Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
9 OKTOBER 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001 tot invoering van een premie voor de installatie van een individueel zuiveringssysteem (VERTALING).
Titre
9 OCTOBRE 2003. - Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l'arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2001 instaurant une prime à l'installation d'un système d'épuration individuelle.
Informations sur le document
Info du document
Tekst (9)
Texte (9)
Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001 tot invoering van een premie voor de installatie van een individueel zuiveringssysteem wordt vervangen door volgende bepaling :
  "Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
  1° "Bestuur" : de Afdeling Water van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest;
  2° "besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning" : besluiten betreffende de integrale en sectorale voorwaarden die van toepassing zijn op de individuele waterzuiveringssystemen;
  3° "equivalent-inwoner" of afgekort "EI" : vuilvrachteenheid die de biologisch afbreekbare organische last vertegenwoordigt gekenmerkt door een biochemische zuurstofvraag in vijf dagen (BZV5) van 60 gram per dag;
  4° "huishoudelijk afvalwater" : het water zoals omschreven in artikel 2, 8°, a, van het decreet van 7 oktober 1985 inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging, het regenwater uitgezonderd;
  5° "woning" : vaste installatie in de zin van artikel 84, § 1, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en die huishoudelijk afvalwater loost;
  6° "Minister" : de Minister van de Waalse Regering die bevoegd is voor het Waterbeleid;
  7° "individueel zuiveringssysteem" : individuele zuiveringseenheid, -installatie of -station met de uitrusting waardoor het door een woning of een groep woningen geloosd huishoudelijk afvalwater gezuiverd kan worden en waarmee het gezuiverde water onder de voorwaarden bepaald bij de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning afgevoerd kan worden;
  8° "vergunning" en "aangifte" : de milieuvergunning en de aangifte bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;
  9° "algemeen gemeentelijk afwateringsplan" : het algemeen gemeentelijk afwateringsplan goedgekeurd door de Minister ter uitvoering van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 19 september 1991 tot vaststelling van de regelen voor de inrichting en de uitwerking van de algemene gemeentelijke afwateringsplannen;
  10° "saneringsplan per hydrografisch onderbekken" : het plan vastgesteld door de Waalse Regering ter uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 22 mei 2003 betreffende het algemeen reglement voor de sanering van stedelijk afvalwater;
  11° "comité" : het deskundigencomité dat belast is met de behandeling van de dossiers voor de erkenning van de individuele waterzuiveringssystemen. "
Article 1. L'article 1er de l'arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2001 instaurant une prime à l'installation d'un système d'épuration individuelle est remplacé par la disposition suivante :
  "Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par :
  1° "Administration" : la Division de l'Eau de la Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement du Ministère de la Région wallonne;
  2° "arrêtés pris en exécution du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement" : arrêtés relatifs aux conditions intégrales et sectorielles applicables aux systèmes d'épuration individuelle;
  3° "équivalent-habitant" ou en abrégé "EH" : unité de charge polluante représentant la charge organique biodégradable caractérisée par une demande biochimique d'oxygène en cinq jours (DBO5) de 60 grammes par jour;
  4° "eaux usées domestiques" : les eaux usées telles que définies à l'article 2, 8°, a, du décret du 7 octobre 1985 sur la protection des eaux de surface contre la pollution, à l'exception des eaux de pluie;
  5° "habitation" : installation fixe au sens de l'article 84, § 1er, du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine et rejetant des eaux urbaines résiduaires;
  6° "Ministre" : le Ministre du Gouvernement wallon qui a la politique de l'eau dans ses attributions;
  7° "système d'épuration individuelle" : unité, installation ou station d'épuration individuelle comprenant l'équipement permettant l'épuration des eaux usées domestiques rejetées par une habitation ou un groupe d'habitations et l'évacuation des eaux épurées dans les conditions définies par les arrêtés pris en exécution du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement;
  8° "permis" et "déclaration" : le permis d'environnement et la déclaration visés au décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement;
  9° "plan communal général d'égouttage" : le plan communal général d'égouttage approuvé par le Ministre en application de l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 19 septembre 1991 fixant les règles de présentation et d'élaboration des plans communaux généraux d'égouttage;
  10° "plan d'assainissement par sous-bassin hydrographique" : le plan arrêté par le Gouvernement wallon en application de l'arrêté du Gouvernement wallon du 22 mai 2003 relatif au Règlement général d'assainissement des eaux urbaines résiduaires;
  11° "comité" : le comité d'experts chargé de l'examen des dossiers d'agrément des systèmes d'épuration individuelle."
