt de onderzoeksrechter met dienst ook speciaal belast met de zaken die tot de bevoegdheid van de jeugdrechtbank behoren.]1
Modifications
Art.17. Le président du tribunal arrête le tableau de service des juges d'instruction et la répartition entre eux des affaires.
Les affaires sont distribuées au juge d'instruction qui est de service à la date du réquisitoire du procureur du Roi ou à la date du dépôt de la plainte avec constitution de partie civile.
Si les besoins du service ou la bonne administration de la justice ou l'organisation du tribunal l'exigent, le président du tribunal peut déroger dudit tableau de service ou d'un autre tableau de service et de répartition des affaires ou distribuer à un juge d'instruction une affaire dont un autre juge d'instruction est saisi.
[1 En application de l'article 9 de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, le juge d'instruction qui est de service est aussi spécialement chargé des affaires qui relèvent de la compétence du tribunal de la jeunesse.]1
Les affaires sont distribuées au juge d'instruction qui est de service à la date du réquisitoire du procureur du Roi ou à la date du dépôt de la plainte avec constitution de partie civile.
Si les besoins du service ou la bonne administration de la justice ou l'organisation du tribunal l'exigent, le président du tribunal peut déroger dudit tableau de service ou d'un autre tableau de service et de répartition des affaires ou distribuer à un juge d'instruction une affaire dont un autre juge d'instruction est saisi.
[1 En application de l'article 9 de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, le juge d'instruction qui est de service est aussi spécialement chargé des affaires qui relèvent de la compétence du tribunal de la jeunesse.]1
Modifications
Art.18. De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, de dagen en uren van de vakantiezittingen.
Hij maakt de lijst op van de magistraten die er zitting zullen houden.
Hij kan te allen tijde deze lijst wijzigen met het oog op de behoeften van de dienst.
Hij maakt de lijst op van de magistraten die er zitting zullen houden.
Hij kan te allen tijde deze lijst wijzigen met het oog op de behoeften van de dienst.
Art.18. Le président du tribunal établit, après avoir pris l'avis du procureur du Roi, les jours et les heures de vacations.
Il détermine en outre la liste des magistrats qui y siègeront.
Le président du tribunal peut en tout temps modifier ce tableau en raison des nécessités du service.
Il détermine en outre la liste des magistrats qui y siègeront.
Le président du tribunal peut en tout temps modifier ce tableau en raison des nécessités du service.
Art.19. Het koninklijk besluit van 17 april 1986 wordt opgeheven.
Art.19. L'arrêté royal du 17 avril 1986 est abrogé.
Art.20. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.20. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 21. Onze Minister van Justitie wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 maart 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX.
Gegeven te Brussel, 17 maart 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX.
Art. 21. Notre Ministre de la Justice est chargée de l'exécution du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 17 mars 2006.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de la Justice,
Mme L. ONKELINX.
Donné à Bruxelles, le 17 mars 2006.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de la Justice,
Mme L. ONKELINX.