Art.2. De artikelen 2 tot en met 6 die hoofdstuk II van hetzelfde besluit uitmaken, worden vervangen door volgende bepalingen :
  "Art. 2. Binnen de perken van de kredieten daartoe uitgetrokken op de begroting van het Waalse Gewest en onder de voorwaarden vastgesteld bij dit besluit, kent de Minister een premie toe aan elke publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die op eigen kosten een individueel waterzuiveringssysteem dat beantwoordt aan de voorwaarden bepaald in de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning installeert in een woning of een groep woningen die opgetrokken zijn vóór de datum van goedkeuring of van wijziging van het algemeen gemeentelijk afwateringsplan of van het saneringsplan per hydrografisch onderbekken waardoor zij ondergebracht zijn in :
  a) een individueel waterzuiveringsgebied in het algemeen gemeentelijk afwateringsplan of in een zelfstandig saneringsstelsel in het saneringsplan per hydrografisch onderbekken;
  b) een collectief waterzuiveringsgebied in het algemeen gemeentelijk afwateringsplan of in een collectief saneringsstelsel in het saneringsplan per hydrografisch onderbekken indien zij in aanmerking komen voor een afwijking van de verplichting tot aansluiting op een riolering die gedekt is door een milieuvergunning.
  De premie dekt niet het eventuele aandeel van de vuilvracht voortvloeiend uit de beoefening van een handels- of industriële activiteit of van een vrij beroep.
  De Minister kan slechts één enkele premie per geïnstalleerd individueel waterzuiveringssysteem toekennen.
  Art. 3. § 1. Het bedrag van de premie bedraagt voor de individuele waterzuiveringssystemen die gedimensioneerd zijn om een vuilvracht te behandelen die gelijk is aan of groter is dan vijf equivalenten-inwoners en voor de eerste schijf :
  1° euro 500 voor de niet-erkende systemen met een capaciteit lager dan 100 EI;
  2° euro 1.500 voor de niet-erkende systemen met een capaciteit gelijk aan of hoger dan 100 EI;
  3° euro 2.500 voor de krachtens de bepalingen van hoofdstuk III van dit besluit erkende systemen;
  4° euro 3.125 voor de krachtens de bepalingen van hoofdstuk III van dit besluit erkende systemen indien de afvoer van het gezuiverde water via bodeminfiltratie gebeurt, zinkputten uitgezonderd, gemachtigd bij de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning.
  De premie bedoeld in § 1, 1°, wordt vermeerderd met een bedrag van euro 75 per bijkomende equivalent-inwoner.
  De premie bedoeld in § 1, 2°, wordt vermeerderd met een bedrag van euro 225 per bijkomende equivalent-inwoner.
  De premie bedoeld in § 1, 3° en 4°, wordt vermeerderd met een bedrag van euro 375 per bijkomende equivalent-inwoner.
  De premie bedoeld in § 1, 3° en 4°, wordt vermeerderd met een bedrag van euro 500 per bijkomende equivalent-inwoner in het kader van de uitvoering van een gemeentelijk zelfstandig saneringssysteem waarvoor specifieke werken voor het herstel of de aanleg van een afwateringsnetwerk, onder de voorwaarden opgenomen in artikel 7, § 5, van het besluit van de Waalse Regering van 22 mei 2003 betreffende het algemeen reglement voor de sanering van stedelijk afvalwater, noodzakelijk zijn.
  § 2. De vuilvracht die in rekening genomen wordt voor de berekening van de premie wordt bepaald overeenkomstig de bepalingen van bijlage I bij dit besluit.
  Voor de woningen die enkel huishoudelijk afvalwater produceren, wordt ervan uitgegaan dat de vuilvracht uitgedrukt wordt door een aantal equivalenten-inwoners die gelijk is aan het aantal bewoners met een minimum van vijf equivalenten-inwoners als het zuiveringssysteem één enkele woning en een minimum van vier equivalenten-inwoners per woning in geval van gegroepeerde sanering bedient zonder evenwel de maximumcapaciteit van het geïnstalleerde systeem te mogen overschrijden.
  Als bijzondere omstandigheden de raming van de capaciteit van het individuele waterzuiveringssysteem dat geïnstalleerd dient te worden op grond van de bepalingen van bijlage I irrelevant of onmogelijk maakt, wordt de capaciteit van de zuiveringseenheid door het Bestuur voorgesteld op grond van de beoordelingsbestanddelen waarover het beschikt.
  § 3. De premies bedoeld in § 1 en § 2 worden tot een maximum beperkt ten belope van :
  1° 70 % van het totaalbedrag van de facturen met betrekking tot de individuele zuiveringswerken bestaande uit de studie, de aankoop, het vervoer, de aanleg en de aansluiting van het individuele waterzuiveringssysteem en het afwateringsnetwerk voor het huishoudelijk afvalwater en het afvoersysteem voor het gezuiverde water, het herstel van de plaats in diens oorspronkelijke staat niet inbegrepen;
  2° 80 % van het totaalbedrag van de facturen met betrekking tot de individuele zuiveringswerken bestaande uit de studie, de aankoop, het vervoer, de aanleg en de aansluiting van het individuele zuiveringssysteem en het afwateringsnetwerk van het huishoudelijk afvalwater en het afvoerstelsel van het gezuiverde water, het herstel van de plaats in diens oorspronkelijke staat niet inbegrepen, indien de premieaanvraag ingediend wordt door de gemeente die de plaats inneemt van de personen die verplicht zijn tot het uitrusten van hun woning(en) met een individueel waterzuiveringssysteem waarbij ze zelf de gemeentelijke zelfstandige sanering bedoeld in artikel 7, §§ 3 tot en met 5, van het besluit van de Waalse Regering van 22 mei 2003 betreffende het algemeen reglement voor de sanering van stedelijk afvalwater doorvoert.
  § 4. Om in rekening te worden genomen, dienen de facturen vermeld in § 3 melding te maken van de geleverde hoeveelheden en de gebruikte eenheidsprijzen en op een voldoende gedetailleerde wijze te zijn opgesteld zodat het Bestuur na kan gaan of de gefactureerde prestaties aan de posten beantwoorden die in rekening gebracht zouden kunnen worden en of het gefactureerde zuiveringssysteem aan het model beantwoordt waarvoor de premie wordt aangevraagd.
  Het Bestuur is gemachtigd om het in rekening nemen van onvoldoende gedetailleerde facturen of van posten die gefactureerd worden met betrekking tot werken niet bedoeld in § 2 van dit artikel of die niet onontbeerlijk zijn voor de goede werking van het individuele waterzuiveringssysteem te weigeren.
  Art. 4. § 1. Overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 24 juli 2003 ter aanwijzing van de badzones en houdende verschillende maatregelen voor de bescherming van het zwemwater bedraagt het bedrag van de premie 100 % van het totaalbedrag van de investering van het erkende ontsmettingssysteem, met inbegrip van de belasting over de toegevoegde waarde, waarmee de individuele waterzuiveringsinstallaties en -stations voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater dat geloosd wordt in een badzone of stroomopwaartse zone, uitgerust worden.
  Die bepaling geldt enkel na overlegging aan het bestuur van de facturen tot en met 31 december 2004. Zodra die termijn verstreken is, wordt het percentage van de premie op 50 % teruggebracht.
  § 2. Indien de woning haar huishoudelijk afvalwater in een badzone of in een stroomopwaartse zone loost, wordt het maximumbedrag van de premie op 80 % gebracht voor het plaatsen van een erkend waterzuiveringssysteem en dit tot en met 31 december 2005.
  § 3. Indien een camping-caravaningterrein houder is van een behoorlijk afgeleverde camping-caravaningvergunning en zijn afvalwater in een badzone of een stroomopwaartse zone loost, bedraagt het bedrag van de premie :
  1° 50 % van het totaalbedrag van de investering, de belasting over de toegevoegde waarde niet meegerekend, van het erkende ontsmettingssysteem waarmee de individuele zuiveringsinstallaties en -stations uitgerust worden voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater en dit na overlegging van de facturen tot en met 31 december 2004. Zodra die termijn verstreken is, wordt dat percentage teruggebracht op 25 %;
  2° 25 % van het totaalbedrag van de investering, de belasting over de toegevoegde waarde niet meegerekend, van de overeenkomstig dit besluit erkende individuele zuiveringsinstallaties en -stations, en dit na overlegging van de facturen tot en met 31 december 2004.
  Art. 5. De premieaanvraag wordt ingediend aan de hand van een enig formulier waarvan inhoud en vorm door de Minister worden vastgesteld.
  Op het enig formulier worden alle bestanddelen vermeld aan de hand waarvan de uitbater van een individueel zuiveringssysteem in één enkele te ondernemen stap het voordeel van de vrijstelling evenals de installatiepremie voor een individueel zuiveringssysteem kan krijgen. Het enig formulier wordt samen met een praktische gids ter beschikking gesteld van de gemeentediensten.
  Op het enig formulier worden meer bepaald vermeld :
  1° de identificatie van de uitbater van het individuele zuiveringssysteem met de verwijzing naar de inschrijving in het register van de milieuaangiften en -vergunningen van de gemeente;
  2° de identificatie van de vrijstellingsgerechtigde of van de verschillende gerechtigden indien die maatregel wordt aangevraagd voor een gegroepeerde sanering;
  3° de identificatie van de installatiepremiegerechtigde voor een individueel zuiveringssysteem of van de verschillende gerechtigden indien de premie een gegroepeerde sanering betreft;
  4° de bestanddelen aan de hand waarvan het premiebedrag bepaald kan worden indien de toekenningsvoorwaarden nagekomen zijn.
  Bij dat formulier worden gevoegd :
  a) een exemplaar van het controleattest opgesteld door de daartoe gemachtigd controleur ter uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 9 oktober 2003 tot organisatie van de controle op de individuele zuiveringssystemen en tot bepaling van de vrijstellingsvoorwaarden voor de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater van de bepalingen van dit besluit;
  b) als het geïnstalleerde systeem niet erkend is, een exemplaar van het conformiteitsattest dat door de leverancier of de installateur van het individuele zuiveringssysteem is opgesteld volgens het model bepaald bij de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en het dossier - of de refertes van het dossier - voorgesteld door de fabrikant van het systeem, waarbij een volledige technische omschrijving inbegrepen is, evenals concrete verwijzingen naar performanties die ter plaatse op het grondgebied van het Waalse Gewest geverifieerd kunnen worden;
  c) als het huishoudelijk afvalwater afkomstig is van water dat geput wordt uit de openbare drinkwaterdistributie : een afschrift van het meest recente betalingsbericht van de drinkwaterverdeler, bestemd om de betrokken aansluiting(en) te identificeren;
  d) een voor eensluidend verklaard afschrift van de facturen met betrekking tot de werken voor de installatie van het individuele zuiveringssysteem.
  Art. 6. § 1. Het Bestuur spreekt zich uit over de premieaanvraag binnen een termijn van zestig dagen na ontvangst ervan; elk verzoek om inlichtingen of aanvullende stukken dat van het Bestuur uitgaat en aan de aanvrager gericht is onderbreekt die termijn.
  § 2. De premie wordt uitbetaald binnen de zestig dagen nadat het Bestuur de gunstige beslissing getroffen heeft."
Art.2. Les articles 2 à 6 qui constituent le chapitre II du même arrêté sont remplacés par les dispositions suivantes :
  "Art. 2. Dans la limite des crédits inscrits à cette fin au budget de la Région wallonne et aux conditions fixées dans le présent arrêté, le Ministre accorde une prime à toute personne physique ou morale, de droit public ou de droit privé, qui équipe à ses frais d'un système d'épuration individuelle répondant aux conditions définies dans les arrêtés pris en exécution du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement, une habitation ou un groupe d'habitations érigées avant la date d'approbation ou de modification du plan communal général d'égouttage ou du plan d'assainissement de sous-bassin hydrographique qui les a classées :
  a) en zone d'épuration individuelle au plan communal général d'égouttage ou en régime d'assainissement autonome au plan d'assainissement de sous-bassin hydrographique;
  b) en zone d'épuration collective au plan communal général d'égouttage ou en régime d'assainissement collectif au plan d'assainissement de sous-bassin hydrographique, lorsqu'elles bénéficient d'une dérogation à l'obligation de raccordement à un égout couverte par un permis d'environnement.
  La prime ne couvre pas la part éventuelle de la charge polluante résultant de l'exercice d'une activité commerciale ou industrielle ou d'une profession libérale.
  Le Ministre ne peut accorder qu'une seule prime par système d'épuration individuelle installé.
  Art. 3. § 1er. Le montant de la prime s'élève, pour les systèmes d'épuration individuelle dimensionnés pour traiter une charge polluante égale ou supérieure à cinq équivalents-habitants et pour la première tranche de cinq EH, à :
  1° euro 500 pour les systèmes non agréés de capacité inférieure à 100 EH;
  2° euro 1.500 pour les systèmes non agréés de capacité égale ou supérieure à 100 EH;
  3° euro 2.500 pour les systèmes agréés en vertu des dispositions du chapitre III du présent arrêté;
  4° (euro 3.125 pour les systèmes agréés en vertu des dispositions du chapitre III du présent arrêté, lorsque l'évacuation des eaux épurées s'effectue par un des modes d'infiltration dans le sol, à l'exclusion du puits perdant, autorisés par les arrêtés pris en exécution du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement.) s 1999 relatif au permis d'environnement.
  La prime visée au § 1er, 1°, est majorée d'un montant de euro 75 par équivalent-habitant supplémentaire.
  La prime visée au § 1er, 2°, est majorée d'un montant de euro 225 par équivalent-habitant supplémentaire
  La prime visée au § 1er, 3° et 4°, est majorée d'un montant de euro 375 par équivalent- habitant supplémentaire.
  La prime visée au § 1er, 3° et 4°, est majorée d'un montant de euro 500 par équivalent- habitant supplémentaire dans le cadre de la mise en oeuvre d'un système d'assainissement autonome communal pour lequel des travaux spécifiques de réhabilitation ou de construction d'un réseau de collecte, dans les conditions figurant à l'article 7, § 5, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 22 mai 2003 relatif au règlement général d'assainissement des eaux urbaines résiduaires, sont indispensables.
  § 2. La charge polluante prise en compte pour le calcul de la prime est déterminée conformément aux dispositions de l'annexe I du présent arrêté.
  Pour les habitations qui ne génèrent que des eaux usées domestiques, on considère que la charge polluante s'exprime par un nombre d'équivalents-habitants égal au nombre d'occupants avec un minimum de cinq équivalents-habitants si le système d'épuration dessert une seule habitation et un minimum de quatre équivalents-habitants par habitation en cas d'assainissement groupé sans toutefois pouvoir dépasser la capacité maximum du système installé.
  Si des conditions particulières rendent non pertinente ou impossible l'estimation de la capacité du système d'épuration individuelle à installer sur base des dispositions de l'annexe I, la capacité de l'unité d'épuration est proposée par l'Administration sur base des éléments d'appréciation dont elle dispose.
  § 3. Les primes visées aux § 1er et au § 2, sont plafonnées à concurrence de :
  1° 70 % du montant total des factures relatives aux travaux d'épuration individuelle lesquels comprennent l'étude, l'achat, le transport, la pose et le raccordement du système d'épuration individuelle et du réseau de collecte des eaux usées domestiques et le dispositif d'évacuation des eaux épurées, la remise des lieux en pristin état n'étant pas comprise;
  2° 80 % du montant total des factures relatives aux travaux d'épuration individuelle lesquels comprennent l'étude, l'achat, le transport, la pose et le raccordement du système d'épuration individuelle et du réseau de collecte des eaux usées domestiques et le dispositif d'évacuation des eaux épurées, la remise des lieux en pristin état n'étant pas comprise, lorsque la demande de prime est introduite par la commune qui se substitue aux personnes tenues d'équiper leur(s) habitation(s) d'un système d'épuration individuelle en réalisant elle-même l'assainissement autonome communal visé à l'article 7, § 3 à 5, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 22 mai 2003 relatif au Règlement général d'assainissement des eaux urbaines résiduaires.
  § 4. Pour être prises en compte, les factures visées au § 3, doivent porter mention des quantités fournies et prix unitaires pratiqués et être rédigées de façon suffisamment détaillée pour permettre à l'Administration de vérifier si les prestations facturées correspondent aux postes susceptibles d'être pris en compte et si le système d'épuration facturé correspond au modèle pour lequel la prime est sollicitée.
  L'Administration est habilitée à refuser la prise en compte de factures insuffisamment détaillées ou de postes facturés se rapportant à des travaux non visés au § 2 du présent article ou non indispensables au bon fonctionnement du système d'épuration individuelle.
  Art. 4. § 1er. Conformément aux dispositions de l'arrêté du Gouvernement wallon du 24 juillet 2003 désignant les zones de baignade et portant diverses mesures pour la protection des eaux de baignade, le montant de la prime s'élève à 100 % du montant total de l'investissement du système de désinfection agréé, taxe sur la valeur ajoutée comprise, qui équipe les installations et les stations d'épuration individuelle recevant pour traitement des eaux usées domestiques déversées dans une zone de baignade ou dans une zone amont.
  Cette disposition n'est valable que sur présentation des factures jusqu'au 31 décembre 2004 à l'administration. Passé ce délai, le pourcentage de la prime est réduit à 50 %.
  § 2. Lorsque l'habitation rejette ses eaux usées domestiques dans une zone de baignade ou dans une zone amont, le plafond de la prime est porté à 80 % pour le placement d'un système d'épuration individuelle agréé et ce, jusqu'au 31 décembre 2005.
  § 3. Lorsqu'un terrain de camping-caravaning détenteur d'un permis de camping-caravaning dûment délivré, rejette ses eaux usées dans une zone de baignade ou une zone d'amont, le montant de la prime s'élève à :
  1° 50 % du montant total de l'investissement, hors taxe sur la valeur ajoutée, du système de désinfection agréé qui équipe les installations et les stations d'épuration individuelle pour le traitement d'eaux usées domestiques et ce, sur présentation des factures jusqu'au 31 décembre 2004. Passé ce délai, le pourcentage est réduit à 25 %;
  2° 25 % du montant total de l'investissement, hors taxe sur la valeur ajoutée, des installations et des stations d'épuration individuelle agréées conformément au présent arrêté, pour le traitement d'eaux usées domestiques et ce, sur présentation des factures jusqu'au 31 décembre 2004.
  Art. 5. La demande de prime est établie sur un formulaire unique dont le contenu et la forme sont fixés par le Ministre.
  Le formulaire unique regroupe l'ensemble des éléments qui permettent à l'exploitant d'un système d'épuration individuelle de solliciter en une seule démarche le bénéfice de l'exemption ainsi que l'obtention de la prime à l'installation d'un système d'épuration individuelle. Le formulaire unique accompagné d'un guide pratique est mis à disposition des services communaux.
  Le formulaire unique comporte notamment :
  1° l'identification de l'exploitant du système d'épuration individuelle avec la référence d'inscription au registre des déclarations et permis d'environnement de la commune;
  2° l'identification du bénéficiaire de la mesure d'exemption sollicitée ou des différents bénéficiaires en cas d'assainissement groupé;
  3° l'identification du bénéficiaire de la prime à l'installation d'un système d'épuration individuelle ou des différents bénéficiaires en cas d'assainissement groupé;
  4° les éléments permettant de définir le montant de la prime lorsque les conditions d'octroi sont rencontrées.
  A ce formulaire sont joints :
  a) un exemplaire de l'attestation de contrôle établie par le contrôleur habilité à cette fin en application de l'arrêté du Gouvernement wallon du 9 octobre 2003, organisant le contrôle des systèmes d'épuration individuelle et fixant les conditions d'exemption de la taxe sur le déversement des eaux usées autres qu'industrielles des dispositions du présent arrêté;
  b) si le système installé n'est pas agréé, un exemplaire de l'attestation de conformité établie par le fournisseur ou l'installateur du système d'épuration individuelle sur le modèle défini dans les arrêtés pris en exécution du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement et le dossier - ou les références du dossier- présenté par le fabricant du système comportant une description technique complète ainsi que des références concrètes en termes de performances, vérifiables in situ sur le territoire de la Région wallonne;
  c) si les eaux usées domestiques sont produites au départ d'eaux prélevées à la distribution publique d'eau alimentaire : une copie du dernier avis de paiement du distributeur d'eau destiné à identifier le(s) raccordement(s) concerné(s);
  d) une copie certifiée conforme des factures relatives aux travaux d'installation du système d'épuration individuelle.
  Art. 6. § 1er. L'Administration se prononce sur la demande de prime dans les soixante jours de sa réception; toute demande de renseignements ou de documents complémentaires adressée par l'Administration au demandeur interrompt ce délai.
  § 2. La prime est liquidée dans les soixante jours de la décision favorable de l'Administration."
Art.3. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : "de individuele zuiveringssystemen, met inbegrip van de ontsmettingssystemen, worden erkend indien ze beantwoorden aan de criteria vermeld in bijlage II."
Art.3. L'article 7 du même arrêté est modifié comme suit : "les systèmes d'épuration individuelle en ce compris les systèmes de désinfection, sont agréés s'ils satisfont aux critères figurant à l'annexe II."
Art.4. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de woorden "vóór inwerkingtreding van dit besluit" vervangen door de woorden "vóór 1 januari 2002".
Art.4. A l'article 16 du même arrêté, les mots "avant l'entrée en vigueur du présent arrêté" sont remplacés par les mots "avant le 1er janvier 2002."
Art.5. In bijlage I bij dit besluit worden in het Frans "eaux ménagères usées" vervangen door de woorden "eaux usées domestiques".
Art.5. Dans l'annexe Ire du même arrêté, les mots "eaux ménagères usées" sont remplacés par les mots "eaux usées domestiques."
Art.6. In bijlage III bij dit besluit wordt er een punt j toegevoegd, luidend als volgt :
  "j) Voor de ontsmettingssystemen van het water na zuivering :
  - de bouwkenmerken van de installaties;
  - het energie en reactieve verbruik;
  - de al dan niet-automatische schoonmaakinstallaties waarmee het apparaat in goede staat van werking wordt gehouden;
  - de waarborgen in termen van vermindering van het aantal micro-organismen in het afvalwater."
Art.6. Dans l'annexe III du même arrêté, il est ajouté un point j rédigé comme suit :
  " j) Pour les dispositifs de désinfection des eaux après épuration :
  - les caractéristiques constructives des dispositifs;
  - les consommations en énergie et en réactif;
  - les dispositifs de nettoyage automatiques ou non permettant de maintenir l'appareil en bon état de marche;
  - les garanties en terme de réduction du taux de micro organismes contenus dans l'eau usée".
Art.7. Volgende artikelen worden ingevoegd tussen de artikelen 16 en 17 van hetzelfde besluit :
  "Art. 16bis. De premieaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2002 en 1 januari 2004 worden verder volgens de tijdens die periode geldende procedure behandeld.
  Art. 16ter. Als het individuele zuiveringssysteem niet erkend was op de datum van de premieaanvraag die is ingediend tussen 1 januari 2002 en 31 december 2002, wordt er een bijkomende premie toegekend zodat deze overeenstemt met de bedragen die beantwoorden aan de erkende systemen die in werking waren op het ogenblik waarop de premieaanvraag is ingediend, voor zover de erkenning van het geïnstalleerde systeem is verleend binnen een termijn van hoogstens één jaar na indiening van de aanvraag of indien de eventuele aanpassing van het geïnstalleerde systeem om het conform te maken met het erkende systeem binnen een termijn van hoogstens twee jaar na die datum plaatsvindt.
  Art. 16quater. De personen die op 1 januari 2004 sinds meer dan zes maanden houder zijn van een milieuvergunning of van een aangifte met betrekking tot een individueel zuiveringssysteem en die nog geen premieaanvraag hebben ingediend, beschikken over een termijn van zes maanden vanaf die datum om bedoelde aanvraag in te dienen."
Art.7. Les articles suivants sont insérés entre les articles 16 et 17 du même arrêté :
  "Art. 16bis. L'instruction des demandes de prime introduites entre le 1er janvier 2002 et le 1er janvier 2004 est poursuivie selon la procédure en vigueur durant cette période.
  Art. 16ter. Si le système d'épuration individuelle n'était pas agréé à la date d'une demande de prime introduite entre le 1er janvier 2002 et le 31 décembre 2003, un supplément de prime permettant d'atteindre les montants correspondant aux systèmes agréés en vigueur au moment de l'introduction de la demande de prime est octroyé pour autant que l'agrément du système installé soit accordé dans un délai d'un an au plus après la date d'introduction de la demande ou que l'adaptation éventuelle du système installé en vue de rendre celui-ci conforme au système agréé intervienne dans un délai de deux ans au plus après cette date.
  Art. 16quater. Les personnes qui, au 1er janvier 2004, sont titulaires depuis plus de six mois d'un permis d'environnement ou d'une déclaration portant sur un système d'épuration individuelle et n'ont pas encore introduit une demande de prime, disposent d'un délai de six mois à partir de cette date pour introduire la dite demande."
Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.
Art.8. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2004.
Art. 9. De Minister bevoegd voor het Waterbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Namen, 9 oktober 2003.
  De Minister-President,
  J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
  De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu,
  M. FORET.
Art. 9. Le Ministre qui a la Politique de l'eau dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Namur, le 9 octobre 2003.
  Le Ministre-Président,
  J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
  Le Ministre de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et de l'Environnement,
  M. FORET.